• No results found

Te nemen besluiten

In document MER Perkpolder (pagina 35-39)

De voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plangebied Gebiedsontwikkeling Perkpolder maken het opstellen van een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk. Het in juli 2004 door de Gemeente Hulst vastgestelde Bestemmingsplan Buitengebied Hulst Noord [9]

maakt een deel van deze ontwikkelingen mogelijk, maar is vooral gericht op voortzetting van het huidige agrarische grondgebruik. Voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan moet de procedure conform de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden gevolgd. De be-stemmingsplanprocedure wordt in nauwe samenhang met de m.e.r.-procedure (Plan-m.e.r.) doorlopen. De samenhang tussen beide procedures is weergegeven in figuur 3.1.

Daarnaast is voor de aanpassingen aan de huidige primaire waterkering langs de Wester-schelde, bij het voormalige veerplein en de veerhaven, een dijkverleggingsplan conform arti-kel 7 van de Wet op de waterkering (Wow) nodig [53]. Ook voor de besluitvorming over dit plan moet een m.e.r. worden uitgevoerd. Door de gekozen wijze van aanbesteding (Design &

Construct) wordt deze Besluit-m.e.r. echter pas in een later stadium doorlopen. Het onderha-vige MER wordt wel benut voor de besluitvorming in het bestemmingsplan over het toekom-stig tracé van de primaire waterkering.

Naast de besluitvorming over het bestemmingsplan zal het nodig zijn om een aantal andere procedures te doorlopen. De diverse overheden hebben onderling afgesproken om deze pro-cedures zoveel mogelijk parallel te laten lopen. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan vergunningen en/of toestemmingen in het kader van:

Genomen en te nemen besluiten

• Wet op de ruimtelijke ordening: deze wet omvat de bevoegdheden, instrumenten en ver-plichtingen in het kader van de Ruimtelijke Ordening. Onder andere is de verplichting naar de provincies opgenomen het provinciale ruimtelijk beleid vast te leggen in een streek-/ omgevingsplan. Op 1 oktober 2006 is het nieuwe streekplan van de Provincie Zeeland, het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 in werking getreden. Met betrekking tot de gebiedsontwikkeling Perkpolder zal de provincie deze gebiedsontwikkeling onder-steunen en waar mogelijk faciliteren. Het bestemmingsplan zal hieraan worden getoetst.

• Wet op de Waterkering: in deze wet is opgenomen dat pas een besluit over een dijkver-leggingsplan kan worden genomen als de ruimtelijke procedures eveneens zijn geregeld.

De stukken voor het doorlopen van de procedure in het kader van deze wet worden te zij-ner tijd opgesteld door de aannemer.

• Wet milieubeheer: deze wet gaat uit van een integrale benadering van de milieuproblema-tiek, met als uitgangpunt dat eenieder voldoende zorg voor het milieu in acht moet ne-men. Deze wet stelt een vergunning verplicht voor het oprichten of veranderen van be-paalde inrichtingen.

• Wet bodembescherming: uitgangspunt in deze wet is dat niet op vervuilde grond wordt gebouwd.

• Wet verontreiniging oppervlaktewater: indien als gevolg van het uitvoeren van werk-zaamheden mogelijke verontreiniging van oppervlaktewater optreedt is een vergunning op grond van deze wet nodig.

• Ontgrondingwet: voor het uitvoeren van ontgrondingen van enige omvang is een vergun-ning nodig op grond van de provinciale verordevergun-ning.

• Wet geluidhinder: deze wet richt zich op de bestrijding van geluidhinder door infrastruc-tuur en bedrijvigheid en is met ingang van 1 januari 2007 gewijzigd.

• Bouwbesluit/ Woningwet/Bouwverordening/Sloopverordening: 1 januari 2003 is het nieuwe Bouwbesluit in werking getreden. Gelijktijdig daarmee is tevens een herziening van de Woningwet in werking getreden. Hieraan gekoppeld moet eveneens rekening worden gehouden met een eventueel benodigde sloopvergunning en/of bouwvergunning.

