• No results found

Instorting van Complexe Bebouwing met Publieksfunctie Aanloop naar het incident

3 Risico-inventarisatie

Scenario 7: Instorting van Complexe Bebouwing met Publieksfunctie Aanloop naar het incident

Een instorting van een bouwwerk kan ontstaan door meerdere oorzaken. Werkzaamheden aan een bouwwerk, of in de nabijheid van een bouwwerk, een explosie van bijvoorbeeld aardgas, of grondverschuivingen kunnen leiden tot een instorting.

Scenario instorting van complexe bebouwing met publieksfunctie

Op een zaterdag tijdens de uitverkoop stort een deel van een vloer in van een winkel in het centrum van de stad. Aan het pand waarin de winkel is gevestigd vinden op dat moment renovatiewerkzaamheden plaats. Op een boven de winkel gelegen verdieping wordt een draagmuur gesloopt, waardoor een deel van de erboven gelegen vloer instort. De kracht van deze instorting leidt ertoe dat zwaar stucwerk van het plafond in de winkel naar beneden valt. Er zijn op dat moment enkele tientallen klanten en personeel in de winkel. Aan de renovatie wordt gewerkt door meerdere bouwvakkers. Bouwvakkers buiten de winkel melden de instorting aan de meldkamer. De brandweer is binnen 10 minuten ter plaatse en concentreert zich direct op de redding van slachtoffers. Veel klanten in de winkel en personeel zijn op eigen kracht naar buiten gekomen en zijn ongedeerd of licht gewond door rondvliegend puin. Vrij snel kunnen 10

slachtoffers in de winkel worden gered door de brandweer die ze ondersteunt en vervoert naar buiten de winkel. Na een kwartier wordt vastgesteld dat er in de winkel geen mensen meer aanwezig zijn. In totaal 5 bouwvakkers liggen bekneld onder het puin, op de boven de winkel gelegen verdieping.

       

27. http://www.nbdc.nl/cms/show/id=466865/contentid=34922, 2011.

blad 28 van 109

Er wordt 1 bouwvakker vermist, zo melden zijn collega's. De instorting veroorzaakt dat de constructie van het pand instabiel is geworden. De brandweer besluit om eerst de vloeren te stutten om zo op veilige wijze de beknelde slachtoffers op de bovengelegen verdieping te kunnen benaderen en redden. Na het stutten, dat een half uur in beslag neemt, begint de brandweer met het zorgvuldig bevrijden van de slachtoffers. Dit in samenwerking met de ambulancedienst. Er blijkt dat 2 bouwvakkers zijn overleden aan hun verwondingen, de andere 3 zijn zwaargewond. Ondertussen wordt een speurhond van de politie ingezet om de vermiste bouwvakker te vinden. Deze wordt niet aangetroffen, en een nauwkeurige telling en navraag levert op dat de vermiste bouwvakker al voor de instorting op eigen gelegenheid huiswaarts was gegaan.

Impactcriteria Score en beknopte

motivatie 1.1 Aantasting integriteit grondgebied nvt

2.1 Doden B

2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken B 2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire

levensbehoeften

nvt

3.1 Kosten B28

4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu nvt 5.1 Verstoring van het dagelijkse leven A29 5.2 Aantasting lokaal en regionaal

openbaar bestuur

nvt

5.3 Sociaal psychologisch impact A

6.1 Aantasting cultureel erfgoed nvt

Waarschijnlijkheid Score

Kans op gebeurtenis per 4 jaar C

3.4 Maatschappelijk thema: 3. Technologische omgeving

Binnen het maatschappelijk thema "Technologische omgeving" beschouwen we een aantal crisistypen.

Dit zijn de volgende.

1. Incidenten met brandbare of explosieve stoffen in de open lucht:

• deze zijn relevant in Rotterdam-Rijnmond en worden hierna verder uitgewerkt.

2. Incidenten met giftige stoffen in de open lucht (zie 3.4.1):

• deze zijn relevant in Rotterdam-Rijnmond en worden hierna verder uitgewerkt(zie 3.4.1).

3. Kernincidenten:

• deze zijn relevant in Rotterdam-Rijnmond en worden hierna verder uitgewerkt(zie 3.4.2).

Ad 1. en Ad 2.

Bij de crisistypen grote branden kan ook sprake zijn van vrijkomen van toxische stoffen.

