• No results found

5 Aandachtspunten in verband met e-commerce

5.3 Werken en jobs in de digitale economie (literatuurstudie)

5.3.1 ETUI, OESO en Eurofound

Een studie van ETUI203 (European Trade Union Institute) analyseert op basis van de literatuur de digitale economie en de transformatie van het werk waarbij getracht wordt een onderscheid te maken tussen ontwikkelingen die in het verlengde liggen van reeds bestaande trends en ontwikkelingen die een breuk met het verleden betekenen. Een deel van het onderzoek besteedt aandacht aan (i) de belangrijkste technologische doorbraken die zowel een disruptieve impact hebben op de werkplaats als een transformatief potentieel evenals aan (ii) nieuwe vormen van werk – in het bijzonder virtueel werk – in de digitale economie.

De belangrijkste technologische revolutionaire ontwikkelingen zijn:

The cloud. De ‘cloud’ is een term die voortkomt uit het begrip ‘cloud computing’. Cloud computing is simpel gezegd de online opslag van gegevens, software en bestanden waar men altijd op aanvraag toegang tot heeft. Deze opslagruimte bevindt zich in de zogenaamde ‘cloud’, wat vertaald een wolk is. Deze term wordt gebruikt omdat de plek waar bestanden en gegevens staan, niet zichtbaar/tastbaar is maar virtueel. Alles wordt namelijk op een onbekende server (ergens in de wereld) opgeslagen maar men heeft wel zijn eigen kleine ruimte met vrije toegang. Eigenlijk kan men stellen dat de cloud een aantal van de taken van een tablet (of andere hardware) over kan nemen. Denk bijvoorbeeld aan Google Docs. De documenten die iemand hier aanmaakt worden in de cloud opgeslagen, zijn alleen door de betrokken persoon te bekijken en bevinden zich niet fysiek op zijn/haar apparaat. Ook het maken van deze bestanden gebeurt in de cloud en niet middels een programma op je tablet zelf. De opslag van data is de belangrijkste functie van de cloud en zie je dan ook terug in de cloud diensten van bijvoorbeeld Apple en ASUS. Vanuit werkgerelateerde invalshoek fungeert de ‘cloud’ niet alleen als motor voor de groei van allerlei mogelijke vormen van afstand en virtueel werk, maar ook als een instrument voor de implementatie van outsourcing en offshoring strategieën, in het bijzonder in de IT-dienstverlening en call centre sectoren. Werknemers die cloud diensten gebruiken, moeten vaak hun werkomgeving en arbeidsrelaties aanpassen om meer complexe en onvoorziene situaties te managen, die een verhoogde beschikbaarheid vergen.

Big data. Ontwikkelingen in het domein van cloud technologieën hebben geleid tot de opkomst van grootschalige fysieke infrastructuren in de vorm van datacentra en hogesnelheidsverbindingen. De recente vooruitgang in de performantie van data analyse en vormgeving maakt het nu mogelijk om enorme hoeveelheden aan digitale data te analyseren als basis voor activiteiten zoals consumentenprofilering, gedragsmodellering, interactie mapping en het diagnosticeren van autopannes of menselijke ziekten. Vanuit werkgerelateerd perspectief heeft big data verzameling en analyse implicaties op het vlak van surveillance en monitoring van de werkplaats en de tracking van werknemersactiviteiten. De oplossingen om big data weer te geven maken het meer dan ooi makkelijker om kwantitatieve en kwalitatieve performantiestandaarden te hanteren als

203 Valenduc, G. and Vendramin, P. 2016. Work in the digital economy: sorting the old from the new. ETUI, Working Paper 2016.03

151

basis voor individuele benchmarking en performantieprofielen204. Het gebruik van consument gegenereerde big data transformeert ook de werkprocessen in de domeinen van handel, marketing en financiële diensten en andere klantgeoriënteerde activiteiten, waarbij het uiteindelijke doel ligt in het verbruiken van producten en het personaliseren van diensten.