• Watertoets: sinds februari 2001 is het verplicht om bij ruimtelijke ordeningsplannen een Watertoets uit te voeren. Onderdelen hiervan zijn vroegtijdig overleg met en beoordeling van het plan door de waterbeheerder en het opnemen van een waterparagraaf in het (ont-werp)besluit.

• Natuurbeschermingswet 1998: deze wet regelt de implementatie van de Natura 2000 ge-bieden (VHR-gege-bieden) in de natuurbeschermingswet. Voor activiteiten in deze gege-bieden is een vergunning met toetsing vereist.

• Flora- en faunawet: indien als gevolg van de voorgenomen activiteit beschermde planten- of diersoorten worden beïnvloed, moet hiervoor een ontheffing op grond van artikel 75 van de Flora- en Faunawet worden aangevraagd.

• Besluit luchtkwaliteit 2005: in dit besluit zijn normen voor de luchtkwaliteit opgenomen die als gevolg van de realisering van de voorgenomen activiteit niet mogen worden over-schreden.

• Keur waterkeringen: conform de Keur van het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen is voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de waterkering, die invloed kunnen hebben op het waterkerend vermogen, een ontheffing nodig.

• Keur waterbeheer: conform de Keur van het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen is voor het uitvoeren van werkzaamheden aan waterlopen en in de directe omgeving daarvan een ontheffing van het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen nodig.

• Wet beheer Rijkswaterstaat Werken: voor ingrepen in het winterbed van de rivier is een vergunning in het kader van de Wet beheer Rijkswaterstaatwerken nodig.

• Provinciale milieuverordening: in deze verordening zijn, als aanvulling op en uitwerking van de Wet milieubeheer, aanvullende milieuregels opgenomen. Dat geldt onder meer voor een aantal extra m.e.r.-plichtige activiteiten.

• Bij de uitvoering kunnen vergunningen/meldingen nodig zijn in het kader van de Wegen-wet, WegenverkeersWegen-wet, Wegenverordening, BosWegen-wet, APV etc.

Genomen en te nemen besluiten

Figuur 3.1 Samenhang m.e.r. en bestemmingsplan (start 2005)

M.e.r.-procedure Bestemmingsplan

* = periode is indicatief Opstellen

4 Huidige situatie en autonome ontwikke-ling

4.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van alle relevante gebiedskenmerken van het gebied Perkpolder. Hierbij wordt, voor zover aan de orde, onderscheid gemaakt in plan-gebied en studieplan-gebied (zie ook 1.2). Het planplan-gebied is het plan-gebied waarbinnen de planonder-delen van de Gebiedsontwikkeling Perkpolder gesitueerd zijn (zie figuur 4.1).

Figuur 4.1 Begrenzing plangebied Gebiedsontwikkeling Perkpolder

Huidige situatie en autonome ontwikkeling

Aan de noord- en oostkant wordt het plangebied begrensd door de bestaande dijk langs de Westerschelde. In het zuiden vormt de noordrand van Kloosterzande de grens. In het westen wordt het plangebied deels begrensd door bestaande wegen en de westelijke begrenzing van de Westelijke Perkpolder. Daarnaast maakt het gedeelte van de N60 tussen de veerhaven in Perkpolder en Kuitaart deel uit van het plangebied.

Het studiegebied is het gebied waar mogelijke effecten als gevolg van de aanleg en het ge-bruik van de diverse planonderdelen kunnen optreden. Het studiegebied is dus ruimer dan het plangebied. De omvang kan bovendien per milieuaspect verschillen. Daar waar dit rele-vant is, wordt dat aangegeven. De milieuaspecten worden niet alleen afzonderlijk, maar ook in onderlinge samenhang, bezien, Dit leidt tot een samenhangende gebiedsanalyse (abiotisch, biotisch, ruimtelijk en functioneel) voor het hele gebied.

4.2 Geologie en geomorfologie

In document MER Perkpolder (pagina 35-39)