• No results found

voorlichtingsgesprek verpleegkundige

In document VU Research Portal (pagina 192-195)

51h2 | digitale voorlichtingscontext

6.2 resumé methode

7.3.4 voorlichtingsgesprek verpleegkundige

Voorafgaand aan de eerste afspraak op de cervixpolikliniek hadden de respondenten een voorlichtingsgesprek met een verpleegkundige van de poli. Doorgaans spreken pa-tiënten de verpleegkundige alleen in de eerste fase van het traject; voorafgaand aan de eerste colposcopie. Het kan echter ook voorkomen dat een patiënt langere tijd geleden een afwijkende Pap-uitslag heeft gehad en daarvoor op een cervixpolikliniek is onder-zocht en/of behandeld, en nu opnieuw een afwijkende Pap-uitslag heeft. In zo’n geval krijgt de patiënt opnieuw een gesprek met de verpleegkundige. Niet alle respondenten kunnen zich de voorlichting van de verpleegkundige nog goed herinneren. Voor onge-veer de helft van de respondenten geldt namelijk dat dit gesprek al enige maanden of soms zelfs enkele jaren geleden heeft plaatsgevonden. Net als voor de polikliniekassis-tent (paragraaf 7.3.2), geldt ook voor de verpleegkundige dat zij geen informatiebron is die dagelijks beschikbaar is voor vragen omtrent gezondheid, ziekte en zorg. Doorgaans komen zorgconsumenten alleen met haar in aanraking als zij zijn doorverwezen naar het ziekenhuis, zoals in het geval van de respondenten in dit onderzoek.

In hoofdstuk 3, waarin de casus werd besproken, is verslag gedaan van de in-houd van het verpleegkundige voorlichtingsgesprek. Kort samengevat ontvangen pati-enten in dit gesprek hoofdzakelijk procedurele informatie omtrent het onderzoeks- en behandeltraject op de cervixpolikliniek. Tevens krijgen patiënten in dit gesprek de ge-legenheid om vragen te stellen aan de verpleegkundige. Een deel van de respondenten zei daar gebruik van hebben gemaakt. Vrijwel alle vragen die aan de verpleegkundige werden voorgelegd, betroffen het onderzoeks- en behandeltraject. Deze vragen gingen niet zozeer over de aard van de procedure, maar veelal over de gevolgen ervan. Ook wilden respondenten van de verpleegkundige weten welke (alternatieve)

behandelop-192

hoofdstuk 7

ties er zijn. De algemene vragen omtrent het traject werden, volgens de respondenten, doorgaans afdoende beantwoord. Twee respondenten stelden ook vragen over de aard en opsporing van het humaan papillomavirus. De antwoorden daarop kwamen niet (ge-heel) tegemoet aan de informatiebehoeften van de betreffende respondenten, net als de meer specifieke vragen. Op dergelijke vragen moest de verpleegkundige het antwoord soms schuldig blijven. Een specificatie van de passief en actief verworven informatie bij de polikliniekassistent staat vermeld in bijlage 7.4.

wat werd gewaardeerd

De respondenten lieten doorgaans weten dat zij zeer te spreken waren over de voor-lichting die zij ontvingen van de verpleegkundige tijdens het voorvoor-lichtingsgesprek. De motieven daarvoor kunnen als volgt samengevat worden, de verpleegkundige: 1) is een deskundige zorgverlener, 2) geeft uitgebreide voorlichting, 3) is empathisch, en 4) met de verpleegkundige is interactie mogelijk.

1. een verpleegkundige is deskundig

Respondenten zeiden dat zij een verpleegkundige als een medisch deskundig persoon zagen. Zij lieten bijvoorbeeld weten dat de voorlichting “professioneel” was [r11:28]. Respondenten vonden dan ook niet dat het voorlichting van patiënten en het beant-woorden van vragen iets was dat alleen is voorbehouden aan gespecialiseerde artsen. De volgende respondent beschreef dat zorgverleners haar meest belangrijke informa-tiebronnen zijn, maar dat die zorgverlener ook best een verpleegkundige kan zijn: “Dat hoeft dan niet per se een arts te zijn, want volgens mij eh werken ze hier ook wel met eh goed opgeleide verpleegkundigen. Die zouden dat net zo goed kunnen doen” [r35:787-791].

2. een verpleegkundige geeft uitgebreide voorlichting

De verpleegkundige werd eveneens gewaardeerd omdat zij de tijd heeft of kan nemen, om de respondent uitgebreid voor te lichten. Dat er een kwartier is ingepland voor deze voorlichting werd als zeer prettig ervaren, zo blijkt ook uit het volgende citaat: “Ik zei het net ook tegen [naam verpleegkundige]: ‘Ik vond het echt heel erg fijn dat ik zo’n goeie uitleg kreeg en zo uitgebreid en allemaal vragen beantwoord.’ Dus dat was heel erg prettig” [r39:932-938].