Mobiele apps. De meerderheid van de platforms leveren mobiele apps die kunnen gedownload worden op smartphones en tablets en die toegang verschaffen tot online diensten en sociale netwerken zonder een PC-browser. Apps voorzien overal en altijd waar een verbinding is, toegang en kunnen ook geïnstalleerd worden op communicatievoorwerpen of huishoudtoepassingen zoals verwarmingssystemen, elektriciteitsmeters, printers, TV of auto’s. Apps zijn meer dan zomaar firmware (firmware is software die in hardware ingeprogrammeerd is), maar zijn tevens instrumenten voor de collectie en levering van data aan datacentra van online platforms. Zij vormen een uitstekend voorbeeld van pervasive (‘doodringend’) of ubiquitous (‘alomtegenwoordig’) computergebruik zonder dat de gebruiker zich bewust is van hun aanwezigheid of een idee heeft van hun werkelijke doel. Alhoewel de meeste mensen vertrouwd zijn met apps omwille van hun nut in het dagdagelijkse leven, hebben ze ook een indirecte impact op het werk door het constante gevoel om online te blijven. Mobiliteit-, gezondheid- of energieverbruik apps kunnen potentieel de werkprocessen in deze sectoren transformeren.

Geolocation. Geolokalisatie is een term die verwijst naar het kenbaar maken van een geografische locatie via een mobiel apparaat zoals een pc, laptop, smartphone, tablet, gsm, enz. Via deze methode kan men te weten komen vanwaar iemand mailt, blogt, een tweet verstuurt, een sms-bericht verstuurt, een foto post enz. Ervan uitgaande dat de gebruiker de geolokalisatie niet heeft geblokkeerd, verschaffen de apparaten de online platforms lokatiegegevens die een potentiële marktwaarde kunnen impliceren. Vanuit werkgerelateerde invalshoek heeft geolokalisatie reeds een belangrijke impact gehad op de planning, monitoring en tracering van mobiele werknemers de instaan voor leveringen, voor onderhouds-, herstel- en inspectiewerken of voor plaatsbezoeken. De mogelijkheid om geolokalisatiediensten te gebruiken voor de traceerbaarheid van zowel goederen als individuen zal een impact hebben op de arbeidsorganisatie in de transport- en logistieke sector.

Internet of Things. Internet of Things (IoT) staat voor het (tijdelijk) verbinden van apparaten met internet om gegevens te kunnen uitwisselen. De verwachting is dat er op den duur meer intelligente apparaten dan mensen op internet zitten. Voorbeelden zijn slimme thermometers, koelkasten, sportkleding met sensoren ... Internet of Things is dus een netwerk van slimme en communicerende objecten. Internet of Things verwijst naar het algemene idee dat dingen leesbaar, herkenbaar, lokaliseerbaar, adresseerbaar en/of

204 Big data kunnen gebruikt worden om rekrutering te automatiseren (Wall, 2014). Rekruteringsbedrijven gebruiken miljoenen cv’s en profielen om te begrijpen wat een kandidaat geschikt maakt voor verschillende rollen. Deze data kunnen vervolgens vergeleken worden met de data van een kandidaat die verzameld werden aan de hand van de taalpatronen in zijn/haar applicatie. Verder kunnen rekruteerders dankzij nieuwe technologieën efficiënter en intelligenter te werk gaan bij de selectie van kandidaten. Rekruteerders worden vandaag bedolven onder de cv’s, onder andere door de vele kanalen waarlangs de cv’s in een bedrijf toekomen. Vandaag wordt een openstaande vacature immers via verschillenden kanalen gecommuniceerd.

Daarnaast zijn cv’s almaar meer gediversifieerd. Vroeger koos een werknemer voor één bepaald carrièrepad en bleef hij/zij dat vrij consequent bewandelen. Vandaag is dit een stuk minder voorspelbaar geworden. Mensen maken tijdens hun carrière soms meerdere zijsprongen. Dit maakt een cv een stuk minder makkelijk te screenen. Nieuwe technologieën kunnen dit verhelpen

152

controleerbaar zijn via internet. De intergeconnecteerde (minitiatuur) apparaten kunnen een rol spelen in de werkomgeving (component en product tracering, monitoring van werknemersactiviteiten, verkoopsopvolging, toegangscontrole), in openbare aangelegenheden (stadsverkeer, publiek transport, elektriciteits- en watervoorziening, afvalbeheer) en in private aangelegenheden (digitale wearables, domotica, sportuitrusting).

