• No results found

Geïllustreerde jeugdbewerkingen van het Reinaertverhaal in Vlaanderen en Nederland 1850-

3.8. Stijlkenmerken als terugblik

Niet alleen de illustratoren van de bewerking van Meinderts verwijzen naar de oorsprong van de vertelling door terug te grijpen op middeleeuwse stijlkenmerken, ook Verplancke refereert aan de middeleeuwen in beeld. De illustrator werd geprezen voor zijn prenten en de bewerking ontving de Plantin-Moretusprijs: een prijs voor het mooist uitgegeven jeugdboek.316. Zijn illustraties kwamen al

aan bod in het tweede hoofdstuk, waarin werd gewezen op zijn gebruik van symboliek. In zijn verbeelding van De verkrachting van Haersint verwees de illustrator bijvoorbeeld naar de geloofsbelijdenis die Reinaert aan Cuwaert leerde en de erotische betekenis die aan deze passage wordt toegekend. Hij refereerde aan het miniatuur uit een Vlaams psalter dat vaak wordt aangehaald om deze erotische betekenis te verdedigen (hoofdstuk 2, afb. 15 en afb. 16). Maar er zijn meer verwijzingen naar de middeleeuwen te ontdekken in zijn van symboliek doorspekte platen.

Reinaert onthoofdt Cuwaert illustreerde Verplancke door verschillende gebeurtenissen samen te vatten in een tekening (afb. 20). Die keuze past binnen de middeleeuwse traditie, waarin

handelingen simultaan werden afgebeeld in één illustratie. Cuwaert springt door het gat Reinaerts hol binnen, waarmee hij zijn lot verzegelt. Hij verliest zijn kop en landt op Reinaerts bord. De vos, die veinsde vroom te zijn, eet Cuwaert vanachter een offertafel op en drinkt daar een glas wijn (of het bloed van Cuwaert) bij. In de hoek staat de pelgrimsstaf klaar die Reinaert zogenaamd nodig zou hebben op zijn christelijke tocht – ernaast is de brief te zien die Cuwaert zal bezorgen aan koning Nobel. Boven de poten van Cuwaert is Belin al onderweg met de tas. Hij is gekleed in een albe: het witte onderkleed dat katholieken dragen. In de uitbeelding van decor en kledij verwijst Verplancke op die wijze naar het christendom waar de schrijver origineel de spot mee dreef. Daarnaast tekende hij twee konijnenoortjes aan de tas waarin Cuwaert kop zit, waarmee hij naar de moord verwijst.317

Tenslotte is de manier waarop Reinaert is weergegeven opvallend. Verplancke geeft hem letterlijk twee gezichten, daarmee waarschijnlijk doelend op het manipulerende karakter van de vos. De vos beweert een pelgrim te zijn en wenste een emotioneel afscheid van zijn gezin, maar onder het masker van mooie praatjes schuilt een moordenaar. De tweekoppige Reinaert draagt twee handpopjes. Zijn het zijn welpjes met vorken in de hand, klaar om aan te vallen, of gaat het om twee duivelse vossen met al even duivelse drietanden in hun klauw? De illustrator verwerkte ook in deze illustratie tal van

dubbelzinnigheden, die wijzen op het complexe, satirische karakter van de Middelnederlandse vertelling, maar misschien aan kinderen voorbijgaan (zie hoofdstuk 2).

316 Rik van Daele, ‘e-brief 2007 – nr. 10’. Reynaertgenootschap, geraadpleegd 17 december 2020,

https://www.reynaertgenootschap.be/node/12.

Zijn prenten voor Van Daele werden in 2009 bovendien geëxposeerd in een rondreizende tentoonstelling, waarmee hem de rol van kunstenaar werd toegedicht. Zie: ‘e-brief 2011 – nr. 3’. Reynaertgenootschap, geraadpleegd 17 december 2020, https://www.reynaertgenootschap.be/node/173.

317 Meerdere illustratoren tekenden konijnenoortjes aan de tas in de verbeelding van Reinaert onthoofdt

120

Volgens de Vlaamse recensent De Groeve verwijst Verplancke daarnaast naar de

middeleeuwen, door Vlaamse middeleeuwse beeldende kunst te imiteren: ‘Het valt van af het begin op dat Klaas Verplancke voor zijn beelden inspiratie gezocht heeft bij onder meer Pieter Bruegel en Jeroen Bosch.’318 Wie daarvoor openstaat, kan overeenkomsten ontdekken tussen de illustraties van

Verplancke en de iconografie van de middeleeuwse kunstenaar Jeroen Bosch (1450-1516).319 Bosch

schilderde in zijn befaamde drieluik De tuin der lusten (1480-1490) surrealistische voorstellingen, waaronder fabel- en fantasiedieren, zoals een driekoppige vogel op het binnenluik (afb. 21). De surrealistische iconografie die Bosch, maar ook Bruegel, verwerkte in zijn middeleeuwse werk, gebruikt ook Verplancke in zijn hedendaagse illustraties. Zo beeldden beiden meerkoppige,

surrealistische dieren af. De Groeve ziet in de tekeningen van de Vlaamse Verplancke referenties naar de oude beeldende Vlaamse kunst.

Door in symboliek en vormkernmerken naar de middeleeuwen te verwijzen, verankert Verplancke het Reinaertverhaal in de middeleeuwse context. Passend bij het cultuuroverdrachtelijke opvoedingsideaal dat in het eerste hoofdstuk al werd gevonden, zet hij de esthetiek van vroeger in om de middeleeuwse oorsprong van de vertelling te onderstrepen. Tegelijkertijd is er lof voor zijn eigen stijl en originaliteit – De Groeve noemt zijn illustraties voor de jeugdbewerking ‘onmiskenbaar authentiek Verplancke.’320 In deze bewerking is er niet voor gekozen om bestaande, oude prenten te

reproduceren (zie hoofdstuk 1), maar verwijst de hedendaagse illustrator subtieler naar verbeeldingen van vroeger.321 Door terug te grijpen op voorbije beeldcultuur, refereert hij aan de originele context

van de vertelling en tegelijkertijd geeft hij Reinaert een contemporain gezicht. Verplancke zet esthetiek in in de zoektocht naar evenwicht tussen het behouden en het bewerken van de bronvertelling.

318 Groeve, de, “Klaas Verplancke,” 163.

319 In haar recensie verdedigt De Groeve ook dat een van de illustraties van Verplancke in de bewerking van

Van Daele overeenkomsten vertoont met Jheronimus Bosch, De goochelaar, circa 1502 (collectie Musée Municipal, Saint-Germain-en-Laye). Zie: Groeve, de, “Klaas Verplancke,” 163-165.

320 Groeve, de, “Klaas Verplancke,” 166.

321 Daarbij moet worden aangetekend dat Peter Vos in zijn illustraties ook geen oud (Duits) beeld

reproduceerde, maar verwees naar de houdingen van de personages in de illustraties van Von Kaulbach en Leutemann. Zie hoofdstuk 1.3. De illustraties van Heinrich Leutemann: Duitse maatschappijkritiek in een kinderboek?

121

Afb. 20. Illustratie van Klaas Verplancke in de Afb. 21. Jheronimus Bosch, Tuin der lusten, 1480-1490, Reinaertbewerking van Henri van Daele, 2006. olieverf op paneel, 220 x 389 cm, Collectie Prado, Verplancke heeft Reinaert letterlijk twee Madrid, inv. nr. P002823.

gezichten gegeven. Ook Bosch gaf zijn fantasiedieren meerdere koppen.