• No results found

krachtens overeenkomst met eenigen ondernemer, geteelde tabaksplanten of daarvan afkomstige bladeren ;

b. voor het tijdelijk in bewaring nemen van door hem zelf,

krachtens overeenkomst met eenigen tabaksondernemer, geteelde tabaksplanten of daarvan afkomstige bladeren, hetzij ter gereedmaking van het product voor de inlevering, hetzij ter voorloopige bereiding daarvan, ingevolge aanwij-zing van dien ondernemer.

ART. 3. In geval van weigering of intrekking der vergunning, bedoeld sub. a van artikel 1, kan de aanvrager, mits binnen 14 dagen, door tusschenkomst van het Hoofd van plaatselijk bestuur, van die beschikkingen in hooger beroep komen bij het Hoofd van gewestelijk bestuur.

ART. 4. Het Hoofd van gewestelijk bestuur regelt de wijze, waarop aan zijne krachtens artikel 1 te nemen besluiten de noodige openbaarheid wordt gegeven.

ART. 5. (1) Hij, die met het. bepaalde bij of krachtens deze ordonnantie in strijd handelt of doet handelen, wordt gestraft met eene geldboete van f 6 (zes gulden) tot f 25 (vijfentwintig gulden) of, indien hij europeaan of met dezen gelijkgestelde is, met gevangenisstraf van één tot zes dagen en, indien hij inlander of met dezen gelijkgestelde is, met tenarbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van drie tot vijftien dagen.

(2) De bij het ontdekken der overtreding aangetroffen werk-tuigen of gereedschappen en tabaksplanten of bladeren zoomede, in gevallen als bedoeld sub. a van artikel 1, de opstallen met hetgeen zich daarin bevindt, worden in beslag genomen en kun-nen bij het veroordeelend vonnis worden verbeurd verklaard.

ART. 6. Deze ordonnantie is alleen van toepassing op Java

en Madoera, met uitzondering van de Vorstenlanden en van de

particuliere landerijen beoosten en bewesten de Tjimanoek

Overgangsbepaling.

Binnen één maand na het tijdstip der uitvaardiging van het s u b . a van artikel 1 bedoeld verbod, wordt door het Hoofd van plaatselijk bestuur, op den voet dier bepaling, aan elke onder-neming eene schriftelijke vergunning verleend, om hare op dat tijdstip aanwezige, in die beschikking nauwkeurig aan te duiden, opstallen voor het opbergen, wegbergen of bereiden van tabaksplanten of bladeren, bestemd voor de europeesche markt, tot die doeleinden te bezigen.

No. 2 1 . NADERE wijziging .en aanvulling der bepalingen tot tegengang op Java van de onttrekking van koffie aan de verplichte levering.

Staatsblad 1901 No. 210, zooals het is gewijzigd bij Stb/. 1902 No. 155 en 1903 No. 144 1).

DE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLANDSCH-INDIË doet te weten:

Dat Hij, het wenschelijk achtende om de bij het 2e. lid van de ordonnantie van 24 Augustus 1872 (Staatsblad No. 146) gemaakte uitzondering op verplichte levering van koffie aan den L a n d e , zooals dat lid luidt ingevolge § I der ordonnantie van 2 Juni 1890 (Staatsblad No. 116), af te kondigen als eene aanvulling

van de Resolutie van den Gouverneur-Generaal in Rade van 3 Februari 1833 No. 1 (Staatsblad No. 7). zoomede om de voor Java en Madoera geldende bepalingen tot tegengang van de ont-trekking van koffie aan de verplichte levering aan den Lande, zooals die reeds zijn gewijzigd en aangevuld, nader te wijzi-gen en, aan te vullen, en die bepalinwijzi-gen, zooals zij daarna luiden, in één ordonnantie samengevat, af te kondigen;

Lettende op de artikelen 20, 29, 31 e,a 3,3 van het Reglement op het beleid der Regeering van Ned^rlandsch-Indië ;

Heeft goedgevonden en verstaan:

