• No results found

Specifieke regelgeving e-commerce

3 Het beleid ten aanzien van e-commerce

3.1 Europees beleid

3.1.2 Specifieke regelgeving e-commerce

De Europese Commissie geeft aan dat het begin van de e-commerce traag en moeilijk verliep.

De ontwikkeling van deze vorm van handelsuitwisseling stuitte immers op vormen van onzekerheid die de opstart ervan hebben vertraagd. Enerzijds hebben de actoren het hoofd moeten bieden aan de rechtsonzekerheid van de elektronische uitwisselingen, omdat de nationale regels maar moeilijk op vaak internationale uitwisselingen konden worden toegepast en de rechtsregels aan de virtuele handelingen moesten worden aangepast. Anderzijds hebben de technologische mogelijkheden van deze nieuwe instrumenten een onzekerheid van psychologische aard doen ontstaan en een groot wantrouwen met zich meegebracht vanwege consumenten en zelfs professionals, die vreesden dat hen schade zou worden berokkend:

oplichterij, diefstal van persoons- of bankgegevens, verkeerde verzendingen, defecte producten, het risico van namaakproducten,…

30 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, Online platforms en de digitale eengemaakte markt. Kansen en uitdagingen voor Europa, COM(2016) 288 final, 25 juni 2016. Zie ook Commission Staff Working Document

‘Online Platforms’ Accompanying the document Communication on Online Platforms and the Digital Single Market, SWD(2016) 172

31 European Parliament, Committee on Industry, Research and Energy, Draft report on digitizing European Industry, 2016/2271 (INI), Rapporteur: Reinhard Bütikofer, 20 December 2016

32 Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s – Strategie voor een digitale eengemaakte markt (COM(2015) 192 final), Rapporteur: Raymond Hencks, Corapporteur: Thomas McDonogh, 9 december 2015, PB C 71 van 24 februari 2016

23

De ontwikkeling van elektronische handel werd gehinderd door verschillen in wetgeving van de lidstaten. De markten voor elektronische handel in de EU zijn immers erg gediversifieerd en bevinden zich in verschillende stadia van maturiteit ten gevolge van uiteenlopende consumentenpraktijken, belastingmaatregelen, productbeschikbaarheid, breedbandtoegang en concurrentie op de markten van besteldiensten. Daarom is de Richtlijn elektronische handel vastgesteld. Hierin zijn de juridische aspecten van het elektronisch zakendoen geregeld.

Daarnaast zijn er nog heel wat wetgevende initiatieven die het elektronisch handelen regelen.

Reeds in 1997 werd een richtlijn33 uitgevaardigd over koop op afstand waarbij de consument bescherming wordt geboden bij het kopen van goederen en diensten via videotekst (microcomputer, televisiescherm) met toetsenbord of aanraakbeeldscherm, elektronische post, telefax, televisie (telewinkelen, televerkoop), telefoon (met en zonder menselijke tussenkomst, beeldtelefoon) en klassieke post.

Met de richtlijn 2000/31/EG34 (de e-commerce richtlijn) van 8 juni 2000 streefde de Europese Commissie ernaar een versterkt niveau van communautaire juridische integratie te verwezenlijken te einde voor elektronische diensten een interne markt te creëren. Het doel van de richtlijn was om belemmeringen zoveel mogelijk weg te nemen en de consument vertrouwen te geven in de elektronische handel. Binnen de EU moeten er zonder problemen rechtsgeldig via de elektronische weg contracten kunnen worden gesloten. De elektronische handel moet transparant zijn. Daartoe beoogde de richtlijn de rechtszekerheid en het vertrouwen van de internetgebruiker beter te beschermen. In de richtlijn staan regels voor contracten, aansprakelijkheid, geschillen, commerciële communicatie en spam. Ook rond de elektronische handtekening, de bescherming van persoonsgegevens, de bescherming van het auteursrecht en de BTW werden tal van richtlijnen uitgevaardigd.

De Europese Commissie stelde vast dat tal van belemmeringen de ontwikkeling van e-commerce bleven afremmen, in het bijzonder bij grensoverschrijdende commerciële activiteiten.

In haar mededeling35 van 22 oktober 2009 presenteerde de Commissie een analyse van de gevolgen van het toen geldende beleidskader voor de grensoverschrijdende elektronische verkoop van goederen (de e-handel in diensten bleef buiten beschouwing) en kondigde diverse actiepunten aan, bijvoorbeeld om de versnippering van de consumentenbeschermingsvoorschriften aan te pakken, de discriminatie op basis van nationaliteit of verblijfplaats tegen te gaan, de handhaving te versterken, oneerlijke handelspraktijken aan te pakken, de BTW-rapportageverplichtingen te vereenvoudigen … In opvolging van haar mededeling uit 2009 heeft de Commissie in 2012 een nieuwe mededeling36 gecommuniceerd waarin een actieplan wordt uitgestippeld voor de ontwikkeling

33 Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten, PB L 144/19 van 4 juni 1997; opgeheven door richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten

34 Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“richtlijn inzake elektronische handel”), PB L 178/1 van 17 juli 2000. Deze richtlijn werd in Belgisch recht omgezet door twee wetten van 11 maart 2003 en opgenomen in het Wetboek van Economisch recht, waarvan Boek XII volledig aan het recht van de elektronische economie is gewijd.

