• No results found

vergelijking LTV en NHG

4.4 SNS Reaal

Op basis van deze analyse schatten deskundigen de waarde van REAAL Individueel Leven en Zwitserleven op

€ 5,8 mrd. Hierbij is de waarde van REAAL Individueel Leven positief, terwijl de waarde van Zwitserleven negatief is. De negatieve waarde van Zwitserleven wordt gedreven door de unit-linked activiteiten, specifiek de separate accounts portefeuille.

Bij deze uitkomsten merken deskundigen op dat de value new business voor Zwitserleven negatief is en dit niet volledig gecompenseerd wordt door de positieve waarde van de value new business van REAAL Individueel Leven, waardoor de totale waarde van de new business gelijk is aan negatief € 30 mio. Na de correctie voor de schuldcomponenten, incl. achtergestelde schulden, is de waarde van het eigen vermogen gelijk aan circa € 1,8 mrd.

De waarde van REAAL Schade is gelijk aan € 544 mio. Ter vergelijking: CVC bracht in mei 2012 nog een bieding op het schadebedrijf uit van € 625 mio, waarbij ook een relatief groot deel te verklaren was door de extra solvabiliteit binnen dit onderdeel van REAAL.

Tot slot zijn er nog correcties opgenomen ten behoeve van de volgende zaken:

• De double leverage, waarbij schulden in de (REAAL) holding zijn gebruikt voor de financiering van het eigen vermogen van REAAL, is gelijk aan € 1,014 mrd;

• Voor de woekerpolisaffaire is een additionele (netto) correctie van € 150 mio opgenomen, aangezien deskundigen van mening zijn dat de voorzieningen per peildatum van REAAL niet voldoende waren.

Voor de DCF Analyse concluderen deskundigen daarmee dat de waarde van het eigen vermogen van REAAL, inclusief correcties, ongeveer € 1,2 mrd bedraagt. Deze waarde ligt binnen de bandbreedte van de

Marktbenadering, zij het wat meer richting de onderkant.

Gezien de Marktbenadering de primaire waarderingsmethodiek is, schatten deskundigen de waarde van het eigen vermogen van REAAL op € 1,300 mrd.

Mogelijke impact van saldocompensatiestelsel op de waarde van REAAL: zie hiervoor Hoofdstuk 4 p. 124 e.v.

en H10 p.10.1.3. Deskundigen concluderen dat het saldocompensatiestelsel geen invloed heeft op de waarde van REAAL op peildatum. Het saldocompensatiestelsel, dat sinds de jaren ’90 bestond, maar waarover onvoldoende was gerapporteerd, heeft eind 2013 tot aanpassingen geleid, die op peildatum niet te voorzien waren, ook met kennis van het saldocompensatiestelsel. DNB gaf op 31/1/2013 in haar Kapitaal-

& Liquiditeitsinjectiebrief aan MinFin aan dat REAAL adequaat was gekapitaliseerd. CVC en PWC als adviseur kende het saldocompensatiestelsel en hebben in hun DD-rapport van 30/1/201364 geen aanpassingen op de waarde van REAAL gemaakt. Ook een curator zou in een faillissementsscenario (faillissement van SNSR en SNSB) er vanuit zijn gegaan dat er geen waardeaanpassing op REAAL gemaakt zou worden door potentiële kopers (waarbij CVC als logische kandidaat-koper zou gelden).

4.4 SNS Reaal

Hieronder komen aan de orde:

• Balans en winst- en verliesrekening van SNSR

• Double Leverage

64 Het DD rapport ‘project Eiffel’ d.d. 30/1/2013 dat PWC voor CVC heeft opgesteld hebben deskundigen ter inzage gekregen; vooralsnog is er geen goedkeuring dit stuk in de dataroom op te nemen.

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 121 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

• Saldocompensatieregeling tussen SNSR, SNS Bank en (onderdelen van) REAAL

• Afgegeven garanties, zgn. 403-verklaringen

• Bedrijfsactiviteiten in SNSR, n.l. SNS Asset Management en SNS Beleggingsfondsen Beheer Kort samengevat functioneerde SNSR als holding voor een aantal deelnemingen, waarvan de twee belangrijkste deelnemingen SNS Bank en REAAL zijn.

