• No results found

(3) De uitoefening van het in alinea 1 omschreven recht van het Gouvernement wordt opgedragen aan de Hoofden van

gewestelijk bestuur.

(4) Tot die uitoefening willende overgaan, geeft het betrok-ken Hoofd van gewestelijk bestuur hiervan bij een aan het etablissement te beteekenen deurwaardersexploit aan den onder-nemer kennis.

(5) De ondernemer is verplicht binnen 24 uur na de

betee-kening van het deurwaardersexploit, het Hoofd van gewestelijk

bestuur, dan wel een door dezen bij die akte aangewezen

ambtenaar, voor het Gouvernement in het bezit te stellen van

het etablissement met alle daartoe behoorende, zoo onroerende

97

ais roerende goederen, daaronder begrepen de boeken en andere tot het beheer betrekkelijke bescheiden en voorwerpen.

(6) Bij gebreke hiervan is het Hoofd van gewestelijk bestuur dan wel de door dezen bij het deurwaardersexploit aangewezen ambtenaar bevoegd zich daarvan, desnoods met behulp van den sterken arm, voor het Gouvernement in het bezit te stellen.

ART. 9. Het Gouvernement behoudt zich voor om, zulks wenschelijk achtende, andere overeenkomsten te • sluiten tot bereiding van aan den Lande te leveren koffie met afwijking van de hierboven gestelde bepalingen en voorwaarden.

No. 24. BEPALINGEN tot tegengang van het berooven der koffieheesters van hunne bladeren.

Staatsblad 1899 No. 115.

1. Voor zooveel het door de Hoofden van gewestelijk bestuur noodig geoordeeld en bepaald wordt in de door hen aan te wijzen streken, is op Java en Madoera verboden het zonder vergunning vervoeren, doen vervoeren, of in ontvangst of bewaring nemen van koffiebladeren, in elke of boven eene door het Hoofd van gewestelijk bestuur te bepalen hoe-veelheid.

Het Hoofd van gewestelijk bestuur bepaalt de voorwaarden, waaronder de vergunningen worden verleend, wijst de ambtenaren aan, die tot het verleenen der vergunning bevoegd zijn en regelt de wijze, waarop aan zijne besluiten, in deze ordonnantie bedoeld, de noodige openbaarheid wordt gegeven.

Overtreding van dit verbod wordt gestraft met eene geldboete van zes tot vijfentwintig gulden of voor europeanen en met hen gelijkgestelden, met gevangenisstraf van één tot zes dagen en voor inlanders en met hen gelijkgestelden, met tenarbeid-stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van drie tot vijftien dagen.

De bij het ontdekken der overtreding aangetroffen koffie-bladeren worden in beslag genomen en vernietigd.

No. 2 5 . BEPALINGEN nopens den invoer van planten en zaden van koffiesoorten en variëteiten, afkomstiq uit Amerika.

Staatsblad 1901 No. 363.

DE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLANDSCH-INDIË doet te weten :

Dat Hij, het noodzakelijk achtende, de verbodsbepalingen, vastgesteld bij de ordonnantie van 1 September 1888

(Staats-7*

blad No. 148) en gewijzigd bij de ordonnantie van 10 Sep-tember 1894 (Staatsblad No. 196) in te trekken en te vervangen door bijzondere bepalingen nopens den invoer van planten en zaden van koffiesocrten en variëteiten, afkomstig uit Amerika;

Heeft goedgevonden en verstaan:

Met intrekking van de ordonnantie van 1 September 1888 (Staatsblad No. 148), zooals zij is gewijzigd bij de ordonnantie van 10 September 1E93 (Staatsblad No. 196) en met afwijking in zoover van artikel 1 der ordonnantie van 21 Mei 1899 (Staatsblad No. 165) 1) te bepalen als volgt:

ART. 1. De invoer van planten en zaden van koffiesoor-ten en variëteikoffiesoor-ten, afkomstig uit Amerika, is beperkt tot de ha- en van Tandjong-Priok en mag niet geschieden dan na schriftelijke toestemming van den Directeur van 's Lands Plan-tentuin te Buitenzorg of van een daartoe door hem aangewezen deskundige.

