• No results found

Infrastructuur

In document MER Perkpolder (pagina 62-66)

Wegenstructuur

De belangrijkste weg in het plangebied Gebiedsontwikkeling Perkpolder is de N60 die van noord naar zuid door de polders loopt. De weg voert vanaf de veerhaven in Perkpolder ooste-lijk langs Kloosterzande richting de kernen Kuitaart en Terhole in het zuiden. De N60 heeft op het weggedeelte tussen de voormalige veerhaven van Perkpolder en de afslag ten noorden van Kuitaart gescheiden rijbanen met 2x2 rijstroken.

De functie van de weg, als doorgaande noord-zuidverbinding in oost Zeeuws-Vlaanderen, is de afgelopen tijd ingrijpend gewijzigd door beëindiging van de veerdienst Kruiningen-Perkpolder als gevolg van de ingebruikname van de Westerscheldetunnel. Met name op het noordelijk deel van de N60, tot aan de aansluiting met de N61 bij Terhole, zijn de verkeers-intensiteiten aanzienlijk afgenomen (zie hieronder).

Huidige situatie en autonome ontwikkeling

Momenteel wordt dit gedeelte van de N60 nagenoeg alleen gebruikt ten behoeve van het be-stemmingsverkeer voor de kern Kloosterzande en de omliggende dorpen. Naast de N60 zijn de volgende provinciale wegen in de Kop van Hulst bepalend voor de verkeersstructuur in en rondom het plangebied:

• N688: N61 - Vogelwaarde - Hengstdijk - Kloosterzande

• N689: Kloosterzande - N60

Deze provinciale wegen zijn gedimensioneerd als enkelbaanswegen met één keer twee rij-stroken. Voor de N688 geldt een maximaal toegestane snelheid van 80 km / uur, voor de N689 een maximale snelheid van 60 km/uur. De N688 fungeert met name als ontsluitings-weg voor de grootste kernen in het buitengebied van de Gemeente Hulst (Kloosterzande, Hengstdijk en Vogelwaarde). De N689 vormt een belangrijke verbinding tussen de kern Kloosterzande en de afslag van de N60 ten noorden van Kuitaart.

De overige wegen binnen het studiegebied behoren vrijwel allemaal tot het plattelandswe-gennet en staan hoofdzakelijk ten dienste van het landbouw- en bestemmingsverkeer. Deze wegen zijn smal gedimensioneerd en hebben een maximaal toegestane snelheid van 80 km/

uur of minder. Veel toeristen gebruiken deze wegen om fietstochten te maken. De wegen lopen vaak over de dijken door het landschap, zodat er van bovenop de dijk genoten kan worden van het Zeeuwse landschap.

Verkeersintensiteiten

De veerdienst Kruiningen-Perkpolder is in maart 2003, kort na de openstelling van de Wes-terscheldetunnel, uit de vaart genomen. Dit heeft zoals gezegd geleid tot een aanzienlijke wijziging in het verkeersaanbod op de wegen in het plangebied. Met name op het noordelijk deel van de N60 zijn de verkeersintensiteiten daardoor sterk afgenomen. Uit telgegevens van Rijkswaterstaat Zeeland en de Provincie Zeeland blijkt dat de verkeersintensiteiten op het wegvak tussen Kuitaart en Kloosterzande zijn afgenomen van 4.651 motorvoertuigen per etmaal in 2002 tot 1.992 mvt/etm in 2004 en 1.924 mvt/etm in 2005. In deze periode is er op dit wegvak dus sprake van een afname van de verkeersintensiteiten met 59%. Recentere ver-keersgegevens zijn niet beschikbaar. Op het gedeelte van de N60 ten noorden van Klooster-zande zijn deze intensiteiten uiteraard nog veel lager.

Verkeersveiligheid

In het verlengde van het rijksbeleid, geformuleerd in het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer [123], is het gewenst om tot een "duurzaam veilige" verkeersinfrastructuur te komen. In een duurzaam veilige verkeersstructuur is de kans op ongevallen door de vormge-ving van de infrastructuur op voorhand al veel kleiner. De bijbehorende ontwerpeisen heb-ben betrekking op het in overeenstemming brengen van functie, vormgeving en gebruik van de wegen, waarbij een beperkt aantal wegcategorieën worden gehanteerd. Conflictsituaties tussen de verschillende wegcategorieën moeten zo veel mogelijk worden voorkomen.

