• No results found

OMZWAAIERS, UITVALLERS EN UITSTROMERS

5.7. RESULTATEN UITSTROOM NAAR DE UNIVERSITEIT

5.8.3. CONCLUSIES EN DISCUSSIE UITSTROMERS

De laatste groep schoolverlaters die we hebben onderzocht zijn de uitstromers. Van de studenten die de juridische summerschool hebben gevolgd, stroomt een relatief groot deel uit naar de universiteit. Aange- voerd kan worden dat dit mogelijk de meer ambitieuze studenten zijn. Aan de andere kant hebben de interviews in hoofdstuk drie laten zien dat juist bij deze groep de ambitie en het doorstudeerperspectief langzaamaan gegroeid is lopende het studiejaar, terwijl bij anderen deze ambitie er al voor de start van de studie was11. Mogelijk heeft het feit dat juist de

summerschoolstudenten uitstromen naar de universiteit te maken met de leerervaringen die ze hebben opgedaan. Deze leerervaringen hebben mogelijk bijgedragen aan een snellere academische integratie, bijvoor- beeld omdat deze studenten al hebben leren werken met wettenbundels. Daarnaast getuigden de betreffende respondenten in de interviews van een sociale cohesie, die een gevolg lijkt van een dergelijk voorberei- dingstraject. Ook uit signalen van de studieloopbaanbegeleider van deze klas, kwam naar voren dat men ‘met elkaar’ naar de universiteit ‘door’ wilde. De effecten van het summerschooltraject, namelijk het profijt van ‘voorkennis’ op zowel cognitief als sociaal vlak, lijken een geslaagd voorbeeld van wat door Tinto (1993) benoemd is als academische en sociale integratie. Studenten die op beide gebieden geïntegreerd zijn, maken niet alleen meer kans om hun opleiding succesvol te voltooien, maar vertonen ook een hogere betrokkenheid bij zowel de studie als hun medestudenten (Tinto, 1993). Het is dus niet verwonderlijk dat juist in deze groep een dergelijk ‘groepsbesluit’ wordt genomen.

184

5.9. RECAPITULATIE VAN DE BEVINDINGEN

Onderstaande tabel 5.16 recapituleert alle hypotheses en vragen, met respectievelijk de bevestigingen (of ontkenningen) en de antwoorden. We kunnen de hierboven samengevatte bevindingen benutten voor een antwoord op de derde deelvraag van ons onderzoek. We kunnen conclu- deren dat de kwantitatieve analyse van kenmerken van jongeren of van hun omgeving die een rol spelen bij studievoortgang, een samenhang heeft laten zien tussen variabelen. Met name een mbo-achtergrond, een vertraagde voorgeschiedenis in het voortraject en een hogere leeftijd hangen met elkaar samen. Echter, hoe deze variabelen op individuele basis exact samenhangen, is lastig vast te stellen. De rol van de sociale context – het praten met belangrijke anderen over studiekeuze en studie- voortgang – blijkt samen te hangen met studiesucces. Uitstroom naar de universiteit, een al eerder gebleken specifiek kenmerk van de door ons onderzochte onderzoeksgroep, wordt gerealiseerd door 11 van de 89 respondenten. Daarnaast heeft het kwalitatieve onderzoek naar redenen en achtergronden van omzwaai en uitval, laten zien welke belangen er spelen bij juridische hbo-studenten als het gaat over een negatief verloop van de studievoortgang (deelvraag 1). Dit deelonderzoek heeft tevens laten zien dat het belangrijk is diepteonderzoek te doen bij één specifieke groep, om een bepaalde geconstateerde achtergrond te kunnen verklaren, en zo in ieder geval het begin van een antwoord te geven op de vraag naar mechanismen en processen bij studiekeuze en studievoortgang.

Tabel 5.16. Recapitulatie hypotheses en vragen Hypotheses

Hypothese 1. We verwachten dat studenten met een mbo-vooropleiding meer uitvallen aan het einde van het eerste studiejaar dan havisten.

Hypothese 1 werd bevestigd. Hypothese 2. We verwachten dat studenten met een

andere culturele achtergrond meer uitvallen aan het einde van het eerste studiejaar dan studenten met een Nederlandse culturele achtergrond.

Hypothese 2 werd verworpen.

185

5

Vragen

Vraag 1. Is er samenhang tussen de rol van belangrijke anderen en studiesucces aan het einde van het eerste studiejaar?

Personen die wel met belangrijke anderen praten hebben een grotere kans door te stromen. Personen die niet met belangrijke anderen praten hebben een grotere kans uit te vallen.

Vraag 2. Is er verschil in studiesucces tussen debutanten en wisselaars?

Er is geen verschil in studiesucces tussen debutanten en wisselaars; beiden stromen evenveel door.

Vraag 3. Wat voor redenen geven omzwaaiers aan voor het wisselen van studie?

Het grootste deel omzwaaiers geeft als reden aan dat ze de bsa-norm niet hebben gehaald, daarnaast zijn redenen bijna juiste studiekeuze,

foute studiekeuze en anders. De groepen bijna juiste studiekeuze en foute studiekeuze lijken bij

het wisselen van studie beter te hebben nage- dacht te hebben over de tweede studiekeuze. Deze voorzichtige observatie maken wij op ba- sis van wat in de interviews is gerapporteerd. Vraag 4. Wat voor redenen geven

uitvallers aan voor stoppen met de studie?

Uitvallers geven als reden aan dat ze de bsa-norm niet hebben gehaald of dat ze de verkeerde studiekeuze hebben gemaakt. De groep bsa-norm niet gehaald lijkt een groep die na eerdere tegenvallende school- of studieresultaten bijna tegen beter weten in de studie heeft gekozen, en hiermee doorgaat. Vraag 5. Hoe is de ambitie over

te stappen naar de universiteit verdeeld over de respondenten, en wie stromen er ook

daadwerkelijk na een jaar uit?

Van de groep respondenten die al bij aanvang van de studie dit doorstudeerperspectief heeft (22) bereikt de helft dit doel (11).

Vraag 6. Hoe verhoudt zich de gerealiseerde ambitie over te stappen naar de universiteit tot de gevolgde oriëntatie ter voorbereiding op de studie?

De uitstromers naar het wo hebben significant vaker intensieve voorbereidingen gevolgd, en de uitvallers hebben minder vaak intensieve voorbereiding gevolgd.

Tabel 5.16. Vervolg Hypotheses

Hypothese 3. We verwachten dat oudere studenten meer uitvallen aan het einde van het eerste studiejaar dan jongere studenten.

Hypothese 3 werd bevestigd. Hypothese 4. We verwachten dat mannelijke studenten

meer uitvallen aan het einde van het eerste studiejaar dan vrouwen.

Hypothese 4 werd verworpen.

6

CONCLUSIES, DISCUSSIE EN