Met intrekking van de ordonnantiën van 24 Augustus 1872 (Staatsblad No. 146), 28 September 1879 (Staatsblad No. 286), 2 Juni 1890(StaatsbladNo. 116,) 10 Februari 1891 (Staatsblad No. 41),

0 9 October 1892 (Staatsblad No. 223) en 11 Januari 1895 (Staatsblad No. 10), zoomede met wijziging in zoover van de ordonnantiën van 12 Juli 1893 (Staatsblad No. 146) en Mei 1894 (Staatsblad No. 102), doch met handhaving van de, bij de reeds genoemde ordonnantie van 28 September 1879 (Staatsblad No. 286), veror-dende intrekking van de artikelen 13 tot en met 16 van het Reglement, vastgesteld bij de Resolutie van den Gouverneur-Generaal i n l 8 3 3 (Staatsblad No. 7), te bepalen:

1) Zie de voorschriften ter uitvoering van Stbl. 1901 No. 210 hierachter onder No. 22.

•- 73 —

Ten e e r s t e : Aan artikel 2 van het „Reglement, bevattende algemeene bepalingen, volgens welke de belastingschuldige koffie, op Java geteeld wordende, aan het Gouvernement moet worden geleverd", vastgesteld bij Eerstelijk van de Resolutie van den Gouverneur-Generaal in Rade van 3 Februari 1833 No. 1 (Staatsblad No. 1), wordt eene nieuwe zinsnede toege-voegd, luidende: 1)

d. de koffie, benoodigd voor persoonlijk gebruik van den planter en diens huisgezin.

Ten tweede: Zij, die in strijd met de bij de Resolutie van den Gouverneur-Generaal in Rade van 3 Februari 1833 No. 1 (Staatsblad No. 7) vastgestelde verplichting, de aan het Gou-vernement te leveren koffie, in weiken toestand ook, aan de levering onttrekken, verkoopen of aan anderen afstaan met het doel haar aan die levering te onttrekken, alsmede zij, die de voornoemde koffie koopen of verkrijgen en aan de levering aan den Lande onttrekken, worden gestraft:

a. bijaldien de hoeveelheid koffie, waarmede de overtreding wordt gepleegd, minder bedraagt dan een halven pikol bereid of drie pikol onbereid, zoo het europeanen of met dezen gelijkgestelden zijn, met gevangenisstraf van één dag tot acht dagen of eene geldboete van ƒ 25 tot ƒ 100 en, zoo het inlanders of met dezen gelijkgestelden zijn, met tenarbeidstel-ling aan de publieke v/erken voor den kost zonder loon van één dag tot dertig dagen of eene geldboete van ƒ 10 tot ƒ 100 : b. bijaldien die hoeveelheid koffie een halven pikol bereid of

drie pikol onbereid of meer bedraagt, zoo het europeanen of met dezen gelijkgestelden zijn, met gevangenisstraf van acht tot negentig dagen en eene . geldboete van ƒ 100 tot ƒ 5 0 0 , en zoo het inlanders of met dezen gelijkgestelden zijn, met tenarbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van dertig tot negentig dagen ;

in beide gevallen tevens met verbeurdverklaring van de koffie, waarmede de overtreding is gepleegd.

Voer- of vaartuigen, gespannen en lastdieren, door middel waarvan de overtreding is gepleegd, zullen verbonden en execu-tabel kunnen worden verklaard voor de betaling der opgelegde boeten en de gerechtskosten.

Poging tot het plegen van vorengenoemde overtredingen is strafbaar.

1) Stbl. 1833 No. 7 regelt de verplichte leveling van koffie aan het Gouvernement (art. 1).

terwijl art. 2 aangeeft welke koffie niet in die verplichte levering is begrepen. Bij Stb! 1872 No. 146, gewijzigd bij Stbl. 1850 No. 116 is de overtreding var, Stbl. 1833 No. 7 strafbaar ge-steld met f 1000 boete als maximum en 8 dagen tot 3 maanden straf, voor europeanen gevan-genisstraf, voor inlanders dwangarbeid buiten den ketting.

Het Hoofd van gewestelijk bestuur wijst de ambtenaren aan,