In het 'Duurzaam Veilig' principe wordt het wegennet onderverdeeld in drie wegcategorieën:

stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Deze categorisering sluit aan bij de functie die de betreffende weg moet vervullen: doorstromen, ontsluiten of toegang ver-lenen. In het provinciale wegencategoriseringsplan (2002) is een concrete wegencategorise-ring weergegeven. De N60 vanaf Terhole in noordelijke richting is (na de beëindiging van het autoveer Kruiningen-Perkpolder) gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg. De overige wegen in het plangebied worden vormgegeven als erftoegangswegen.

Uit statistische ongevalgegevens van de gemeente Hulst is gebleken dat er in de periode 2002-2004 op de N60 ter hoogte van Kuitaart enkele locaties zijn waar ongevallen zijn voor-gevallen. Hierbij zijn in totaal 2 dodelijke slachtoffers en 5 ziekenhuisopnamen geregi-streerd. Van de overige wegen in het plangebied zijn geen ongevallen bekend.

Huidige situatie en autonome ontwikkeling

4.10.2 Langzaam verkeer

De Kop van Hulst kent een fijnmazig wegennet dat aantrekkelijk is voor fietsers. Met name de erftoegangswegen bovenop de dijken worden veelvuldig gebruikt als recreatieve fietsrou-te. Er zijn op dit moment echter vrijwel geen aparte fietsvoorzieningen in het plangebied aanwezig (bijvoorbeeld in de vorm van vrijliggende fietspaden of fietssuggestiestroken).

In het plangebied is een bewegwijzerde fietsroute uitgezet: De Hof te Zande-route. Door de Gemeente Hulst is een boekje uitgegeven met fiets- en wandelroutes. Verder zijn er in de kern Kloosterzande, zoals in heel Zeeuws-Vlaanderen, diverse wegwijzers geplaatst die via knooppunten met elkaar verbonden zijn. Bijzonder in het gebied is de mogelijkheid om aan de 'zoute kant' van de zeedijk te fietsen.

Door het plangebied liepen in het verleden zowel een lange-afstand-wandelpad (LAW) als een landelijke fietsroute (LF-route). Na het verdwijnen van de veerverbinding Kruiningen-Perkpolder zijn deze routes aangepast en doen zij het plangebied niet meer regulier aan. In de zomermaanden (van begin juni tot begin september) bestaat echter weer de mogelijkheid om via een fietsveerdienst de Westerschelde over te steken tussen Perkpolder en Hansweert.

Deze veerdienst voor voetgangers en fietsers is sinds de zomer van 2005 ingesteld. Dit bete-kent dat in de zomermaanden ook de oude LAW-route (Grenslandpad) weer gevolgd kan worden. Bij de VVV's in Terneuzen, Goes en Hulst is een gratis pakketje met wandelsugges-ties verkrijgbaar over dit zogenaamde Hontepad (www.wandelnet.nl).

Langs de recreatieve routes in Hulst is een gebrek aan pleisterplaatsen in de vorm van cafés en terrassen op aantrekkelijke locaties die goed bereikbaar zijn voor fietsers en wandelaars.

Bovendien zijn sommige horecagelegenheden gesloten op momenten dat toeristen ze juist willen bezoeken. Dit heeft te maken met de relatief beperkte bezoekersstroom. Daarnaast ontbreken ook (meerdaagse) arrangementen voor de actieve toerist.

4.10.3 Openbaar vervoer

Het plangebied Gebiedsontwikkeling Perkpolder is momenteel zeer beperkt bereikbaar met het openbaar vervoer. In de Gemeente Hulst rijdt vijf keer per dag een buurtbus van Clinge naar Ossenisse en weer terug (lijn 489). Deze bus stopt onderweg in de kernen Hulst, Zand-berg, Graauw, Paal, Kruispolderhaven, Lamswaarde, Kuitaart, Kloosterzande en Walsoor-den. Deze buurtbus (Veolia), waar maximaal 9 mensen in kunnen, wordt aangevuld met de normale lijndienstregeling van Veolia [www.veolia-transport.nl].