3. een verpleegkundige is toegankelijk

Uit het vorige citaat blijkt eveneens dat de verpleegkundige een toegankelijke bron is voor het stellen van vragen. Zij had volgens respondenten ruim de tijd om alle vragen van de respondent te beantwoorden. Dit in tegenstelling tot de gynaecoloog, die binnen een gelimiteerd tijdsbestek zowel het onderzoek of de behandeling moet uitvoeren als eventueel enkele vragen moet beantwoorden.

193

informatiebronnen

4. een verpleegkundige is empathisch

Enkele respondenten noemden als voordeel van de verpleegkundige zij de voorlichting empathisch brengen, zoals het volgende citaat illustreert: “Bijvoorbeeld die verpleeg-kundigen, die iedere keer die gesprekken – die zijn er iedere keer bij. Die kunnen dat heel goed, want die hebben juist dat empathische” [r24:1573-1577].

5. een verpleegkundige heeft een toegankelijke houding

Behalve dat een verpleegkundige affectieve behoeften goed kon aanvoelen, vonden respondenten ook dat de verpleegkundige een warme, toegankelijke houding had. Dit werd aangekaart in relatie tot de houding van de gynaecoloog: “Een heel fijn persoon om te spreken. Terwijl de arts zelf, die nou ja, hoe moet ik dat zeggen. (…) meer afstan-delijk” [r39:940-950].

6. met een verpleegkundige is interactie mogelijk

Net zoals bij de huisarts en de medisch specialist het geval was, zeiden respondenten ook over de verpleegkundige dat het prettig was om vragen ter verduidelijking te kun-nen stellen. Die directe interactie ervoeren zij als een groot pluspunt. Zo ook de volgen-de responvolgen-dent, die rapporteervolgen-de dat zij naar aanleiding van volgen-de folvolgen-der op nieuwe vragen kwam en die vragen aan de verpleegkundige wilde gaan stellen: “Want als je oog in oog met elkaar zit, krijg je toch een beter beeld” [r14:17-21].

wat werd minder gewaardeerd

Hoewel de meerderheid van de respondenten zeer tevreden was over de voorlichting die de verpleegkundige hen had verstrekt, bewaarde een aanmerkelijk deel van de res-pondenten hun specifieke vragen toch liever voor de gynaecoloog. Zij achtten de ver-pleegkundige minder medisch deskundig dan de specialist. Enkele respondenten zei-den dat ze vragen hadzei-den gesteld aan de verpleegkundige “waar ze geen antwoord [op] kon geven” [r24:971]. Deze respondenten hadden het idee dat deze vragen “kennelijk dan te specifiek voor eh haarzelf, voor de verpleegkundige” waren [r16/2:60-62]. Met specifieke vragen zouden zij graag een gynaecoloog willen raadplegen: “Maar je zit ook wel zo vol vragen. En eigenlijk zou ik wel graag een gynaecoloog willen spreken, zeg maar, op zo’n moment” [r24: 970-972]. Voor meer algemene informatie was de pleegkundige de aangewezen bron: “Het is ook een soort, zo st, zo een standaard ver-haal, dat ik ook vind dat de verpleegkundige dat goed kan” [r24:930-934].

conclusie: dimensies van waardering

De verpleegkundige werd langs een aantal dimensies gewaardeerd door de responden-ten. Ten eerste werd zij door de respondenten als een medisch deskundige bron gezien. Daarnaast werd ze beschouwd als toegankelijke bron voor het stellen van vragen we-gens de tijd die zij daarvoor heeft, echter is dat alleen tijdens het consult op de

polikli-194

hoofdstuk 7

niek. Door dit ruime tijdsbestek kan zij veel informatie geven – die hoeveelheid werd gewaardeerd. Dat er interactie met een verpleegkundige mogelijk is, werd eveneens als pluspunt ervaren. In vergelijking met een medisch specialist vonden de respondenten een verpleegkundige empathischer in de omgang met de respondent, maar wel minder medisch deskundig. Voor specifieke of specialistische informatie gaan zij liever bij een gynaecoloog te rade. Een schematische weergave van de waardering op de genoemde dimensies is te vinden in tabel 7.4: dimensies van waardering ten aanzien van de ver-pleegkundige.

tabel 7.4: dimensies van waardering t.a.v. verpleegkundige

dimensie literatuur emot rele desk desk rele toeg toeg/rel emo toeg

dimensie data nabij toes expe betr omva bere inte affe verw

waardering + + + - + + - + +

In document VU Research Portal (pagina 192-195)