• No results found

Autonome ontwikkeling

In document MER Perkpolder (pagina 75-78)

Deze paragraaf geeft een overzicht van actuele ontwikkelingen in het studiegebied die de komende jaren naar verwachting zullen gaan plaatsvinden. Hierbij is gelet op ruimtelijke en economische ontwikkelingen, maar ook op overige initiatieven die in het gebied spelen.

Huidige situatie en autonome ontwikkeling

Ruimtelijke ontwikkelingen

Door de in gebruik name van de Westerscheldetunnel is de bereikbaarheid van de Kop van Hulst verslechterd, aangezien de directe verbinding met het noordelijk gelegen deel van Zee-land is verdwenen. Om deze ontwikkeling te doorbreken en het gebied rondom Hulst een nieuwe impuls te geven, is in 2003 een kansenkaart voor het gehele gemeentelijke grondge-bied opgesteld [10]. Hierin zijn diverse ontwikkelingen voor de nabije en verre toekomst opgenomen. Naast de ruimtelijke ontwikkelingen zoals weergegeven op de kansenkaart is er sprake van diverse (particuliere) initiatieven voor delen van het gebied. Deze komen onder-staand nader aan de orde.

Het plangebied is thans overwegend in gebruik als landbouwgebied. In het algemeen kan worden gesteld dat in de landbouwsector de komende tijd naar verwachting veel bedrijven zullen verdwijnen als gevolg van schaalvergroting, bedrijfsbeëindiging en omschakeling naar Nieuwe Economische Dragers. Een deel van deze landbouwgronden komt beschikbaar voor een nieuwe functie.

De vergunning voor de windmolens op het veerplein wordt niet verlengd. Dit betekent dat de huidige windmolens uiterlijk eind 2008 uit het plangebied verdwijnen.

Recreatieve ontwikkelingen

In het studiegebied is, in de omgeving van Ossenisse, sprake van een drietal campings die voornemens zijn om hun bedrijf uit te breiden. Voor deze ontwikkelingen zijn inmiddels vrijstellingsprocedures art. 19 WRO gevoerd. Naast deze initiatieven is binnen het studiege-bied sprake van een aantal (kleinere) recreatieve initiatieven. Het gaat daarbij met name om uitbreiding van bestaande voorzieningen, maar ook om enkele nieuwe initiatieven. Al deze initiatieven liggen overigens buiten het plangebied van de Gebiedsontwikkeling Perkpolder.

Begin 2007 waren bij de Gemeente Hulst de volgende initiatieven bekend:

• uitbreiding minicamping tot Camping Perkpolder, Zeedorp 9, bij Ossenisse;

• uitbreiding Recreatieboerderij ‘De Zeemeeuw’ Weststraat 3, Ossenisse;

• uitbreiding Camping ‘De Zeemeeuw’ Knuitershoek 1-3, Ossenisse;

• uitbreiding recreatiebedrijf Camping ‘t Mussenist, Knuitershoek 6 bij Ossenisse;

• uitbreiding paardenhouderij Van Kerckhoven-Provoost, Dorpsstraat 17, Ossenisse;

• uitbreiding hippische activiteiten Elbers, Grintweg 10, naar Hontenisse, Ossenisse In Vlissingen zullen het voormalige KSG-terrein en het naastgelegen Edisongebied worden herontwikkeld tot een volwaardig nieuw stadsdeel. Als onderdeel hiervan, zal waarschijnlijk in beide gebieden een nieuwe jachthaven worden gerealiseerd. De exacte plannen zijn op dit moment nog niet helder, en er heeft nog geen definitieve besluitvorming plaatsgevonden.

Medio 2006 is de startnotitie voor de jachthaven in Vlissingen verschenen [125]. Hierin is vooralsnog uitgegaan van een jachthaven in de Dokkershaven met een indicatieve omvang van 400 ligplaatsen en een jachthaven in het Edisongebied met een indicatieve omvang van 400-500 ligplaatsen.

Ook in Terneuzen bestaan plannen voor ontwikkeling van een jachthaven in de voormalige veerhaven. In de Visie op toerisme in Terneuzen [131] is geconcludeerd dat de koppeling tussen boulevard, zeesluizen en (werk)havens moet worden versterkt. Mede in het licht hier-van heeft Rijkswaterstaat Zeeland aangegeven de oude veerhaven te willen verkopen aan de gemeente en is een groep initiatiefnemers gestart met het opstellen van een visie voor dit ge-bied. Daarin wordt onder andere uitgaan van ombouw van de veerhaven tot jachthaven voor circa 200-250 boten en het ontwikkelen van appartementen aan de haven. Realisering van deze plannen is echter nog onzeker. De gemeente Terneuzen dient voor maart 2008 aan Rijkswaterstaat Zeeland aan te geven of zij de haven wil overnemen.

Ook in diverse andere havens bestaan er ideeën voor uitbreiding van de jachthavencapaciteit.

Indien al deze plannen worden gerealiseerd betekent dit een toename van de ligplaatscapaci-teit voor recreatieschepen die de Westerschelde als vaargebied hebben van 130% tot 190%.