Het belangrijkste actief van de holdingbalans betrof dan ook de aandelenbelangen in de verschillende vennootschappen behorend tot de groep, met als grootste deelnames SNS Bank N.V. (€ 1,3 mrd per ultimo 2012) en REAAL N.V. (€ 2,9 mrd per ultimo 2012).

€ 666 mio betrof verder vorderingen van de holding op groepsmaatschappijen, waaronder met name SNS Bank (€ 159 mio) en REAAL (€ 466 mio). Hiertegenover stonden ca. € 827 mio aan schulden aan

groepsmaatschappijen, waaronder met name SNS Bank (€ 157 mio) en REAAL (€ 672 mio).

Het vermogen toe te schrijven aan houders van CT-1 securities bedroeg € 987 mio (de Nederlandse Staat en StBSR).

De achtergestelde schulden bedroegen ultimo 2012 in totaal € 391 mio, terwijl de concurrente

schuldbewijzen (EMTN’s) € 421 mio bedroegen. Van de laatste zou in het voorjaar van 2013 grofweg € 300 mio moeten worden afgelost.

Voor het overige wordt verwezen naar onderstaande enkelvoudige balans- en winst & verliesoverzichten uit het Jaarverslag 2012 alsmede naar de door deskundigen aan de hand van het grootboek opgestelde balans en winst en verlies overzicht per 31 januari 2013.

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 122 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 123 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

Er zijn geen opmerkelijke wijzigingen in balansposten of in de winst- en verliesrekening tussen eind 2012 en januari 2013, behalve uiteraard de sterk negatieve resultaten van de groepsdeelnemingen over 2012, zoals reeds toegelicht. Bovendien dient nog vermeld te worden dat het resultaat van de holding zelf gedreven

Enkelvoudige Winst- en Verliesrekening van SNS REAAL Holding per 31-01-2013 & 31-12-2012 31-1-2013¹ 31-12-2012

Aandeel Resultaat Groepsdeelnemingen 20 (843)

Overige Resultaten na Belasting (8) (129)

Netto Resultaat 12 (972)

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 124 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

wordt door de activiteiten van SNS Asset Management met name, in combinatie met extra operationele kosten van de holding van ca. € 100 mio, met name personeelskosten.

In Hoofdstuk 7.13 hebben deskundigen de onderscheidene balansposten van SNSR nader toegelicht.

Onderstaand een overzicht van de Double Leverage op de holdingbalans, welke aangeeft hoeveel vreemd vermogen, aangetrokken door de holding, werd doorgegeven als aandelenkapitaal aan de

groepsmaatschappijen.

SNSR had als doel om de Double Leverage < 115% te houden. Die limiet werd in 2012 echter ruim overschreden met € 361 mio. Voor een beter begrip van dit relevante financieringsconcept lichten deskundigen de Double Leverage nader toe.

Double Leverage

Leverage is het gebruik van geleend geld (vreemd vermogen) om het verwachte rendement van het eigen vermogen te verhogen (in het Nederlands ook wel 'hefboomeffect' genoemd).

Van Double Leverage is sprake als een moedermaatschappij (holding) vreemd vermogen aantrekt en dit vreemd vermogen gebruikt om een dochtermaatschappij te financieren (in de vorm van (additioneel) eigen vermogen). Op de balans van de dochtermaatschappij staat dan eigen vermogen, maar dat is feitelijk

gefinancierd met vreemd vermogen. Binnen Nederlandse zogenaamde bancassurance ondernemingen is een dergelijke vorm van holding financiering niet ongebruikelijk.

Ter verdere illustratie kan het volgende voorbeeld dienen. Een moedermaatschappij (Holding) gefinancierd met enkel eigen vermogen (E) houdt de aandelen van een dochtermaatschappij (Sub = E

dochtermaatschappij). De dochtermaatschappij is naast eigen vermogen tevens gefinancierd met vreemd vermogen (D):

Double Leverage Berekening 2012 en 2011

2012 2011

A. Deelneming Groepsmaatschappijen 4,268 5,860

B. Eigen Vermogen Aandeelhouders 2,363 4,110

C. Eigen Vermogen CT1 Securities 987 979

Double Leverage = A/(B+C) 127% 115%

Double Leverage in € miljoenen 918 471

Holding (enkelvoudig) Dochtermaatschappij Geconsolideerd

Sub 200 E 200 A 300 E 200 A 300 E 200

D 0 D 100 D 100

200 200 300 300 300 300

Solvabiliteit 100% Solvabiliteit 67% Solvabiliteit 67%

Double leverage 0

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 125 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

Vervolgens trekt de Holding 100 vreemd vermogen aan, dat wordt aangewend ter financiering van de dochtermaatschappij in de vorm van additioneel eigen vermogen. De deelneming in de dochtermaatschappij zal daarmee met 100 toenemen op de Holding balans.

