• No results found

Hoofdstuk 7 Kuypers reislust

7.1. Internationale ophef

Jan de Bruijn schreef in zijn beeldbiografie over Kuyper dat hem vooral van

sociaaldemocratische zijde zijn reizen hem werden verweten omdat hij daardoor de sociale wetgeving verwaarloosde.298 Op de eerste prent over zijn reizen, liet Braakensiek dit verwijt ook zien. Op de prent, getiteld ‘De minister van Binnenlandsche Zaken aan het werk’ snelt Kuyper in reiskostuum richting een sneltrein, terwijl hij wordt aangeklampt door enkele reporters.299 Tegen hen zegt Kuyper: ‘Houdt mij niet op!...Ik heb geen minuut te

293 ‘Dr. Kuyper en de crisis’ in: Nieuwe Tilburgsch Courant op 8 januari 1908 op pagina één. 294 Jeroen Koch, Abraham Kuyper een biografie (Amsterdam 2006) p. 460.

295

Jan de Bruijn, Abraham Kuyper, een beeldbiografie (Amsterdam 2008) p. 268. 296 Barend Bode, Kuyper in karikaturen (Warmond 1994) p. 37.

297 Jeroen Koch, Abraham Kuyper een biografie p. 460. 298

Jan de Bruijn, Abraham Kuyper, een beeldbiografie p. 268. 299 Zie Bijlage VII, figuur 44.

82

verliezen…Als ik den sneltrein niet haal kom ik weer zoveel later thuis…En zie je die armen daar? In november 1891 heb ik al gebeden: Heere, mijn God, zij kunnen niet wachten, geen dag en geen nacht!’. Links op de tekening staat een groepje arme sloebers; arbeiders, vrouwen en kinderen. De uitspraak ‘zij kunnen niet wachten…’ deed Kuyper in 1891 tijdens het eerste Christelijk Sociaal congres ter bemoediging van de arbeiders.300

Bij het uitkomen van deze prent was er voor het eerst commotie ontstaan over de vele reizen van Kuyper en zijn gedrag daarbij. Tijdens zijn reizen toonde Kuyper een

openhartigheid die ‘…tot-nog-toe een streng officieel Nederlandsch minister nimmer aan gewone menschenkinderen zou hebben toevertrouwd’.301

Kuyper liet zich door buitenlandse journalisten onophoudelijk interviewen en gaf ‘namens het gehele Nederlandsche volk’ antwoorden die vooral betrekking hadden op hem zelf. Kuyper werd daarom ook wel beticht van reclame-zucht tijdens zijn reizen.302 In het Algemeen Handelsblad werd het gedrag van Kuyper vergeleken met zijn liberale collega’s die uitmuntten door ‘een stilzwijgendheid in het publiek’ terwijl bij Kuyper ‘van die gepaste of overdreven bescheiden geen spoor’ te

bekennen is. Zijn reizen werden verbonden met zijn werk als journalist doordat hij ‘de betekenis van de pers en het klappen van de zweep kent’. Het wringt echter volgens het

Handelsblad dat Kuyper ‘op weg schijnt van journalist-minister – een eerenaam – te worden

een reclame-minister’.303

Vier maanden later, op 31 augustus 1902, zijn de reizen van Kuyper wederom

onderwerp van een bijvoegsel, dit keer getiteld ‘Plechtige ontvangst van Minister Kuyper bij zijn terugkomst uit den vreemde, door zijn gehoorzame collegaas’.304

Op de prent keert Kuyper juist terug van één van zijn reizen, opnieuw in hetzelfde reiskostuum, terwijl

matrozen en soldaten hem met de sabel omhoog begroeten. In het midden van de haag staan de ministers Melvil van Lynden, Loeff, Harte van Tecklenburg, Bergansius, Kruys, De Marez Oyens en Van Asch van Wijck. Aan het einde van de haag staan verschillende fotografen en mannen in rokkostuum en vrouwen in jurken.

Opnieuw was over een reis van Kuyper commotie ontstaan door het gerucht dat Kuyper tijdens een vakantiereis met de Duitse en Oostenrijk-Hongaarse ministers van

Buitenlandse Zaken overleg had gehad over een staatkundige en economische aansluiting bij

300 A.J. van Dijk, ‘Het eerste christelijk sociaal congres, beter laat dan nooit’, van de website

www.christenhistorici.nl geraadpleegd op 23 mei 2012 om 9.42.

301 ‘Minister Kuyper op reis’ in: Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant op 12 april 1902 op pagina 6. 302

‘Het geeft te denken’ in: Middelburgsche Courant op 10 april 1902 op pagina één.

