• No results found

Breuk in Hogedruk-gasleiding Aanloop naar het incident

3 Risico-inventarisatie

Scenario 10: Breuk in Hogedruk-gasleiding Aanloop naar het incident

In een centrum van een stad ontstaat een breuk in een hogedruk-aardgasleiding door bijvoorbeeld graafwerkzaamheden. Het is overdag, met mooi weer zijn er veel mensen op straat.

Scenario bezwijken 40 bar hogedruk aardgasleiding

Door de breuk in de hogedruk-aardgasleiding ontsnapt gas, en er ontstaat een grote witte rookpluim. Alvorens de gaswolk ontsteekt ontstaat er enorme turbulentie, het gas stroomt weg naar twee kanten en naar twee kanten wordt grond weggeworpen. Er ontstaat een krater in de grond van 7 meter, ruiten sneuvelen, de uitstroom van gas is oorverdovend. Personen die betrokken zijn bij de graafwerkzaamheden vluchten weg van de bron, herkennen het verschijnsel en bellen direct 112 (indien men nog in staat is om te horen, aangezien een dergelijke breuk gehoorschade effecten heeft).

Na ca. 10 min. is er een ontsteking, de witte rookpluim begint te branden aan de randen. Binnen een paar seconden ontstaat er een opstijgende vuurbal. Er zijn door het mooie weer veel burgers buiten in de buurt, hierdoor vallen 20 doden. Daarnaast raken ca. 40 mensen gewond tot zwaar gewond.

Het gebied wordt snel en ruim afgezet. Vanwege de onduidelijkheid over de oorzaak van de brand moeten hulpverleners alle voorzichtigheid betrachten voordat zij het rampgebied betreden. Burgers zijn in paniek, willen hun huis en het gebied uit. Er is initieel chaos, mede vanwege de ontoegankelijkheid van het gebied en onduidelijkheid over wat er is gebeurd. Er is een inrichting met kwetsbare burgers in het gebied (bijv. bejaardentehuis of crèche).

Familieleden staan in paniek aan de rand van het rampgebied. De hulpverlening komt in het tweede uur goed op gang; afvoeren van gewonden heeft prioriteit.

Er is sprake van een hectische en chaotische situatie. Mensen rennen naar buiten en proberen weg te komen. Hulpverleners sturen burgers hun huis weer in; immers mensen zijn het veiligst in huis. Er ontstaat paniek binnen het kwetsbare object (bejaardentehuis/crèche). Binnen blijven of naar buiten? Men weet niet wat te doen. Binnen 5 minuten na de gebeurtenis staan er filmpjes op YouTube met beelden van een witte wolk. Echter de ontsteking na ca. 10 minuten is

blad 38 van 109

direct op internet te vinden. Slachtoffers zijn te zien op de beelden. Middels Twitter gaan er binnen de eerste minuten verschillende berichten rond over de ramp. Binnen een straal van 100 meter zal iedereen overlijden. Daarbuiten zijn er slachtoffers met brandwonden. Onder de slachtoffers zijn hulpverleners. De groep hulpverleners moet worden afgelost. Er wordt grootschalig opgeschaald naar GRIP 3 of 4.

Mensen gaan hun verwanten zoeken,maar worden tegengehouden. Omdat er op leidingen van 40 bar geen detectie zit komt er bij de Gasunie geen directe melding binnen over een incident met een van de aardgasleidingen.

De duur van volledige reparatie van de leiding is 24 uur. De druk op de aardgasleiding is niet direct weer op te voeren. Huishoudens, instellingen en bedrijven zijn verstoken van aardgas voor een periode van ongeveer 2 dagen.

Impactcriteria Score en beknopte

motivatie 1.1 Aantasting integriteit grondgebied B

2.1 Doden C hoog

2.2 Ernstig gewonden en chronische zieken C hoog 2.3 Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire

levensbehoeften

nvt

3.1 Kosten D

4.1 Langdurige aantasting natuur en milieu nvt 5.1 Verstoring van het dagelijkse leven C38 5.2 Aantasting lokaal en regionaal

openbaar bestuur

nvt

5.3 Sociaal psychologisch impact C39

6.1 Aantasting cultureel erfgoed nvt40

Waarschijnlijkheid Score

Kans op gebeurtenis per 4 jaar A

Incident stationaire inrichtingen

Ongevallen met gevaarlijke stoffen zijn binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond denkbaar bij stationaire inrichtingen, waaronder Brzo-bedrijven, LPG-tankstations en ammoniakkoelinstallaties.

De regionale risicokaart is het referentiekader waar de risico-objecten en de kwetsbare objecten binnen Rotterdam-Rijnmond worden geregistreerd. Gemeenten, provincie en andere

beheerders vullen de kaart in.

Vanuit de regionale risicokaart wordt inzicht verkregen in de inrichtingen met risico's voor de omgeving. In dit verband zijn van belang:

• de Brzo-inrichtingen (inrichtingen die vallen onder de Europese post Seveso-richtlijn).

• de bovengrondse propaanopslagen bij campings;

• de bovengrondse LPG-opslagen bij tankstations;

• grote koelinstallaties met ammoniak;

• vuurwerkopslagen.

Brzo-inrichtingen Rotterdam-Rijnmond:

In de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zijn op dit moment 106 Brzo-inrichtingen aanwezig, in te delen in verschillende categorieën. Tabel 3.5 en 3.6 geven een overzicht.