Resultaat is dat de solvabiliteit van de dochtermaatschappij is toegenomen (van 67% naar 75%), maar dat de solvabiliteit op geconsolideerd niveau is afgenomen (van 67% naar 50%). Op geconsolideerd niveau bedraagt de Double Leverage nu 100 (deelneming Sub op Holding niveau van 300 -/- eigen vermogen op

geconsolideerd niveau van 200):

Tenslotte kan de dochtermaatschappij de kasmiddelen (C), zoals op deze wijze verkregen van de Holding aanwenden, om de schuld in de dochtermaatschappij af te lossen. Dit leidt tot een verdere stijging van de solvabiliteit van de dochtermaatschappij naar 100%. Daarnaast is op geconsolideerd niveau de solvabiliteit weer terug op het niveau van de uitgangssituatie (67%).

In het geval van SNSR heeft zich dit als volgt gemanifesteerd (o.b.v. jaarrekening 2012, omdat betreffende informatie op peildatum niet volledig voorhanden is).

De Double Leverage manifesteerde zich zowel op het niveau van de verzekeraar (REAAL, binnen de REAAL Holding) alsook op het niveau van de holding SNSR.

Op het niveau van REAAL zag de balans er als volgt uit:

Holding (enkelvoudig) Dochtermaatschappij Geconsolideerd

Sub 300 E 200 A 300 E 300 A 300 E 200

D 100 C 100 D 100 C 100 D 200

300 300 400 400 400 400

Solvabiliteit 67% Solvabiliteit 75% Solvabiliteit 50%

Double leverage 100

150%

Holding (enkelvoudig) Dochtermaatschappij Geconsolideerd

Sub 300 E 200 A 300 E 300 A 300 E 200

D 100 C 0 D 0 C 0 D 100

300 300 300 300 300 300

Solvabiliteit 67% Solvabiliteit 100% Solvabiliteit 67%

Double leverage 100

150%

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 126 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

Het eigen vermogen van REAAL bedroeg € 2,929 mrd ten opzichte van de waarde van de deelnemingen in groepsmaatschappijen (Leven en Schade) van € 3,943 mrd. De Double Leverage, het deel van de

deelnemingen dat niet werd gedekt door het eigen vermogen van REAAL, bedroeg daarmee € 1,014 mrd.

REAAL had haar deelnemingen in groepsmaatschappijen medegefinancierd met de ontvangen

achtergestelde lening van SNSR (€ 357 mio) en de ontvangen lening van SNS Bank (€ 748 mio). De ontvangen lening van SRLEV (€ 651 mio) werd doorgezet als uitstaande lening aan SNSR.

Op holding niveau (SNSR) zag de balans er als volgt uit:

Het eigen vermogen van SNSR bedroeg € 3,350 mrd ten opzichte van de waarde van de deelnemingen in groepsmaatschappijen (Bank, Verzekeringsactiviteiten en Overig) van € 3,943 mrd. De Double Leverage, het deel van de deelnemingen dat niet werd gedekt door het eigen vermogen van SNSR, bedroeg daarmee

€ 918 mio.

Double leverage op REAAL niveau [A] -[B] 1,014

[A] / [B] 135%

Securities Capital (CT1 Staat en Stichting) 987

[D] 3,350

Double leverage op SNS REAAL niveau [C] -[D] 918

[C] / [D] 127%

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 127 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

SNSR had haar deelnemingen in groepsmaatschappijen dus medegefinancierd met de ontvangen achtergestelde leningen, schuldbewijzen en ontvangen lening van REAAL.

De actuele Double Leverage ultimo 2012 werd door DNB en SNSR zelf te hoog bevonden. SNSR streefde naar een norm Double Leverage van maximaal 115% (zoals aangegeven in haar jaarrekening), welke gelijk was aan het door DNB gehanteerde maximum. Op basis van deze norm zou de Double Leverage maximaal € 557 mio mogen bedragen (€ 361 mio lager dan per ultimo 2012 het geval was).

