• No results found

Kuyper en de calvinistische leer

Hoofdstuk 9 Kuyper als opvolger van Calvijn

9.2. Kuyper en de calvinistische leer

Op de vijf overige prenten verwees Braakensiek op een andere manier naar Calvijn.

Bijvoorbeeld op de prent ‘Strijd onder de Calvinisten over den dans op het galabal’ waarop

380

‘De uitslag der verkiezingen’ in: Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant op 16 juni 1909 op pagina één.

381 Rede uitgesproken op de deputatenvergadering van de antirevolutionaire partij. De afgevaardigden van de kiesverenigingen van de partij kwamen dan bijeen, meestal in aanloop naar de verkiezingen. Uitleg afkomstig uit: Jeroen Koch, Abraham Kuyper een biografie (Amsterdam 2006) p. 645.

382

‘Calvinisme en Katholicisme’ in: Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s courant op 5 mei 1909 op pagina 6. 383 Zie Bijlage IX, figuur 68.

384 ‘Het niet vlaggen te Zaandam’ in: Nieuwsblad van het Noorden op 7 mei 1914 op pagina één. 385

‘De Vlag’ in: Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij op 11 mei 19014 op pagina één. 386 ‘De Zaansche Vlag’ in: De Amsterdammer op 17 mei 1914 op pagina één.

102

Kuyper als rechter en verdediger optreed.387 Beschuldigden waren enkele christelijke ministers die deelgenomen aan een bal en daar hadden ‘rondgezwierd met de borst ontblote dames’.388

In de Heraut had Kuyper het dansen min meer goedgekeurd, terwijl hij in De

Standaard had geschreven over zondig gedrag.389 Juist van deze uiteenlopende berichten van Kuyper maakte Braakensiek een karikatuur en plaatste het woord ‘calvinisten’ er boven. Zo creëerde Braakensiek het beeld dat Kuyper zelf niet eens wist wat de calvinistische leer precies inhield.

Datzelfde komt naar voren op de prent ‘Een nagekomen inzending…’ van 15 januari 1911.390 Op deze prent lopen Abraham Kuyper en broeder Nolens rond in het Stedelijk Museum in Amsterdam waar de tentoonstelling van de smaakmisleiding te zien is. Terwijl Kuyper uit zijn boekje voorleest, kijkt Nolens verschrikt opzij. In een vitrine waar ‘Coalitie’ boven staat is een portret van Calvijn te zien in een lijst met een mijter er op. Een week voor het uitkomen van de prent was in De nieuwe Tilburgsche courant de vraag gesteld welke plaats de katholieken innamen in deze coalitie.391 Braakensiek tekende als antwoord hierop deze prent, waarmee hij wilde laten zien dat de katholieken er bekaaid afkwamen. Opvallend is dat Braakensiek bij deze smaakmisleiding juist Kuyper uitkoos als figurant terwijl hij helemaal geen deel uitmaakte van de regering.

Eenzelfde boodschap komt naar voren bij de prent ‘De gevaren der Bakkerswet’ waarop Kuyper achter een tafel in de Bijbel zit te lezen terwijl Talma juist binnenkomt.392 Uit de bijbel leest Kuyper net voor: ‘Den overste der bakkers hing Pharao op..’ terwijl hij zijn wijsvinger omhoog houdt. Achter hem hangt een portret van Calvijn. Braakensiek gaat op deze prent in op een beschuldiging van Kuyper aan het adres van Talma in De Standaard. Met zijn arbeiderswet, bakkerswet en steenhouwerswet zette hij volgens Kuyper de eerste stappen op ‘den weg naar het staatssocialisme’.393

Dat hij daarbij het verhaal uit de Bijbel over de schenker en de bakker394 gebruikt om Talma terecht te wijzen, doet Braakensiek voorkomen als onwillekeurig gebruik van de bijbel. Kuypers Calvinistische grondslag kon dus wederom ingezet worden om een politieke kwestie te veroordelen.

387

Zie Bijlage IX, figuur 69.

388 ‘Persnieuws’ in: Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant op 13 januari 1904 op pagina één. 389 ‘De politiek van den dag’ in: Nieuwe Tilburgsche courant op 3 februari 1904 op pagina één. 390 Zie Bijlage IX, figuur 70.

391 ‘De partijen in de coalitie’ in Het Centrum op 10 januari 1911 op pagina één. 392

Zie Bijlage IX, figuur 71.