35 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 22 oktober 2009 over de grensoverschrijdende elektronische handel tussen ondernemingen en consumenten in de EU, COM(2009) 557 definitief

36 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een coherent kader voor een groter vertrouwen in de digitale eengemaakte markt voor elektronische handel en onlinediensten, COM(2011) 942 final, 11 januari 2012

24

van online diensten (e-commerce actieplan). Daarbij wordt uitgegaan van vijf belangrijke belemmeringen voor de digitale eengemaakte markt: een nog ontoereikend legaal en grensoverschrijdend aanbod van onlinediensten, een gebrek aan informatie over aanbieders van onlinediensten en over de bescherming van internetgebruikers, tekortschietende betaal- en leveringssystemen, te veel misbruiken en moeilijk op te lossen geschillen en een nog ontoereikende uitrol van breedbandnetwerken en verspreiding van geavanceerde technologische oplossingen. De Commissie geeft aan dat de vijf genoemde belemmeringen en de in het actieplan voorgestelde oplossingen geen exhaustieve lijst vormen. In het plan wordt de nadruk gelegd op het versterken van één geharmoniseerd kader voor elektronische handel en andere commerciële onlinediensten. Er worden 16 prioritaire sleutelacties vooropgesteld , gaande van een beter administratieve samenwerking met de lidstaten, een snelle uitvoering van de Europese strategie inzake intellectuele eigendomsrechten (wetgevingsinitiatief inzake kopiëren voor privégebruik en nieuwe evaluatie van de richtlijn inzake auteursrecht in de informatiemaatschappij), de strijd tegen oneerlijke handelspraktijken en bedrijven, betere informatie via het netwerk Enterprise Europe en het netwerk van Europese centra voor de consument (ECC-Net), transparante betaaldiensten, de interoperabiliteit van kaart-, internet of mobiele betalingen, een totaalstrategie voor een veilig internet tot de versterking van de informatie- en communicatie-infrastructuren.

De Commissie heeft in november 201037 tevens door middel van publieke consultatie geanalyseerd waarom e-commerce slechts een kleine rol speelt in Europa. Ook factoren die de ontwikkeling van e-commerce tegenhouden werden geanalyseerd. Er zijn evenwel geen aanpassingen gedaan na deze analyse.

Een volgende richtlijn38 die e-commerce in belangrijke mate omkadert is deze van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten39. Om het grensoverschrijdend potentieel van verkoop op afstand meer en beter aan te boren wordt een hoog beschermingsniveau voor de consument en een beter functioneren van de B2C-interne markt nagestreefd door een volledige harmonisatie van consumenteninformatie en van het herroepingsrecht voor overeenkomsten op afstand. Thans is er door de Europese Commissie een voorstel van Verordening40 gelanceerd

37 Public consultation on the future of electronic commerce in the internal market and the implementation of the Directive on electronic commerce (2000/31/EC), 5 november 2010

38 Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 304 van 22 november 2011. Deze richtlijn werd samen met diverse andere richtlijnen omgezet in Belgisch recht door de wet van 21 december 2013 en opgenomen in het Wetboek van Economisch recht, als onderdeel van Boek VI dat handelt over marktpraktijken en consumentenbescherming

39 Andere belangrijke Europese regelgeving met betrekking tot consumentenbescherming ligt vervat in Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (richtlijn oneerlijke handelspraktijken), PB L 149 van 11 juni 2005; Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen, PB L 171 van 7 juli 1999; Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, PB L 95 van 21 april 1993; Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten, PB L 80 van 18 maart 1998

40 Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming, COM(2016) 283 final, 25 mei 2016

25

betreffende de samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming. In artikel 21bis van Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming, hierna de

