• No results found

Hoofdstuk 6 Kuyper als journalist

6.1. Politiek en polemieken

Vanaf juli 1869 werd het dagbladzegel afgeschaft, waardoor kranten voor een grotere groep mensen betaalbaar werd. De afschaffing was voor Kuyper aanleiding om plannen te maken voor een eigen krant. Het kerkelijk blad De Heraut werd omgezet in het dagblad De

249 Ido de Haan en Henk te Velde, ‘Vormen van politiek Vormen van politiek. Veranderingen van de openbaarheid in Nederland 1848-1900’ in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der

Nederlanden 111, (1996) p. 186.

250 Henk te Velde, Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot den Uyl (Amsterdam 2002) p. 72.

73

Standaard en op 1 april 1872 kwam het eerste nummer uit.252 Met De Standaard kreeg Kuyper de mogelijkheid zijn mening over iedere kwestie bekend te maken bij zijn publiek. Als hoofdredacteur van de krant zou hij dit vijftig jaar, tot 1920, blijven doen.253 In De

Standaard verscheen iedere dag het ‘driestarren’ van Kuyper, een column dat hij vaak zou

gebruiken om tegenstanders van repliek te dienen. In totaal zou hij er bijna zeventienduizend schrijven.254 De rol van Kuyper als journalist was daarmee onlosmakelijk verbonden met zijn rol als politicus. Dr. G.J. Schutte vatte deze verbinding samen met de volgende woorden: ‘Door zijn krant verzamelde hij zijn volgelingen om zijn program, leidde hij hen ten aanval tegen liberalisme en conservatisme’.255

Op de prenten van Kuyper waar zijn journalistieke werk genoemd werd, komt vooral de wijze waarop hij de pers gebruikte voor zijn politieke doeleinden naar voren. Ook werd De

Standaard van Kuyper getekend te midden van andere kranten als de Nieuwe Rotterdamse Courant en de Het Volk. Ook ging Braakensiek enkele keren via een prent in op een stuk dat

Kuyper geschreven had in De Standaard. De eerste prent over De Standaard verscheen op 31 januari 1892 en de laatste verscheen tweeëntwintig jaar later, op 14 juni 1914. De meeste prenten over Kuyper en de journalistiek verschenen na zijn minister-presidentschap van 1908 tot en met 1912.

Op de eerste prent van 31 januari 1892 kwam de manier waarop Kuyper De Standaard inzette voor zijn politieke doeleinden meteen duidelijk naar voren. De prent was getiteld ‘Verkiezingspolemiek op glad terrein’ en toont twee mannen die net onderuit zijn gegaan op een brug in een stad.256 De voorste is Abraham Kuyper en hij heeft een Standaard in de zak van zijn jasje. Achter hem ligt een man voorover met het Algemeen Handelsblad in zijn hand. Links bovenin de hoek is een maan getekend met een gezicht er in, vermoedelijk van Groen van Prinsterer. Onder de prent staat de volgende tekst: ‘Handelsblad: Uw taktiek is een demoraliserend knoeien. Gij blaast koud en warm uit één mond! Standaard: Gij hebt veertig jaar geleden onzen Groen gesmaad, en thans verheerlijkt gij hem op onze kosten!

Handelsblad: Ge zijt een weerhaan! Standaard: Ge zijt een draaier! Eenzaam en kalm toeschouwer,(uit hoger sferen): Zie de maan schijnt door de bomen; Makkers staakt uw wild

geraas!’.

252 Jeroen Koch, Abraham Kuyper, een biografie (Amsterdam 2006) p. 129-131. 253

Ibidem. p. 129. 254 Ibidem. p. 132.

255 Dr. G.J. Schutte, ‘Abraham Kuyper – vormer van een volksdeel’ in: C. Augustijn, J.H. Prins en H.E.S. Woldring (redactie), Abraham Kuyper (Delft 1987) p. 17.

