• No results found

Maatschappelijke Onrust Aanloop naar het incident

3 Risico-inventarisatie

Scenario 28: Maatschappelijke Onrust Aanloop naar het incident

Een trigger zet in een achterstandbuurt de vlam in de pan. Deze trigger kan zich op verschillende manieren uiten. Een zedenzaak, een 'bankrun', het neerschieten van een buurtbewoner of schaarste van levensmiddelen.

Scenario maatschappelijke onrust

In een achterstandswijk heerst al jarenlang een 'sluimerende' onvrede. Bewoners van die wijk hebben reeds lang hun vertrouwen in overheden, gezag (bijvoorbeeld politie) en andere instituties (bijvoorbeeld banken en verzekeraars) verloren. Ze voelen zich gekleineerd, niet serieus genomen. In het verleden heeft zich dit tot nog toe alleen geuit in lage opkomst bij verkiezingen, dan wel in massale proteststemmen.

In andere steden in Europa (Parijs, Lyon, Londen) heeft dit al wel tot massale uiting van volkswoede geleid, iets wat ook op hun netvlies staat.

In die achterstandwijk wordt bij een arrestatie door de politie een buurtbewoner doodgeschoten.

De opgekropte ontevredenheid komt tot uiting.

Mensen geven uiting aan hun jarenlange wantrouwen tegen overheden, instituties en

gezagsdragers. Niets blijft veilig in de buurt: auto's worden in brand gestoken, straatmeubilair wordt vernield, straatstenen worden gebruikt om ruiten in te gooien, winkelruiten, alsmede ruiten van banken gaan in, er is sprake van plunderingen en vernielingen, de bevolking keert zich massaal tegen hulpverleners (politie, brandweer, ambulancebroeders) alsmede tegen vuilnisophalers & buitengewoon opsporingsambtenaren. In de buurt is sprake van één grote veldslag.

De oorspronkelijke aanleiding voor deze veldslag weet bijna niemand meer. De veldslag heeft een aanzuigende werking op relschoppers en hooligans van buiten de wijk.

De veiligheidsstaf is bijeen. Bestuurlijk en operationeel moet er veel geregeld worden:

noodverordeningen, gebiedsontzeggingen. De politie heeft bijstand van andere regio's en ME nodig en wellicht moet het leger worden ingezet. Ambulancebroeders worden zwaar bewaakt door de politie om slachtoffers af te voeren. De vuilophaaldienst tracht toch (onder bewaking) zoveel mogelijk vuil af te voeren, voordat dit ook in brand wordt gestoken. De brandweer doet haar werk ook alleen onder bewaking. Afgesproken wordt om hulpdiensten niet met zwaailicht en/of sirene het gebied in te laten rijden, dit werkt als een rode lap op een stier. De gemeente is plannen aan het maken om, straks als de veldslag voorbij is, de buurt weer op te knappen.

Het duurt dagen, voordat de orde in de buurt weer hersteld is. Daarna duurt het weken, zelfs maanden voordat beschadigde panden weer hersteld zijn en straten weer begaanbaar.

blad 91 van 109

Impactcriteria Score en beknopte

motivatie 1.1 Aantasting integriteit grondgebied A

2.1 Doden A

2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C hoog 2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire

levensbehoeften

nvt

3.1 Kosten B

4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu nvt 5.1 Verstoring van het dagelijkse leven C 5.2 Aantasting lokaal en regionaal

openbaar bestuur

C92

5.3 Sociaal psychologisch impact E

6.1 Aantasting cultureel erfgoed A

Waarschijnlijkheid Score

Kans op gebeurtenis per 4 jaar C93

3.8.3 Crisistype Terroristische dreiging (Sociaal-maatschappelijke omgeving)

In de handreiking Regionaal Risicoprofiel wordt terrorisme en andere vormen van 'moedwillig handelen' niet als apart crisistype onderscheiden. Er wordt betoogd dat terrorisme (en moedwillige verstoring) een trigger/oorzaak kan zijn voor uiteenlopende crisistypen en incidenttypen. Moedwilligheid en terrorisme worden daarmee als een overkoepelend thema gepositioneerd dat door de hele methode heen in ogenschouw kan worden genomen. Zoals ook in de handreiking wordt aangegeven kunnen regio's zelf bepalen om een terrorisme scenario toch uit te werken.

