• No results found

2.2. ONDERZOEKSSTRATEGIE EN VERANTWOORDING KEUZES

2.3.1. RESPONDENTEN, WERVING EN SELECTIE

De respondenten in ons onderzoek zijn 89 eerstejaarsstudenten van de opleidingen HBO-Rechten en Sociaal Juridische Dienstverlening. De groep vormt een representatieve weerspiegeling van de gehele populatie eerstejaars juridische studenten (ongeveer 300). In hoofdstuk

40

één hebben wij de keuze voor deze doelgroepen uiteengezet. Deze juri- dische studenten vormen de casus, en de reden dat we voor deze casus hebben gekozen is pragmatisch. Deze respondenten zijn gevolgd in hun studiekeuze en verdere doorstroom vanaf het begin van het eerste jaar – indien mogelijk al tijdens de oriënterende fase – tot en met het einde van de propedeuse fase. Studenten die aan een hbo-opleiding beginnen zijn veelal afkomstig van het voortgezet onderwijs, voornamelijk havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) en een zeer klein deel vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs), en daarnaast vanuit het mbo, het middelbaar beroepsonderwijs, niveau 4. Studenten vanuit het mbo zijn in principe toelaatbaar ongeacht de sector waar ze vandaan komen. Voor havisten hangt de toelaatbaarheid in het hbo af van hun gekozen uitstroomprofiel, bijvoorbeeld meer gericht op economische vakken of meer gericht op exacte vakken. Voor de juridische opleidingen zijn havisten en mbo’ers toelaatbaar ongeacht het profiel dat ze gevolgd hebben op de havo, of van welke mbo-sector ze komen .

We zijn bij de keuze voor het aantal respondenten uitgegaan van een relatief groot aantal bij aanvang, omdat we in de veronderstelling waren rekening te moeten houden met het feit dat gedurende het jaar altijd studenten uitvallen of niet meer mee willen werken aan het onderzoek. Deze veronderstelling bleek uiteindelijk niet terecht te zijn, zodat we bij een grote groep studenten data hebben kunnen verzamelen. Tevens is de keuze gemaakt om dit onderzoek te houden onder voltijdstudenten, omdat deeltijdstudenten veelal afwijken qua leeftijd, andere context- kenmerken hebben en zich daarom naar alle waarschijnlijkheid ook anders gedragen in hun studiekeuzeproces dan de grote meerderheid die als voltijdstudent staat ingeschreven. De respondenten zijn na werving onderverdeeld in verschillende onderzoeksgroepen, op basis van de gevolgde voorbereiding op de juridische hbo-studie. Hierbij is gestreefd een samenstelling te krijgen van ongeveer even grote groepen. De beschrijving van en het onderzoek naar deze verschillende groepen komen uitgebreid terug in hoofdstuk drie.

Aan alle studenten is van tevoren duidelijk gemaakt dat deelname aan het onderzoek niet verplicht was. Nagenoeg alle interviews zijn met toestemming van de respondenten opgenomen, slechts twee studenten gaven hiervoor bij het eerste interview geen toestemming. Aan alle

41

2

respondenten is bij het tweede interview een vergoeding voor deelname beloofd in de vorm van een VVV-bon van tien euro. Deze bon kregen zij in principe na het derde, afsluitende interview. Indien studenten eerder stopten met de studie, werden respondenten uitgenodigd voor het afsluitende gesprek en kregen zij op dat moment de bon. Voor de studenten is dit gesprek telkens gedefinieerd als studiekeuzegesprek. De onderzoeker had geen zakelijke of onderwijsmatige relatie met de respondenten. Bij ieder gesprek heeft de onderzoeker erop gewezen dat alle informatie vanuit het gesprek op vertrouwelijke manier en in anonimiteit zou worden verwerkt.

2.3.2. PROCEDURE

Periode en planning

De respondenten zijn gedurende ruim een jaar gevolgd, waarin drie keer een interview is afgenomen; we gebruiken hiervoor de termen T1, T2 en T3. Het eerste interview vond plaats net voor of net na het begin van de studie, het tweede ongeveer halverwege het studiejaar en het derde vlak voor het einde van het eerste studiejaar. In totaal zijn ongeveer 270 interviews afgenomen. De participanten werden door de onderzoeker geïnterviewd in een aparte, rustige ruimte. Ieder interview duurde in totaal ongeveer twintig minuten.

Plaats

De interviews werden afgenomen door de onderzoeker en de schriftelijke enquêtes vonden plaats in het bijzijn van de onderzoeker bij Hogeschool Inholland Rotterdam. In het geval studenten voortijdig afgevallen waren, werd in eerste instantie geprobeerd bij Inholland een afspraak te maken voor een afsluitend studiekeuzegesprek. Dit was vooral het geval bij de zogenaamde switchers: studenten die binnen het jaar van studie veran- deren maar wel bij Inholland blijven. Bij de uitvallers werd afgeweken van de standaardprocedure. Deze studenten wilden of konden niet meer naar Inholland komen. Omdat wij deze studenten juist in deze fase toch graag nog wilden spreken, werd eerst het interview telefonisch afgenomen, vervolgens werd de respondent gevraagd zijn/haar commitment m.b.t.

42

het gebied ‘opleiding’ te formuleren en daarna een gestandaardiseerde vragenlijst in te vullen. Omdat het voor deze studenten veelal de tweede of soms de derde keer was dat ze de vragenlijst moesten invullen, waren ze al wel vertrouwd met de te volgen ‘driestappenprocedure’: eerst de open vragen, vervolgens de commitment formulering en daarna de gestandaardiseerde vragenlijst.

Gebruikte instrumenten

De interviews en de gestandaardiseerde vragenlijst zijn afkomstig uit de GIDS, een instrument voor het meten van identiteitsontwikkeling (Bosma, 1985; Kunnen en Van der Gaag, 2011). In het interview zijn vragen gesteld over het gebied studie/opleiding. Het interview is onderdeel van het identiteitsinterview uit de GIDS (Bosma, 1985, Kunnen en Van der Gaag, 2011). De vragen van het interview gaan in op hoe iemand staat t.o.v. het gebied studie/opleiding, wat belangrijk is voor die persoon in de studiekeuze, wat iemand doet om alles te weten te komen over die studie, in hoeverre hij hierover praat met anderen, en of er onzekerheden of problemen op dit gebied spelen. De beschrijving en toepassing van dit instrument komen in hoofdstuk vier verder aan bod.

Operationalisatie

We hebben verschillen in studieverloop tussen de respondenten onder- zocht. Voor deze verschillen in studieverloop hebben wij de termen doorstromer en uitvaller gehanteerd. Deze termen refereren niet naar studierendement, maar naar een wel of niet doorgaande ontwikkelingslijn in de studievoortgang. De meer uitgebreide beschrijvingen van deze categorieën komen verder aan bod in hoofdstuk drie.