• No results found

Snelgroeiende ondernemingen, start-ups en scale-ups

4 E-commerce in cijfers

4.2 Europa

4.2.5 Snelgroeiende ondernemingen, start-ups en scale-ups

Inleiding

Er is niet één bepaalde definitie voor een startup. Kort gezegd is een startup een bedrijf met een vernieuwend idee waarbij een product gemaakt wordt die schaalbaar en herhaalbaar is. Dit product is gemaakt door middel van nieuwe technologie. Schaalbaar en herhaalbaar betekent dat het product één keer wordt gemaakt en steeds opnieuw kan worden verkocht. Het is gemakkelijker en goedkoper om niet voor elke afnemer een ander product te maken.

Startup-goeroe Paul Graham150 geeft volgende definitie: “A startup is a company designed to grow fast. Being newly founded does not in itself make a company a startup. Nor is it necessary

150 Paul Graham is een programmeur, durfkapitalist en essayist. Hij is bekend van zijn werk met Lisp, als medeoprichter van Viaweb (wat later Yahoo! Store werd), en als medeoprichter van de Y Combinator, een 0,00

5,00 10,00 15,00 20,00 25,00 30,00 35,00 40,00

2013 2007

89

for a startup to work on technology, or take venture funding, or have some sort of “exit.” The only essential thing is growth. Everything else we associate with startups follows from growth. If you want to start one it’s important to understand that. Startups are so hard that you can’t be pointed off to the side and hope to succeed. You have to know that growth is what you’re after.

The good news is, if you get growth, everything else tends to fall into place. Which means you can use growth like a compass to make almost every decision you face.” Omar Mohout151 gebruikt volgende omschrijving: “Een startup creëert en commercialiseert een zelfontwikkeld innovatief product waarmee het snel globaal opschaalt zonder lineaire afhankelijkheid van menselijk kapitaal.”

Startups worden beschouwd als de vaandeldragers van de nieuwe economie en onderscheiden zich van andere startende bedrijven door volgende kenmerken:

Schaalbaarheid. Om van een startup te spreken moet er een product of de dienst zijn die in een mum van tijd kan uitgroeien tot iets groots. Dit veronderstelt een continue zoektocht naar een schaalbaar en repeatable (herhaalbaar, relevant voor een bredere markt) businessmodel (met een mogelijk disproportioneel grote impact, disruptief dus). Dat kan bijvoorbeeld door slim gebruik te maken van bestaande dingen, zoals taxi’s (Uber) of vastgoed (Airbnb). Het tempo ligt hoger dan in een normaal bedrijf. Succesvolle startups kenmerken zich door hypergroei. Die snelheid uit zich ook in het begrip burnrate: hoeveel geld een startup ‘verbrandt’ om zo snel mogelijk marktaandeel te kunnen veroveren. De belangrijkste reden waarom startups failliet gaan, is omdat het geld op is. Is de weg omhoog eenmaal gevonden en kan men zich handhaven, dan komt het label scale-up in zicht.

Zoekend. Een startup kan dan wel hard groeien, de definitieve vorm staat nog niet vast.

Startups zijn continu aan het testen en valideren of de dingen schaalbaar en herhaalbaar zijn. Daarom wordt door sommige deskundigen zelfs een bedrijf als Tesla (omzet eerste kwartaal 2016: 1,15 miljard dollar) nog steeds een startup genoemd. Zij moeten immers hun scaling-fit nog bewijzen: kunnen ze in 2018 daadwerkelijk 500.000 auto’s produceren?

Het businessmodel is m.a.w. nog niet gevalideerd. Of nog, een bedrijf als buurtapp Nextdoor dat zijn businessmodel uitgevonden en bewezen heeft in de VS, maar met de vraag wordt geconfronteerd hoe zijn businessmodel zich in Europa zal ontwikkelen. In die zin kan het nog steeds een startup beschouwd worden. Startups laten zich vanaf het begin leiden door lean- en agile-principes om - door contact met klanten - een snelle product market fit te vinden en vervolgens met een minimum viable product live te gaan, nl. een product dat de kern van het aanbod behelst, maar dat nog niet ‘af’ is, zodat het snel gelanceerd kan worden. Slaat het product niet aan, of blijkt juist dat een bepaald onderdeel daarvan goed in de smaak valt, dan maakt een startup een pivot, een rigoureuze draai in zijn businessmodel. Twitter begon bijvoorbeeld als een podcast-dienst, maar eindigde als microblog. Het kan m.a.w. jaren duren voordat het uiteindelijke businessmodel is gevonden. Ook Airbnb, Dropbox en Linkedln, platformen met een enorm aantal gebruikers, begonnen niet in de vorm waarin ze nu gekend zijn. Hier zijn talloze experimenten en continu leren aan vooraf gegaan. Het minimum viable product is een fundamenteel begrip in deze experimenten.