"SCB-verordening" genoemd) is bepaald dat de Commissie de doeltreffendheid en de operationele mechanismen van deze verordening beoordeelt en een diepgaand onderzoek instelt naar de mogelijke opneming in de bijlage van aanvullende wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument. Dit voorstel voor een gemoderniseerde verordening is onderdeel van het werkprogramma van de Commissie voor 2016 en is gebaseerd op de ervaringen van het SCB-netwerk op het gebied van samenwerking bij de handhaving sinds 2007. Uit de mate waarin het bedrijfsleven volgens de Commissie thans het consumentenacquis van de Unie niet naleeft, blijkt dat de handhaving niet optimaal is. Uit gecoördineerde controles van online websites voor elektronische handel ("sweeps") die sinds 2007 zijn uitgevoerd door de SCB-instanties blijkt dat de mate van niet-naleving van de basisvoorschriften betreffende consumenten voor de gecontroleerde markten tussen de 32 % en 69 % ligt. Deze resultaten worden bevestigd door de gegevens van de Europese Consumentencentra: twee derde van de 37 000 afzonderlijke klachten die zij in 2014 ontvingen, had betrekking op grensoverschrijdende online aankopen41. Daarnaast laat een voorzichtige schatting op basis van een representatieve steekproef bij vijf online sectoren (kleding, elektronica, recreatie, consumentenkrediet en pakketreizen) zien dat bij 37 % van de elektronische handel in de EU in 2014 de consumentenwetgeving van de Unie niet in acht werd genomen. Dit benadeelt consumenten die online grensoverschrijdende aankopen doen alleen al in de onderzochte sectoren naar schatting voor 770 miljoen euro per jaar. Derhalve is er een wetgevingsvoorstel nodig om de geconstateerde tekortkomingen van de SCB-verordening aan te pakken. Het voorstel ligt thans ter bespreking voor in de Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming42 van het Europees Parlement.

Ook pakketbestellingen zijn cruciaal voor het succesvol ontwikkelen van de elektronische handel. In het e-commerce actieplan van 2011 (zie supra) wordt levering van online bestelde goederen aangewezen als één van de vijf topprioriteiten om elektronische handel tegen 2015 te stimuleren. Besteldiensten zijn van kritiek belang omdat zij de elektronische handel in aanzienlijke mate vergemakkelijken en een centrale rol spelen in het opbouwen van vertrouwen tussen kopers en verkopers. In het leveringsproces komen een groot aantal spelers voor:

vervoerders, post- en koerierdiensten en andere aanbieders van logistieke diensten. In een Groenboek van de Europese Commissie van 201243 wordt onderzocht hoe de markten voor elektronische handel en besteldiensten zich in Europa verder zullen ontwikkelen en wat

41 Jubileumverslag 2005-2015 van het ECC-netwerk:

http://ec.europa.eu/consumers/solving_consumer_disputes/non-judicial_redress/ecc-net/docs/ecc_net_-_anniversary_report_2015_en.pdf De gegevens in dit verslag wijzen op een brede reeks van kwesties waar consumenten in grensoverschrijdende context mee worden geconfronteerd. De vijf belangrijkste klachten zijn:

niet-levering (15 % van alle gevallen), defecte producten (11 %), problemen met contracten (10 %), product of dienst is niet conform de bestelling (9 %) en oneerlijke praktijken (6 %).

42 Europees Parlement, Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming, Ontwerpverslag over het Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (COM(2016)0283 – C8-0194/2016 – 2016/0148(COD)), Rapporteur: Olga Sehnalová, 30 november 2016

43 Europese Commissie, Groenboek – Een geïntegreerde markt van pakketbestellingen voor groei in de elektronische handel in de EU, COM(2012) 698 final, 29 november 2012

26

noodzakelijk is om te komen tot een interne markt voor leveringen. Het Groenboek analyseert welke de voornaamste uitdagingen zijn voor de verschillende spelers en werpt een licht op de kansen die er bestaan om het leveringsproces te verbeteren voor de burgers en ondernemingen en KMO’s in het bijzonder. In een mededeling van de Commissie van 201344 wordt een stappenplan voorgesteld rond drie hoofddoelstellingen: meer transparantie en informatie voor alle actoren in de waardeketen van de e-commerce, betere beschikbaarheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de mogelijkheden voor pakketbestelling en een betere klachtenbehandeling en geschillenregeling voor de consumenten. Dit stappenplan moet ertoe bijdragen dat webwinkels en consumenten kunnen beschikken over pakketbezorgdiensten die kwaliteit leveren, toegankelijk en betaalbaar zijn voor leveringen in het buitenland en rekening houden met de behoeften van de KMO’s en met minder geavanceerde of toegankelijke gebieden. Binnen elk van de hoofddoelstellingen worden te ondernemen acties opgelijst die de efficiëntie van de pakketbezorgdiensten ten goede moeten komen.

De ontwikkeling van e-commerce hangt tevens samen met een efficiënte regelgeving rond elektronische communicatie. Daartoe vaardigde de Commissie in 2002 een telecompakket45 uit dat in 200946 werd aangepast rekening houdend met de snelle ontwikkeling van de sector.