       

38. In de expertmeeting was de verdeling A 27%, B 27%, C 9%, D 18% en een referentiebeoordeling van D hieruit volgt een score van C.

39. In de expertmeeting was de verdeling B 40%, C 20%, D 30% en een referentiebeoordeling van C/D hieruit volgt een score van C.

40. In de expertmeeting was de verdeling F (= nvt) 70%, A 20 % en een referentiebeoordeling van A/B hieruit volgt een score van F. 

blad 39 van 109

Tabel 3.5 Aantal VR-plichtige of Pbzo-bedrijven in Rijnmondgebied 2011

Brzo: VR Pbzo Totaal

Tabel 3.6 Type VR-plichtig of PBZO bedrijven in Rijnmondgebied 2011 BRZO: VR-plichtig of PBZO in

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Opslagen: gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in

emballage of in gasflessen 4 2 1 5 6

Binnen Rotterdam-Rijnmond is een generiek rampbestrijdingsplan voor Brzo-bedrijven in ontwikkelingen. Binnen dat plan worden zes standaard scenario's beschreven. Dit betreft:

loodsbrand, BLEVE, gaswolkexplosie, flare/fakkelbrand, plasbrand/tankputbrand en dispersie.

Deze scenario's komen allemaal terug binnen de gekozen scenario's van het Regionaal

blad 40 van 109

Risicoprofiel. De veiligheidsregio heeft besloten om de scenario's loodsbrand en

plasbrand/tankputbrand bij Brzo-inrichtingen uit te werken. Deze keuze is gemaakt vanwege de aanwezigheid van bedrijven die zeer grote hoeveelheden koudgekookte (cryogene) toxische stoffen, zoals ammoniak, chloor en vinylchloride op- en overslaan en het relatief groot aantal bedrijven met tankopslagen (zie tabel 3.6) binnen de regio.

Bij de LPG- en propaanopslagen betreft het de verbranding van bij een incident ontsnappend LPG, hetgeen tot een BLEVE kan leiden van de opslagtank of - wanneer dit bij de overslag gebeurt - van de tankauto. Gezien de effectafstand waarbij iedereen overlijdt (warme BLEVE ca. 110 meter) en de intensiteit van de verbranding is een BLEVE de gebeurtenis die de maximale schade bepaalt.

Elke gemeente heeft meerdere LPG-tankstatons. In Rotterdam-Rijnmond is een groot aantal inrichtingen aanwezig met propaanopslagen.

Ammoniakkoelinstallaties: in 11 gemeenten komen ammoniakkoelinstallaties voor. In enkele gevallen is de hoeveelheid van deze toxische stof zo hoog dat ze onder de werkingssfeer van het Bevi vallen. Bij vrijkomen kan zich een toxische ammoniakwolk in de richting van de wind verspreiden.

Opslagen bestrijdingsmiddelen: in een aantal gemeenten vindt opslag van bestrijdingsmiddelen plaats. In het geval van brand kunnen zich toxische verbrandingsproducten verspreiden in de omgeving.

Risico's vanuit aangrenzende regio's:

Het betreft hier geen nieuwe scenario's voor het risicoprofiel.

Tenslotte

Gezien de grote diversiteit in gevaarlijke stoffen die geproduceerd, opgeslagen, verwerkt of vervoerd worden in de regio, is het ondoenlijk om in het kader van deze rapportage alle

mogelijke scenario's uit te werken en te voorzien van de bestrijdingsmaatregelen die hierbij aan de orde kunnen zijn.

Vanwege het sterk industriële karakter van de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zijn 2 scenario's geselecteerd.

Loodsbrand, toxische wolk

Binnen het industriegebied van Rotterdam komen bij enkele van de Brzo-plichtige inrichtingen situaties voor waarbij sprake is van de op- en overslag van zeer grote hoeveelheden

koudgekookte (cryogene) toxische stoffen, zoals ammoniak, chloor en vinylchloride. De bestrijding van grote spills van deze stoffen kent enkele uitdagingen. Het gaat hierbij om zowel de bron- en effectbestrijding, alsmede het opruimen van de spill met extreem koude vloeistof.

Dergelijke spills zorgen afhankelijk van de hoeveelheid, de plasgrootte en de meteorologische condities voor langdurige emissies, omdat de spills moeizaam bestreden en opgeruimd kunnen worden met de huidige beschikbare technieken en middelen. De technieken voor de bestrijding en het opruimen van dit type incidenten zijn nog niet gerealiseerd en vragen de nodige

investeringen. Hierdoor ontstaat een toxische gaswolk met grote gevolgen voor de omgeving met een lange emissietijd. Toxische vloeistoffen met een vergelijkbare temperatuur als de omgevingstemperatuur zijn over het algemeen snel af te dekken met schuim, waardoor de emissieduur aanmerkelijk bekort wordt. Bij cryogene vloeistoffen veroorzaakt dit juist extra opwarming en daarmee een verhoogde emissie. Er zijn in onze regio vrijwel geen

samengeperste toxische gassen die in grote hoeveelheden worden opgeslagen of

getransporteerd en daarbij ook voor bestrijdingstechnische problemen zorgen. De emissietijden zullen over het algemeen kort zijn in tegenstelling tot de emissieduur bij grote spills van

cryogene toxische stoffen.

blad 41 van 109

Scenario 11: Grote uitstoot toxische stoffen (opslag cryogene vloeistof)41