• No results found

3.1 Het ontstaan

3.2.1 Eco-effectiviteit

Bij de ontwikkeling van een product wordt bij cradle to cradle uitgegaan van eco-effectiviteit. Dit principe is een optimalisering van de tegenwoordig vaak als milieubewust beschouwde eco- efficiëntie. De gedachte bij eco-efficiëntie is in beginsel niet verkeerd, doordat getracht wordt ee006E milieuvriendelijk product op de markt te brengen. Denk bijvoorbeeld aan deze scriptie. Het ligt lekker in de hand, de gekleurde harde kaft geeft het een stijlvol uiterlijk en lijkt een intelligent bedacht ontwerp dat al enkele decennia in deze vorm voorkomt. Helaas heeft deze scriptie in papieren vorm niet het eeuwige leven, deze eis stellen we er tevens ook niet aan. Het papier, afkomstig van bomen is biologisch afbreekbaar, de gebruikte inkt echter niet, deze bevat carbon black en zware metalen. De mooi ogende kaft lijkt op papier, deze is daarentegen van materialen gefabriceerd zoals houtpulp, polymeren, coatings, zware metalen en halogeenwaterstoffen. Deze materialen zorgen ervoor dat deze scriptie niet veilig composteerbaar is. Wanneer deze uiteindelijk verbrand wordt komen er dioxines vrij, deze giftige stof behoort tot de meest gevaarlijke kankerverwekkende stof die de mens ooit gemaakt heeft (Braungart & McDonough, 2007).

Een alternatief dat we tegenwoordig al regelmatig tegenkomen is de ietwat saaiere en grauwere versie van verslagen of boeken. Ondanks het feit dat het er op het eerste oog misschien minder aantrekkelijk uitziet is het wel milieuvriendelijker. Getracht wordt het verslag eco-efficiënt te maken, waarbij gebruik gemaakt wordt van gerecycled papier, een inktsoort op sojabasis en door ‘dematerialisatie’, wat dunnere pagina’s en geen bijzondere omslag tot gevolg heeft. In dit geval is de lezersvriendelijkheid van het verslag er niet op vooruitgegaan. Wel denkt men goed te doen door een milieuvriendelijk rapport in handen te hebben, maar de werkelijkheid liegt er helaas niet om. Bij deze eco-efficiënte productie komen de ontwerpers voor de keuze om gerecycled papier te gebruiken, of chloorvrij papier waarvoor primaire pulp nodig is. Bij elke variant van gerecycled papier wordt bij het mixen van de pulp chloor gebruikt om het te bleken. Chloor veroorzaakt op zijn beurt weer ernstige problemen voor ecosystemen en de menselijke gezondheid. Het alternatief is daarom het kappen van bomen voor primaire houtpulp, dat ook chloor bevat omdat dit van nature voorkomt in bomen. Het is daarom kiezen tussen het slechte en het kwade, namelijk rivieren vervuilen of ‘bossen opeten’. Uiteindelijk wordt er altijd een suboptimale keuze gemaakt, waarbij ten opzichte van conventionele methoden ‘minder slecht’ gedaan wordt. Mc Donough en Braungart bestempelen dit als eco-efficiënt, het is namelijk efficiënter en daardoor enkel ‘minder slecht’ dan de conventionele producten.

Het cradle to cradle ontwerpprincipe gaat daarom uit van een eco-effectief ontwerp, waarbij in de ontwerpvisie niet blindgestaard wordt op één hoofddoel van een product of een systeem, maar middels een holistische benadering ontworpen wordt. Het uitgangspunt hierbij is om ‘goed te doen’, in plaats van ‘minder slecht’. Hierdoor zijn de producten zowel prettig in gebruik als milieuvriendelijk. Ook wordt tijdens het ontwerp rekening gehouden binnen welke cultureel, commercieel en ecologisch systeem het deel gaat uitmaken.

22

Figuur 3.1 Van eco-efficiënt tot eco-effectief.

Het ontwerpprincipe krijgt hierdoor een nieuwe betekenis, doordat werkelijk goed gedaan wordt, in tegenstelling tot de huidige gang van zaken waarbij bijvoorbeeld auto’s of gebouwen als duurzaam bestempeld worden terwijl ze alleen efficiënter en minder slecht zijn. Figuur 3.1 verbeeldt dit principe van eco-efficiëntie tot eco-effectiviteit in verschillende gradaties.

3.2.2 De drie E’s

Verschillende concepten zoals ‘sociale markteconomie’, ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’, of ‘natuurlijk kapitalisme’ kunnen een verruimend effect hebben, maar worden vaak gezien als ongemakkelijk en beperkende allianties. De essentie van deze concepten is het nastreven van een kapitalisme dat rekening houdt met de waarden van natuurlijke systemen en hulpbronnen. Het vertrekpunt van cradle to cradle is dat het bedrijfsleven fungeert als motor van verandering, en de behoefte van de industrie om snel en productief te opereren respecteert. Verondersteld wordt dat wanneer het bedrijfsleven zich niet bekommert om milieu, maatschappij of cultuur, dit een tragedie voor het gemeenschappelijke erfgoed zal betekenen. Dit zal voor komende generaties vernietigende gevolgen hebben voor waardevolle natuurlijke en menselijke hulpbronnen. Het uitgangspunt is hierdoor:

‘Respect voor het bedrijfsleven en respect voor het algemeen welzijn waarin het is geworteld’ (Braungart & McDonough, 2007).

Om dit uitgangspunt concreter te maken hebben McDonough en Braungart een model ontwikkeld dat bij de ontwikkeling van een product de relatie tot een veelheid aan factoren in perspectief zet. Dit model is gebaseerd op een zogenaamde fractal tegel, waardoor het gezien moet worden als vorm zonder dwingende schaalgrootte, bestaand uit op elkaar gelijkende delen. Het model dient als hulpmiddel bij het ontwerpen van producten door bij de verschillende onderdelen van de driehoek vragen te stellen en hierbij antwoorden te zoeken. In figuur 3.2 wordt deze driehoek afgebeeld. Door deze te hanteren ontstaan er intelligente ontwerpen die rekening houden met alle effecten van een product, dienst of een systeem.

Alle maatschappelijke aspecten worden hierbij in beschouwing genomen. Of het dan gaat om de noodzaak van een onderneming om genoeg omzet te maken, de omstandigheden waaronder geproduceerd wordt, de hoogte van het inkomen of de natuur, elk aspect wordt 100%

23

toegekomen. Deze driehoek die bestaat uit de drie peilers Equity, Ecology, Economy, oftewel rechtvaardigheid, ecologie en economie. Deze drie E’s kunnen als afgeleiden van de drie P’s4

gezien worden.

Figuur 3.2 De eco-effectiviteitsdriehoek.