74

Kuyper had in aanloop naar de verkiezingen zijn volgelingen eerst opgeroepen niet op de Katholieke vertegenwoordigers te stemmen, en later dit juist wel te doen. Het Algemeen

Handelsblad had dit opgepikt en het ‘demoraliserend knoeien’ genoemd. Daarop diende

Kuyper het Algemeen Handelsblad van repliek door een artikel te plaatsen over tegenstrijdigheden in de krant over Groen van Prinsterer. In een artikel dat in 1855

gepubliceerd was, werd er negatief over de partij van Prinsterer geschreven. Na Prinsterers overlijden in 1892 schreef het Handelsblad echter vol eerbied en waardering over hem. Dit voerde Kuyper als bewijs dat het Handelsblad ook schuldig was aan tegenstrijdigheden. Waarop het Handelsblad weer kwam met een artikel over deze zwakke verdediging van Kuyper; ‘Wacht maar! Zeide hij (Kuyper, LK) Ik zal eens in oude paperassen gaan snuffelen en zien of ik het Handelsblad er niet op betrappen kan met zichzelf in tegenspraak te zijn geweest met veertig jaren tussenruimte’.257

Op 12 maart 1893 verscheen er een prent onder de titel ‘De verhuizing van ,,Recht voor Allen” naar het Damrak’ waaronder staat: ‘Dr. A. Kuyper: Welkom welkom! Een goede buur is beter dan een verre vriend.’.258

Op de prent staan Domela Nieuwenhuis en Kuyper tegenover elkaar terwijl ze de handen schudden op het damrak. Op de achtergrond staat een aantal grachtenpanden waaronder die van drukkerij ‘Excelsior’ dat de socialistische kracht

Recht voor Allen druk en het gebouw waar De Standaard gedrukt werd. Hiermee verbeeldde

Braakensiek de angst onder de liberalen dat de radicalen en de socialisten de regie over zouden nemen in het land. In de Nieuwe Tilburgsche Courant werden de radicalen en

socialisten zelfs zuster-secten genoemd. 259 Ook bij deze prent kwam de politieke invloed van Kuyper samen met zijn journalistieke.

Op de derde prent, getiteld ‘Persduel’ van 10 oktober 1897, is Kuyper te zien tijdens een zwaardgevecht met Charles Boissevain (1842-1927).260 Terwijl Kuyper zich op de prent verstopt achter een beeld van vrouwe Justitia, slaat Boissevain toe met een zwaard waar het woord ‘moraliteit’ op staat terwijl hij zegt: ‘Kom daar eens achter vandaag collega!’. Boissevain was net als Kuyper journalist, namelijk voor het Algemeen Handelsblad.261 Boissevain had de bezetting van de Nieuwe Kerk in Amsterdam in 1886, wat het begin van de Doleantie betekende, ‘een teken van revolutionair bedrijf’ en ‘blijk van verzet tegen het gezag

257 ‘Van Dag tot Dag. „Quarante Ans aprés” of de Twee Contrasten’ in: Algemeen Handelsblad op 24 januari 1892 op pagina één.

258 Zie Bijlage VI, figuur 33.

259 ‘Wat willen de radicalen?’ in: Nieuwe Tilburgsche Courant op 19 februari 1893 op pagina één. 260

Zie Bijlage VI, figuur 34.

75 met woord en daad’ genoemd.262

Daarop verlangde Kuyper dat de bewering van Boissevain onderworpen zou worden aan het oordeel van een rechter of een eereraad, of dat de heer Boissevain zijn bewering in zou trekken.263 Daarop schreef Boissevain dat Kuyper zijn ‘toevlucht genomen had tot een daad van eigen berechting, welke ik revolutionair, onzedelijk en van een noodlottig voorbeeld acht’.264

Braakensiek liet zijn mening over het ‘duel’ doorschemeren door Kuyper als een bang hondje achter het beeld van Justitia weg te laten kruipen. Hij daagde Kuyper met deze prent uit om zelf zijn woorden en daden uit 1886 te verdedigen en niet weg te kruipen achter het recht of de eereraad.