• No results found

Het effect van belastingcompetitie op ontwikkelingslanden in cijfers uitgedrukt

3.3 Belastingcompetitie en de Millennium Development Goals

3.3.3 Het effect van belastingcompetitie op ontwikkelingslanden in cijfers uitgedrukt

Verschillende onderzoekers en instanties hebben onderzoek gedaan naar de effecten van belastingcompetitie op ontwikkelingslanden. Shaxson heeft jaren onderzoek gedaan naar de gevolgen van onder meer belastingcompetitie voor Afrikaanse landen. Hij schrijft dat armoede in Afrika niet los kan worden gezien van schadelijke belastingpraktijken. Dat liberalisatie van kapitaalstromen bijdraagt aan de globale economische efficiëntie gaat niet altijd op volgens Shaxson. Nieuwe maatregelen rondom kapitaalstromen hebben volgens hem vaak geleid tot een situatie waarin de welvaart naar boven werd gedistribueerd en het risico naar beneden.197 De spectaculaire groei van multinationals

valt niet te verklaren zonder het bestaan van belastingparadijzen.

Een rapport van het instituut Global Financial Integrity (GFI) uit mei 2013, toont dat in de periode 1980-2009 tussen de $597 biljoen en $1.4 triljoen netto aan kapitaalstomen uit de Afrikaanse economieën gestroomd is. 198 Daarnaast berekende het GFI dat voor elke dollar aan ontwikkelingsgeld

naar Afrika er tien dollar weer uitstroomt door toedoen van onder meer schadelijke belastingpraktijken.199 Grote boosdoeners zijn de praktijken rondom verrekenprijzen: in 2010 kwam

GFI met cijfers die aantoonden dat ontwikkelingslanden tussen 2002 en 2006 gemiddeld $107 miljard per jaar misliepen aan belastinginkomsten door de verrekenprijsroute.200 SOMO heeft, in opdracht van

Oxfam Novib, onderzoek gedaan naar de gemiddelde verliezen voor ontwikkelingslanden in de periode 2009-2011 die door het Nederlandse fiscale klimaat van verrekenprijzen tot stand zijn gekomen: 460 miljoen euro per jaar.201 Phillip Gillet schrijft dat verrekenprijzen enkel dienen voor het terugbrengen

197 N. Shaxson, Treasure Islands: tax havens and the men who stole the world, London: Vintage Books (2011), pp. 148-150.

198 Global Financial Integrity, ‘Illicit financial flows: and the problems of net resources transfers from Africa: 1980-2009’, (2013).

199 New Report finds that illicit financial flows out of the developing countries overwhelm foreign aid, http://www.gfintegrity.org/content/view/149/70, geraadpleegd op 3 oktober 2013. Andere voorbeelden van schadelijke belastingpraktijken zijn onder meer het witwassen van geld en belastingontduiking. 200 Onlangs verhuisde de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobas een deel van haar Afrikaanse activiteiten naar

Nederland, om zo minder belasting te hoeven betalen, aldus persbureau Bloomberg. Meer activiteiten Petrobas naar Nederland (NU.nl 26 september 2013), http://www.nu.nl/economie/3586271/meer- activiteiten-petrobras-nederland.html, geraadpleegd op 27 september 2013.

201 Oxfam Novib beleidspaper, ‘De Nederlandse route: hoe arme landen inkomsten mislopen via belastinglek Nederland’, (2013).

70

van de belastingdruk van multinationals.202 The Economist is dezelfde mening toegedaan:

“Commercially, transfer pricing makes no sense. It forces us to spend a lot of time doing things that are pointless from a business point of view… Businesses want to organise as if there were a single global or regional product market. Instead tax is determining how they organise themselves’.203

Een studie van de Universiteit van Massachussetts uit april 2008 heeft ook de kapitaalvlucht uit Afrika onderzocht. De studie richtte zich op de tijdsperiode 1970-2004 en besloeg veertig landen. In die periode kwam de kapitaalvlucht uit op ongeveer $ 420 biljoen. In dezelfde periode was de totale schuld van die landen 'maar’ $ 227 biljoen.204 De ambitie van de EU lidstaten om de

ontwikkelingslanden te steunen om met eigen middelen te voorzien in de collectieve voorzieningen zou dus vruchtbaar kunnen zijn. Er is immers genoeg te winnen wanneer de kapitaaluitstroom verminderd wordt.