Deze beperking geldt eveneens de kisten, tonnen, manden, zakken, vaten en andere voorwerpen, dienende of gediend hebbende tot verpakking van de bij het vorig lid bedoelde planten en zaden.

ART. 2. Alvorens de in artikel 1 bedoelde vergunning te verleenen, kan de Directeur van 's Lands Plantentuin te Buitenzorg of de o.oor hem aangewezen deskundige de noodig geachte desinfectie van het ingevoerde plantmateriaal voorschrijven, dan wel op kosten van den importeur doen geschieden.

Ook kunnen zij, r.oo noodig, gelasten, dat bedoeld materiaal op kosten van den importeur vernietigd wordt, zonder dat deze ter zake aanspraak zal kunnen doen gelden op eenige vergoeding.

c r. 3. Overtreding van de verbodsbepalingen, bedoeld in artikel 1, wordt gestraft met eene geldboete van f 10Ü0 (één duizend gulden) tot f 10,000 (tien duizend gulden).

De vernietiging der in strijd met die verbodsbepalingen ingevoerde planten, zaden en verpakkingsvoorwerpen kan in het vonnis, zelfs bij vrijspraak, gelast worden.

No. 26. MAATREGELEN tot wering van de San José schild-luis (Aspidiotus perniciosus).

Deze maatregelen, opgenomen in Staatsblad 1899 No. 165, zooals het is gewijzigd bij SM. 1906 No. 49, zijn ingetrokken bij Stol. 1909 No. 78.

1) Zie No. 26 hierachter.

99 —

No, 27. • BEPALINGEN tot tegengang der serehziekte in Ned.-Indië.

A. Op Java. Staatsblad 1902 No. 103, zooals het is gewijzigd bij Stbl. 1906 No. 72 1.)

ART. 1. (1) In het gebied, omvattende de residentie Preanger Regentschappen, de afdeeling Buitenzorg van de residentie Batavia en de afdeelingen Koeningan enGaloeh van de residentie Cheribon, is aile invoer van suikerriet en suikerrietstekken, van waar ook afkomstig, verboden.

(2) Van dat verbod kan door den Directeur van Landbouw vrijstelling worden verleend, onder zoodanige voorwaarden, als hem voor elk geval geraden zullen voorkomen. 2)

ART. 2. (1) De Hoofden van gewestelijk bestuur op Java en Madoera, met uitzondering van die der Vorstenlanden, zijn bevoegd voor die streken in hun gewest, waar dit, te hunner beoordeeling, ter bescherming der teelt van plantmateriaal ten behoeve der suikerindustrie wordt vereischt, te verbieden het kweeken van suikerriet, zonder, op den voet der beide volgende alinea's, van het betrokken Districtshoofd daartoe eene licentie te hebben bekomen, en anders dan uit stekken, gesneden van

primaire rietstengels of uit zaad.

(2) Deze licenties, geldig voor eene bepaalde plantperiode-—

den duur van tien maanden niet te boven gaande, behoudens verlenging, zoo noodig, door het Hoofd van plaatselijk bestuur

worden op aanvraag kosteloos uitgereikt, doch alleen voor de beplanting van gronden, welke laatstelijk gedurende minstens een jaar niet met suikerriet beplant zijn geweest.

Behalve den begin- en einddatum van die periode, vermelden zij het volgnummer der licentie, den naam des houders, de ligging en uitgestrektheid van het veld, de variëteit en herkomst van het te bezigen plantmateriaal; op die stukken wordt mede melding gemaakt van eventueele verlengingen der plantperiode.

Van de uitreiking wordt in een register aanteekening gehouden.

Het Hoofd van gewestelijk bestuur bepaalt den vorm dier licenties en van de ter in; .hrijving daarvan bestemde registers.

(3) Binnen dertig dagen na den einddatum van de in alinea 2 bedoelde al dan niet verlengde plantperiode, moet de

aanplant door den houder der licentie gesneden en, met

1) Zie over de toepassing BB. No. 6867.

2) Zooals dit art. 1 luidt cfm, Stbl. 1906 no. 72.

vernietiging van alle overblijfselen daarvan, waaronder ook de