Het connecteren van allerlei objecten verhoogt hun waardecreatiepotentieel, gelet op de geïntegreerde diensten (embedded systems) en de eruit vloeiende data-analyses. Vanuit werkgerelateerde invalshoek hebben de veranderingen hoofdzakelijk betrekking op de ontwikkelingen in het beheer van de stroom en de beschikbaarheid van goederen, diensten en mensen in alle sectoren van de industrie. Omdat er nog heel wat dient te gebeuren op het vlak van populariteit en gedragenheid bij vele actoren alsook op het vlak van privacybeveiliging zijn onmiddellijke effecten op het werk onwaarschijnlijk.

Lerende machines en mobiele robots. Lerende machines bouwen verder op de vooruitgang die is gemaakt op het vlak van computercapaciteit en –geheugen (big data, elektronische zicht-, profiel- en spraakherkenning) die het mogelijk maakt om hun gedrag aan te passen op basis van hun kennis van het verleden en analyse van hun omgeving. Eén van de gevolgen van de vooruitgang inzake profielherkenning is een verbeterde mobiliteit van menselijke en niet-menselijke robots, waarbij de bewegingen van deze robots afhangen van hun vermogen om te communiceren met geconnecteerde objecten. Vanuit werkgerelateerde invalshoek wordt opgemerkt dat de impact van lerende en mobiele robots niet beperkt is tot sectoren die historisch gekenmerkt worden door sterke automatisering maar zich uitstrekt tot vele andere taken en activiteiten bij bijvoorbeeld goederenbehandeling, onderhoud en herstel van industriële bedrijfsinstallaties, afvalbeheer, reserveonderdelen, stukgoederen en brieven, bevoorrading en operaties in vijandig gebied. Het maakt integraal deel uit van het industrieel herstructureringsproces gekend onder de naam ‘Industrie 4.0’.

Gelet op bovenstaande ontwikkelingen stelt zich de vraag of robots het werk van de werknemer zullen overnemen dan wel complementeren. Voorafgaand dient echter uitgeklaard te worden welk werk al dan niet door robots en machines kan worden overgenomen. Voor het antwoord hierop worden taken en vaardigheden geklasseerd op basis van twee scheidingslijnen:

cognitieve versus manuele taken en routine versus non-routine taken.

Non-routine cognitieve taken die reflectie, expertise en probleemoplossend vermogen vereisen, kunnen niet in gestructureerde procedures gecodeerd worden. Computers kunnen vandaag de menselijke arbeid in deze domeinen nog niet vervangen, maar wel ondersteunen en verrijken.

Routine cognitieve taken kunnen in procedures, regels en algoritmen gecodeerd worden en er is een groeiende, zij het relatief recente, trend om menselijke arbeid te vervangen door computers/robots in deze domeinen. Het gaat om sectoren zoals handel, logistiek, financiën, boekhoudkundige en juridische diensten, en technische inspectiediensten.

Routine manuele taken kunnen gecodeerd en gestandaardiseerd worden omwille van hun repetitieve aard en substitutie tussen menselijke arbeid en computers/robots in deze domeinen is reeds langere tijd gaande.

153

Non-routine manuele taken kunnen niet gecodeerd worden in algoritmen omdat zij hoog gesofisticeerde zintuiglijk-motorische vaardigheden, praktische of esthetische intuïtie, vakmanschap of andere vormen van tacit knowledge205.