durfkapitaalverstrekker voor startende ondernemingen. Hij is de auteur van On Lisp (1993), ANSI Common Lisp (1995), en Hackers & Painters (2004).

151 Mohout, O., Het Belgische startuplandschap, Die Keure, 2015

90

Gedreven door technologie. Startups zijn relatief jong, gedreven door technologie en hebben een model dat vaak dankzij technologie schaalbaar is. Startups hoeven niet per se techbedrijven te zijn, maar door technologie is schalen makkelijk en snel.

Mentaliteit en bezieling. Bedrijfsleiders van startups moeten constant met hun startup bezig zijn en continu alert zijn voor de burnrate. Naast vele andere beslommeringen, moeten startups voortdurend oog hebben voor volgende investeringsrondes om geld op te halen.

Algemeen beeld van snelgroeiende ondernemingen Europa, België en Vlaanderen Europese Commissie152 en Eurostat

Uit gegevens van Eurostat153 blijkt dat ongeveer 1 op de 10 ondernemingen (9,2%), oftewel 145.000 ondernemingen, in de EU als een snelgroeiende onderneming kan beschouwd worden.

Een snelgroeiende onderneming is een onderneming met 10 of meer werknemers in het basisjaar (het begin van de groei) die op 3 jaar tijd een groei kenden van het personeelsbestand van minstens 10% op jaarbasis. Zij stellen meer dan 12 miljoen mensen te werk, oftewel 13%

van de totale werkgelegenheid in bedrijven met meer dan 10 werknemers.

Snelgroeiende ondernemingen zijn nadrukkelijker aanwezig in de dienstensectoren dan in andere bedrijfseconomische activiteiten, en dan vooral in de ICT-sector (15% van de ondernemingen actief in deze sector zijn snelgroeiend) en de administratieve en dienstenondersteunende activiteiten (12,7%).

België ligt met een aandeel snelgroeiende ondernemingen van 8% onder het EU28-gemiddelde van 9,2%. België bevindt zich daarmee in de achterhoede van de Europese lidstaten. Dit Belgisch aandeel vertegenwoordigt 2.398 snelgroeiende ondernemingen op de totale bedrijvenpopulatie van meer dan 10 werknemers. Zij stellen samen 165.985 mensen te werk, hetgeen overeenstemt met een aandeel van 9,1% van de totale werkgelegenheid in bedrijven met meer dan 10 werknemers. Ook inzake werkgelegenheid ligt België daarmee onder het EU28-gemiddelde. De sector met het grootst aandeel snelgroeiende ondernemingen is die van de administratieve en ondersteunende dienstenactiviteiten (16,3%) gevolgd door de ICT-sector (13,2%). Het aandeel snelgroeiende ondernemingen in de ICT-sector is dus in België lager dan het EU28-gemiddelde van 15%.

152 Zie Scale-up Europe: a Manifesto for change and empowerment in the digital age, 29 september 2016 en Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, De toekomstige leiders van Europa: het starters- en opschalingsinitiatief, COM(2016) 733 final, 22 november 2016. Deze mededeling ging vergezeld van een werkdocument COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT Accompanying the document Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions Europe’s next leaders: the Start-up and Scale-up Initiative, Putting intellectual property at the service of SMEs to foster innovation and growth, SWD(2016) 373 final, 22 november 2016

153 Eurostat, Newsrelease 209/2016, 26 oktober 2016

91 Figuur 16: snelgroeiende ondernemingen in de EU-lidstaten, 2014 (als % van de actieve ondernemingen met

minstens 10 ondernemingen)

Bron: Eurostat

Ook het landverslag België 2016154 kaart het probleem van snelgroeiende ondernemingen aan:

“De lage productiviteitsgroei hangt samen met middelmatige prestaties met betrekking tot een aantal aspecten die het groeipotentieel van de economie op lange termijn fnuiken. Ondanks zijn kwalitatief hoogwaardige publieke onderzoeksstelsel heeft België bijvoorbeeld relatief weinig snel groeiende ondernemingen in innovatieve sectoren.” En verder nog stelt het landverslag:

“Een kritiek punt is het gebrek aan snel groeiende ondernemingen in innovatieve sectoren.