Dit pakket bestaat uit vijf specifieke richtlijnen die specifieke aspecten van elektronische communicatie regelen en twee verordeningen:

Richtlijn 2002/20/EG47 of “machtigingsrichtlijn”

Richtlijn 2002/21/EG48 of “kaderrichtlijn”

Richtlijn 2002/19/EG49 of “toegangsrichtlijn”

44 Mededeling van de Commissie, Een stappenplan voor de voltooiing van de interne markt voor pakketbezorging – Vertrouwen scheppen in bezorgdiensten en onlineverkoop stimuleren, COM(2013) 886 final, 16 december 2013

45 Andere belangwekkende regelgeving is vervat in Richtlijn 2002/77/EG van de Commissie van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en –diensten;

Richtsnoeren van de Commissie voor de marktanalyse en de beoordeling van aanmerkelijke marktmacht in het bestek van het gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en –diensten (2002/C165/03); Richtlijn 2009/114/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van Richtlijn 87/372/EEG van de Raad inzake de voor een gecoördineerde invoering van openbare pan-Europese digitale cellulaire mobiele communicatie te land in de Gemeenschap beschikbaar te stellen frequentiebanden; Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en –diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming; Richtlijn 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/19/EG inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten, en Richtlijn 2002/20/EG betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en –diensten

46 Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming, PB L 136 van 19 december 2009

47 Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn), PB L 108 van 24 april 2002

48 Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn), PB L 108 van 24 april 2002

27

Richtlijn 2002/22/EG50 of “universele dienstrichtlijn”

Richtlijn 2002/58/EG51 of “richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie” (zie verder)

Verordening (EG) nr. 1211/200952 waarmee een orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) wordt opgericht

Verordening (EU) nr. 531/201253 betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken.

De kaderrichtlijn is vooral gericht op het versterken van het concurrentievermogen in de sector elektronische communicatie, het stimuleren van investeringen, het bevorderen van de keuzevrijheid van consumenten en het verzekeren dat de consumenten kunnen genieten van innovatieve diensten, kwaliteit en lagere tarieven. De richtlijn stelt een geharmoniseerd kader vast voor de regulering van elektronische communicatienetwerken, dit zijn transmissiesystemen die het mogelijk maken signalen over te brengen via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen, ongeacht de aard van de overgebrachte informatie en heeft ook betrekking op elektronische communicatiediensten die bestaan uit de transmissie van signalen via deze netwerken en bijbehorende faciliteiten en diensten van de netwerken of van de elektronische communicatiediensten, die het aanbieden van diensten via dat netwerk of die dienst mogelijk maken. In het voorjaar 2016 liepen de voorbereidingen om de telecomregels te hervormen54. In zijn toespraak van over ‘de Staat van de Unie’ van 14 september 2016 heeft Commissievoorzitter Juncker een ingrijpende hervorming van de telecomregels aangekondigd.

Er komen nieuwe initiatieven om aan de groeiende behoefte aan snelle internetaansluitingen te voldoen en zo het concurrentievermogen van Europa een impuls te geven. De voorstellen moeten leiden tot meer investeringen in netwerken met hoge capaciteit en tot snellere wifi-toegang voor de Europese burgers. Om deze uitdagingen aan te gaan en Europa klaar te maken voor de digitale toekomst, heeft de Commissie drie strategische doelstellingen voor 2025 gepresenteerd:

Alle sociaaleconomisch belangrijke spelers, zoals scholen, universiteiten, onderzoekscentra, vervoersknooppunten, openbare diensten (bv. ziekenhuizen en overheden) en van digitale technologie afhankelijke bedrijven, moeten toegang krijgen tot een extreem snelle gigabit-aansluiting (uploaden en downloaden met 1 gigabit/sec) 55

49 Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn), PB L 108 van 24 april 2002

50 Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB L 108 van 24 april 2002

51 Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (Richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie), PB L 201 van 31 juli 2002

52 Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) en het Bureau, PB L 337 van 18 december 2009

53 Verordening (EU) nr. 531/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie, PB L 172 van 30 juni 2012

54 Reforming EU telecoms rules to create a digital union, Directotate General for Internal Policies, Policy Department A: Economic and Scientific Policy, at request of the ITRE committee of the European Parliament, March 2016

55 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's, Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt - Naar

28

Alle Europese huishoudens, zowel in de stad als op het platteland, moeten een verbinding hebben met een downloadsnelheid van minstens 110 megabit, die kan worden geüpgraded tot 1 gigabit

In de stad en langs grote wegen en spoorwegen moet er totale 5G-dekking zijn (de vijfde generatie van draadloze communicatiesystemen). Voorlopig is het voldoende als er in 2020

In de stad en langs grote wegen en spoorwegen moet er totale 5G-dekking zijn (de vijfde generatie van draadloze communicatiesystemen). Voorlopig is het voldoende als er in 2020