De lijndiensten gaan vanuit Hulst onder andere naar Oostburg (lijn 1), Terneuzen (lijn 7, 10 en 21), Sas van Gent (lijn 8), Kloosterzande (lijn 10 en 89) en Antwerpen/Breda (lijn 19).

Wanneer het openbaar vervoer niet aan de wensen van de consument voldoet, kan nog een beroep worden gedaan op het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV), dat op verzoek de gehele dag beschikbaar is.

4.10.4 Scheepvaart

De Westerschelde onderscheidt zich van de overige Deltawateren wanneer het gaat om de functie voor de recreatievaart. In de Westerschelde overheerst de beroepsvaart (zeevaart, binnenvaart) en zijn industriële complexen langs de oever bij Vlissingen, Terneuzen en Ant-werpen beeldbepalend. De totale lengte van de vaarweg tussen AntAnt-werpen en de zee be-draagt circa 120 km. Het feitelijke riviergedeelte (Vlissingen-Antwerpen) daarvan omvat circa 70 km. De zeevaart is aangewezen op de hoofdvaargeul. Op een aantal plaatsen kunnen de binnenvaart en recreatievaart ook gebruik maken van een betonde nevengeul. Zo is direct ten noorden van de veerhaven Perkpolder, in het Zuidergat, aan de westzijde van de hoofd-vaargeul met tonnen een nevengeul voor de binnenvaart en recreatievaart aangegeven.

Huidige situatie en autonome ontwikkeling

De Westerschelde is het drukst bevaren vaargebied van de Deltawateren. Uit onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat Zeeland [87, 129] blijkt dat het totaal aantal vaarbewegingen geraamd wordt op circa 200.000 per jaar. Dit betreft het hele scala aan beroepsvaartuigen en pleziervaartuigen. De verkeersintensiteit op de Westerschelde verschilt van plaats tot plaats.

De ligging van de havens en aansluitingen op kanalen zijn hiervoor bepalend. Hierbij kan tevens onderscheid worden gemaakt tussen beroepsvaart en recreatievaart.

Beroepsvaart

In genoemd onderzoek [129] is een overzicht opgenomen van het aantal beroepsvaartuigen (excl. loods- en veerdiensten) dat jaarlijks gebruik maakt van de Westerschelde. Hierbij is onderscheid gemaakt in een viertal deeltrajecten (zie tabel 4.6). De haven van Perkpolder ligt ter hoogte van Hansweert.

Tabel 4.6 Scheepvaartverkeer op de Westerschelde 2006 [129]

Aantal scheepsbewegingen Vaarwegtraject Lengte traject

(km) Binnenvaart Zeevaart Totaal

Mondingsgebied-Vlissingen 3 7.000 41.754 48.754

Vlissingen-Terneuzen 15 27.000 35.509 62.509

Terneuzen-Hansweert 19 54.000 27.160 81.160

Hansweert-grens NL/B 25 15.000 26.672 41.672

Het drukste deel van de Westerschelde betreft het traject Terneuzen-Hansweert met ongeveer 80.000 vaarbewegingen van zeervaart en binnenvaart en daarbij nog circa 10.000 vaarbewe-gingen van de recreatievaart (zie tabel 4.7). Slechts een beperkt deel van de beroepsvaart op de Westerschelde heeft een bestemming in of nabij het plangebied Perkpolder. De afhande-ling van de vrachtvaart in de omgeving van het plangebied vindt plaats via de haven bij Walsoorden. Om de laad- en loskades in de haven van Walsoorden bereikbaar te houden voor de scheepvaart, moet het diepe gedeelte van deze haven één- tot tweemaal per jaar wor-den uitgebaggerd. Deze baggerspecie wordt via de zogenaamde sleepmethode uit de haven gehaald en in de Westerschelde gestort. Het af te voeren slib wordt, conform de voorschrif-ten in de hiervoor door Rijkswaterstaat Zeeland aan de Gemeente Hulst verleende vergun-ning, vooraf onderzocht. Naar schatting wordt zo’n 13.000 m³ slib per jaar verwijderd.

