• No results found

Vrijwilligers in de palliatieve en de langdurige zorg

3 Literatuuronderzoek: naar een theoretisch kader

3.4 Vrijwilligers in de palliatieve en de langdurige zorg

In een samenleving waarin de mensen ouder worden, eerder afgeschreven zijn door de arbeidsmarkt, zijn er veel ouderen die na hun pensioen als vrijwilliger van betekenis

willen zijn voor anderen. Zij willen vaak vrijwilliger zijn in de zorg op grond van eigen ervaring en ideële betrokkenheid. Het past bij de mensvisie van de moderniteit om zo lang mogelijk autonoom, zelfstandig, actief en van betekenis te zijn (Eisner, D. et al., 2009).

Vrijwilligers in de palliatieve zorg zijn vaak aangesloten bij Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ). Deze ruim 10.000 vrijwilligers ondersteunen stervenden in hun laatste levensfase én hun naasten. Zij bieden deze ondersteuning om er mede voor te zorgen dat deze laatste levensfase op een ‘zo goed mogelijke’ manier doorleefd kan worden. De vrijwilligers brengen rust en concrete hulp in de zorg die mantelzorgers zelf geven. Het is voor stervenden en hun naasten vaak een geruststellende gedachte dat de VPTZ-vrijwilligers op korte termijn kunnen inspelen op de hulpvraag en dat zij zowel thuis als in hospices hulp geven.

Alle vrijwilligers hebben de ‘Introductiecursus VPTZ16’ gevolgd en worden

voortdurend bijgeschoold. De meeste vrijwilligers zijn ervaringsdeskundigen of hebben een zorg-achtergrond. Ze hebben zelf een dierbare verloren en weten daardoor hoe dat voelt. Tevens hebben ze geleerd dat eigen verlies in een context te plaatsen. Vrijwilligers verrichten geen medische- of verpleegkundige handelingen en geen zware huishoudelijke taken. Ze vullen aan wat familieleden en vrienden zelf doen zoals hulp in de persoonlijke verzorging, voorlezen of waken. Zo krijgen de naasten de gelegenheid om even rust te nemen, een boodschap te doen of ’s nachts rustig te slapen (VPTZ Meerjarenbeleidsplan2011-201517).

Over ondersteuning en bijscholing die vrijwilligers in de palliatieve, laatste levensfase aan mensen met dementie en aan hun naasten geven, is nog weinig bekend. Van belang is dat de stervende en de vrijwilliger goed op elkaar afgestemd (zouden) zijn, matchen1819 (Reis & Nahmiash, 1995; Hiatt, & Jones 2000). Bij deze matching wordt gekeken naar de

beschikbaarheid van de vrijwilliger, de specifieke behoeften van de cliënt of patiënt en naar de voorkeuren van zowel de cliënt of patiënt als de vrijwilliger (Reis & Nahmiash, 1995).

Vrijwilligers in de langdurige zorg in verpleeghuizen worden vaak op grond van het beleidsplan en onderliggende visie en missie van het betreffende verpleeghuis ingezet, geïnstrueerd en bijgeschoold. Vrijwilligers verrichten vaak specifieke ‘taken’ zoals het 16 http://www.vptz.nl/ geraadpleegd op 25 november 2013

17 http://www.vptz.nl/dynamic/media/1/documents/Producten/MJBP_VPTZ.pdf via

http://www.vptz.nl/page/547/meerjarenbeleidsplan-vptz-2011-2015.html) geraadpleegd op 8 januari 2014 18 http://www.vca.nu/download/vrijwilligerswerk%20is%20matchmaking_2011.pdf geraadpleegd op 23 februari 2014

19 http://www.stavoor.nl/vrijwilligers/trainingen-voor-bestuurders-en-begeleiders/coachen-en-begeleiden-van- vrijwilligers/de-juiste-match-tussen-cli%C3%ABnt-en-vrijwilliger.aspx geraadpleegd op 25 februari 2014

vervoer van bewoners naar een kapel of zaal, helpen met thee en koffie, en helpen bij een spelmiddag (zo ook bij Antroz20). Ook leggen ze contacten met bewoners en gaan ze in op hun belangstelling, ondersteunen ze bij activiteiten, evenementen en uitstapjes, maken ze samen met de bewoner een levensboek verlenen ze hand- en spandiensten bij kleinschalig wonen zoals koffie schenken of wandelen21. Een groot deel van de vrijwilligers uit de focusgroep (empirisch onderzoek b) werkt binnen Antroz; een kleiner deel binnen ‘De Bilthuyzen’.

In het beleidsplan van stichting Antroz22 gebaseerd op het antroposofisch mens en wereldbeeld, wordt hun missie omschreven als ‘het bieden van aandachtsvolle zorg’ aan bewoners. Medewerkers ondersteunen bewoners door het geven van geïntegreerde- en multidisciplinaire zorg voor lichaam, ziel en geest. Hiermee zouden de kwaliteiten naar lichaam, ziel en geest -de praktische, psychosociale en spirituele kwaliteiten- van ieder individu in hun gemeenschap, tot hun recht kunnen komen. In hun visie op de

psychogeriatrische zorg (Antroz/Warande23) is er sprake van verschillende ‘groepssferen’: actief met eigen regie; participerend- sociaal; en omhullend- receptief. Er zou een evenwichtig aanbod van cultuur, welzijn en therapie op alle huiskamers zijn; een permanente bezetting door een verbindende en begeleidende medewerker.

Vrijwilligers worden geacht gastheer of gastvrouw te zijn (Antroz/Warande24) met als doel het welbevinden van bewoners. Zij geven hen aandacht en bieden een dagbesteding in een groepssituatie, waarbij de wens en behoefte van de bewoner centraal staat. Dit gastheer- schap wordt gezien als aanvulling op de professionele zorgverlening. De werkzaamheden bestaan uit het bieden van ondersteuning, begeleiding en gezelschap aan bewoners in een groep tijdens allerhande activiteiten (zoals de maaltijd, koffiedrinken: ‘koffie met aandacht’, samen de krant lezen, in gesprek raken en spelletjes doen).

De vrijwilliger zou in staat moeten zijn om de sfeer aan te voelen, het handelen daarop aan te passen en op creatieve wijze de sfeer in de groep positief te beïnvloeden. Tevens zou de vrijwilliger sociaalvaardig, communicatief, respectvol en empathisch moeten zijn en kunnen samenwerken met andere vrijwilligers en/of beroepskrachten. De vrijwilliger zou affiniteit

20 Antroz-Leendert Meeshuis: Vrijwilligerswerk? U bent nodig! (009-vrw-sept-2011) 21 http://www.debilthuysen.nl/werken-bij-ons/vrijwilligers-gezocht bezocht op 10/12/2016 22 Aandachtig aanwezig. Voor medewerkers en vrijwilligers bij Antroz (2014)

23 Informatiebijeenkomsten Toekomst Leendert Meeshuis (mei 2015)

24 Functieomschrijving gastheer-en gastvrouw-schap vrijwilligers Leendert Meeshuis Antroz//Warande (maart 2016)

met de doelgroep moeten hebben, zou, enthousiast en initiatiefrijk en praktisch ingesteld moeten zijn en adequaat kunnen handelen.

3.5 De barrières tot overgaan op palliatieve zorg voor stervende dementerenden