• No results found

Bedrijf: DSV

Ze zijn oorspronkelijk een Venloos bedrijf, namelijk Frans Maas. Frans Maas is in 2006 overgenomen door DFDS en samen zijn ze verder gegaan als DSV. Dit is ook de reden waarom ze in Venlo zo goed vertegenwoordigd zijn. Op het gebied van vervoer bieden ze zowel het vervoer overzee, door de lucht, over de weg en via railtransport. Ook bieden ze oplossingen op het gebied van op- en overslag van goederen dat specifiek op de klant is toegespitst. Ze bieden eigenlijk alles aan wat in de hele supply chain voorkomt, dus van producent tot de afnemers. Het bedrijfsgebouw hebben ze met een partner ontwikkeld, en ze huren het pand van de hoofdontwikkelaar. Hier is bewust voor gekozen omdat deze ontwikkelaar de kennis en kunde in huis heeft om een goed gebouw te ontwikkelen. Ook hoeven ze zo niet geen grote investering te doen, maar betalen ze per termijn een bepaald bedrag aan huur.

Cradle to cradle

Toen ze met de partner het gebouw begonnen te ontwikkelen had deze partner cradle to cradle hoog in het vaandel staan. Ze hebben daardoor het gebouw zo multifunctioneel mogelijk willen maken, waardoor er verschillende functies in geherbergd kunnen worden en niet één specifieke. Zo ligt er bijvoorbeeld een extra stevige vloer in. In zijn ogen past dit goed bij het cradle to cradle verhaal. Over de materialen die gebruikt zijn weet hij niet heel veel, maar hij weet wel dat een deel ervan wel cradle to cradle is. Het feit dat hier rekening mee is gehouden bij de bouw van het pand, is echter niet van henzelf afkomstig. Zij wilden dat het wat betreft functionaliteit en qua prijs/kwaliteit voldoet aan de komende 15-20 jaar en toegespitst is op de klanten die hij heeft. De partner waarmee ze ontwikkelde is met het cradle to cradle initiatief gekomen. Hier zijn ze toen samen goed uitgekomen, doordat ze zelf wel realiseren dat ze hun verantwoordelijkheid tegenover de wereld hebben. Hij zegt dat ze zelf ook zo duurzaam mogelijk proberen te zijn. Innovatie

De innovatie binnen het bedrijf is vooral gericht op de klant. Hierbij ligt de focus op het zo eenvoudig mogelijk maken van processen, het optimaliseren van de supply chain is daarom het doel. Hierdoor kan efficiënter vervoerd worden, wat minder vervoersbewegingen oplevert, minder brandstof kost en daarom geld bespaard. De klant staat altijd centraal. Het komt ook voor dat ze afspraken maken met klanten waarin targets gesteld worden voor optimalisatie en meer efficiëntie. Het samenwerken met partners is hierbij essentieel. In de supply chain zitten verschillende specialisten met specifieke kennis over hun vakgebied. Door met deze specialisten samen te werken en deze bij elkaar te brengen wordt tot nieuwe mogelijkheden gekomen. De klanten bepalen waar en hoe ze hun producten laten produceren, maar zij hebben zelf voor hun personeel wel hun eigen standaarden. Bij een overname hebben ze wegens de slechte werkomstandigheden bij dat bedrijf delen ervan gesloten en ook delen vernieuwd. Ze streven deze waarden altijd na, wat inhoudt; fatsoenlijk met elkaar omgaan en fatsoenlijke werkomstandigheden. Ze merken dat het personeel dit ziet en hierop afkomt. Hierop volgend zegt hij: ‘we behandelen ons personeel zoals we zelf ook behandeld willen worden’.

Omgeving

Voor Venlo zijn ze een toonaangevend bedrijf doordat Venlo een logistieke hotspot is. Frans Maas bestond al meer dan 100 jaar in de regio. Nu als DSV zijn ze nog steeds stevig verbonden

5 met Venlo. Zowel vanuit de roots maar ook vanuit het oogpunt van werkgelegenheid en hoe ze samenwerken met andere partijen (zoals de gemeente Venlo) in de regio. Zelf hebben ze een grote rol gespeeld bij het ontstaan van de logistieke hotspot. Verder zitten ze door de fusie van de bedrijven verspreid over heel de wereld. Hierdoor kunnen ze de klant zo goed mogelijk helpen.