Twee types van innovatie zijn van belang met betrekking tot bovenstaande klassering. De eerste heeft betrekking op het innovatief gebruik van computers voor non-routine cognitieve taken door gebruik van big data en machine lerende algoritmen, hetgeen leidt tot een vermindering van de menselijke fout, zero fraude, gecomputeriseerde diagnostische procedures, geautomatiseerde juridische transacties, het gebruik van sensoren in plaats van inspecties en monitoring, en de productie en vertaling van gestandaardiseerde teksten (gebruikershandleidingen, technische data, persmededelingen en officiële brieven). De tweede heeft betrekking op het innovatief gebruik van computers voor non-routine manuele taken zoals het onderhoud van technische faciliteiten, de implementering van logistieke systemen en besturing van voertuigen (industrie- en landbouwvoertuigen).

De studie verwijst naar literatuur (Brynjolfsson and McAfee, 2015) waarin wordt gesteld dat de toekomst van het werk afhankelijk is van het realiseren van een optimaal evenwicht tussen de nieuwe generatie van hoogtechnologische machines en menselijke vaardigheden, hetgeen een zeer verschillend perspectief biedt ten aanzien van de meer klassieke visie op de machine als substituut voor menselijke arbeid (Frey and Osborne, 2013). Volgens deze auteurs zou ongeveer 47% van de werkgelegenheid in de VS te lijden hebben onder een hoge kans op volledige digitalisering. De Hoge Raad voor Werkgelegenheid206 heeft dezelfde methodologie gehanteerd voor de Belgische gegevens. Hieruit blijkt dat zulks in België voor 39% van de werkgelegenheid het geval is. Het thema van complementariteit werd meer in detail onderzocht in een expertenrapport opgesteld voor de Nederlandse overheid en gepubliceerd in december 2015 (Went et al., 2015)207. Hierop wordt in dit rapport niet verder ingegaan. De cijfers van Frey and Osborne worden sterk genuanceerd door een recente studie in opdracht van de OESO.

Arntz, Gregory en Zierahn (2016)208 schatten dat enkel 9% van de jobs gemiddeld een hoog risico lopen om geautomatiseerd te worden, gaande van ongeveer 12% in Australië, Duitsland en Spanje tot ongeveer 6% à 7% in Finland en België en nog minder in Estland. Het gaat dan om jobs waarvan minstens 70% van de taken automatiseerbaar zijn. Een groter deel van de jobs komt niet voor volledige automatisering in aanmerking, maar omvatten niettemin taken die te automatiseren zijn (tussen 50 à 70%). Deze jobs zullen dus niet verloren gaan maar wel sterke wijzigingen ondergaan en anders uitgevoerd worden. Deze jobs zullen op significante wijze herzien en gereorganiseerd worden en werknemers zullen zich moeten aanpassen.

Alleszins is het zo dat over alle landen vooral werknemers met een lager onderwijsniveau het grootste risico lopen op substitutie. Terwijl 40% van de werknemers met een lagere secundaire onderwijsgraad werkzaam zijn in jobs met een hoog risico op automatisering, is minder dan 5%

van de werknemers met een hoger onderwijsdiploma actief in een job met hoog risico op automatisering. Op die manier kan automatisering bestaande nadelen voor sommige werknemers versterken.

205 Onbewuste of ontastbare kennis die ‘in het hoofd zit’ en moeilijk overdraagbaar is Deze vorm van kennis bevat vaak (cultuurgebonden) waarden, ervaringen en attituden. Overdracht vindt meestal plaats door interactie, waarbij leerprocessen van belang zijn

206 Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, Verslag 2016, Digitale economie en arbeidsmarkt, juni 2016

207 Went R., Kremer M. and Knottnerus A. 2015. Mastering the robot. The future of work in the second machine age, The Haye, The Netherlands Scientific Council for Government Policy

208 OECD, Automation and independent work in a digital economy, Policy Brief on the future of work, may 2016 (www.oecd.org/employment/future-of-work.htm)