393 ‘Wie kaatst…’ in: De Tijd: godsdienstig-staatkundig weekblad op 15 mei 1911 op pagina één.

394 Bij het verhaal van de schenker en de bakker werd de schenker door de farao van Egypte gered terwijl de bakker werd opgehangen. Dit verhaal staat in Genesis 40 vers 1 t/m 22, geraadpleegd via www.biblija.net op 30 mei 2012 om 09.58.

103

In de prent ‘Kerkelijk-staatkundig fanatisme’ is de verwijzing naar de calvinistische grondslag niet zo duidelijk, maar een verwijzing naar godsdienststrijd zit er wel in. Op de prent spant Kuyper in domineeskledij een boog waarop staat ‘clericalisme’ terwijl Filips II tegen hem zegt: ‘Spant gij dien boog niet te sterk? Denk eens aan mij…’.395

De prent gaat over een kwestie van schoolonderwijzers die meer loon wilden en daarvoor de Bijbeltekst ‘de arbeiders is zijn loon waardig’ gebruikten. Daarop werd in De Standaard geschreven dat er ‘onnoemlijke schade’ werd aangericht als ‘lichtvaardig naar Gods gebod’ werd verwezen. Daarop schreef het Algemeen Handelsblad dat het ‘mooie van klerikalisme juist is dat slechts de uitverkorenen, de priesters, het wapen der teksten bezigen’.396

Opnieuw ging deze prent in op het gebruik van de religie voor politieke zaken. Met de waarschuwing van Filips II lijkt Braakensiek de lezer duidelijk te willen maken dat Kuyper nu te ver gaat.

Op de laatste prent brengt Braakensiek Calvijn en Kuyper helemaal samen door Kuyper te tekenen als Calvijn naar het schilderij van Jean François Millet.397 Op de prent ‘Dr. Kuyper, onze Nederlandsche Calvijn, aan het werk’ zaait Kuyper op het land met kleine mijtertjes. Terwijl Kuyper dus probeert het calvinisme te zaaien, zaait hij ondertussen het katholicisme in. Deze prent gaat in op het idee dat de Katholieken het meest geprofiteerd hadden van de coalitie in 1913. Zo werd geschreven dat toen de katholieken protectie op de handel wilden, Kuyper ineens van mening was dat ‘vrijhandel nooit in overeenstemming kan zijn met de Heilige ordinanties’. Terwijl Kuyper probeerde het calvinisme te zaaien, was het eigenlijk Schaepman die katholieke zaadjes aanreikte.398 Dit idee bracht Braakensiek

humoristisch in beeld en schiep de gedachte dat Kuyper het calvinisme voor allerlei

doeleinden had gebruikt, maar uiteindelijk de politiek er niet mee naar zijn hand had kunnen zetten.

Het idee van Braakensiek dat Kuyper zijn ‘calvinistische pakje’ bij iedere politieke kwestie uit de kast kon halen wordt bevestigd in de prent ‘Minister Kuyper en de

troonrede’.399

Op deze prent, die op 14 september in 1902 gepubliceerd werd, vraagt Kuyper zich af welk kostuum hij aan moet trekken voor de komende troonrede. Om hen heen staan dozen met de woorden ‘gelegenheidspakken’, ‘reiskostuums’, ‘democratische plunje’, ‘verkiezingsuitmonstering, ‘toga’s’ én ‘calvinistische uitrusting’. Van de vele uitrustingen waarmee Kuyper zich in de politiek presenteerde, was de calvinistische er één van.

395

Zie Bijlage IX, figuur 72.

396 ‘Binnenland Bijbelteksten’ in: Algemeen Handelsblad op 11 maart 1913 op pagina één. 397 Zie Bijlage IX, figuur 73.

398

‘Schaepman’s glimlach’ in: Het Centrum op 5 juni 1913 op pagina één. 399 Zie Bijlage IX, figuur 74.

