• No results found

Relatie financieringsvormen en waardesystemen

In document WIE BETAALT, BEPAALT? (pagina 45-49)

2. LEGITIMATIE EN WAARDESYSTEMEN

2.2. Relatie financieringsvormen en waardesystemen

De verschillende manieren waarop een kunstinstelling gefinancierd wordt zou invloed kunnen hebben op de waarden die een instelling uit. Instellingen met verschillende financieringsvormen kunnen op basis van de waarden die ze uiten worden ondergebracht in verschillende werelden van Boltanski, Thévenot en Chiapello.

De onverdiende inkomsten van kunstinstellingen zijn onder te verdelen in publieke en private inkomsten. Publieke financiering kan van de overheid komen of van een publieke stichting. Private financiering komt van individuen, bedrijven of andere niet-publieke instellingen. Zoals in paragraaf 1.7 aangegeven is, geeft de overheid subsidie om er voor te zorgen dat kunstinstellingen kunnen blijven bestaan en het grote publiek toegang heeft tot kunst. De overheid stimuleert kunstinstellingen om een verscheidenheid aan artistiek werk aan te bieden, maar ook om nieuwe dingen te ontwikkelen en autonoom werk te blijven maken. Het waardesystemen waarin kunstinstellingen passen die veel subsidie van de overheid krijgen, zijn de civiele wereld en de geïnspireerde wereld. De civiele wereld, omdat de overheid kunst toegankelijk wil maken en de bevolking bij kunst wil betrekken. De overheid is een bureaucratische organisatie waarbij veel regels horen en ook de subsidie aan de kunstinstellingen wordt gegeven op basis van regels die het gemeenschapsgeld zo eerlijk mogelijk

105 Luc Boltanski en Laurent Thévenot. On Justification: Economies of Worth, vertaling 2006, (Princeton: Princeton University Press, 1991), 159-211.

verdelen. De subsidie van de overheid past in de geïnspireerde wereld, omdat de overheid de autonomie en verscheidenheid in de kunstwereld ondersteunt met subsidie. In welke mate dit het geval is, hangt wel af van het cultuurbeleid van een land, regio of stad. In hoofdstuk 4 wordt hier verder op in gegaan. Ook publieke stichtingen passen in dezelfde werelden, omdat ook zij kunstinstellingen steunen om hun autonome werk te maken. De stichtingen hebben vaak wel een specifieker beleid dan de overheid, bijvoorbeeld om alleen bepaalde kunstvormen te subsidiëren, dus zal de nadruk wellicht meer op waarden uit de geïnspireerde wereld liggen.

De private financiering van kunst past beter in andere werelden. Patronage van individuen kan gegeven worden in de elitaire, populaire of netwerk traditie en de patroon heeft in elk van deze tradities andere redenen om aan kunst te geven. De elitaire patroon heeft als reden het in stand houden van kunstvorm of -instelling die de patroon waardeert. De populaire patroon ondersteunt kunst vanwege de waarden die bereikt worden door de kunst, zodat deze waarden ook op de patroon afstralen. De patroon in de netwerktraditie geeft geld omdat hij bij het netwerk van de kunstinstelling wil horen. Omdat de individuele patronen verschillende redenen hebben om kunst te financieren, passen zij ook in verschillende werelden. Voor elitaire patronen is het belangrijk dat de kunstenaar artistieke vrijheid heeft, geïnspireerd en vernieuwend werk maakt en het publiek blijft uitdagen. Deze waarden passen in de geïnspireerde wereld. Elitaire patronen voelen ook de verantwoordelijkheid om de kunst in stand te houden, bijvoorbeeld omdat de kunst in zijn of haar tradities past, waardoor deze patronen ook in de domestieke wereld passen. Patronen in de populaire traditie vinden het belangrijk om het eigen imago te verbeteren door de waarden van kunst die op de patronen afstralen. Bekendheid en een goed imago passen in de wereld van de faam. De laatste groep individuele patronen, die in de netwerk traditie passen, willen door het geven van geld tot het netwerk horen van de instelling. Dit willen ze om zich verbonden te voelen met de anderen die ook tot het netwerk van de instelling behoren. Dit past in de projectstad. Net als de elitaire patronen voelt de netwerk patroon ook de verantwoordelijkheid om te geven, dus past deze ook in de domestieke wereld.

Niet-publieke instellingen, zoals fondsen en verenigingen, zijn moeilijker te definiëren en meer divers dan de andere categorieën en daarom is het moeilijker aan te geven in welke wereld deze partijen passen. Het is waarschijnlijk dat deze instellingen de kunst financieel steunen omdat ze zichzelf tot doel hebben gesteld om de ontwikkeling van kunst te ondersteunen (geïnspireerde wereld) en dat doen omdat ze kunst als waardevol voor de gemeenschap zien (civiele wereld), maar het is ook mogelijk dat de instellingen kunst steunen om bekendheid en een positief imago te krijgen (wereld van de faam) of omdat de instelling in het netwerk van de organisatie zit en zich verbonden voelt aan de kunstinstelling (projectstad).

Bedrijven die kunst sponsoren passen ook in de wereld van de faam, omdat het ook voor hen belangrijk is dat de naam van een bedrijf bekend is en aandacht krijgt. Bedrijven die sponsoren maken zelfs vaak de afspraak met kunstinstellingen dat de naam en/of het logo van de sponsor op de uitingen

van de kunstinstelling te zien zijn, waardoor de bekendheid groter wordt en de publieke opinie ten opzichte van het bedrijf verbeterd. Sponsoren passen ook nog in de wereld van de markt, omdat de bedrijven kunst ook sponsoren omdat ze denken daarmee winst te behalen of een betere concurrentiepositie ten opzichte van andere bedrijven. Voor kunstinstellingen is het ook belangrijk om goede marktresultaten te halen, zodat de sponsoren zich aan hen willen verbinden.

De relatie tussen de financieringsvorm en de werelden is in onderstaande tabel weergegeven:

Soort financiering Publiek/ Privaat Inspira-tie Domes-tiek

Faam Civiel Markt Industrie Project

Overheid Publiek X X

Fonds/stichting Publiek X X

Individu (elitair) Privaat X X

Individu (populair) Privaat X

Individu (netwerk) Privaat X X

Instelling Privaat X X X X

Sponsoring Privaat X X

Tabel 2.2. Financiering kunstinstelling in relatie tot werelden Boltanski, Thévenot en Chiapello

Opvallend aan de tabel is dat geen van de soorten financiering in de wereld van de industrie past. De wereld van de industrie staat voor efficiëntie, systemen en duidelijke doelen en maatstaven. Blijkbaar past deze wereld met deze waarden niet bij de kunstwereld, wat te verklaren is uit de sterke spanning tussen de industriële wereld en de geïnspireerde wereld. De waarden in deze werelden zijn erg conflicterend.

In het volgende hoofdstuk wordt het repertoire van symfonieorkesten besproken. De werelden en waardesystemen worden in dat hoofdstuk gebruikt om hypotheses te stellen over welk repertoire bij welke financieringsvorm verwacht wordt.

In document WIE BETAALT, BEPAALT? (pagina 45-49)