• No results found

Cradle to cradle

Soberjé is bekend met het begrip cradle to cradle en heeft hier kennis van genomen via dagbladen, lectuur en de Floriade. Duurzaamheid spreekt hem aan waardoor hij deze zaken leest. Echter, zelf is hij niet dagelijks met duurzaamheid bezig binnen het bedrijf. Hij vindt dat hij zelf nog niet wakker geschud is. Er zijn wel ambities wat betreft duurzaamheid maar het moet op hun pad komen. Als ze de keuze hebben tussen verschillende grondstoffen zouden ze voor de duurzaamste variant kiezen. Maar als er voor een dergelijk product dat dan misschien cradle to cradle is meer betaald moet worden dan, kunnen ze daar op dit moment niet aan toegeven. Dan wordt het een te grote kostenpost.

Zelf gebruiken ze biologische bestrijdingsmiddelen, dit was een bewuste keuze die ze goed overwogen hebben. Hoe idealistisch je ook bent, je moet altijd naar de cijfers blijven kijken. Binnen aardbeienland is educatie een belangrijke factor. Ze doen wel aan promotie op de Floriade, om bekendheid te verwerven. In de kas kweken ze op substraat, dat voor het milieu uiteindelijk beter is, dit kan bijvoorbeeld biologisch geteeld worden. Het nadeel van de kas is alleen dat het veel energie kost om het te verwarmen.

Innovatie

Binnen het bedrijf is er geen bewuste innovatiestrategie. Ze hebben als doel het park aantrekkelijk te houden. Ze doen alles om de mensen een aardige dag te bezorgen. In essentie waren ze een productie bedrijf, toen bleek dat er veel belangstelling was om meer te weten te komen over aardbeien. Deze belangstelling werd steeds groter en dit is het ontstaan van aardbeienland geweest. Mensen kunnen de teelt zien, zelf plukken en activiteiten doen. Het gaat alleen maar over aardbeien en gezondheid. Een doel is ook om aan kinderen duidelijk te maken hoe belangrijk gezond eten is. Het park is niet alleen voor de kleine mensen maar ook voor ouderen aantrekkelijk gemaakt. Eigenlijk voor iedereen behalve de ‘disco jeugd’.

Met andere toeristische bedrijven wordt samengewerkt om het op de kaart te zetten, maar het kan volgens Soberjé veel breder. Hij vindt het jammer dat Limburg met zijn streekproducten die van oudsher de regio kenmerkten, zich laten passeren door andere delen van Nederland. Het voorbeeld van de keukenhof geeft hij hiervoor, zo kunnen ze in Limburg meer halen uit de van oorsprong uit Limburg afkomstige asperge of aardbeienteelt. ‘Profileer je met producten uit de regio’ zegt hij.

Omgeving

Er waren ongeveer per jaar 200 jeugdige plukkers uit de buurt die in de kas kwamen werken. Vroeger verdiende iedereen zijn geld na school met aardbeienplukken. Dit is kenmerkend voor de regio, en er werken momenteel nog steeds veel mensen vanuit de regio bij het bedrijf. Echter worden de aardbeien niet meer geplukt door de scholieren en studenten uit de buurt, deze werken nog wel in de winkel en op het terras. Het zijn nu voornamelijk Polen die de aardbeienplukken. Hij zegt zelfs dat zonder deze Polen het Aardbeienland niet meer zou bestaan. Ze werken zeker hard, maar worden zeker niet onderbetaald. Vergeleken met de Nederlandse jeugd werken de Polen stukken harder. Ze zijn goed beschikbaar en inzetbaar wanneer het nodig is, en dat is belangrijk voor de aardbeien.

36

Grondstoffen

Hij geeft aan dat hij geen voorloper is van waar we naar toe moeten. Er heeft wel een verandering plaatsgevonden naar milieuvriendelijkere verpakkingen. Ze moeten wel alles bijhouden en volgens de milieuregels uitvoeren. In 1992 waren ze de eerste die met biologische bestrijdingsmiddelen in de kas ging werken. Hij wilde zelf alles biologisch gaan telen, maar binnen onze cultuur was het niet haalbaar en rendabel.

Logistiek

De producten worden afgehaald bij de plantage door restaurants, ijssalons groenteboeren etc. Ze hebben veel verschillende aardbeiensoorten waarmee ze zichzelf kunnen onderscheiden. 40 tot 50% wordt op de vestiging afgezet en de rest met een aanhangwagen naar de veiling gebracht. Bij het vervoer wordt geen rekening gehouden met milieuvriendelijkheid.

Energie

Ze lopen op het gebied van energie niet voor. Als tweede in Limburg hadden zij deze plastic kas. Aardbeien gedijen het beste rond de 16/17 graden, de glazen kassen waar aardbeien geteeld worden staan zomers altijd leeg omdat het dan te warm is. Toen dachten ze; plastic laat meer warmte door, dus is het ook mogelijk in de zomer aardbeien te telen. Het nadeel is dat het in de winter kouder is in de kas en er veel energie verloren gaat met het verwarmen van de kas. Er is niet over alternatieve energie nagedacht, dit zit niet in zijn hoofd. Ze richtten zich hoofdzakelijk op de core business van het bedrijf en dat is mensen een leuke dag bezorgen.

Energieneutraal zullen ze nooit worden, ze moeten teveel vechten om te overleven waardoor investeringen niet gedaan kunnen worden of hier tijd aan besteed kan worden. Hoewel ze vooral aan educatie doen, en zelf ook nieuwe dingen willen laten zien, is dit financieel niet mogelijk. Er komen veel toeristen en relatief weinig mensen uit de regio zoals tuinders, collega’s etc. die mogelijk geld in een nieuwe kas willen steken.

Milieu

Er zijn vele milieu verplichtingen waaraan ze moeten voldoen. Veder hebben ze een innovatieve oplossing voor het water ontwikkeld. Het water dat ze uit de grond halen laten ze ook weer langzaam infiltreren, middels een grote vijver in het park gaat dit water geleidelijk weer de grond in. Het water halen ze uit een eigen bron als voeding voor de aardbeienplanten, dit water mag niet naar de ondergrond. Dit wordt opgevangen in silo’s en in het park aan de planten gegeven waardoor het niet verloren gaat. Dit wordt ook educatief aangegeven.

Toekomst

Ze staan dicht bij de natuur, en kinderen wordt geleerd hoe aspecten van de natuur werken, en hoe mooi en belangrijk gezond voedsel voor ons is. Maar bovenaan staat dat wanneer de bezoekers het park verlaten ze een mooie dag hebben gehad.

Economie

Eventuele samenwerking op het gebied van cradle to cradle zouden ze direct doen, alleen is het kostenplaatje van belang. Ze hebben ondersteuning hiervoor nodig. Hij is idealistisch geboren en dat wil hij ook vooral blijven, maar er zijn veel ‘maren’ waardoor je tegen veel dingen aanloopt. Als je veel ambities hebt maar je bedrijf in een jaar failliet gaat, dan is dat vervolgens ook niet echt duurzaam.

Ze zijn een seizoensbedrijf en vooral de zomer is het drukste seizoen. En in de winter wordt er vaak wat toegevoegd aan het park. Er wordt nu grotendeels op het park ingezet want daar is voor hen het meeste te halen.

37

Bijlage 17

Samenvatting interview Bram Stiel