104

Braakensiek maakte op de prenten die verwezen naar Calvijn, vooral een karikatuur van de manier waarop Kuyper Calvijn gebruikte voor zijn politieke doeleinden. Braakensiek liet zien dat Kuyper Calvijn bij iedere kwestie in zette om zijn gelijk of zijn missie te bevestigen. Dat hij daarmee soms zelfs zichzelf tegensprak bracht Braakensiek in beeld op de prent ‘Strijd onder de calvinisten over den dans op het galabal’. Zelfs bij totstandkoming van sociale wetten als de bakkerswet wist Kuyper een aanval te formuleren op Bijbelse grondslagen. Maar, zo liet Braakensiek ook zien, alleen Kuyper zelf mocht gebruik maken van deze tactiek. Bijvoorbeeld onderwijzers mochten geen verwijzingen doen naar Bijbelteksten voor politieke doeleinden. Dat recht was alleen voor Kuyper weggelegd. Op de laatste prent van

Braakensiek over Calvijn lijkt hij Kuyper met gelijke munt terug te betalen. Het fanatisme van Kuyper in het gebruik van de calvinistische leer, pakte niet uit zoals hij wilde. Braakensiek karakteriseerde Kuyper op deze prenten als een pragmatisch politicus met een januskop. Het idee van Braakensiek dat Kuyper zijn ‘calvinistische pakje’ bij iedere politieke kwestie uit de kast kon halen

105

Conclusie

Aan de hand van de prenten van Johan Braakensiek over Abraham Kuyper is onderzocht hoe het optreden van Kuyper werd gekarakteriseerd en welke veranderingen in de politieke openbaarheid daarbij tot uiting kwamen. De prenten van Braakensiek karakteriseerden met name gebeurtenissen en optreden en gaven deze in gecondenseerde vorm een allegorie van de politieke situatie. Abstracte ontwikkelingen en idealen werden door Braakensiek

vormgegeven aan de hand van personificaties en iconografische typeringen. Voor zijn politieke prenten maakte Braakensiek zowel gebruik van humoristische satire als straffende satire en gaf hij zijn kijkers een menselijk beeld van de politicus Kuyper. Braakensiek kon als geen ander in zijn tijd politici herkenbaar tekenen, een politieke situatie of gebeurtenis

uitleggen en daar betekenis aan geven.

Dat Kuyper een nieuwe vorm van politiek inluidde wordt bevestigd door de vele prenten waarop hij werd getekend door Braakensiek. Dat Kuyper de politicus was die door Braakensiek het vaakst getekend werd, geeft aan dat zijn optreden het meeste opzien baarde. Alle belangrijke heren die naast Kuyper op het politieke toneel stonden, speelden op zijn prenten slechts een bijrol. Braakensieks verwondering over Kuyper gaat zelfs zo ver dat hij de heren De Savornin Lohman en Heemskerk inzette om dit te benadrukken. Op de vele prenten waar Kuyper en Lohman samen op staan, werd vooral hun verschil in voorkomen benadrukt, waarbij Lohman als rationeel denker het tegenbeeld was van zijn ‘broeder’. Op de prenten waar Kuyper en Heemskerk samen op staan, werd vooral de bemoeizucht van Kuyper uitgelicht. Een slordig voorkomen, irrationeel denken en bemoeizuchtig gedrag werden door Braakensiek als ondeugden bestempeld. Daarnaast laten de prenten zien dat de

Antirevolutionaire Partij voor Braakensiek een grotere bedreiging vormde dan de sociaal-democraten. Domela Nieuwenhuis en Troelstra werden veel minder vaak getekend als ‘tegenpartij’ en waren daarmee in Braakensieks ogen toch nog altijd idealer dan Kuyper.

Welke veranderingen deze nieuwe vorm van politiek met zich mee brachten werd ook door Braakensiek gekarakteriseerd. De nieuwe ruimte die gecreëerd werd voor gevoelens en kwesties gerelateerd aan de levensbeschouwelijke identiteit kwam tot uiting in Braakensieks vele prenten over de Hooger Onderwijswet, de Drankwet en de prenten met verwijzingen naar Calvijn. Verre van ideaal beschouwde Braakensiek het bedrijven van politiek op religieuze gronden. Bij zijn prenten over zowel de Hooger Onderwijswet en de Drankwet als de prenten met verwijzingen naar Calvijn, komt dit naar voren. Braakensiek richtte veelvuldig zijn pijlen op Kuyper, wanneer besluitvorming gebaseerd op Bijbelse principes aan de orde was. Het stichten van een gereformeerde universiteit presenteerde Braakensiek als een onzinnig doel

106

van een eigenzinnige leider. Ook het aanpassen van de Drankwet deed Braakensiek

voorkomen als een langslepende onbelangrijke kwestie die geen zaak voor de politiek was. Door besluitvormingen te baseren op gereformeerde beginselen of Bijbelteksten, verwarde Kuyper volgens Braakensiek de Tweede Kamer met de kerk. Braakensiek presenteerde deze vermenging als een gevaarlijke basis voor een politiek leider dat zijn religieuze hulpmiddelen in kon zetten voor ieder willekeurig onderwerp. Het algemeen belang van het volk kwam daarmee in het gedrang. Kuyper diende echter niet het algemeen belang, maar zijn eigen achterban.

