• No results found

medisch specialist

In document VU Research Portal (pagina 195-199)

51h2 | digitale voorlichtingscontext

6.2 resumé methode

7.3.5 medisch specialist

Gedurende het onderzoeks- en behandeltraject komen de respondenten enkele keren in aanraking met een medisch specialist: de gynaecoloog. De gynaecoloog voert de colposcopie en een eventuele lisexcisie uit. Ook maakt de gynaecoloog de colposcopie-en tijdcolposcopie-ens het vervolgtraject. Hoewel de respondcolposcopie-entcolposcopie-en door de verpleegkundige wer-den voorgelicht, kregen responwer-denten ook de gelegenheid om de gynaecoloog vragen te stellen. Uit de vraaggesprekken met de respondenten bleek dat zij medisch speci-alisten doorgaans zeer waarderen als informatiebron. Sommige respondenten zagen de specialist als primaire informatiebron voor vragen omtrent medisch-specialistische onderwerpen; zij bewaarden hun vragen het liefst tot aan het consult met hun specia-list. Zij vonden dat het de taak van uitsluitend specialisten is om te oordelen over de ge-zondheid van de respondent en keuzes te maken ten aanzien van een te volgen medisch pad, en niet een taak voor henzelf. Andere respondenten raadpleegden de gynaecoloog, omdat zij nog geen antwoord hadden gekregen of gevonden op hun vragen.

In hoofdstuk 3, waarin de casus werd besproken, is beschreven welke infor-matie patiënten van de cervixpolikliniek doorgaans krijgen van de gynaecoloog. Kort samengevat geeft de gynaecoloog patiënten eerst de kans om vragen te stellen, indien zij deze na afloop van het verpleegkundige voorlichtingsgesprek nog hebben. Vervol-gens wordt de patiënt onderzocht of behandeld, en vertelt de gynaecoloog stapsgewijs wat hij/zij doet. De respondenten spraken de specialist 1) tijdens de colposcopie, 2) de uitslag – telefonisch als deze geen aanleiding gaf voor behandeling en vis-à-vis in het ziekenhuis wanneer de respondent wel behandeld moest worden – en eventuele behan-deling en 3) de controles – hetzij bij een afwachtend beleid, hetzij na een behanbehan-deling. In totaal veertien respondenten zeiden vragen te hebben voorgelegd aan hun specialist. Hun vragen betroffen doorgaans de specifieke, persoonlijke situatie van de respondent,

195

informatiebronnen

zoals onrustige baarmoederhalscellen in combinatie met een zwangerschap. De vragen gingen veelal over de ernst en de mogelijkheid van genezing van de aandoening. Andere vragen gingen over de procedure: hoofdzakelijk mogelijke, alternatieve behandelopties en vragen over hoe een behandeltraject er in hun specifieke situatie uit zou zien. Ook over de mogelijke of reeds ervaren gevolgen en complicaties van een behandeling werd een aantal vragen gesteld. De specifieke passief en actief verworven informatie wordt beschreven in bijlage 7.5.

wat werd gewaardeerd

De meeste respondenten zeiden veel waarde te hechten aan de medisch specialist als informatiebron. Er werden meer positieve dan negatieve punten genoemd. De positieve punten luidden: 1) een specialist geeft de meest deskundige informatie, 2) op een spe-cialist wordt vertrouwd, en 3) met een spespe-cialist is interactie mogelijk.

1. een medisch specialist is het meest deskundig

Voor informatie over een medisch specialistisch onderwerp werd de specialist door-gaans als meest belangrijke informatiebron gezien. De respondenten redeneerden dat de medisch specialist het meeste kennis over zo’n onderwerp heeft en dat het best kun-nen uitleggen. Immers, die heeft “ervoor gestudeerd” [r24:438], “die kan dat het beste” [r34:848] en “het zijn specialisme is” [r30:84-87]. Voor specifieke informatie gingen respondenten dan ook het liefst te rade bij een specialist. Dat gold temeer voor een aan-doening met potentieel ernstige gevolgen: “Dan wil ik ook wel echt weten hoe of wat. En dan haal ik het liever, of hoor ik het liever inderdaad van eh, van een arts zelf” [r29:448-456]. Er waren ook respondenten die weliswaar andere bronnen raadpleegden met hun vragen omtrent gezondheid, ziekte en zorg, maar nooit uitsluitend zouden afgaan op die informatie: “Bovendien, ik vind dat artsen dat soort beslissingen moeten maken. Ik zou mijn vraag dus altijd aan een arts voorleggen” [r13:8-15].