Naast de Double Leverage problematiek willen deskundigen ook nog aandacht geven aan de zogenaamde saldocompensatieregeling. Deze regeling belicht een ander aspect van de intercompany financiering binnen SNSR.

Saldocompensatieregeling

PwC heeft op 26 mei 2016 een onderzoeksrapport geproduceerd waarin het zgn. saldocompensatiestelsel tussen SNS Bank, REAAL en SNSR Holding nader werd geschetst. In 2013 werd ontdekt dat er een regeling bestond, al sinds de jaren ’90, waarbij tussen SNS Bank en SRLEV (de juridische entiteit die alle leven- en pensioenactiviteiten van REAAL omvatte) een rekening-courant-verhouding bestond. SRLEV had uit dezen hoofde een vordering van ca. € 800 mio op SNS Bank. SRLEV had voor een lening van SNS Bank aan REAAL ten belope van ca. € 700 mio haar rekening-courantsaldo tot zekerheid verpand aan SNS Bank. Hierdoor kon, volgens DNB, SRLEV niet vrij beschikken over het rekeningcourantsaldo, reden waarom het regulatory kapitaal met ca. € 700 mio zou moeten worden verminderd. Toegepast in januari 2013 zou dit hebben geleid tot een grotere Double Leverage bij REAAL.65

Solvabiliteit en saldocompensatiestelsel

Ultimo 2012 bestonden de volgende verwevenheden tussen REAAL en de overige onderdelen van SNSR:

1. REAAL had een achtergestelde lening van € 357 mio ontvangen van SNSR

2. REAAL had een lening van € 651 mio ontvangen van SRLEV, die is doorgezet als lening aan SNSR 3. REAAL had een schuld van € 748 mio aan SNS Bank (debet)

4. SRLEV had een vordering van € 779 mio op SNS Bank (credit)

65 Bron: draft rapport ‘Saldocompensatieregeling’ van PwC.

REAAL (enkelvoudig) 2012

[A] Deelnemingen groepsmaatschappijen 3,943

Lening aan SNS REAAL 651

Vorderingen deelnemingen 310

Overige activa 417

Totaal activa 5,321

[B] Eigen vermogen 2,929

Achtergestelde lening SNS REAAL 357

Lening SRLEV 651

Bankschuld SNS Bank 748

Schulden aan deelnemingen 237

Overige passiva 399

Totaal passiva 5,321

Double leverage op REAAL niveau [A] -[B] 1,014

[A] / [B] 135%

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 128 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

De schuld van REAAL aan SNS Bank (genoemd onder 3.) betrof een rekening-courantschuld. Deze RC-positie maakte samen met de leningen van SRLEV-onderdeel uit van het saldocompensatiestelsel. Alle

bankrekeningen binnen het stelsel met een creditsaldo waren verpand aan SNS Bank als zekerheid voor SNS Bank voor de debetsaldi. Dit betekent dat de creditsaldi van SRLEV tot zekerheid van SNS Bank dienden voor de debetsaldi die SRLEV's moedermaatschappij REAAL bij SNS Bank aanhield. Dit leidt tot de volgende observaties:

• Een significant deel van de investering in deelnemingen van REAAL werd gefinancierd door een negatief banksaldo van REAAL bij SNS Bank;

• Samen met SRLEV beschikte REAAL over een kredietlimiet van € 50 mio bij SNS Bank. Zonder het creditsaldo van € 779 mio dat SRLEV aanhield zou het voor REAAL niet mogelijk zijn geweest een bankschuld met een omvang van € 748 mio aan te houden binnen het compensatiestelsel. Anders gezegd: indirect financierde SRLEV (zelf) via het stelsel de investering van REAAL in SRLEV;

• Bovendien gold voor SRLEV dat het door haar aangehouden banksaldo bij SNS Bank als zekerheid is gegeven ten behoeve van een schuld van REAAL bij SNS Bank. Dit betekent dat dit actief niet langer kon dienen tot zekerheid van de nakoming van de verplichtingen van SRLEV aan haar verzekerden.

Door de verpanding had de lening niet meegenomen mogen worden in de berekening van de solvabiliteit van SRLEV.