In lijn van bovenstaande overtuiging van Braakensiek, lag zijn visie over de taak van een politicus. Volgens Braakensiek, benaderde de ideale politieke leider zijn taak zakelijk en discreet. In zijn prenten over Kuyper als journalist en over zijn buitenlandse reizen komt dit ideaal naar voren. Braakensiek presenteerde het gemak waarmee Kuyper in De Standaard over politieke zaken schreef als lafhartig. Hij stelde dat een sterke politicus zich zelf in de Tweede Kamer moest kunnen verdedigen, en niet via zijn lezers. Ook Kuypers openhartigheid tijdens zijn reizen naar het buitenland presenteerde Braakensiek als indiscreet. Dat Kuyper over politieke zaken geen blad voor de mond nam in het buitenland werd door Braakensiek gepresenteerd als een eerzuchtige eigenschap. Terwijl Braakensiek vond dat Kuyper met zijn uitlatingen in De Standaard en in het buitenland een morele grens overschreed, beschouwde Kuyper het als onderdeel van zijn persoonlijke missie. De prenten van Braakensiek tonen zo verschillende visies op de taak van een politicus. Braakensiek beschouwde het als een staatkundige functie, Kuyper eerder als levensovertuiging.

Dat Kuypers optreden sterk afweek van het ideaal van een politiek leider van Braakensiek, komt op een opvallende manier naar voren in de prenten. Door Kuyper in vrouwenkleren te tekenen, verpakte Braakensiek verschillende oordelen over zijn optreden in opmerkelijke beeltenissen. Zo werd Kuyper gepresenteerd als een zwak en

onverantwoordelijk leider die in de ‘zakenwereld’ van de politiek niet thuishoorde. In de wereld waarin mannen zich daadkrachtig inzetten voor de Nederlandse politiek, hoorde Kuyper volgens Braakensiek niet thuis. Door hem als vrouw te tekenen maakte Braakensiek zijn mening in één oogopslag kenbaar. Kuypers persoonlijke en openhartige optreden in de politiek werd daarmee door Braakensiek gepresenteerd als apolitiek. Met de prenten van Kuyper in vrouwenkleren karakteriseerde Braakensiek de nieuwe stijl die Kuyper hanteerde binnen de politiek. De emotionaliteit die door Kuyper werd gebruikt voor zijn politieke boodschap betekende een breuk met het keurige debat van de heren.

107

Een belangrijke gebeurtenis waarbij Braakensiek zijn idealen scherp naar voren bracht, was de spoorwegstaking in 1903. Deze staking was de ideale gelegenheid om Kuypers optreden onder de loep te nemen en Braakensiek bestempelde het als onmenselijk en zwak.

Tegelijkertijd stelde Braakensiek zijn eigen ideaal van een politiek leider er tegenover; Thorbecke. Deze man had volgens Braakensiek politiek en religie gescheiden gehouden, trad zakelijk en discreet op en gedroeg zich als een sterk mannelijk leider.

Naast de schat aan informatie die de karikaturen van Johan Braakensiek geven over Abraham Kuyper, vertellen ze vooral hoe een politieke leider volgens de tekenaar moest optreden. Zo komt de uitzonderlijke manier waarop Kuyper de politiek inzette voor zijn doeleinden naar voren. Met zijn prenten over de Hooger Onderwijswet en de Drankwet toonde Braakensiek dat Kuypers inzet voor deze wetten met grote aandacht gevolgd werd. Overtuigd van de noodzaak van zijn politieke missie dreef Kuyper op idealistische wijze zijn zin door. Dat Braakensiek die idealistische gedrevenheid niet gebruikelijk vond voor een politiek leider, toonde hij door Kuyper in vrouwenkleren te tekenen. Dat Kuyper met zijn idealisme brak met het Thorbeckeanisme en het Kuyperianisme introduceerde, werd in de prenten van Braakensiek vereeuwigd. Vanaf het moment dat Kuyper het politieke toneel betrad werd Abraham Kuyper door Johan Braakensiek opgemerkt, gekarakteriseerd en gekwalificeerd.