Grondstoffen

Al het afval dat ze produceren wordt gescheiden. Ze hebben hiervoor een contract met een afvalverwerker afgesloten, deze heeft een systeem aangebracht om het afval zo goed mogelijk te kunnen scheiden en naar volgende bestemmingen te brengen waar het hergebruikt kan worden. Het gaat dan veelal om verpakkingmaterialen als karton, plastic en hout. Ook het papier dat ze gebruiken en de bekertjes worden gescheiden. Ze proberen ook zo min mogelijk te printen, en zo veel mogelijk digitaal te doen. Ook hebben heeft hij een cradle to cradle stoel van Herman Miller op zijn kantoor staan, tevens omdat dat Herman Miller een klant van hen is.

Logistiek

(Spreekt voor zich, doordat logistiek behoort tot de core business van het bedrijf) Energie

In de nieuwe gebouwen is slimme verlichting aangebracht, waardoor de verlichting pas aan gaat wanneer er iemand binnenkomt. Ook proberen ze tocht tegen te gaan en slim te verwarmen zodat het aangenaam werken is. Bij de realisatie van het pand is hier rekening mee gehouden. Er zijn talloze berekeningen gedaan voor de mogelijkheid om zelf energie op te wekken. Zo hebben ze voor een warmtekrachtkoppeling gekeken. Echter het rendement en de hierbij was te laag en de terugverdientijd duurde te lang. Dit hebben ze samen met een bedrijf uit Venlo onderzocht. Een vereiste was namelijk dat het zich binnen aanzienlijke tijd terug verdient, het mag wel wat langer zijn maar niet te veel. Er wordt geen groene energie afgenomen, maar het plan is wel om binnenkort de landelijke energiehuishouding van het bedrijf onder de loep te nemen en te kijken naar mogelijkheden. Ze waren eerst redelijk gedecentraliseerd maar momenteel wordt dit steeds meer gecentraliseerd waardoor op een aantal elementen duidelijker beleid gevoerd kan worden.

Milieu

Al het water dat op het dak terecht komt wordt door een drainagesysteem de bodem ingebracht, dit was ook een voorwaarde van de gemeente. Wat betreft luchtkwaliteit, wanneer het gaat om diesel en dergelijke, is het overkoepelend beleid om actief te zoeken naar oplossingen. Dit begint bij minder rijden maar er wordt ook gezocht naar slimme oplossingen.

Toekomst

Ze proberen met name scholen en scholieren te interesseren voor de logistieke sector. Momenteel wordt deze door de jeugd niet direct als aantrekkelijk ervaren. Daarom is er contact met opleidingsinstituten, waarvoor hijzelf is gecommitteerd aan de Fontys Hogeschool. Zelf houden ze lokaal opendagen, om te laten zien wat ze doen en om zo mensen voor de sector te interesseren.

Economie

Ze merken wel dat er vooral vanuit de marketingkant meer vraag ontstaat naar milieuvriendelijkere oplossingen. Door hierop in te spelen en klanten oplossingen te bieden, zoals het monitoren van de ecologische footprint, kunnen klanten aangetrokken worden. Samen kunnen ze dan kijken hoe ze deze footprint kunnen minimaliseren. Het mooie is dat wanneer de ecologische footprint verkleind wordt, dit vaak ook kosten besparing betekent. De kostenkant blijft voor hen uiteindelijk toch het belangrijkst.

6

De mogelijkheden voor het opwekken van eigen energie en andere duurzame maatregelen worden economisch steeds aantrekkelijker. Technologische ontwikkelingen maken dit mogelijk. Hij betreurt dat dit in Nederland minimaal ondersteund wordt. Ze staan namelijk wel open voor deze mogelijkheden, mits de investeringen rendabel zijn.

Er moet een duidelijke balans zijn tussen het milieu aspect en het kostenaspect. Zo moeten ze zichzelf uiteraard niet uit de markt plaatsen. Hij ziet cradle to cradle zelf als de ISO-norm (kwaliteitssysteem), eerst werd dit als marketingelement gezien, later werd het de standaard. Zo ziet hij het ook voor zich met duurzaamheid en cradle to cradle. Uiteindelijk wordt het de standaard en val je er als bedrijf buiten als je daar niet aan mee doet. Misschien is het eerst meer marketing, maar later groeit het en worden de bedrijven wat ze pretenderen te zijn en past de markt zich ook aan. Hierdoor levert het juist voordeel op om ‘groen’ te zijn, want anders val er buiten.

7

Bijlage 3

Samenvatting interview Louis Coenders