• No results found

Kuyper in zeventiende-eeuwse kledij

Hoofdstuk 9 Kuyper als opvolger van Calvijn

9.1. Kuyper in zeventiende-eeuwse kledij

Hoofdstuk 9 Kuyper als opvolger van Calvijn

Direct en indirect bracht Braakensiek Kuyper in verband met Calvijn. Kuyper beschouwde het calvinisme als de superieure wereldbeschouwing, wat al tijdens zijn reis naar de Verenigde Staten in 1898 naar voren kwam.365 Vrijheid was volgens Kuyper nergens in betere handen dan in calvinistische landen.366 Met Lectures on Calvinism, dat Kuyper in de jaren 90 van de negentiende eeuw voltooide, had hij het beeld van het calvinisme herschreven evenals het beeld van diens vijand, de revolutie.367 Hiermee zette hij naar eigen zeggen de

reformatorische traditie voort en gaf hij actuele betekenis aan het neocalvinisme in de strijd tegen de goddeloze revolutie. Deze tegenstelling zou uiteindelijk leiden tot de formulering van de antithese.368 Kuypers opvattingen over het calvinisme hadden dus alles te maken met zijn politieke opvattingen. Dit komt terug in acht prenten van Braakensiek waarin hij een verwijzing doet naar Calvijn of de reformatie.

9.1. Kuyper in zeventiende-eeuwse kledij

Op vier prenten deed Braakensiek een verwijzing naar Calvijn door Abraham Kuyper te tekenen in zeventiende-eeuwse kledij. Kuyper heeft dan een hoge spitse hoed op met een brede rand, een wambuis met een plat vallende katoenen kraag en een pofbroek met daaronder schoenen met hakjes. Soms heeft hij bij de wambuis om zijn buik een brede riem met gesp en soms draagt hij er een cape overheen. De kleding op deze prenten doet het meest denken aan de kleding van de Staalmeesters, op het gelijknamige schilderij van Rembrandt uit 1662. Hierop staan vijf heren van het Amsterdamse lakengilde; twee katholieken, een doopgezinde, een remonstrant en een gereformeerde.369 Met deze kledij kon Braakensiek in één oogopslag duidelijk maken dat Kuyper een politieke boodschap predikte dat gefundeerd was op

gedachtegoed uit de zeventiende eeuw.

De eerste keer dat Braakensiek dit deed was al in 1897 op 7 februari toen de prent ‘Op het politieke Amstelveld’ verscheen.370 Op de prent staan zeven politici op een marktplein hun politieke boodschap te verkondigen. Zo staat de socialistische Jan Antoon Fortuyn (1855-1940)371 helemaal rechts met slipjas en klein bolhoedje met de armen over elkaar tegenover

365 Jeroen Koch, Abraham Kuyper een biografie (Utrecht 2006) p. 419. 366 Ibidem. p. 421.

367 Ibidem. p. 425. 368

Ibidem. p. 428.

369 ‘De Staalmeesters Beschrijving’ op de website: www.schilderijenatelier.nl geraadpleegd op 31 mei 2012 om 8.53.

370

Zie Bijlage IX, figuur 65.

99

Herman Schaepman, die een klein priesterhoedje op heeft. Vooraan staat De Savornin

Lohman met deftige jas en keurige herenhoed, terwijl achter hem Pieter Nolting (1852-1923) van de Radicale Bond372 met een arbeiderspet en jas een arm in de lucht houdt. Daarnaast staat de conservatief liberale politicus Willem Hendrik de Beaufort (1845-1918)373, net als Lohman met hoge herenhoed. Ten slotte staan links Abraham Kuyper en Andries Willem Bronsveld (1839-1824) naast elkaar. Terwijl Kuyper statisch met een bijbeltje een beetje schuw opzij kijkt, staat Bronsveld beweeglijk voor een bord met een tekening van een kerk waar hij met zijn ene hand naar wijst en met zijn andere naar Kuyper. Net als Kuyper heeft Bronsveld zeventiende-eeuwse kledij aan, maar dan meer de kledij van een koopman dan van een calvinist.