108

Geraadpleegde literatuur, internetsite en bronnen

Literatuur

- Aerts, Remieg, Herman Liagre Böhl, Piet de Rooy en Henk te Velde, Land van kleine

gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland 1780-1990 (Amsterdam 1999, vierde druk

2004).

-Augustijn, C., J.H. Prins en H.E.S.Woldring, Abraham Kuyper. Zijn volksdeel, zijn invloed (Delft 1987)

-De Beaufort, J.A.A.H., ‘Vijftig jaren uit onze geschiedenis (1868-1918)’ in: De Gids (jaargang 91).

-Boers, Harm, ‘Als de politieke reizigers den boer op gaan, de prenten van Braakensiek in verkiezingstijd’ in: Karikatuur en politieke cultuur. De politieke prenten van Johan

Braakensiek, 1958-1940 Ongepubliceerde reader t.b.v. het afsluitend symposium van het

gelijknamige onderzoekscollege, Rijksuniversiteit Groningen 2012. - Bode, Barend, Kuyper in karikaturen (Warmond 1994).

-Bornebroek, Arno, Een heer in een volkspartij. Theodoor Heemskerk (1852-1932),

minister-president en minister van justitie (Amsterdam 2006).

-Bremmer, C., ARP. Personen en momenten uit de geschiedenis van de anti-revolutionare

partij (Meppel 1980).

-Bruijn, Jan de, Abraham Kuyper, een beeldbiografie (Amsterdam 2008).

-Bruijn, Jan de, Abraham Kuyper Leven en werk in beeld. Een beeldbiografie (Amsterdam 1987).

-Douwes, F.G.M., ´Johan Braakensiek (1858-1958)’ in: Ons Amsterdam 10 (1958) p. 179-182.

- Duus, Peter, ‘Presidential Adress: Weapons of the weak, Weapens of the strong – The development of the Japanese political cartoon’ in: The journal of Asian studies 60/4 (2001) 965-997.

-Coupe, W.A., ‘Observations on a theory of political caricature’ in: Comparative Studies in

Society and History 11/1 (1969) 79-95.

-Haan, Ido de, en Henk te Velde, ‘Vormen van politiek Vormen van politiek. Veranderingen van de openbaarheid in Nederland 1848-1900’ in: Bijdragen en mededelingen betreffende de

109

-Harinck, George, Roel Kuiper en Peter Bak, De Antirevolutionaire Partij 1829-1980 (Hilversum 2001)

-Hartmans, Rob, De Groene van 1877 Geschiedenis van een dwars weekblad (Amsterdam 2002).

-Hertog, Johan den, Cort van der Linden (1846-1935) Minister-president in oorlogstijd. Een

politieke biografie (Amsterdam 2007).

-Heijden, Marien van der., Albert Hahn (Amsterdam 1993).

-Hoop, Lammert de, en Arno Bornebroek, De rode dominee, A.S. Talma (Amsterdam 2010). -Kasteel, Piet, Abraham Kuyper (Kampen 1938).

-Kemnitz, Thoman Milton, ‘The cartoon as a historical source’ in: The journal of

interdisciplinary history 4/1 (1973) p. 81-93.

-Koch, Jeroen., Abraham Kuyper, een biografie (Amsterdam 2006).

- Kuyper ‘Brief aan de uitgevers van den eersten druk’ in: Kuyper in de caricatuur 100

uitgezochte caricaturen met een brief van Dr. A. Kuyper (Amsterdam 1909).

-Küster, Sybille, ‘Nationbuilding and gender in 19th-century Germany’ in: Ann Katherine Isaacs, Political Systems and definitions of gender roles (Pisa 2001).

-Langeveld, Willem, Politiek per prent (Amsterdam 1989).

-Palmer, R.R., Joel Colton en Lloyd Kramer, A History of the Modern World (New York 1950, herdruk 2002).

-Romein, Jan en Annie, Erflaters van onze beschaving. Nederlandse gestalten uit zes eeuwen (Amsterdam 1979, dertiende druk).

-Ru, C. de, De strijd over het Hoger Onderwijs tijdens het ministerie-Kuyper (Kampen 1953) -Rüter, Dr. A.J.C., De spoorwegstakingen van 1903. Een spiegel der arbeidersbeweging in

Nederland (Leiden 1935) p. 289, 290.