Hierdoor kunnen de scenario's met een grote brand ook worden ondergebracht bij het crisistype incidenten met giftige stoffen in de open lucht. Te denken valt aan asbest, bulkopslagen met kunststoffen en rubber, grote magazijnen met hoge vuurbelasting.

Bij incidenten met brandbare, explosieve en/of giftige stoffen is er altijd een reëel gevaar voor het milieu. De bodem, het grondwater en oppervlaktewater kunnen verontreinigd raken. Het waterschap en de gemeenten zijn van groot belang om de gevolgen van dergelijke incidenten voor het milieu te beperken.

       

28. In de expertmeeting was de verdeling A 44%, B 56% en de referentiescore was A, hieruit volgt een score van B.

29. In de expertmeeting was de verdeling A 50%, F 50% en de referentiebeoordeling was A, hieruit volgt een score van A. 

blad 29 van 109

3.4.1 Crisistype Incidenten brandbare/explosieve/ toxische stof in open lucht

(Technologische Omgeving)

Conform de landelijke Handreiking Regionaal Risicoprofiel worden hierbij de volgende incidenttypen onderscheiden, deze zijn alle relevant voor de VRR:

1. Incident transport:

a. incident vervoer weg b. incident vervoer water c. incident spoorvervoer d. incident transport buisleidingen 2. Incident stationaire inrichting

Context

Door de aanwezigheid van het maritiem-petrochemisch complex van het havenindustrie gebied is dit crisistype karakteristiek voor regio Rotterdam-Rijnmond ten aanzien van risico's. Transport van gevaarlijke stoffen richting het achterland vindt plaats via weg, water, rail en buisleidingen;

tevens vindt grootschalige op- en overslag plaats. Ter illustratie: van alle bedrijven die binnen Nederland vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo) zijn er ca. 40% gevestigd in de regio Rotterdam-Rijnmond. Een aantal bedrijven en transportmodaliteiten hebben een plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per/jaar die buiten de inrichtingsgrens c.q. begrenzing van de transportroute reikt.

Figuur 3.5 Instellingen gevaarlijke stoffen met veiligheidscontouren

blad 30 van 109

Figuur 3.6 Instellingen gevaarlijke stoffen

Incidenttype transport (Technologische Omgeving)

Ongevallen met gevaarlijke stoffen zijn binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond denkbaar bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, water, spoor en per buisleiding.

Het Rijk is voornemens een Basisnet op te stellen, waarbij voor de transportmodaliteiten Weg, Water en Spoor voor alle routes binnen het Basisnet risicoplafonds worden vastgesteld. De risico's als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen langs deze routes mogen maximaal tot aan dit plafond komen. Het Basisnet zal naar verwachting in 2012 in werking treden. Ten behoeve van dit risicoprofiel is uitgegaan van de gegevens van het Basisnet.

Vervoer over de weg

Vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de regio over de snelwegen vindt plaats over de Rijkswegen A13, A20, A12, A15, A29 en de A16, en over de autowegen N15, N57 en de N59.

De hoeveelheden leiden in een aantal situaties tot de noodzaak van een veiligheidszone. Langs alle bovengenoemde wegen behalve de N57 en N59 wordt in het Basisnet weg een

plasbrandaandachtsgebied (PAG) voorgesteld. In het algemeen komen in de regio alle stofcategorieën voor over genoemde wegen. In het Basisnet is daarbij gesteld dat met name stofcategorie GF3 (brandbaar gas, LPG) bepalend is voor het externe veiligheidsrisicobeeld.

Ook vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats via de provinciale wegen N218, N492, N215, N471 N210, N219 en de N209 . Het gaat dan met name om brandbare vloeistoffen en

brandbare gassen (LPG en propaan). Toxische stoffen komen daarbij in verhouding veel minder voor.

Opgemerkt moet worden dat in de buitengebieden ook transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het gaat hierbij om het vervoer van propaan naar (agrarische) percelen die gebruikmaken van propaantanks. Ter illustratie: in Bernisse zijn in het buitengebied circa 500 propaantanks aanwezig.

blad 31 van 109

Figuur 3.7 Veel gebruikte routes gevaarlijke stoffen wegvervoer30 (bron: risicokaarten.nl)

Scenario 8: LPG tankwagen BLEVE op Rijksweg