• No results found

5.1 E VALUATIE IN DRIE SCHOLEN

5.1.5 Voorlopige conclusies

Drie van de vijf gebruikers zijn erg te spreken over de bruikbaarheid van de webbased tool. Zij ervaren veel steun aan de omgeving. De twee andere gebruikers geven aan verschillende onderdelen binnen de omgeving bruikbaar te vinden, maar hebben ook zo hun bedenkingen. Voor één van hen is ICT een belemmerende factor. Ze geeft aan niet zo handig te zijn met computers. Dat is voor haar een drempel gebleken met de omgeving te werken. Daarnaast geeft ze aan de wijze waarop ze haar onderwijs voor de zml-leerling altijd heeft vormgegeven, prima te vinden. Ook de andere leraar geeft aan een sterke voorkeur te hebben voor de manier van werken die ze doorgaans gewend is, aansluitend bij een methode, meer gericht op het formeel leren rekenen. Daarin voorziet de omgeving niet.

Alle betrokkenen zijn zeer te spreken over het overzicht van de doelen en inhouden uitgewerkt in leerlijnen. Het biedt de mogelijkheid de ontwikkeling

van de leerling te duiden en van daaruit keuzes te maken in het onderwijsaanbod. Het helpt ze het aanbod te structureren.

Hetzelfde geldt voor de lesvoorbeelden. Deze vindt men praktisch bruikbaar. Ze helpen bij het zelf (her)ontwerpen en maken inzichtelijk hoe vernieuwend reken-wiskundeonderwijs er voor een zml-leerling uit kan zien.

De eerste stap binnen de omgeving, waarbij de leerling en de context waarbinnen het leren plaatsvindt in kaart worden gebracht, wordt op de drie scholen bruikbaar gevonden. Informatie staat overzichtelijk bij elkaar, is overdraagbaar en helpt een goed beeld te vormen van de leerling en de onderwijsomgeving. Op de school waar meerdere (gespecialiseerde) leraren betrokken zijn bij de vormgeving van het rekenonderwijs voor de zml-leerling, zijn de 'rugzakbegeleiders' niet betrokken bij het invullen van deze gegevens. Zij gebruiken de gegevens ook niet binnen hun eigen handelen.

Alle betrokkenen hebben lessen geëvalueerd. Men ziet de meerwaarde van het regelmatig evalueren van eigen lessen. Het helpt bewuster te kijken naar keuzes binnen het onderwijsaanbod. Ook ziet men het belang in van het gezamenlijk reflecteren. Geen van hen past dit echter toe. Gebrek aan tijd en betrokkenheid van collega's worden als redenen genoemd.

Ook de beschikbare achtergrondinformatie wordt bruikbaar gevonden. De betrokkenen verschillen in de wijze waarop ze er gebruik van maken, aansluitend op eigen behoeftes.

Leerervaringen

Alle betrokkenen geven aan een beter inzicht te hebben gekregen in de doelen en inhouden waaraan gewerkt kan worden. Daarnaast heeft men een beter inzicht gekregen in de opbouw van leerlijnen en de samenhang daartussen. Men geeft aan beter in staat te zijn de ontwikkeling van de zml-leerling in kaart te brengen en van daaruit bewuster en gerichter keuzes te maken in doelen en inhouden waaraan gewerkt wordt. Allen zijn zich meer bewust geworden van de kleine stappen die vaak nodig zijn om aan bepaalde doelen te werken. Alle gebruikers zijn in staat aan de hand van lesvoorbeelden zelf lessen te (her)ontwerpen, afgestemd op de eigen leerling en passend binnen de eigen context. Vier van de vijf gebruikers geven aan dat de webbased tool hen helpt meer lijn te krijgen in het onderwijsaanbod, veelal in de vorm van lessenseries. Wel vindt men het nog lastig te voorzien in een samenhangend onderwijsaanbod over een langere periode.

Daarnaast heeft men, geïnspireerd door de lesvoorbeelden, nu een ander zicht op de wijze waarop het reken-wiskundeonderwijs kan worden aangeboden. Drie gebruikers hebben een andere kijk op het reken-wiskundeonderwijs voor de zml-leerling gekregen. Het rekenaanbod is gevarieerder geworden en gericht op andere inhouden en werkvormen dan voorheen. Eén gebruiker geeft aan dat haar manier van werken niet zo ver afstaat van hetgeen binnen de webbased tool wordt beoogd. Een andere gebruiker geeft de voorkeur aan de haar vertrouwde manier van rekenen met de leerling, veel meer gericht op het aanbod binnen de reguliere groepen en gericht op het formeel leren rekenen. Alle gebruikers hebben op eigen wijze gebruikgemaakt van achtergrondinformatie die binnen de omgeving beschikbaar is gesteld, afgestemd op eigen interesses en behoeftes. De één benut zeer veel informatie, een ander beperkt zich tot achtergrondinformatie op het gebied van leerstijlen.