-Santing, Catrien, Henk te Velde en Margith Wilke, Machtige lichamen (Amsterdam 2005) -Simonton, Deborah, Women in European culture and society (New York 2011).

-Schutte, Dr. G.J., ‘Abraham Kuyper – vormer van een volksdeel’ in: C. Augustijn, J.H. Prins en H.E.S. Woldring (redactie), Abraham Kuyper (Delft 1987).

-Snijder van Wissenkerke, Mr. F.W.J.G., De Drankwet 1904 (Gouda 1905).

- Streicher, Lawrence H., ‘On a theory of political culture’, in: Comparative Studies in Society

and History 9/4 (1967), 427-445.

-Velde, Henk te, Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot den Uyl (Amsterdam 2002).

110

-Vleeshouwer, Lisette, ‘De relatie tussen tekst en beeld in De Groene Amsterdammer. Onderzoek naar de opkomst van politieke prenten in De Groene Amsterdammer 1886-1931’ in: Karikatuur en politieke cultuur. De politieke prenten van Johan Braakensiek, 1958-1940 Ongepubliceerde reader t.b.v. het afsluitend symposium van het gelijknamige

onderzoekscollege, Rijksuniversiteit Groningen 2012.

-Weringh, Koos van, Honderd jaar getekend tegengewicht. De politieke prent in de

Nederlandsche pers. Derde Mr. W.P. Sautijn Kluit lezing. (Groningen 1998).

Dag- en weekbladen

-Algemeen Handelsblad -De Amsterdammer -Het Centrum

-Het nieuws van den dag: kleine courant

- De Locomotief: Samarangsch handels- en advertentieblad -Middelburgsche courant

-Nieuwe Tilbursche Courant -Nieuw Israëlitisch Weekblad

-Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant -Nieuwsblad van het Noorden

- Rotterdamsch Nieuwsblad

-De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad - Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij

Internetsites

- A.J. van Dijk, ‘Het eerste christelijk sociaal congres, beter laat dan nooit’, van de website

www.christenhistorici.nl geraadpleegd op 23 mei 2012 om 9.42.

-‘De Staalmeesters Beschrijving’ op de website: www.schilderijenatelier.nl geraadpleegd op 31 mei 2012 om 8.53.

-‘Fortuijn, Jan Antoon’ van de site: www.iisg.nl, geraadpleegd op 29 mei 2012 om 09.37. -‘P. Nolting’ van de site: www.parlementairdocumentatiecemtrum.nl, geraadpleegd op 29 mei 2012 om 09.44.

-‘Mr. W.H. de Beaufort’ van de site: www.parlementairedocumentatiecentrum.nl, geraadpleegd op 29 mei 2012 om 09.48.

111

- Genesis 40 vers 1 t/m 22, geraadpleegd via www.biblija.net op 30 mei 2012 om 09.58. - Handelingen Tweede Kamer 17 februari 1904 pagina 12-22, geraadpleegd via

www.statengeneraaldigitaal.nl op 26 april 2012 om 12.12.

-‘Ontbinding Eerste Kamer 1904’ van de website www.montesquieu-instituut.nl, geraadpleegd op 27 april 2012 om 10.38.

-‘Robespierre Biography’ van de website: www.bastille-day.com, geraadpleegd op 4 mei 2012 om 15.06.

-L.J. Heldring, ‘Braakensiek, Johan Coenraad (1858-1940)’, in: Biografisch woordenboek van

Nederland (Den Haag 1989) geraadpleegd via internet www.historici.nl op 21 mei 2012. -‘Samuel van Houten’ op de website http://www.iisg.nl/bwsa/bios/houten-s.html,

geraadpleegd op 22-03-2012 om 13.41.

-Informatie over Lohmans begrafenis van de website

http://www.parlement.com/9291000/biof/01177 geraadpleegd op 26 maart 2012 om 15.02.

-Informatie over Soutache-patronen: www.encyclo.nl onder de zoekterm ‘soutache’, geraadpleegd op 21 juni 2012 om 10.19.

-www.groene.nl -www.kb.nl

112

Bijlagen Masterscriptie Braakensieks karakteristiek van Kuypers nieuwe

vorm van politiek

Onderzoek naar de vraag hoe Abraham Kuyper door de tekenaar Johan Braakensiek