2. op een medisch specialist wordt vertrouwd

Enkele respondenten vertrouwden erop dat zij alle benodigde informatie van hun spe-cialist zouden krijgen: “Ik neem aan dat de dokter mij wel vertelt wat er loos is. En dan, ja, dan zie ik het wel. Dus eh, nee heb ik niet gedaan. Ik ben niet gaan zoeken” [r36:1040-1051]. Andere respondenten gingen weliswaar zelf zoeken, maar lieten de informatie van de specialist zwaarder wegen: “Vertrouw op de autoriteit van iemand die daarvoor gestudeerd heeft” [r24:430-431]. Dat bleken respondenten ook te doen, zelfs als de voorlichting van de arts niet aansloot bij hun verwachtingen: “Je je je ver-wacht, zeg maar, dat als je behandeld wordt, dat je kort daarna wel weer een controle krijgt of zo. Maar eh, dat dat was niet nodig. Dat hadden ze ook uitdrukkelijk erbij ge-zegd. Daar ga ik dan maar vanuit, dat dat dan eh dat dat oké is, dat het verder ook niet hoeft” [r21/3:194-208].

196

hoofdstuk 7

3. met de medisch-specialist is interactie mogelijk

Dat er de mogelijkheid is om ‘wedervragen te stellen’ [r23:284-285] en om verduidelij-king te vragen, werd ook als een belangrijk pluspunt gezien van voorlichting door een zorgverlener “Dat is ook interactief, dat is altijd prettig” [r34:851-852].

wat werd minder gewaardeerd

Hoewel de specialist als informatiebron doorgaans zeer gewaardeerd werd door de respondenten, werden er ook enkele minder positieve waarderingen aan de specialist toegekend, namelijk 1) een specialist heeft geen uitnodigende houding, 2) een specialist communiceert minder affectief, 3) een specialist neemt geen tijd voor voorlichting, en 4) een specialist is buiten het spreekuur minder toegankelijk.

1. een medisch specialist heeft geen uitnodigende houding

Enkele respondenten gaf te kennen dat zij de houding van sommige specialisten als niet prettig hadden ervaren, wat maakte dat de respondenten zich niet vrij voelden om hun vragen aan de specialist voor te leggen. Het volgende citaat illustreert dat: “Maar ik weet het niet hoor, die specialisten die hebben iets, deze ook, een beetje hooghartig. Ja, ik weet het niet. Ze zitten als een soort god. En als je vra- vragen stelt, dan dan eh, nou, dan wordt er zo’n beetje naar je gekeken van eh: ‘Nou’, weet je wel, ‘die mevrouw die eh, die wil ook wel veel weten’. Een beetje zo’n gevoel geeft ‘ie je” [r21:164-180]. Soms besloten respondenten zelfs helemaal geen vragen meer te stellen aan de specialist: “Soms zijn ze heel erg hoog-, ja weet je wel eh, hoe noem je dat, hooghartig. Dat je denkt dat ‘t ze totaal niet interesseert. Of dat je tegen de muur zit te praten, weet je. Dat ze je ook niet eens aankijken of zo of - Dan heb ik het ook wel heel gauw gehad hoor. Dan heb ik zoiets van: ‘Nou eh, weet je, dahaag’ ” [r36:1085-1104].

2. een medisch specialist communiceert minder affectief

Een aantal respondenten vond behalve de houding van een medisch specialist ook de manier van communiceren weinig empathisch. Sommigen hadden de indruk dat de spe-cialisten niet aanvoelden hoe heftig de situatie voor hen was: “Dus ik was erg geschokt. (…) Omdat ik een DES-dochter ben, is het allemaal wat eh, wat ingewikkelder bij mij. (…) Toen zeiden ze: ‘Ja jee, dat wordt moeilijk. (…) Nou, dan moeten we ‘em maar gaan schillen’. En eh eh, ja, ik vond het allemaal zo met de botte bijl” [r20:32-62].