Voor REAAL gold dat de vordering van SRLEV op SNS Bank en de schuld van REAAL aan SNS Bank in de consolidatie van REAAL werden gesaldeerd. Hierdoor was (per saldo) in de geconsolideerde cijfers van REAAL geen sprake van verpanding van creditsaldi. Daarom was een correctie op de berekening van de solvabiliteit niet van toepassing op de geconsolideerde cijfers van REAAL. Hetzelfde gold voor de geconsolideerde cijfers van SNSR.

Voor de verpandingsproblematiek is binnen het concern SNSR de volgende oplossing gerealiseerd (eind december 2013):

• Tussen SNS Bank enerzijds en SRLEV, REAAL en REAAL Schade anderzijds werd de verpanding

opgeheven en werden de rekeningen van andere partijen dan SRLEV uit het stelsel geschrapt. Zo bleef een saldocompensatiestelsel over waarin uitsluitend rekeningen van SRLEV waren opgenomen, zonder kredietlimiet en zonder verpanding;

• SNSR heeft een kapitaalstorting aan REAAL van € 250 mio in contanten gedaan;

• REAAL Schade heeft een dividend van € 250 mio aan REAAL uitgekeerd;

• SNS Bank heeft een lening van € 250 mio aan REAAL verstrekt.

Op basis van de genoemde maatregelen was REAAL in staat de lening van € 748 mio binnen het stelsel terug te betalen aan SNS Bank.

Door de gekozen oplossing was per jaareinde 2013 de vordering van SRLEV op SNS Bank niet langer verpand en hoefde daarmee niet langer in mindering gebracht te worden bij de berekening van de solvabiliteit van SRLEV.

In de jaarrekening 2013 van SNSR werd hierover het volgende opgenomen (pagina 95):

"In de tweede helft van 2013 is ook een aantal maatregelen genomen om de kapitaalpositie van de verzekeringsactiviteiten (REAAL N.V.) te versterken en de onderlinge afhankelijkheid tussen SNS BANK N.V.

en REAAL N.V. af te bouwen. De maatregelen zijn in lijn met de verplichting om de financiële banden tussen de bank en de verzekeraar geleidelijk op te heffen en zijn goedgekeurd door De Nederlandsche Bank. Alle maatregelen hebben betrekking op een herallocatie van beschikbaar kapitaal en funding binnen

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 129 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

SNS REAAL. De maatregelen omvatten een vermindering van de exposure van SNS Bank N.V. op REAAL N.V. naar EUR 250 miljoen, een extra kapitaalstorting van SNS REAAL in REAAL N.V. van EUR 250 miljoen en een dividenduitkering van REAAL Schadeverzekeraar aan REAAL N.V. van EUR 250 miljoen. De exposure van SNS Bank N.V. op REAAL N.V. krijgt een hogere risicoweging toegekend en de exposure op SNS REAAL zal volledig van het kapitaal van SNS Bank worden afgetrokken"

Op pagina 96 en 97 van dezelfde jaarrekening wordt over de kapitalisatie van de verzekeringsactiviteiten nog het volgende vermeld:

“…….De negatieve factoren werden grotendeels gecompenseerd door een kapitaalstorting van EUR 250m van SNS REAAL en door de conversie in agio van EUR 150m aan achtergestelde schuld uitgeven door REAAL N.V.

aan SNS REAAL N.V. Deze achtergestelde was niet opgenomen in het beschikbare kapitaal van de

verzekeringsactiviteiten omdat het totale bedrag aan achtergestelde schulden de DNB-maxima overschreed.”

De conversie in agio lijkt daarmee los te staan van de saldocompensatiestelsel problematiek.

“De kapitaalinjectie, de conversie van achtergestelde schulden en een dividendbetaling van EUR 250m door REAAL Schadeverzekeringen N.V. hebben gezorgd voor een afname van de double leverage op het niveau van Reaal N.V. van 135% (EUR 1013m) ultimo 2012 naar 122% (EUR 566m) ultimo 2013.”

In de brief d.d. 16 februari 2015 van MinFin aan de Tweede Kamer betreffende de voorwaardelijke verkoop REAAL staat op pagina 7:

“…….Vanwege bovengenoemde negatieve ontwikkelingen van de solvabiliteit heeft in het vierde kwartaal van 2013 op verzoek van DNB een interne versterking van de solvabiliteits- en liquiditeitspositie van de balans van REAAL N.V. plaatsgevonden. Verschillende entiteiten binnen de groep hebben daartoe middelen

beschikbaar gesteld voor REAAL N.V. (o.a. SNS Bank en REAAL Schadeverzekeringen N.V.). Ook de holding SNS REAAL, heeft toen - zoals reeds gemeld in de kamerbrief van 18 december 2013 - EUR 250 miljoen ter beschikking gesteld aan REAAL N.V. vanuit de tijdens de nationalisatie ontvangen kapitaalinjectie van EUR 300 miljoen in de Holding. Deze diende om het belang van de Staat als aandeelhouder te waarborgen omdat de verbeterde solvabiliteit in principe een gunstig effect heeft op de verkoop van REAAL N.V.”

