• No results found

Vergelijking tussen de NOS en De Telegraaf

In document Kritisch journalist of sportambassadeur? (pagina 105-110)

6. Analyse en Resultaten

6.4 Vergelijking tussen de NOS en De Telegraaf

Met de resultaten uit de vorige twee paragrafen is het mogelijk om het framegebruik van de NOS en De Telegraaf naast elkaar te leggen en te vergelijken. Daarmee kan dan ook de laatste deelvraag beantwoord worden. Deze luidt als volgt: In hoeverre verschilt de verslaggeving van de twee dopingaffaires bij de NOS met die van De Telegraaf?

Een blik op Grafiek 7 en Grafiek 8 wijst uit dat de verdeling van de inzet van de frames bij de twee media niet heel veel verschilt. De verhoudingen in het gebruik van de frames is bij het probleemframe, oorzaakframe, gevolgframe en human interest-frame nagenoeg gelijk. Al zet de NOS zowel het oorzaakframe als het human interest-frame wat vaker in dan De Telegraaf.

Zoals in Grafiek 9 te zien is, zijn er wel verschillen in de andere drie frames. Bij het verantwoordelijkheidsframe valt het op dat de NOS dit een stuk meer gebruikt dan De Telegraaf in Operación Puerto. Waar het bij de omroep voorkomt in tachtig procent van de items, is dit bij de krant slechts 59 procent. Bij De Telegraaf neemt het gebruik juist toe in de tweede casus, namelijk 68 procent, terwijl het bij de NOS afneemt naar 59 procent.

Pagina | 106

Gr afiek 9- Verschillen in in zet per fra me tussen NOS en De Telegraaf

Noot: Een positieve score geeft aan dat de NOS meer gebruik maakte van het frame, bij een negatieve score maakte De Telegraaf meer gebruik In het oplossingsframe zit het verschil met name in de casus rond Lance Armstrong. Dit frame

komt bij De Telegraaf in een kwart van de artikelen voor, terwijl bij de NOS in meer dan de helft van de uitzendingen wordt gesproken over mogelijke oplossingen voor de dopingproblematiek. Kijkende naar de cijfers van het moraliteitsframe valt op dat de NOS dit veel vaker gebruikt in de eerste casus dan in de tweede (53 om 27 procent). Dit is bij De Telegraaf juist andersom (22 om 41 procent). Het is om twee redenen opvallend, allereerst omdat niet per se verwacht wordt dat de een omroep als de NOS, waar objectiviteit een groot goed is, veel gebruik maakt van het moraliteitsframe. Hierover meer, verderop in deze paragraaf en in het slothoofdstuk. Ten tweede valt het op omdat de verschillen tussen de beide casussen zo groot zijn wanneer de cijfers van de twee zaken en de twee media -organisaties naast elkaar worden gelegd.

Inhoudelijk gezien zijn er wat betreft het probleemframe vooral overeenkomsten tussen de verschillende media. Hoewel in De Telegraaf de algemene toon wat harder en negatiever is, staat bij zowel de krant als de NOS de algemene dopingproblematiek in het wielrennen centraal. Bij de NOS is er veel focus op de grootte van de affaires en wordt sterk benadrukt hoe doping al decennia lang het peloton beheerst. Het gaat er vooral over hoe diep geworteld doping is binnen de wielersport en de vraag of het ooit uit te bannen is. In vergelijking met De Telegraaf is de hang naar dopingzaken uit het verleden een stuk minder sterk, maar de krant gebruikt deze historie om uiteindelijk nagenoeg hetzelfde te vertellen als de NOS. Namelijk het grootschalige dopinggebruik binnen het wielrennen en

-20 -10 0 10 20 30 40 % v e rc h il tu ss e n N O S e n T e le gr aa f

Framegebruik NOS versus De Telegraaf

Pagina | 107 een negatieve kijk op de toekomst. Wel wordt er zoals gezegd harder geoordeeld door de krant en wordt dit met sterkere bewoordingen gebracht.