154

Een deel van de studie gaat dieper in op ‘virtueel’ werk en nieuwe vormen van werkgelegenheid in een digitale economie. In de literatuur gebruiken verschillende auteurs de term ‘virtueel werk’

als een generieke term voor alle vormen van arbeid uitgevoerd hetzij thuis, in openbare ruimtes of in een niet-klassieke werkomgeving waarbij gebruik gemaakt wordt van Internet, computers of andere ICT-tools. De opkomst van deze nieuwe (of quasi nieuwe) vormen van werk gaan vergezeld van nieuwe vormen van werkgelegenheid die gekenmerkt worden door de combinatie van onconventionele werkplaatsen, het gebruik van technologieën en nieuwe contractuele arrangementen. Na evaluatie van de situatie in 27 landen hebben onderzoekers van Eurofound209 negen nieuwe vormen van werkgelegenheid geïdentificeerd:

Employee sharing, waarbij een individuele werknemer gezamenlijk wordt ingehuurd door een groep van werkgevers en werk verricht in verschillende ondernemingen volgens een rotatiesysteem

Job sharing, waarbij één werkgever twee of meer werknemers contracteert om één job te verrichten en waarbij deze werknemers op basis van rotatie dezelfde opdracht uitvoeren in dezelfde onderneming

Interim management, waarbij een hoog gespecialiseerde deskundige tijdelijk en vaak voor een specifiek project wordt ingehuurd door een werkgever

Casual work, waarbij een arbeidsovereenkomst bepaalt dat werknemers op een flexibele basis kunnen worden ingeschakeld wanneer nodig, eerder dan op basis van regelmatige uurroosters

ICT-based mobile work, waarbij werknemers de bedrijfsgebouwen van hun werkgever niet als hun gebruikelijke werkplaats gebruiken en het merendeel van hun arbeidstijd bezig zijn met ICT (computers, Internet, e-mail en sociale netwerken). Hun werk verschilt van de gebruikelijke vormen van mobiel werk zoals klanten- of patiëntenbezoek, werken op bouwwerven, leveringen of vervoer en kan worden gekarakteriseerd als ‘afstand/tele’werk zonder een vaste locatie.

Voucher-based work, waarbij de arbeidsrelatie een betaling voor diensten veronderstelt met vouchers aangekocht bij een derde partij organisatie (meestal een overheidsinstantie).

Deze vouchers dekken zowel de verloning als de sociale zekerheidsbijdragen.

Portfolio work, waarbij een individu op zelfstandige basis kleine opdrachten uitvoert voor een groot aantal klanten.

Crowd working, waarbij een online platform werkgevers met werknemers matcht en projecten vaak opgesplitst worden in micro-opdrachten en verdeeld worden over een

‘virtuele cloud’ van werknemers.

Collaborative self-emloyment, geobserveerd in een aantal landen waar meer flexibele vormen van samenwerking (zoals co-working ruimtes210) gebruik worden om te ontsnappen aan de grenzen van de klassiek bedrijfspartnerships.

209 De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) is een tripartiet agentschap van de Europese Unie, dat als opdracht heeft kennis te verspreiden op het gebied van sociaal en arbeidsgerelateerd beleid. De Stichting werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 en heeft tot taak een bijdrage te leveren aan de planning en ontwikkeling van betere levens- en arbeidsomstandigheden in Europa.

210 Coworking is een stijl van werken die een gedeelde werkomgeving, vaak een kantoor, en onafhankelijke activiteit omvat. In tegenstelling tot een typische kantooromgeving, zijn Coworkers meestal geen werknemers

155

Vooral ICT-based mobile workers, crowd working en casual work worden volgens de studie beïnvloed door de digitale economie.