Oxfam Novib heeft eveneens onderzoek gedaan naar de gevolgen van belastingcompetitie voor de Afrikaanse landen. Zij concluderen dat een eerlijk belastingsysteem de belangrijkste en meest duurzame manier is voor het financieren van ontwikkeling. De belastinginkomsten van de Afrikaanse landen zijn de afgelopen 25 jaar niet verder gekomen dan vijftien procent van het BNP. Ter vergelijking: in de OESO landen is dat 34 procent. Het IMF toont in haar onderzoek aan dat de dalende vennootschapstarieven daar debet aan zijn. De tarieven zijn in de ontwikkelingslanden nog harder gedaald dan in de ontwikkelde landen, maar in tegenstelling tot de rijke landen zijn ook de belastinginkomsten stevig gedaald: de belastinginkomsten uit de vennootschapsbelasting daalden in de periode 1990-2001 met een kwart.205

Een rapport uit 2011 van Fair Politics laat zien dat ontwikkelingslanden tot wel $ 500 miljard per jaar mislopen door het bestaan van belastingparadijzen. Dat is tot wel zeven keer het bedrag dat de Westerse landen gezamenlijk uittrekken aan ontwikkelingshulp. Effectief heffen van belastingen is van cruciaal belang voor het verminderen van de afhankelijkheid van ontwikkelingslanden. Een goed georganiseerd belastingstelsel geeft de overheden de mogelijkheid duurzaam te investeren in onder meer onderwijs en infrastructuur. Een onderzoek van Action Aid uit 2008206 heeft aangetoond dat

202 Oxfam Novib, ‘Tax Havens: releasing the hidden billions for poverty eradication’ Oxfam GB policy papers, (2000), p.9.

203 The Economist

(29 januari 2000), http://www.economist.com/node/276995, geraadpleegd op 2 oktober

2013.

204 L. Ndikumana en J.K. Boyce, ‘New estimates of capital flight from Sub-Saharan African Countries’, Working Paper Series, nr 166 (2008), p. 6.

205 M. Keen en A. Simone, ‘Is tax competition harming developing countries more than developed?’ Tax notes international, (2004).

206 Action Aid, ‘Hole in the pocket: why unpaid taxes are the missing link in development finance’, Action Aid

71

stabiele belastinginkomsten een grote bijdrage hebben geleverd aan de economische groei van de Aziatische tijgers.207

In het eerste hoofdstuk hebben we al gezien dat niet alleen ontwikkelingslanden de negatieve gevolgen ondervinden van belastingcompetitie, maar ook landen binnen de EU. Jaarlijks lopen de Europese landen 1000 miljard euro mis door fiscale fraude en belastingontwijking. Dat zou een reden te meer kunnen zijn om, naast de verantwoordelijkheden die onder meer de MDG met zich meebrengen, de huidige belastingpolitiek nogmaals te evalueren.

3.4 Conclusie

Het is in dit hoofdstuk duidelijk geworden dat de prakrijken van de Europese Unie niet altijd overeen komen met de uitgesproken ambities. In de Verdragen van de Europese Unie wordt onder meer verwezen naar de ambitie om de interne markt te voltooien, de economische en sociale samenhang te bevorderen en de onderlinge solidariteit te versterken. Het fiscale beleid van de Unie strookt momenteel niet met het streven naar de uitgesproken doelstellingen. Schadelijke belastingcompetitie staat de voltooiing van de interne markt in de weg, ondermijnt economische en sociale samenhang, werkt discriminatie in de hand en is niet solidair te noemen. Uiteenlopende belangen bemoeilijken het vraagstuk op welk niveau beleid het beste gestuurd kan worden. Wanneer de Europese Unie er in slaagt om homogene preferenties te creëren bij de lidstaten, dan laat het model van Groenendijk zien dat het fiscale beleid van de Unie het beste thuishoort op het hoogste niveau. Hierin zou de Europese Commissie een centrale rol moeten vertolken.

Het tweede punt van aandacht in dit hoofdstuk was de manier waarop de EU en haar lidstaten vormgeven aan de MDG, waaraan zij zich gecommitteerd hebben. Ook hier blijkt dat de prakijken van de Europese lidstaten niet overeenkomen met de doelen van de MDG. De negatieve externaliteiten van belastingcompetitie hebben een grote weerslag op ontwikkelingslanden. De verschillende studies, naar de effecten van belastingcompetitie op ontwikkelingslanden, zouden voor de EU en haar lidstaten aanleiding moeten zijn, wanneer zij de MDG serieus nemen, om hun belastingpolitiek te evalueren.

72