3. een medisch specialist neemt geen tijd voor voorlichting

Een aantal respondenten liet weten dat zij minder prettige ervaringen hadden met het raadplegen van een specialist. Zij vonden dat de arts uit zichzelf weinig informatie gaf en dat zij echt hun best moeten doen om informatie te krijgen, zoals blijkt uit de volgen-de citaten: “Soms zijn dokters niet zo eh praterig, dus dan moet je ‘t er echt uittrekken” [r36:1057-1059]. “Hij vertelde zo weinig mogelijk. (...) Ik kreeg geen direct antwoord. Gee- geen enkel direct antwoord. (...) Ik had liever gehad dat ‘ie uit zichzelf meer

in-197

informatiebronnen

formatie gaf. Wij hebben alle informatie uit hem moeten trekken” [r20:208-329]. Ook voor het beantwoorden van vragen namen specialisten niet altijd de tijd: “Je moe, moest eigenlijk wel weer gewoon snel weer weg. En eh, ja, die hadden niet, die hadden wat minder zin in die vragen allemaal” [r24:1074-1079] en “Ik heb haast, snel. Weg d’r mee. Doe maar bij een verpleegkundige of zoek het zelf maar op” [r35:667-672]. Enkele res-pondenten nuanceerden deze uitspraken door aan te vullen dat zij ook goede ervarin-gen met andere specialisten hadden; zij kenden ook specialisten die wèl de tijd voor hen namen.

4. een medisch-specialist is buiten spreekuur niet bereikbaar

Hoewel de informatie van de specialist enorm gewaardeerd werd, was de specialist niet altijd de meest belangrijke bron voor de respondenten. Dit was te wijten aan de beperk-te bereikbaarheid van specialisbeperk-ten: “Dat ik niet het gevoel heb, dat je daarna nog even kan bellen of zo, met zo’n gynaecoloog van, later, van he, hoe dat gegaan is. En kan ik wat meer informatie krijgen of d’r op terug kan komen even als ik het gev- informatie gezonken is. Moet je gewoon anderhalve week wachten tot je dan de uitslag van zo’n colposcopie krijgt” [r24:1259-1270].

conclusie: dimensies van waardering

De gynaecoloog werd langs verschillende dimensies gewaardeerd. Er werd veel waar-de gehecht aan waar-de informatie die waar-de gynaecoloog verschaft. Zo werd gerewaar-deneerd dat de gynaecoloog specialist is op zijn of haar vakgebied en daarom betrouwbare en de

meest deskundige informatie kan verschaffen. Doorgaans werden de vragen van

respon-denten dan ook naar tevredenheid beantwoord. Dat er, net als met andere menselijke bronnen, interactie kan plaatsvinden met een gynaecoloog en er bijvoorbeeld direct om verduidelijking kan worden gevraagd, werd eveneens als pluspunt gezien. Een aantal respondenten zei daarentegen ervaring te hebben met een “arrogante” of “neerbuigen-de” houding van specialisten, waardoor zij een afstand voelden tot de specialist en zich niet vrij voelden om vragen te stellen. Dat deze artsen doorgaans weinig tijd hebben voor voorlichting en moeilijk of niet bereikbaar zijn buiten het spreekuur, waren andere punten die genoemd werden door respondenten. Als de verschafte informatie niet tege-moet kwam aan de informatiebehoeften van de respondenten, dan had dit vrijwel nooit te maken met de inhoud van de verschafte informatie maar juist met de manier waarop deze informatie was verschaft. Door een weinig empathische manier van communiceren konden respondenten zich onbegrepen of niet serieus genomen voelen. Deze waarde-ringen worden schematisch weergegeven in tabel 7.5: dimensies van waardering ten aanzien van de medisch specialist.

198

hoofdstuk 7

tabel 7.5: dimensies van waardering t.a.v. medisch specialist

dimensie literatuur emot rele desk desk rele toeg toeg/rel emo toeg

dimensie data nabij toes expe betr omva bere inte affe verw

waardering - + + + - - +

In document VU Research Portal (pagina 195-199)