Snelgroeiende ondernemingen leveren een significante bijdrage aan de banengroei. Met een werkgelegenheidsaandeel van snelgroeiende ondernemingen van slechts 5,9% blijft België fors onder het EU-gemiddelde van 9,1% (en bekleedt het een 23e plaats in de EU volgens deze indicator). Daarenboven zijn heel wat snelgroeiende Belgische ondernemingen niet in innovatieve sectoren actief, maar in de bouw en de transportsector. Inzake de deelindicator van de innovatie-outputindicator155 die aangeeft in welke mate snelgroeiende ondernemingen in innovatieve sectoren actief zijn, scoort België bijgevolg lager dan het EU-gemiddelde (16,9 tegenover 18,8).”

Belgian High-Growth Monitor156

Snelle groeiers zijn in deze Monitor bedrijven die minstens 10 werknemers hebben en die over een periode van 3 jaar hun aantal werknemers of hun toegevoegde waarde jaarlijks met 20%

154 Europese Commissie, Werkdocument van de diensten van de Commissie, Landverslag België 2016 met een diepgaande evaluatie betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden, SWD(2016) 71 final, 26 februari 2016. Innovatieve sectoren worden bepaald op basis van een coefficiënt die de innovativiteit van elke sector reflecteert en die gewogen wordt met het aandeel van de werkgelegenheid in snelgroeiende ondernemingen. Deze ondernemingen worden gedefinieerd als een onderneming met 10 of meer werknemers in het basisjaar (het begin van de groei) die op 3 jaar tijd een groei kenden van het personeelsbestand van minstens 10% op jaarbasis.

155 De innovatie-outputindicator meet in hoeverre ideeën uit innovatieve sectoren de markt bereiken, en zodoende betere banen opleveren en het concurrentievermogen van Europa vergroten. De indicator is samengesteld uit vier deelindicatoren die zich op vier zwaartepunten van het beleid toespitsen: groei via technologie (octrooien);

banen (kennisintensieve werkgelegenheid); wereldwijd concurrentievermogen op lange termijn (handel in mid/hightechgoederen); en toekomstige zakelijke kansen (banen in snelgroeiende innovatieve bedrijven).

156 Prof. Crijns, H. & Dillen, Y., Belgian High-Growth Monitor – Impuls Centre “Growth Management for Medium-Sized Enterprises” (IGMO), oktober 2016

13,7 12,9 12,8 12,6 12,3 12,1 11,5 11 10,9 10,6 10,2 9,7 9,6 9,5 9,5 9,2 9,2 8,6 8,6 8,5 8,5 8,3 8 7,6 7,3 6,8 2,3 2,2

0 2 4 6 8 10 12 14 16

92

hebben zien toenemen. Het gaat dus niet om startups maar om ondernemingen die gemiddeld al zo’n twintig jaar aan de weg timmeren.

Deze ondernemingen hebben een belangrijke impact op enerzijds jobcreatie en anderzijds de groei van het BBP.

Wanneer gekeken wordt naar de tewerkstellingsgraad voor de periode 2012-2015 beantwoordt exact 3% van de Belgische bedrijven met minstens 10 werknemers aan het profiel van snelle groeier: 674 op een totaal van 22.475 ondernemingen. Samen waren ze goed voor een totaal van 45.278 jobs, terwijl de totale jobcreatie binnen alle Belgische bedrijven met minimum 10 werknemers slechts 13.256 bedroeg.

Wordt gekeken naar de economische toegevoegde waarde voor de periode 2012-2015 dan beantwoorden dubbel zoveel bedrijven (6,27%) aan het profiel van snelle groeier: 1.410 op een totaal van 22.475 ondernemingen. Deze snelgroeiende bedrijven vormen de brandstof voor de groei van het BBP, aangezien voor het leeuwendeel van de creatie van toegevoegde waarde zorgen.

Opvallend is dat inzake jobcreatie het aandeel snelgroeiende ondernemingen in de populatie Belgische ondernemingen met meer dan 10 werknemers sinds vier opeenvolgende periodes (vanaf 2009) in een dalende lijn zit. Voor de toegevoegde waarde wordt een eerder volatiel beeld vastgesteld.

