• No results found

Scenario grieppandemie Het uitgangspunt is een scenario waarbij

3 Risico-inventarisatie

Scenario 26 Scenario grieppandemie Het uitgangspunt is een scenario waarbij

1) geen (profylactisch) gebruik wordt /kan worden gemaakt van antivirale middelen.

2) Er (nog) geen vaccin beschikbaar is Omvang in de regio Rotterdam-Rijnmond

Met de onderstaande planmatige uitgangspunten wordt rekening gehouden:

• Van de totale bevolking in de regio wordt 30% ziek (375.000 geïnfecteerde mensen).

• Van de werkzame bevolking valt 30% uit door ziekte.

• De eerste golf van de pandemie duurt drie maanden (RIVM-rapport 217617004).

• De influenzapandemie bereikt na 45 dagen zijn top (rond week 6). Op dat moment zijn 250.000 personen ziek.

• Het aantal ziekenhuisopnames in de regio is geschat op 850. Rond week 6 zijn dat 600 opnames.

• Een ziekenhuisopname duurt gemiddeld 8 dagen.

• Het aantal opnames op de IC wordt geschat op 340 (maximaal 40% van het aantal ziekenhuisopnames). Rond week 6 zijn dat 210 opnames op de IC.

• De gemiddelde opnameduur op de IC wordt geschat op 8 dagen.

Het aantal patiënten op de IC dat beademingsapparatuur nodig heeft bedraagt 255 (30% van het aantal ziekenhuisopnames). Rond week 6 zijn dat 170 opnames op beademingsbedden.

Rekening moet worden gehouden met het vervoer per ambulance van zieken naar het ziekenhuis.

Het aantal huisartsenconsulten in de regio wordt geschat op 100.000 in verband met influenza-achtige verschijnselen. Rond week 6 zijn 66.000 consulten berekend.

Het aantal sterfgevallen ten gevolge van de influenzapandemie wordt geschat op 420 personen.

Rond week 6 zijn dat 280 sterfgevallen.

Verspreiding en omvang

Rond de 45e dag bereikt de pandemie zijn top. In de eerste weken is het aantal geïnfecteerden beperkt, na 25 dagen zet een sterke stijging door. Het verloop is gevisualiseerd in onderstaand overzicht.

blad 84 van 109

Cumulatief Piekweken

Week 3 Week 4 Week 5 Aantal inwoners

Rotterdam-Rijnmond

1.240.886

0-19 jaar 296.750

20-64 jaar 768.190

65+ 175.946

Laag risico 1.126.058

Hoog risico 114.828

Attack rate 30%

% zieken naar huisarts 25%

Aantal geïnfecteerden 372.266 103.540 246.488 18.407

Huisartsconsulten 93.066 23.505 63.450 5.247

Ziekenhuisopnames 991 224 693 67

0-19 jaar 22 15 7

20-64 jaar 194 45 134 15

65+ 768 171 544 52

Laag risico op sterfte 112 15 82 15

Hoog risico op sterfte 306 45 224 37

Totale sterfte 417 60 306 52

Uitgangspunten

1. Bij (een dreiging van) een griepepidemie zal de minister van VWS de leiding nemen. Dit betekent dat de VRR afhankelijk wordt van de snelheid en kwaliteit van handelen van de overheid. Dit verloopt tot op heden moeizaam.

2. Doordat de epidemie van 2009 meeviel, is er reële kans dat zowel burgers als overheid de noodzaak om te handelen onderschatten.

3. Zodra kinderen of zwangere vrouwen overlijden zal er paniek kunnen toeslaan.

4. De ernst van de griep en het aantal doden zullen bepalen in hoeverre burgers de epidemie als ernstig inschatten. Hierbij is de dreiging dat we achter de feiten aan gaan lopen.

5. Er is een belangrijke rol voor de media weggelegd om te zorgen dat mensen goed geïnformeerd worden om de juiste maatregelen te kunnen nemen.

blad 85 van 109

Impactbeoordeling

Impactcriteria Score en beknopte

motivatie 1.1 Aantasting integriteit grondgebied n.v.t.

2.1 Doden E

2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken E 2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire

levensbehoeften

A

3.1 Kosten D83

4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu n.v.t.

5.1 Verstoring van het dagelijkse leven E 5.2 Aantasting lokaal en regionaal

openbaar bestuur

nvt

5.3 Sociaal psychologisch impact E

6.1 Aantasting cultureel erfgoed n.v.t.

Waarschijnlijkheid Score

Kans op gebeurtenis per 4 jaar D

3.8 Maatschappelijk thema: 7. Sociaal-maatschappelijke omgeving

Binnen het maatschappelijk thema "Sociaal-maatschappelijke omgeving" beschouwen we de volgende crisistypen:

• Paniek in menigten

• Verstoring openbare orde (waaronder de toevoeging terroristische dreiging)

Achtereenvolgens werken we de relevante crisistypen in de volgende paragrafen verder uit.

3.8.1 Crisistype Paniek in menigten (Sociaal-Maatschappelijke Omgeving)

Inleiding

In de landelijke Handreiking worden hier één incidenttype genoemd:

• Paniek84 tijdens grote festiviteiten, concerten, demonstraties.

Context

Tijdens bijeenkomsten zoals manifestaties, demonstraties of samenkomsten zijn veel mensen geconcentreerd aanwezig. Dit geldt ook voor drukbezochte winkelcentra, markten of

bedrijfslocaties.