Voor het risicoprofiel Rotterdam-Rijnmond is gekozen voor de uitwerking van een scenario Terroristische dreiging. Het gaat dan in dit scenario dus niet om terrorisme als trigger naar een ander crisistype (zoals een brand of explosie), maar om de effecten van een

organisatorische en operationele opschaling bij een terroristische dreiging.

Terrorisme als landelijk thema

Terrorisme is een nationaal thema, onder verantwoordelijkheid van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). De NCTV is verantwoordelijk voor de alertering. In Nederland zijn op dit moment een groot aantal bedrijfssectoren op het alerteringssysteem aangesloten (bijvoorbeeld: luchthavens, spoor, zeehavens, tunnels en waterkeringen, olie, chemie, drinkwater, gas, elektriciteit en hotels).

       

92. In de expertmeeting was de verdeling A 11%, B 22%, C 44%, E 11%, F (nvt) 11% en een referentiebeoordeling van F. Hieruit volgt een score van C

93. In de expertmeeting was de verdeling A 11%, B 22%, C 22%, D 33%, E 11% en een referentiebeoordeling van D. In een nader overleg met specialisten is besloten om de waarschijnlijkheid in te schalen als C.  

blad 92 van 109

Figuur 3.13 Opschalingsniveaus

Alle sectoren hebben afspraken gemaakt met de NCTV over het pakket aan maatregelen die geëffectueerd wordt bij een bepaald dreigingniveau: lichte dreiging, matige dreiging of hoge dreiging. Alertering vindt plaats vanuit de NCTV naar het Nationaal Crisiscentrum, de

Departementale Coördinatiecentra Crisisbeheersing (DCC) van de departementen en naar de sector.

Parallel hieraan vindt alertering naar de BZK-kolom plaats. De NCTV draagt zorg voor zowel de implementatie als het verdere beheer van het systeem.

Voorbereiding Terrorisme in Rotterdam-Rijnmond

De Veiligheidsregio Rotterdam draagt zorg voor de uitwerking van nationaal beleid op regionaal niveau. Dit gebeurt op basis van de lokale verantwoordelijkheid van de burgemeesters voor openbare orde en veiligheid en de justitiële verantwoordelijkheid van de Hoofdofficier van Justitie voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde94. In het Multidisciplinair Continuïteitsplan bij Terroristische Dreiging +

Respons plan terrorismegevolgbestrijding Rotterdam-Rijnmond staat beschreven op welke wijze de regio handelt bij (dreigend) terrorisme.

De NCTV adviseert de Minister van Veiligheid en Justitie over het in te stellen

opschalingniveau. Het ATb kent een basisniveau en drie opschalingniveaus: lichte dreiging, matige dreiging en hoge dreiging. In deze Veiligheidsregio wordt gewerkt volgens de regels van het Nationale ATb zoals omschreven in het Beleidsplan Terrorisme. Voor deze Veiligheidsregio zijn tevens de regels zoals beschreven in de Havenbeveiligingswet (HBW) relevant. Hierdoor wordt het mogelijk om voor overheidsinstanties in de VRR snel een vertaling te maken naar maatregelen die bij verschillende alerteringsniveaus/ veiligheidsniveaus behoren die door de regionale operationele diensten en sectoren zijn voorbereid.

In de operationele voorbereiding wordt gebruik gemaakt van vertrouwelijke basisscenario's.

Deze scenario's schetsen op hoofdlijnen welke typen terroristische acties mogelijk zijn, wat globaal de gevolgen kunnen zijn en aan welke (multidisciplinaire) inzet vanuit de overheid dan behoefte is. Deze scenario's bereiden niet voor op daadwerkelijke incidenten, maar worden gebruikt om de operationele capaciteitsbehoefte te kunnen bepalen, zowel naar hoeveelheid als naar kennis en kunde.

       

94. Multidisciplinair continuïteitsplan bij terroristische dreiging.

blad 93 van 109

Scenariokeuze voor Hoge Dreiging Openbaar Vervoer

Bij het scenario dreiging terrorisme is gekozen voor hoge dreiging op openbaar vervoer.

Experts geven aan dat – ook gezien de aanslagen uit het verleden95 – dit het meest relevant is voor Rotterdam-Rijnmond. Enkele redenen voor een dreigende terroristische aanslag zijn op dit moment: vergelding voor de deelname van Nederland aan de 'heilige oorlogen' in Irak en Afghanistan en de door moslims als beledigend ervaren uitspraken van Wilders aan de islamitische gemeenschap

Scenario 29: Dreiging Terrorisme