Figuur 17: aandeel snelgroeiende ondernemingen naar periode

Bron: Belgian High-Growth Monitor

Snelgroeiende ondernemingen zijn vooral actief in kennisgedreven dienstverlening (IT, communicatie, wetenschap, technologie, administratie). Ze zijn ondervertegenwoordigd in traditionele bedrijfstakken zoals productie, bouw, retail en transport. Absolute koploper van het peloton in België is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Terwijl 11,15% van alle Belgische bedrijven met meer dan 10 werknemers hier gevestigd is, is maar liefst 16,47% van de groeiers inzake tewerkstelling hier actief. Voor de groeiers op het vlak van toegevoegde waarde is dat 14,18%. In Vlaanderen is ongeveer 64% van de ondernemingen met meer dan 10 werknemers gevestigd, terwijl het aandeel in de snelgroeiende ondernemingen op basis van tewerkstelling rond de 61% schommelt.

3,51 3,31 3,57 3,44

3,2 3

6,69 6,55

5,91

6,66

6,04 6,27

0 1 2 3 4 5 6 7 8

2007-2010 2008-2011 2009-2011 2010-2012 2011-2014 2012-2015

op basis van tewerstelling op basis van T.W.

93

VRIND 2016157

Gazellen zijn ondernemingen met 10 of meer werknemers in het basisjaar die op 3 jaar tijd een groei kenden van het personeelsbestand van minstens 20% op jaarbasis. Begin 2014 zijn er 2,4% snelgroeiende ondernemingen of gazellen onder de Vlaamse ondernemingen met 10 of meer werknemers. De laatste jaren gaat deze indicator in dalende lijn. Hiermee wordt de vastgestelde tendens in de Belgian High-Growth Monitor bevestigd.

Figuur 18: Evolutie aandeel gazellen (in % van het aantal ondernemingen met meer dan 10 werknemers)

Bron: VRIND 2016

Start-ups en scale-ups: European Startup Monitor 2016 en Sirris158 European Startup Monitor

De European Startup Monitor (ESM) gebruikt data van 2.515 startups van alle (toen nog) 28 EU-lidstaten en andere landen in het Europese startup ecosysteem (Zwitserland, Israël).

Slechts van de landen met een voldoende aantal respondenten, waaronder België, worden er gedetailleerde analyses gemaakt.

In de European Startup Monitor (ESM), met een eerste stand van zaken in 2015, worden enkel ondernemingen in het onderzoek betrokken en gekwalificeerd als een startup (gazelle) die volgende kenmerken hebben:

jonger dan 10 jaar

beschikken over (high) innovatieve technologieën en/of businessmodellen streven naar of realiseren van een significante tewerkstellings- of omzetgroei.

Op basis van bovenstaande definitie vertegenwoordigt de ESM 2.515 startups, 6.340 oprichters en 23.774 werknemers.

Veelal wordt het startup concept gebruikt in de context van de digitale economie, aangezien hierin de meeste startups vertegenwoordigd zijn, maar er zijn nog andere industrieën waarin startups floreren, zoals de medische (biotechnologie) en de financiële sector (fintech). Ook deze sectoren komen in de Monitor aan bod.

157 Vlaamse overheid, Vlaamse Regionale Indicatoren 2016

158 Mohout O., Sirris, 2016 European Scale up Report

94

De ESM 2016 wijst erop dat startups belangrijke economische drijvers zijn die nieuwe producten en diensten op de markt brengen en instaan voor aanzienlijke tewerkstellingscreatie.

Niettemin loopt Europa volgens de GEM 2015/2016 achter inzake ondernemerschap. Het aandeel van de ‘Total early-stage Entrepreneurial Activity’ (TEA)159 in de Europese bevolking bedraagt slechts 7,8%, tegenover 13,3% in Noord-Amerika en 13,1% in Azië en Oceanië.

Europa staat dan ook voor grote uitdagingen om haar positie in de geglobaliseerde wereld te versterken, onder meer door het aanmoedigen, faciliteren en ondersteunen van innovatieve startups.

De belangrijkste bevindingen van de ESM 2016 zijn in een notendop de volgende:

Leeftijd. De ESM-startups zijn gemiddeld 2,4 jaar oud. In België bedraagt de gemiddelde leeftijd 2,9 jaar.