Recreatievaart

Zoals hiervoor aangegeven vormt de hoeveelheid recreatievaart op de Westerschelde slechts een klein deel van de totale scheepvaart op deze waterweg. Om een beeld te krijgen van de onderlinge verhouding is in tabel 4.7 een overzicht opgenomen van het aantal sluispassages per scheepstype door de sluizen die een verbinding geven met de Westerschelde [129].

Tabel 4.7 Sluispassages per scheepstype 2006 [129]

Sluis Binnenvaart Zeevaart Recreatievaart Totaal

Hansweert aantal 43.029 345 9.615 52.989

De sluis van Hansweert, gelegen ter hoogte van Perkpolder op de noordoever van de Wester-schelde, vormt via het Kanaal door Zuid-Beveland een belangrijke verbinding naar de Oos-terschelde. Het aantal passages van de recreatievaart door deze sluis laat over de afgelopen tien jaar een structurele stijging zien. De recreatievaart maakt voornamelijk gebruik van de sluis Hansweert in de periode mei t/m oktober, met een piek in de maand juli. In de zomer-maanden is de drukte evenredig over de dagen van de week verdeeld. Buiten de zomermaan-den ligt de piek in het weekend.

Huidige situatie en autonome ontwikkeling

Verdeeld over de dag passeren de meeste schepen tussen 10.00 en 16.00 uur. Uit telgegevens blijkt dat de drukste momenten met recreatievaart samenvallen met lagere intensiteiten van de passerende beroepsvaart via het kanaal [129].

Het totale aantal ligplaatsen voor de recreatievaart in jachthavens langs de Westerschelde bedraagt momenteel circa 1.300 plaatsen [86, 129], verdeeld over tien jachthavens.

De belangrijkste jachthavens aan de Westerschelde liggen op geringe afstand (circa 5 km) van het mondingsgebied. Breskens en Vlissingen hebben samen 825 ligplaatsen, hetgeen overeenkomt met 65% van het totale aantal ligplaatsen. In deze havens zijn vrijwel alle sche-pen groter dan 8 m1 en er liggen in verhouding weinig motorboten. Ook in Terneuzen (220 ligplaatsen) liggen veel grotere boten. In totaal ligt circa 90% van alle boten groter dan 8 m in de drie genoemde havens. In de overige havens aan de Westerschelde neemt het aandeel motorboten en kleinere boten toe. Boten in de jachthavens ten oosten van Terneuzen zijn meer georiënteerd op vaarwater in de eigen omgeving en de Oosterschelde. De ligplaatsca-paciteit in havens in het Belgische deel van de Westerschelde (ca. 350 ligplaatsen) wordt vooral gebruikt als winterstalling voor schepen die 's zomers in havens aan de kust liggen.

Uit onderzoeksgegevens [129] blijkt dat de bezettingsgraad van de jachthavens aan de Wes-terschelde bijna 100% bedraagt. Echter, niet alle schepen varen daadwerkelijk uit. In de ha-vens van Terneuzen, Breskens en Vlissingen, waar vooral zeewaardige jachten liggen, blijkt dat het uitvaarpercentage op een topdag circa 40% bedraagt en op een maatgevende dag in het vaarseizoen (10e drukste dag) circa 30%. Lagere percentages hebben betrekking op klei-ne boten, visboten en havens die bij eb (gedeeltelijk) droog vallen.

4.10.5 Kabels en leidingen

Om een eerste beeld te verkrijgen van de kabels en leidingen in en rondom het plangebied, is in november 2004 ten behoeve van dit MER een oriëntatiemelding bij het KLIC uitgevoerd.

Hieruit is gebleken dat er buiten de gebruikelijke huisaansluitingen en openbare nutsleidin-gen, in het plangebied geen bijzondere kabels en leidingen voorkomen. Er is dus evenmin sprake van bijzondere veiligheids- of bebouwingsvrije zones waarmee bij de verdere plan-uitwerking van de Gebiedsontwikkeling Perkpolder rekening moet worden gehouden.

4.11 Geluid, lucht en trillingen

In document MER Perkpolder (pagina 62-66)