Toepassen van nieuwe kennis en vaardigheden

Alle gebruikers hebben gedurende de evaluatie gebruikgemaakt van doelen en inhouden zoals die in de omgeving worden aangeboden. Eén gebruiker geeft aan aan andere doelen en inhouden te willen werken, meer gericht op het formeel rekenen, zoals dat ook in de groep het geval is.

Op alle scholen is de poster met het overzicht van de leerlijnen gebruikt om een beeld te vormen van de beginsituatie van de zml-leerling. Van daaruit zijn keuzes gemaakt in het onderwijsaanbod.

In alle cases is de eerste stap binnen de webbased tool doorlopen, waarbij de leerling en de context waarbinnen het leren plaatsvindt in kaart worden gebracht. Hierbij heeft geen of amper afstemming plaatsgevonden met collega's. In één van de drie cases wordt deze informatie regelmatig gebruikt bij het vormgeven van het onderwijsaanbod voor rekenen/wiskunde voor de zml-leerling. Deze gebruiker hanteert ook bewust de tips en suggesties die zijn gegenereerd in relatie tot gedrag, werkhouding of leerstijlen. Op één school geeft de gebruiker aan de leerling zo goed te kennen, dat ze de informatie er niet steeds bij pakt. Alle gebruikers hebben voorbeeldlessen uit de omgeving gebruikt als houvast om zelf lessen te (her)ontwerpen. Men stemt de inhoud en de organisatie daarbij af op de eigen situatie. Tijdens de lessen maakt men vaak nog andere keuzes, afgestemd op de mogelijkheden van de leerling en reagerend op wat er in de lessituatie gebeurt. Tijdens deze lessen zijn karakteristieken uit de manier waarop binnen de tool rekenen/wiskunde wordt beoogd, duidelijk herkenbaar. Er wordt gerekend in reële en betekenisvolle situaties, vaak aan de hand van

concrete materialen, met een actieve inbreng van de leerling en gericht op het versterken van zelfredzaamheid.

Alle gebruikers hebben regelmatig lessen geëvalueerd, hetgeen leidt tot aanscherping van eigen gedachten, waarbij nieuwe inzichten worden meegenomen in een volgende les. In de drie cases wordt duidelijk dat de betrokkenen het rekenaanbod doelgerichter en doelbewuster vormgeven.

Leerervaringen en leerprestaties van leerlingen

Over de daadwerkelijke leerprestaties van de leerlingen kan op basis van de verkregen informatie weinig substantieels worden gezegd. Het is lastig leerprestaties van zml-leerlingen te toetsen. Ook is het moeilijk zml-leerlingen te vragen hun eigen leerervaringen en leerprestaties te verwoorden. Voor wat betreft veranderingen in leerervaringen en leerprestaties die zijn waargenomen, kan worden geconcludeerd dat de leerlingen tijdens de lessen uit de omgeving gemotiveerd en enthousiast zijn. Ze hebben vaker een actieve inbreng en werken met concrete materialen, veelal in reële en voor de leerling betekenisvolle situaties. Het rekenen is minder gericht op het formeel leren rekenen, meer gericht op het versterken van zelfredzaamheid. Op één school grijpt de leraar toch weer terug op het rekenen zoals ze dat met 'reguliere' leerlingen is gewend, met een sterker accent op formeel rekenen. De intern begeleider van de school heeft haar vraagtekens bij deze keuze. "En dan kan de

leerling deze sommen maken. Wat kan hij er vervolgens mee?"

Ontwikkelingen op schoolniveau

Een belangrijk aandachtspunt betreft de personele wisselingen. Op de drie scholen is draagvlak vanuit de directie. Op geen van de scholen zijn technische belemmeringen ervaren. De (speciale) leraren geven alle aan dat ze voldoende tijd en experimenteerruimte hebben om de webbased tool te gebruiken. Uit de evaluatie is wel duidelijk geworden dat de betrokkenheid van collega's een punt van aandacht is. Op geen van de scholen heeft een gemeenschappelijke reflectie plaatsgevonden. Daarnaast wordt de omgeving veelal individueel gebruikt. Eenieder onderkent het belang van samenwerking tussen de gespecialiseerde leraar en diegene die verder betrokken zijn op de groep, maar in de praktijk heeft men dat niet gerealiseerd. Als argumenten worden gebrek aan tijd genoemd, het eigenaarschap over het leren dat in handen is van de gespecialiseerde leraar, dan wel dat vanwege ziekte of werkdruk, ervoor is gekozen de groepsleraar buiten de evaluatie te laten. Daar waar meer

professionals zijn betrokken op het vormgeven van het curriculum op maat van de zml-leerling, is niet altijd duidelijk welke taken en verantwoordelijkheden eenieder heeft en hoe onderlinge activiteiten zich tot elkaar verhouden. Op één school hebben de collega's van de gespecialiseerde leraar zelf aangegeven meer inbreng te willen hebben. Er is nu te weinig overleg over de leerling. De leraren zien hier nog veel winst te behalen. Ze willen graag dat ervaringen worden gedeeld, zodat zij een transfer kunnen maken van datgene wat de gespecialiseerde leraar doet naar de klassensituatie.