Digitale economie. Het opstarten van ondernemingen in de digitale economie blijft zeer aantrekkelijk.

Internationalisering. 55,2% van de startups is internationaal actief en 77,7% van de ESM-startups hebben (verdere) internationaliseringsplannen. Voor de Belgische ESM-startups bedragen die cijfers gemiddeld 73,8% respectievelijk 93,8%, hetgeen op een hoge internationaliseringsgraad duidt.

Vrouwelijke oprichters. Het aandeel vrouwelijke oprichters bedraagt 14,8%. In België is dat 11,1%.

Tewerkstelling. De ESM-startups creëren gemiddeld 12 jobs (9,5 werknemers en 2,5 oprichters) binnen 2,4 jaar (hun gemiddelde leeftijd) en plannen bijkomend 5,8 nieuwe werknemers in de nabije toekomst aan te werven. Belgische startups genereren gemiddeld 11,6 jobs (9,2 werknemers en 2,4 oprichters) en hebben de intentie om 6,8 nieuwe werknemers aan te werven.

Geldophaling. De ESM-startups haalden ongeveer € 2 miljard op aan extern kapitaal en zijn van plan om additioneel nog € 2,7 miljard op te halen binnen de volgende 12 maanden.

Het volume van de externe kapitaalinjecties bevindt zich grotendeels in de grootteklassen van € 1- € 25.000 (24,8%) en € 150.000 - € 250.000. In België zijn dat de grootteklassen € 50.000 - € 150.000 (21,1%) en € 5 - € 10 miljoen (18,4%).

Groei. Meer dan 70% verwacht een meer gunstige ontwikkeling in het volgende jaar.

Uitdagingen. De grootste uitdagingen liggen op het vlak van verkoop en/of klantenwerving, productontwikkeling en groei.

De ESM doet ook onderzoek naar het startup omgevingsklimaat om nuttige aanbevelingen voor potentiële beleidsinitiatieven te kunnen deduceren. Aldus werden ESM-participanten gevraagd om het ondersteuningsbeleid en de kennis van het startupgebeuren door de beleidsverantwoordelijken te evalueren op een schaal van zeer slecht (1) tot zeer goed (6).

Over het algemeen wordt de ondersteuning van het startupgebeuren in 2016 slechter (score van 2,7) geëvalueerd als het jaar daarvoor (score van 3,3). De evaluatie van het ondersteuningsbeleid in België bevindt zich met een score van 2,7 op het ESM2016-niveau.

Koplopers zijn Finland, Israël, VK, Ierland en Slovenië.

159 Het aandeel personen in de totale bevolking tussen 18-64 jaar dat aangeeft bezig te zijn met het starten van een bedrijf, hetzij in de voorbereidingsfase, hetzij in de periode van 42 maanden nadat het bedrijf voor het eerst inkomsten genereerde.

95 Figuur 19: Gemiddelde evaluatie van het overheidsbeleid: ondersteuning van het startup ecosysteem

Bron: ESM 2016

Voor de kennis van het startupgebeuren krijgen de beleidsinstanties gemiddeld een score van 2,7 toebedeeld, een status quo met 2015. Hier scoort België iets hoger dan het ESM-gemiddelde. Finland, VK, Israël, Ierland en Slovenië zijn weerom de koplopers.

Figuur 20: Gemiddelde evaluatie van het overheidsbeleid: kennis van de problematiek van startups

Bron: ESM 2016

Startups en e-commerce (ESM)

Het is niet de bedoeling in dit informatierapport gedetailleerd in te gaan op de problematiek van snelgroeiende ondernemingen, hoe interessant en belangrijk ook. Wel wordt cijfermateriaal weergegeven over de sectoren waarin de startups actief zijn.

Om een overzicht te krijgen van de sectoren waarin de startups actief zijn, werd aan de respondenten gevraagd om in een lijst van 18 sectoren hun startupactiviteit aan te vinken. Uit de ESM 2016 blijkt alvast dat het belang van de digitale economie voor de Europese startup

5 4 4 3,5 3,5 3,4 3,4 3,2 3,1 3,1 3,1 2,7 2,7 2,6 2,6 2,5 2,4 2 1,7 1,6

0 1 2 3 4 5 6

4,4 3,7 3,6 3,5 3,4 3,4 3,3 3,2 3,1 3 2,9 2,9 2,7 2,6 2,6 2,6 2,3 2,1 1,8 1,8

0 1 2 3 4 5 6

96

scène zeer belangrijk is en blijft. Van de 7 sectoren die in 2016 een hoger aandeel startups scoren dan 5%, zijn er vijf sectoren die deel uitmaken van de digitale economie.