Huidige situatie en autonome ontwikkeling

Economische ontwikkelingen

De economische visie op het plangebied vindt zijn basis in de Kansenkaart Hulst [10]. Deze visie geeft voor het gebiedsdeel Perkpolder aan dat hier toeristisch-recreatieve voorzieningen het meest kansrijk worden geacht. Door dit gebied een meer toeristisch-recreatieve uitstra-ling te geven, wordt de Kop van Hulst aantrekkelijker voor bezoekers. Uit de Ontwikke-lingsvisie Hulst [10] blijkt dat recreatie nu reeds een belangrijk speerpunt vormt in de verbe-tering van de economische situatie in Oost Zeeuws-Vlaanderen. De Gemeente Hulst ziet re-creatie als een belangrijke bron voor economische dynamiek na het wegvallen van de veer-verbinding en de afname van het 'banktoerisme'. In het plangebied Gebiedsontwikkeling Perkpolder vindt momenteel dijkrecreatie plaats en nabij Ossenisse is een aantal campings gevestigd. Recreatie kan derhalve een belangrijke rol spelen in de verdere economische ont-wikkeling van het plangebied. Vanuit het oorspronkelijke initiatief "Kloosterzande aan Zee"

van de gemeente Hontenisse zijn thans, in het kader van de Gebiedsontwikkeling Perkpolder, diverse nieuwe recreatieve ontwikkelingen voorzien.

Overige ontwikkelingen

Met het opheffen van de veerdienst Kruiningen-Perkpolder in 2003 is de bijbehorende infra-structuur (veerhaven, veerplein, toegangsweg) overtollig geworden. Verwacht mag worden dat, ingeval er geen nieuwe bestemming voor het plangebied wordt gevonden, de infrastruc-tuur op termijn (deels) wordt geamoveerd.

Het beheer van de N60 is door Rijkswaterstaat Zeeland in 2006 overgedragen aan de Provin-cie Zeeland. Gelet op de overdimensionering van het huidige wegprofiel ligt het in de lijn der verwachting dat deze weg op termijn versmald zal worden.

Separaat aan de voorgenomen initiatieven is voorzien in het op sterkte brengen van de steen-glooiing op de waterkering in de veerhaven, teneinde het wettelijk vereiste veiligheidsniveau te handhaven. Het vervangen van deze steenbekleding wordt indien mogelijk meegenomen in het D&C-contract dat Rijkswaterstaat Zeeland gaat sluiten voor de aanleg van de buiten-dijkse natuur. De veiligheid van de primaire waterkering moet uiterlijk in 2015 op orde zijn.

Waterschap Zeeuws-Vlaanderen heeft geconstateerd dat in het gebied een schakel mist in de regionale waterkering. Zij heeft de wens geuit om deze ontbrekende schakel alsnog te reali-seren. Hiervoor heeft echter nog geen uitwerking of bestuurlijke vaststelling plaatsgevonden.

De realisatie ervan kan als een ontwikkeling op de middellange termijn worden aangemerkt.

De Kaderrichtlijn Water [59], die zich richt op verbetering van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater, schrijft voor dat er in 2009 voor alle stroomgebieden aparte beheerplannen beschikbaar moeten zijn. Het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen gaat hiermee aan de slag. Dit kan mogelijk ook consequenties hebben voor het plangebied.

Ten aanzien van de bescherming van natuurwaarden in de Westerschelde zijn de (concept) instandhoudingsdoelstellingen zoals verwoord in de aanwijzing van het gebied als Natura 2000-gebied van belang [118]. De nadere uitwerking hiervan vindt thans plaats. De defini-tieve vaststelling wordt begin 2007 verwacht.

Zoals in paragraaf 2.3.2 al is gesteld, wordt momenteel de derde verdieping van de Wester-schelde voorbereid. Begin 2007 is de bestuursovereenkomst daarover ondertekend en mo-menteel wordt het MER voor de derde verdieping opgesteld. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop de verdieping wordt uitgevoerd, het materiaal dat daarbij vrijkomt en welke aanvullende compenserende en mitigerende maatregelen daarmee gemoeid zijn. De uitvoe-ring van de verdieping zal waarschijnlijk in de periode 2008 t/m 2011 gaan plaatsvinden.

Volgens de meest recente schatting van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPPC) zal de zeespiegel in het jaar 2100 flink hoger zijn dan nu. Deze stijging wordt veroor-zaakt doordat de temperatuur op aarde stijgt. Het KNMI heeft op basis van het IPPC-rapport klimaatscenario's voor Nederland en Noordwest Europa opgesteld. Op grond van een tempe-ratuurstijging van 1 tot 6 graden Celsius ten opzichte van 1990 komt het KNMI tot een voor-spelling van de zeespiegelstijging in 2100 variërend van 35-85 cm. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij de vormgeving van waterkeringen.

5 Voornemen, varianten en alternatieven

5.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de diverse planonderdelen die in het kader van de Gebiedsontwikkeling Perkpolder zijn voorzien. Allereerst wordt daartoe in paragraaf 5.2 op hoofdlijnen geschetst welke werkwijze is gevolgd om te komen van de eerste globale ideeën uit het Masterplan van 2005 [11] tot het thans voorliggende Schetsontwerp uit het Haalbaar-heidsonderzoek van 2006 [89], dat door alle betrokken partijen (overheden, private partijen) wordt onderschreven. In paragraaf 5.3 t/m 5.9 worden de diverse planonderdelen beschreven.

In paragraaf 5.10 tenslotte zijn de alternatieven uit dit MER toegelicht.

5.2 Gevolgde werkwijze

In document MER Perkpolder (pagina 75-78)