De relatie tussen Bronsveld en Kuyper is vergelijkbaar met die van Lohman en

Kuyper. Hoewel Bronsveld eerst sympathiseerde met de ideeën van Groen van Prinsterer, kon hij het van begin af aan al niet vinden met zijn opvolger Kuyper. Vanaf het einde van de jaren 70 werd Bronsveld Kuypers felste bestrijder binnen de hervormde orthodoxie en voerde hij met Kuyper een jarenlange strijd via Kuypers De Standaard en Heraut en Bronsvelds

Stemmen voor waarheid en vrede. Volgens Bronsveld was een Kuyper een demagoog en leed

hij aan ‘Mania Kuyperiana’ waarop Kuyper bij Bronsveld de ziekte ‘Mania anti-Kuyperiana’ constateerde. 374

Bronsveld was een fel tegenstander van de oprichting van de Vrije Universiteit. In de eerste plaats omdat dit kon leiden tot de ondergang van de historische universiteiten en daarmee tot de ondergang van de volkskerk; de Nederlands Hervormde Kerk. In de tweede plaats was de oprichting van een Vrije Universiteit een vrijbrief voor de rooms-katholieken om óók een eigen universiteit op te richten, en ook dat was een bedreiging voor de

volkskerk.375 Toen de contacten tussen de rooms-katholieken en de anti-revolutionairen intensiever werden in aanloop van de verkiezingen in 1897, sprak Bronsveld dan ook zijn afschuw uit over deze ‘paapvriendelijke koers’.376 Deze afschuw beeldde Braakensiek uit door Bronsveld te tekenen als fel bestrijder van Kuyper terwijl hij zijn toehoorders wijst op datgene dat bedreigd wordt, de volkskerk.

Tijdens zijn regeerperiode werd Kuyper weer in hetzelfde pakje getekend, dit keer als klein jongetje aan de hand van de Sinterklaas. Op de prent ‘St. Nicolaas en de politiek’ toont

372 ‘P. Nolting’ van de site: www.parlementairdocumentatiecemtrum.nl, geraadpleegd op 29 mei 2012 om 09.44. 373

‘Mr. W.H. de Beaufort’ van de site: www.parlementairedocumentatiecentrum.nl, geraadpleegd op 29 mei 2012 om 09.48.

374 Jeroen Koch, Abraham Kuyper een biografie (Amsterdam 2006) p. 229. 375

Ibidem. p. 230. 376 Ibidem. p. 433.

100

Sinterklaas Kuyper verschillende poppen.377 Hij zegt tegen Kuypertje: ‘Kijk eens, kereltje, al die poppen, en ik heb er nog meer, zijn voor jou…daar mag jij nu maar aldoor van

smullen…’. De poppen hebben de silhouetten van Bronsveld, Troelstra, Van Kol (1852-1925), De Savornin Lohman, Hendrik Drucker (1857-1917) en Goeman Borgesius.

In de week voordat deze prent werd gepubliceerd (6 december 1903) had Kuyper de sociaal-democraten ‘Calvinisten zonder God’ genoemd. Daarmee bedoelde hij dat de calvinisten sociaal-democraten zijn met erkenning van God, terwijl de sociaal-democraten calvinisten zijn met de leer van Marx als beginsel. Het Algemeen Handelsblad schreef dat Kuyper daarmee zelfs de sociaal–democraten zou kunnen aanhalen als zijn ‘principiële medestanders’. Daarnaast had Kuyper gezegd dat de liberalen, in tegenstelling tot de

antirevolutionairen en de sociaal-democraten, een toekomstbeeld of een ideaal misten.378 Het antwoord van Braakensiek op deze beschuldigingen zijn de poppen waaruit Kuyper mag kiezen. Hiermee wilde hij zeggen dat met zijn redevoeringen op calvinistische gronden, iedere politieke partij als bondgenoot of tegenstander bestempeld kon worden. Het was maar net met welke pop Kuyper op dat moment wilde spelen. Daarmee karakteriseerde Braakensiek

Kuyper als pragmatisch en iemand met een januskop.