Verstorende gebeurtenissen (zoals een ongeluk, aanslag of vechtpartij) kunnen leiden tot panieksituaties. Door een dergelijke gebeurtenis willen de aanwezigen zo snel mogelijk de locatie verlaten, waarvoor mogelijk onvoldoende vluchtwegen beschikbaar zijn. Daardoor kunnen mensen in de verdrukking komen en onwel worden.

       

83. In de expertmeeting was de verdeling C 43%, D 43%, E 14% en een referentiebeoordeling van C. De specialist geeft aan dat kosten hoger zijn dan het expertteam aangeeft. Hieruit volgt een score van D.

84. Een belangrijk verschil tussen paniek en angst is volgens diverse definities dat bij paniek irrationeel kan worden gehandeld en dat dit irrationele gedrag gericht is op het zichzelf in veiligheid brengen (eventueel ten koste van anderen). Van Dale geeft als definitie van angst:

gevoel van beklemming en vrees , veroorzaakt door een (wezenlijk of vermeend) dreigend onheil. 

blad 86 van 109

Hierbij zijn drie factoren van belang: veel aanwezigen op een beperkt grondoppervlak, het ingesloten zijn van de aanwezigen (beperkte bewegingsruimte) en de mogelijkheid van een zogenaamd 'triggerincident' waardoor de paniek ontstaat of wordt aangewakkerd.

• Nationale festiviteiten (bijvoorbeeld Bevrijdingsfestival, Koninginnedag)

• Locale/regionale festiviteiten (zoals Marathon, Zomercarnaval)

• Sportevenementen (zoals voetbal in de Kuip)

• Concerten/festivals

• Markten Oorzaak

De randvoorwaarden voor het ontstaan van paniek in menigten zijn: veel mensen op een kleine oppervlakte, beperkte bewegingsruimte/vluchtmogelijkheden en een 'triggerincident'. Een trigger zet de paniek onder de menigte in gang. Dit kan een plotseling optredend incident zijn zoals een explosie, een snel ontwikkelende brand, schietpartij, stroomuitval of een technisch defect.

Paniek in menigten kan daarnaast ook ontstaan door berichtgeving (gerucht) over een dreiging (bijvoorbeeld een bommelding).

Nadat paniek is uitgebroken kunnen aanvullende factoren bijdragen tot verergering van de situatie. Hierbij kan worden gedacht aan onduidelijkheid /gebrek aan informatie, het onwel worden van mensen, onduidelijke/ontbrekende vluchtwegen en externe prikkels (zoals het zichtbaar optreden van de politie).

Vervolgens kunnen er slachtoffers en gewonden vallen door verdrukking, onder de voet lopen en verstikking.

Spreiding over de regio

Het gelijktijdig plaatsvinden van evenementen in de regio kan risicoverhogend werken vanwege de confrontatie van verschillende groepen bezoekers of een onwenselijke samenloop van activiteiten. Het is dus van belang dat evenementen in de regio optimaal worden verspreid waardoor de risico's als gevolg van samenloop zo veel mogelijk worden gereduceerd. Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat er een regionaal overzicht is van alle evenementen. In de regio Rotterdam-Rijnmond wordt dan ook gewerkt met een regionale evenementenkalender.

Deze evenementenkalender speelt in rol in de planningsfase (de regionale planningskalender) en tijdens het evenementenseizoen (de regionale operationele kalender)85.

Evenementenorganisatoren dienen conform de model-APV minimaal 8 weken voor aanvang van het evenement de vergunningaanvraag in bij de gemeente. Er wordt naar gestreefd om de aanvrager uiterlijk 4 weken voor aanvang van het evenement een beslissing op zijn aanvraag toe te zenden.

Om de mate van risico en complexiteit aan te geven wordt in de regio Rotterdam-Rijnmond gewerkt met een systeem van evenementen-categorisering. De grotere en complexe

evenementen zullen in de B- en C-categorie vallen. Er zijn veel B-evenementen in Rotterdam-Rijnmond.

Omschrijving categorieën

• Categorie 0. Kleinschalige evenementen zonder noemenswaardig risico en waarbij geen extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Deze evenementen zijn niet vergunningspichtig, maar wel meldingsplichtig.

• Categorie A. Evenement met laag risico, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en / of beperkte gevolgen voor het verkeer en tevens een geringe extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist.

• Categorie B. Evenement met een verhoogd risico, waarbij sprak is van een verhoogde impact op de omgeving en / of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist.

• Categorie C. Risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving /regio en/of verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist.

       

85. Handreiking publieksveiligheid evenementen Rotterdam-Rijnmond.

blad 87 van 109

Het feit dat de 0/A-evenementen volgens de regionale systematiek als minder belastend worden beschouwd wil niet zeggen dat de waarschijnlijkheid van paniek in menigten kleiner is.

Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de organisatie omtrent een B/C-evenement veel professioneler inspeelt op mogelijke incidenten, terwijl dat bij de categorieën in mindere mate het geval zou kunnen zijn.

In toevoeging 5 is een overzicht gegeven van de evenementen die op de regionale

evenementenkalender voor 2012 gepland staan gepland: In totaal bestaat de kalender uit 296 B en C evenementen. Daarvan zijn er 195 B, 16 C en 85 voetbal. Voetbal kan vervolgens gesplitst worden in 66 regulier en 19 in het kader van EK voetbal.

Het totaal aantal evenementen op de planningskalender komt in 2012 op 115 meer B en C evenementen uit dan in 2011. In 2011 stonden er 181 evenementen op de planningskalender.

Scenario 27: Paniek tijdens Zomerfestival