Figuur 21: sectorale verdeling startups

Bron: ESM 2015 en 2016

Onder de ‘andere sectoren’ bevinden zich: online marktplaatsen (4,9%), opleiding (4,8%), consultancy (4,6%), online dienstenportaal (4,2%), groene technologie (4,0%), voeding (2,4%), media en creatieve industrie (3,3%), games (1,3%), offline diensten (1,3%), fysieke groothandel en retail (0,6%) en andere (7,9%).

Opvallend is dat e-commerce tot de top 5 van de sectoren behoort met de hoogste aandelen startups. 6,6% van alle Europese ESM-startups zijn actief in de e-commercesector.

Sirris

Met dit rapport wordt een bondig overzicht geboden van investeringen in snelgroeiende technologieondernemingen (scale-ups160) in 31 Europese landen. Het rapport is op te vatten als een momentopname, bedoeld om gegevens en trends in de sectoren en de regio’s te analyseren. Enkel deals van minstens $ 1 miljoen oftewel € 750.000 worden in het rapport meegenomen.

Belangrijkste bevindingen in het rapport 2016 zijn:

€ 15,9 miljard investeringen in 1.648 deals in 31 landen

160 In haar advies van 21 januari 2016 “Bevordering van innovatieve en snelgroeiende ondernemingen”definieert het Europees Economisch en Sociaal Comité scale-ups als snelgroeiende ondernemingen met een gemiddelde jaarlijkse groei op jaarbasis qua werknemers (of omzet) van meer dan 20%, gerekend over een periode van drie jaar, en met meer dan 10 werknemers aan het begin van de waarnemingsperiode. Een starr-up wordt gewoonlijk gedefinieerd als een zakelijke onderneming die als doel heeft een repliceerbaar en schaalbaar zakelijk model te ontwikkelen. Deze nieuwe bedrijven zijn meestal buitengewoon innovatief en over het algemeen gebaseerd op ideeën, technologieën of zakelijke modellen die nog niet eerder zijn gepresenteerd.

Een scale-up breidt daarentegen snel uit en groeit in termen van markttoegang, ontvangsten en aantal medewerkers. Europees Economisch en Sociaal Comité, Advies: Bevordering van innovatieve en snelgroeiden ondernemingen, Rapporteur Antonio García Del Riego, 21 januari 2016, ECO/403

9,1 16,4 5,8 7,6 7,5 4,2 3,6 45,8

15 12,2 8,3 6,8 6,6 5,8 5,2 40,2

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

2015 2016

97

Het VK is toonaangevend in fondsenwervingen (€ 3,6 miljard). In België werd voor € 295 miljoen opgehaald, waarmee het de 11de positie bekleedt. Het gemiddeld bedrag dat Belgische scaleups ophaalden is met € 4,4 miljoen relatief laag Vooral in B2B georiënteerde B2B-scaleups (70% van alle deals in België) zit ons land mee in de kopgroep (2de rang).

Frankrijk heeft het grootste aantal deals (350), gevolgd door het VK (345). België kende 67 deals en bevindt zich daarmee op de zesde positie.

De stad met het grootste aantal deals is London, gevolgd door Parijs en Stockholm

Bpifrance (in handen van de Franse overheid) is het meest actieve venturefonds in Europa.

In België is PMV de meest actieve investeerder in scaleups, gevolgd door Michel Akkermans en Fortino.

Europese scaleups vinden vooral plaats in marktplaatsbedrijven (businessmodel/technologie).

FinTech is de sector met het meest opgehaald kapitaal (€ 4,2 miljard) en grootst aantal deals. In de e-commercesector werd voor € 956 miljoen € opgehaald en werden 96 deals beklonken. De e-commercesector bekleedt daarmee de 5de respectievelijk 4de positie binnen de 40 sectoren .

22 Europese technologiebedrijven kenden een beursintroductie ter waarde van € 3,4 miljard in totaal (waaronder Moovly in België).

Gemiddeld stellen Europese scaleups 50 ondernemingen te werk. In België bedraagt het gemiddelde 27 werknemers.