Bijna zes jaar later, op 20 juni 1909, tekent Braakensiek Kuyper opnieuw in het

‘calvinistisch’ pakje op de prent ‘De bloedige bestorming en gewelddadige verovering van het Regeerkasteel op 11 juni 1909’.379

Hierop loopt Kuyper met een grote trom, vooraan in een optocht het ‘regeerkasteel’ binnen. Achter hem loopt De Savornin Lohman en wordt met een vlag gezwaaid waar ‘sterven of overwinnen’ op staat. Bij de poort van het kasteel ligt de wachter ‘oud-liberalisme’ te slapen. Boven de poort kijkt Heemskerk vanuit een raampje naar de stoet terwijl hij zegt; ‘Kom binnen, vrienden, kom binnen. De wachters zijn onschadelijk, of ze maken het elkaar. Ik zit hier al maanden op je te wachten!’.

Een week voor de prent verscheen hadden de antirevolutionairen een grote overwinning geboekt bij de verkiezingen. Geschreven werd dat bij deze verkiezingen de liberalen de kiezers niet meer bang hadden kunnen maken met de naam ‘Kuyper’ en daardoor flinke verliezen hadden geleden. De Middelburgse Courant relativeerde het ‘gevaar’ van deze overwinning als volgt; ‘De Kuyper-partij zal nu groten invloed uitoefenen, maar de

Katholieken (…) zullen wel opkomen tegen buitensporigheden der calvinisten’. Terwijl Troelstra in Het Volk schreef; ‘men kan gerust spreken van een debacle van het

377 Zie Bijlage IX, figuur 66. 378

‘Calvinisten zonder God’ in: Algemeen Handelsblad op 5 december 1903 op pagina 5. 379 Zie Bijlage IX, figuur 67.

101 liberalisme’.380

Ook Kuyper zelf had tijdens zijn deputatenrede381 voorafgaand aan de verkiezingen gesproken van ‘de invloed van het calvinisme op onze landshistorie’. 382

Hoewel het niet zeker was of Kuyper terug zou keren in de politiek, voerde hij wel de stoet aan op de prent van Braakensiek. Door de overwinning te plaatsen in de context van de zeventiende eeuw en de bestorming van het regeerkasteel, symboliseerde Braakensiek de angst voor de terugkeer van de antirevolutionairen in de regering.

Vijf jaar later verscheen Kuyper voor het laatst in het zeventiende-eeuwse pakje, op 17 mei 1914 werd hij door Braakensiek getekend op een ezel.383 Op de prent ‘De

antirevolutionairen en Zaamdam’ trekt Kuyper samen met ARP-politicus Anthony Brummelkamp (1839-1919) ten strijde richting Zaandam. Onder de prent staat; ‘De grote kampvechters Don Brummelkamp en Sancho Kuyper trekken ten strijde tegen de Zaansche molens’. De namen van de beide heren verwijzen naar Don Quichotte (Brummelkamp) en Sancho Pancha (Kuyper).

Brummelkamp had in de Tweede Kamer vragen gesteld over het gegeven dat in Zaandam niet gevlagd was door overheidsgebouwen tijdens de verjaardag van prinses Juliana en dat de burgermeester en wethouders in het vervolg onderwijzers op 1 mei vrij wilden geven.384 Daarop had Kuyper in De Standaard geschreven dat er een bestraffing moest volgen voor de burgermeester van Zaandam, meneer Ter Laan.385 In De Amsterdammer werd

geschreven dat waarschijnlijk alleen een ‘kerkelijk demagoog’ uit een dergelijk onbelangrijke kwestie nog een slaatje kon slaan.386 Deze gezamenlijke strijd van Brummelkamp en Kuyper tegen het sociaal-democratische Zaandam, bracht Braakensiek op spottende wijze in beeld door ze te tekenen als de dwaze held Don Quichotte en zijn hulpje Sancho Panza. Braakensiek zette de strijd weg als een onnozele zaak waar weinig winst uit valt te behalen.