• No results found

Hoofdstuk 7 Kuypers reislust

7.3. Reizen als verstoten politicus

Na zijn nederlaag begint Kuyper aan een negen maanden durende reis rondom de

Middellandse Zee waarover hij een tweedelig werk Om de oude wereldzee publiceerde. Toen het kabinet De Meester in december 1907 viel326, werd onder andere in de Middelburgsche

Courant geschreven dat Kuyper was gevraagd voor een functie in het ministerie van

Heemskerk. Hij zou dit echter hebben geweigerd omdat hij van zijn uitgever het tweede deel van zijn boek Om de Oude Wereldzee op tijd af moest hebben.327 Hoe Braakensiek over deze

322 Zie Bijlage VII, figuur 51. 323

‘Vervolg nieuwstijdingen’ in: Het nieuws van den dag: kleine courant op 29 juli 1905 op pagina 11. 324 ‘Het antirevolutionaire kalf’ in: Algemeen Handelsblad op 7 juli 1905 op pagina 1.

325 Ibidem. 326

Jan de Bruijn, Abraham Kuyper, een beeldbiografie (Amsterdam 2008) p. 298.

87

kwestie dacht bracht hij op bijzondere wijze in beeld op een kleine prent ‘Dr. Kuyer’s Elba’ dat op 26 januari 1908 in De Amsterdammer verscheen.328 Op de prent staat Kuyper op een strand in Napoleon-kostuum, terwijl ‘de oude wereldzee’ met haar golven munten op het strand spoelt. In de golven verderop is nog net een schip te zien dat weg vaart waarbij

‘Heemskerk’ op de zeilen staat. Volgens Braakensiek kreeg Kuyper van Heemskerk helemaal niet het aanbod om deel nemen in zijn ministerie. Kuyper was een gevallen ‘keizer’ alleen door ‘de oude wereldzee’ nog geld op kon strijken. Aan het kabinet Heemskerk zou hij geen deel nemen.

Op 12 februari 1908 trad het kabinet Heemskerk aan. De relatie tussen Heemskerk en Kuyper was zeer slecht en doordat Heemskerk aan Kuyper geen toezeggingen wilde doen over een reconstructie van het kabinet na de verkiezingen in 1909, bleef deze ook slecht. In juni van dat jaar deden Idenburg en Talma een poging Kuyper en Heemskerk met elkaar te verzoenen. Dit lukte tot op zekere hoogte en daardoor waren zowel Heemskerk als Idenburg en Talma op het station in juli om Kuyper uit te zwaaien die op wederom op reis ging.329 Braakensiek tekende er een kleine prent over op 12 juli 1908 genaamd ‘Dr. A. Kuyper onderneemt een groote reis’.330

De prent bestaat uit twee plaatjes. Op de linker schudden Idenburg en Heemskerk Kuyper de hand die al in de deuropening van de trein staat. Achter hen staat Talma die met een zakdoekje een traantje wegpinkt. Onder de prent staat ‘Komt u toch heel gauw terug! De ,,reconstructie” nietwaar!’. Op het tweede plaatje is de trein vertrokken en doen de drie achtergebleven heren een vreugdedansje; ‘Falderalderiere fa fa fladeraldera!’. Braakensiek laat daarmee de opluchting zien die de heren gevoeld moeten hebben toen de man die zich gekwetst en met verholen kritiek had opgesteld tegenover het kabinet.331

Ten slotte verschijnt in op 22 april 1916 een laatste prent over een reis van Kuyper, dit keer aan Duitsland. De prent is getiteld ‘De ontvangst van Dr. Kuyper in Duitsland’.332

Hoewel Kuyper op weg gaat naar Boedapest om daar twee van zijn dochters te bezoeken333, tekende Braakensiek over een mogelijke tussenstop in Duitsland. Onder de prent staat een fragment van een dagbladbericht waarin staat dat ‘…aan alle Duitse stations, waar hij moet passeren, speciale maatregelen genomen worden om hem van dienst te zijn. Zelfs zijn er officieren en soldaten aangewezen, die hem het reizen zullen vergemakkelijken.’. Voor de

328 Zie Bijlage VII, figuur 52. 329

Jan de Bruijn, Abraham Kuyper, een beeldbiografie (Amsterdam 2008) p. 318. 330 Zie Bijlage VII, figuur 53.