Ook in het oorzaakframe is weinig verschil te ontdekken. De NOS gebruikt dit frame wel een stuk vaker dan De Telegraaf, maar qua inhoud verschilt het weinig. Er wordt veelal, al dan niet in andere woorden, hetzelfde gezegd. Namelijk dat doping nodig was om competitief te kunnen zijn. Bij de NOS wordt nog een aantal maal benadrukt dat dopinggebruik een way of life was in het peloton, iets dat in de artikelen in de krant ontbreekt. Verder komt het allemaal op hetzelfde neer; zonder doping was er niet tegen de concurrentie op te boksen. Allebei de media gebruiken zelfs het karakter van Lance Armstrong, het ten koste van alles willen winnen, als verklaring voor zijn dopinggebruik.

In het gevolgframe zijn er meer verschillen te zien. Vooral als de framing van Operación Puerto vergeleken wordt. Waar de NOS zich in deze zaak vooral richt op de gevolgen voor de betrokken renners, ploegen en de Tour de France, legt De Telegraaf de focus op de impact op de wielersport. Iets dat bij de NOS wat meer op de achtergrond gebeurt. Als we de woorden van de krant mogen geloven, dan lijkt Operación Puerto nagenoeg de doodsteek voor het wielrennen, zo zwaar zouden de gevolgen voor de sport zijn. De NOS brengt het wel als een klap voor de sport, maar houdt het daar ook bij. Bij de affaire rond Lance Armstrong zijn de verschillen een stuk minder groot. Daar hebben beide media vooral de pijlen gericht op de schade voor de sport, al is er uiteraard ook veel aandacht voor de gevolgen voor Armstrong zelf, zowel sportief als financieel.

Die verschillen zijn niet terug te vinden in de vergelijking van het verantwoordelijkheids-frame, daar wordt juist voor dezelfde benadering gekozen. Hoewel die per casus wel sterk verschilt. Zowel bij de NOS als bij De Telegraaf wordt in de berichtgeving van de eerste casus eigenlijk alleen voor dokter Eufemiano Fuentes gekozen als verantwoordelijke. Hij is de grote zondebok in het schandaal. De Spaanse “dopingdokter” is de spil in het netwerk en slechts zijdelings wordt bijvoorbeeld ploegleider Manolo Saiz genoemd. Renners worden door beide media over het algemeen buiten schot gehouden. In de tweede casus is dit heel anders. Lance Armstrong wordt door de omroep en de krant gezien als belangrijkste verantwoordelijke. De NOS ziet hem als “spil in het grootste dopingbedrog ooit”. De Telegraaf noemt hem de “aanstichter van alle commotie”. Toch blijft het daar niet bij, de renners, de US Postal-ploeg, ploegleider Johan Bruyneel en dokter Michele Ferrari worden weliswaar gezien als hoofdverantwoordelijken, er worden veel meer beschuldigingen geuit in alle verslaglegging omtrent de zaak. Zowel de NOS als De Telegraaf noemen ook de UCI en de dopingautoriteiten als verantwoordelijken. Daarnaast worden ook sponsors (Nike en Rabobank) gezien als schuldigen, maar het wordt zelfs nog breder getrokken. Bij de NOS worden ook de journalisten bekritiseerd en deze steken ook deels de hand in eigen boezem. In De Telegraaf blijft die zelfreflectie grotendeels uit en is het alleen Gert-Jan Verbeek die in een column uithaalt naar de journalistiek. Wel

Pagina | 108 wordt in de krant aangegeven, dat er niet zomaar een schuldige aangewezen kan worden voor de grote dopingproblematiek, maar dat hele wielrennen verantwoordelijk is.

Ook in het oplossingsframe zijn er weinig verschillen tussen omroep en krant, dit terwijl de NOS het oplossingsframe in de zaak rond Lance Armstrong veel vaker gebruikt dan De Telegraaf. Toch komt het uiteindelijk in beide zaken en bij beide media op hetzelfde neer. Er wordt met name gesproken over het harder aanpakken van dopinggebruikers. Er moeten zwaardere straffen komen, meer openheid en een betere structuur van dopingbestrijding. Zowel bij de NOS als bij De Telegraaf wordt in een enkel geval gesproken over het vrijgeven van doping. Bij de NOS wordt verder het al geldende zero tolerance-beleid van de ploegen geprezen. Het is verder opmerkelijk dat De Telegraaf wel mogelijke oplossingen aandraagt, maar er zelf al van uit gaat dat er nooit een dopingvrije wielersport zal komen.