Ter aanvulling verwijst de SERV naar de term ‘gig economie’. Hiermee wordt bedoeld taken die nu door vaste krachten worden uitgevoerd, straks het werk zijn van flexibele krachten (freelancers) die op afroep beschikbaar zijn en zo hun geld verdienen. In een gig economie gaat het niet om werknemers, maar om mensen met meerdere klussen naast elkaar. Als ware een muzikant die zijn geld verdient met diverse optredens – of gigs. Een term die vaak valt in combinatie met online platformen als Uber, Airbnb, of de Etsy’s van deze wereld. Inkomen wordt flexibel verdiend – of aangevuld – met chauffeuren of de verkoop van spullen wanneer dat zo uitkomt. Het gaat dus om een systeem van ‘personeel on demand’, hetgeen opgang maakt in de retailsector. Amazon voert al enkele maanden tests uit met Flex, een bezorg-Uber waarvoor iedereen met een rijbewijs mag rijden. Flex werkt in feite hetzelfde als de bekende disruptieve platformen: een app-platform en netwerk van onafhankelijke ‘aannemers’ creëren een flexibel personeelsbestand. Geïnteresseerden plannen zichzelf online in voor een taak, halen bij een lokaal pakhuis pakketjes op en doen wat anders de pakketbezorgers doen. Deze door het internet verbonden personeelsbestanden poppen overal op. Voor Amazon bijvoorbeeld heeft dit als voordeel dat vanuit lokale fulfillmentcentra er snel – instant het liefst – kan geleverd worden in steden. Met de juiste ingebakken software voor planning en tracking van koeriers kan er zo efficiënt mogelijk worden gewerkt. Als bepaald werk niet tot de kernactiviteiten van een bedrijf behoort, is het niet nodig om die mensen op de loonlijst te hebben. Bedrijven ontdekken dat dit werk efficiënter kan, door werk in kleinere delen op te knippen en uit te besteden via bijvoorbeeld een platform. Roamler bijvoorbeeld is bekend als platform waarop consumenten geld kunnen verdienen met het uitvoeren van kleine taken. Roamler breidt haar diensten in die

‘klusjeseconomie’ gestaag uit. Audits, het controleren van prijzen, maar ook merchandising op straat of in winkels zelf die normaal tot de taken van de buitendienst behoren, worden meer en meer uitgevoerd door mensen die a la Uber op afroep voor bedrijven werken.

Een ander voorbeeld van de digitalisering van het rekruteringsproces is Seal Jobs. Seal Jobs, een Antwerpse start-up, heeft op 4 oktober 2016 een digitaal rekruteringsplatform gelanceerd dat werkzoekenden en werkgevers Tindergewijs met elkaar matcht. Beide partijen kunnen onderling de samenwerking bezegelen zonder ook maar één bezoek aan een interimkantoor.

De focus ligt op tijdelijke jobs, stages en studentenjobs in sectoren als horeca, retail tot cleaning en logistiek. Het matchen tussen werkgever en werkzoekende is gratis. Het matchingalgoritme van Seal Jobs zorgt ervoor dat werkzoekenden met de juiste ervaring en beschikbaarheid automatisch gelinkt worden aan de vacatures van een bedrijf. Daarbij gebeurt ook de administratieve afhandeling volledig digitaal. Via het Seal Jobs platform kunnen werkgevers en werkzoekenden elkaar snel en gemakkelijk digitaal screenen. Is de interesse wederzijds, dan ontstaat er een match en kunnen ze met elkaar chatten of een videogesprek houden om elkaar beter te leren kennen. Als beide partijen het met elkaar eens worden over de voorwaarden, gaan ze over tot de "Seal The Deal" en wordt het contract met één druk op de knop

De focus ligt op tijdelijke jobs, stages en studentenjobs in sectoren als horeca, retail tot cleaning en logistiek. Het matchen tussen werkgever en werkzoekende is gratis. Het matchingalgoritme van Seal Jobs zorgt ervoor dat werkzoekenden met de juiste ervaring en beschikbaarheid automatisch gelinkt worden aan de vacatures van een bedrijf. Daarbij gebeurt ook de administratieve afhandeling volledig digitaal. Via het Seal Jobs platform kunnen werkgevers en werkzoekenden elkaar snel en gemakkelijk digitaal screenen. Is de interesse wederzijds, dan ontstaat er een match en kunnen ze met elkaar chatten of een videogesprek houden om elkaar beter te leren kennen. Als beide partijen het met elkaar eens worden over de voorwaarden, gaan ze over tot de "Seal The Deal" en wordt het contract met één druk op de knop