331 Lammert de Hoop en Arno Bornebroek, De rode dominee, A.S. Talma (Amsterdam 2010) p. 128. 332

Zie Bijlage VII, figuur 54.

88

laatste maal was een reis van Kuyper voer voor geruchten over zijn pro-Duitse houding en bedoelingen in Duitsland.334 Op de prent van Braakensiek wordt Kuyper ontvangen door meisjes die bloemen voor hem uitstrooien en militairen die naar hem salueren. Braakensiek wees zijn kijkers voor de laatste maal op de impact van de reizen die de voormalig minister-president maakte.

Braakensiek maakte van de reizen van Kuyper een karikatuur. Hij deed dit door verschillende karaktereigenschappen naar voren te laten komen in de prenten over zijn buitenlandse reizen. In de eerste plaats dichtte Braakensiek ‘reclamezucht’ toe aan Kuyper. Zowel op de eerste prent, wanneer Kuyper wordt aangeklampt door reporters, als op de tweede prent wanneer hij met veel egards wordt ontvangen. Maar ook wanneer hij op bezoek is bij de koning en

telefoneert naar de ‘echte’ minister van Buitenlandse Zaken wanneer hij zegt; ‘Een koning die reclame voor me maakt!’. En ten slotte op de laatste prent over Kuypers reis naar Boedapest via Duitsland. Ook op die prent spiegelt Braakensiek een Kuyper voor die geniet van de weelderige ontvangsten in Duitsland op de stations. Zo geeft Braakensiek de lezer het beeld dat Kuyper zelden bescheiden zijn bezoeken aflegt en prat gaat op publieke aanprijzing.

In de tweede plaats beticht Braakensiek Kuyper van onberekenbaar en

onverantwoordelijk gedrag van hem tijdens zijn reizen. Door zijn openhartige gedrag steken er meerdere malen geruchten de kop op die de internationale verhoudingen deden schudden. Zo werd tijdens zijn reizen gespeculeerd over een driebond met Duitsland en Hongarije, over inmenging over de Congo-kwestie, een mogelijke tolunie met België en neutraliteitsschending door een bezoek aan Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het was daarmee voor de regering in Nederland elke keer afwachten welke berichten er uit het buitenland zouden volgen wanneer Kuyper op reis was, en daarmee kon niet op zijn discretie vertrouwd worden. Daarnaast werd zijn openhartigheid tegenover journalisten gezien als ongepast, omdat een betamelijk minister-president dit nog nooit gedaan had en ook niet behoorde te doen.

Zwijgzaamheid werd bestempeld als een liberale deugd waar Kuyper geen kaas van gegeten had.

De fatale karakterisering die Braakensiek over Kuyper deed, was dat hij apolitiek optrad en niet in de politiek thuishoorde. Dit kwam op enkele prenten heel subtiel naar voren, zoals die van Kuyper in Tyroler-pak naast Keizer Franz Jozef, en op andere heel duidelijk. De meest duidelijke kwam het naar voren op de prent na Kuypers verkiezingsnederlaag. Daarop

334

Jan de Bruijn, Abraham Kuyper, een beeldbiografie (Amsterdam 2008) p. 362 en ‘Dr. Kuyper aan het woord’ in: Nieuwsblad van Noorden op 22 april 1916 op pagina 2.

89

gaat Kuyper juichend door de bergen terwijl hij zegt ‘Hier ben ik mens’. Daarmee wilde Braakensiek maar aangeven dat Kuyper de strijd om zich in de politiek staande te houden, verloren had en ook maar het beste op kon geven. Daarnaast kwam deze opvatting van Braakensiek ook naar voren op de prent waarop Kuyper in de trein afscheid neemt van Idenburg, Talma en Heemskerk. Met de opluchting van zijn vertrek benadrukte Braakensiek dat er voor Kuyper geen plaats was in de politiek.

Bovenstaande karakteriseringen gebruikte Braakensiek in zijn prenten over Kuypers reizen naar het buitenland. Op het eerste gezicht leken deze prenten zonder duidelijk politieke boodschap. Maar een politicus betichten van zelfzuchtigheid, onberekenbaarheid en apolitiek gedrag, is wel degelijk een bedreiging voor zijn reputatie.

90