303 ‘Van journalist-minister tot reclame-minister’ in: Algemeen Handelsblad op 10 april 1902 op pagina 2. In dit artikel werd ook een voorbeeld gegeven van Kuypers ongepaste openhartigheid, namelijk dat hij aan

buitenlandse journalisten vertelde ‘allerlei intimiteiten over Nederlandsch Koningin’. 304 Zie Bijlage VII, figuur 45.

83

een driebond. Dit bericht werd in de Figaro, een Frans dagblad, gepubliceerd door een redacteur die Kuyper geïnterviewd had.305 Kuyper zei bij terugkomst zelf over deze geruchten; ‘Het is jammer dat de verbeeldingskracht der journalisten zich aan dergelijke fantasieën te buiten gaan, telkens als ik op reis ben’.306 Of Kuyper het overleg nu gehad heeft of niet, Braakensiek stak de draak met het blinde vertrouwen van zijn volgelingen. Het gedrag van Kuyper werd volgens Braakensiek, ongeacht welke geruchten dan ook, goedgekeurd. Terwijl een mogelijke neutraliteitsschending van Kuyper in het buitenland voor opschudding had gezorgd307, trad Kuyper triomfantelijk het land weer in onder begroeting van het kabinet en leger. Ook met deze prent lijkt Braakensiek de boodschap te willen geven dat Kuyper niet het werk doet waarvoor hij aangesteld is. En ook bij deze prent lijkt Braakensiek hem te verdenken van reclame-zucht.

Een week later was het tumult rondom Kuypers reis nog niet bedaard en verscheen er opnieuw een prent over Kuyper in zijn reispak.308 Dit keer is hij op bezoek bij kapper Figaro die op het punt staat hem te scheren. Op dat moment wordt er geklopt door ‘Hollandse reporters’ waartegen de Figaro zegt: ‘Je komt te laat heren – ik heb hem de tong al

geschraapt’. De boodschap van Braakensiek is duidelijk. Kuyper heeft zich door de Figaro beet laten nemen en onthullingen gedaan die eigenlijk niet openbaar mochten worden. Ondertussen vissen de Nederlandse journalisten achter het net. De Figaro had daarmee het ‘heft in handen’ door ieder moment de onthullingen te kunnen publiceren..

Zes maanden later tekende Braakensiek Kuyper opnieuw in zijn reispak, dit keer in Brussel.309 Op 11 januari 1903 verscheen de prent ‘Kuyper in Brussel’ waarop Kuyper met bagage langs de weg loopt en Koning Leopold tegenkomt die in de auto zit. Leopold zegt tegen Kuyper: ‘O, mijn evenbeeld! Kom laat ons samen reizen…’, waarop Kuyper antwoord: ‘Jawel, Sire, wat u met Nieuwjaar tot Uw ministers gezegd heeft, hebben ook mijn ministers tot mij gezegd: - ook ik verdien blind vertrouwen…’. Rechts van de weg staan twee vrouwen die het tafereel van achter een boom gadeslaan.

Deze prent verwijst naar een uitspraak dat Koning Leopold deed in zijn

nieuwjaarstoespraak. Daarin ‘zwaaide hij zichzelf lof toe wegens verschillende, door hem genomen initiatieven’ en deed daarbij een beroep op het ‘blind vertrouwen’ van de Kamer bij

305 ‘Nederland en den driebond’ in: De Locomotief: Samarangsch handels- en advertentieblad op 3 september 1902 op pagina 7.

306

‘Een interview met minister Kuyper’ in: De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad op 3 september 1902 op pagina 6.

307 ‘Een onafhankelijk Nederland’ in: De Amsterdammer op 31 augustus 1902 op pagina 2. 308

Zie Bijlage VII, figuur 46. 309 Zie Bijlage VII, figuur 47.

84

een zaak waar hij verder niet op in ging.310 Kuyper was in de week dat de prent uitkwam, opnieuw op reis gegaan, dit keer naar Brussel waar hij een onderhoud had met de inspecteur van het ambachtsonderwijs.311 Braakensiek bracht met deze prent beide gebeurtenissen samen en creëerde zo de mogelijkheid om zowel de aandacht te vestigen op de bijzondere uitspraak van Koning Leopold, als op de nieuwe reis van Kuyper. Braakensiek zet meteen vraagtekens bij de intenties van Kuyper door hem met veel sarcasme ‘ook ik verdien blind vertrouwen’ te laten zeggen.312