In het gebruik van het moraliteitsframe zijn wel flink wat verschillen te zien. Met name als het gaat om het gebruik van het frame in de verslaggeving over Operación Puerto. De NOS kiest in deze zaak de kant van de renners. Ze worden al veroordeeld en gestraft voordat er bewijs is. Het wielrennen wordt gezien als slachtoffer, omdat alle dopinggevallen altijd breed worden uitgemeten, terwijl dit in andere sporten niet gebeurt. Er mag volgens de NOS niet te vroeg geoordeeld worden en er is sympathie voor het zelfreinigende karakter van de sport. Dit terwijl De Telegraaf een aantal betrokkenen juist aan de schandpaal nagelt. Ivan Basso en Jan Ullrich krijgen er als “bedriegers” en “leugenaars” flink van langs. De “omerta” en de “leugens in het peloton” worden uitgebreid besproken en de compassie met de renners is zeer beperkt.

Wat betreft de zaak rond Lance Armstrong zitten omroep en krant een stuk meer op één lijn. Lance Armstrong wordt daar afgeschilderd als één van de grootste bedriegers uit de sportgeschiedenis en wordt in beide media op allerlei manieren negatief afgeschilderd. Ook al wordt het zowel bij de NOS als De Telegraaf genuanceerd door te stellen dat hij niets anders deed dan anderen. Dat de sport door en door verziekt is komt bij allebei naar voren. Het hele proces wordt gezien als een criminele organisatie. Het is ook daarom dat De Telegraaf stelt dat de heksenjacht tegen Armstrong wat oneerlijk is, omdat hij niet de enige schuldige is. De NOS drukt zich daar niet zo sterk in uit.

Ook in het gebruik van het human interest-frame komt een dergelijk verschil naar voren. Waar De Telegraaf in de zaak Operación Puerto vooral dit frame inzet om het wantrouwen in de renners duidelijk te maken en aangeeft dat de ontkenningen van de renners niet geloofd worden en hun prestaties in twijfel getrokken worden, gaat het bij de NOS vooral om het weergeven van sentimenten en het karakter van de renners. Weliswaar zijn andere betrokkenen in het wielrennen boos op de dopinggebruikers, maar anders dan De Telegraaf verbindt de omroep zelf geen conclusie aan de uitspraken van bijvoorbeeld Ullrich en Basso. Wel komt bij beide media de verbazing en woede over de uitspraak van de Spaanse rechter in deze zaak overeen.

Pagina | 109 De affaire rond Lance Armstrong wordt met behulp van het human interest-frame wel op dezelfde manier belicht. Zowel de NOS als De Telegraaf besteedt uitgebreid aandacht aan het karakter van Armstrong. Verder wordt hij omschreven als held, maar ook als gevallen held. Het wordt duidelijk dat Armstrong veel goede dingen heeft gedaan, maar dat zijn dopinggebruik een grote deceptie is en bij veel mensen kwaad bloed zet. Die woede komt dan ook naar voren. Verder wordt de vendetta tegen Armstrong als unfair bestempeld. Bij de NOS is er dan verder nog kritiek op de wielerjournalistiek, de journalisten zouden te veel fan zijn en te weinig kritisch zijn geweest, hoewel dit door de betrokkenen ontkend wordt. De Telegraaf schenkt hier geen aandacht aan.

Nu alle frames zijn doorlopen blijkt dat de overeenkomsten een stuk groter zijn dan de verschillen. Het grote verschil tussen beide media zit met name in het moraliteitsframe, maar ook deels in het gevolgframe en human interest-frame. Waar de NOS af en toe kiest voor compassie en bescherming van de renners en de sport, is er bij De Telegraaf vooral sprake van wantrouwen in de renners. Echter, beiden hebben een duidelijk kritische houding ten aanzien van de dopingproblematiek in het wielrennen.

In dit hoofdstuk zijn alle resultaten van de analyse van dit onderzoek op een rij gezet en besproken. Aan de hand hiervan zal in het volgende , en laatste, hoofdstuk de hoofdvraag van deze thesis worden beantwoord, waaruit vervolgens een conclusie kan worden getrokken.

Pagina | 110

In document Kritisch journalist of sportambassadeur? (pagina 105-110)