Hier wordt aangegeven dat de kapitaalstorting is gefinancierd uit de kapitaalinjectie van de Staat in de Holding.

Onderstaand de enkelvoudige jaarrekening 2013 REAAL, met daarin de verwerking van de getroffen maatregelen:

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 130 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

In 2013 is een correctie doorgevoerd, met toestemming van DNB. Geen van de betrokken partijen heeft aangegeven schade te hebben geleden (aldus eerdergenoemd PwC rapport).

Hieronder wordt bekeken wat de impact van de saldocompensatieregeling zou zijn geweest in het hierna te behandelen CVC-scenario (Hoofdstuk 6) en faillissementsscenario (Hoofdstuk 7), vooral met het oog op de waardering van REAAL.

Die impact komt erop neer dat in het CVC-scenario geen wijziging in de waardering van REAAL nodig was, omdat het saldocompensatiestelsel bij CVC bekend was en in hun berekeningen dus meegenomen zou moeten zijn, blijkens het onlangs door deskundigen ontvangen due diligence-rapport Project Eiffel van PwC, d.d. 30/1/201366.

Ook in het faillissementsscenario zou de waarde van REAAL ongewijzigd blijven. Deskundigen gaan ervan uit dat een curator over dezelfde informatie als CVC zou hebben beschikt, en dus ook het

saldocompensatiestelsel zou hebben gekend; ook nu zou verwacht mogen worden dat potentiële kopers met dezelfde bevindingen zouden zijn gekomen als CVC. Bovendien had DNB op peildatum niet aangegeven dat het saldocompensatiestelsel zou moeten worden aangepast, ook niet dat er mogelijk een kapitaaltekort zou zijn of kunnen ontstaan (zie o.a. Kapitaal- & Liquiditeitsinjectiebrief van DNB aan MinFin d.d. 31/1/2013).

Ook voor een eventuele latere verkoop van REAAL in een faillissementsscenario (zie verder Hoofdstuk 7) kon vanuit het perspectief op het moment van peildatum niet verwacht worden dat een koper een afslag zou

66Het due diligence rapport ‘project Eiffel’ d.d. 30/1/2013 dat PwC voor CVC heeft opgesteld hebben deskundigen ter inzage gekregen; vooralsnog is er geen goedkeuring dit stuk in de dataroom op te nemen.

REAAL (enkelvoudig)

2012 2013

[A] Deelnemingen groepsmaatschappijen 3,943 3,154

Lening aan SNS REAAL 651 0

Vorderingen deelnemingen 310 281

Overige activa 417 137

Totaal activa 5,321 3,572

[B] Eigen vermogen 2,929 2,588

Achtergestelde lening SNS REAAL 357 207

Lening SRLEV 651 0

Bankschuld SNS Bank 748 250

Schulden aan deelnemingen 237 0

Overige passiva 399 527

Totaal passiva 5,321 3,572

Double leverage op REAAL niveau [A] -[B] 1,014 566

[A] / [B] 135% 122%

Eigen vermogen

Eigen vermogen (begin stand) 2,929

Accounting aanpassingen (statutory reserves) (116)

Resultaat deelnemingen (625)

Kapitaalstorting 250

Conversie achtergestelde lening 150

Eigen vermogen (eind stand) 2,588

Zaaknummer 200.122.906/01 OK Pagina 131 van 378

Hoofdstuk 4. Financiële situatie SNS REAAL N.V. in de aanloop naar nationalisatie

berekenen ten gevolge van het saldocompensatiestelsel en uit dien hoofde een mogelijk kapitaaltekort bij REAAL of bij één van de dochters.

Los van de effecten van het saldocompensatiestelsel, geeft het due diligence-rapport van PwC ten behoeve van CVC aan dat er ruimte is om een aantal onderdelen van REAAL te verkopen, ook in de markt rond peildatum, die kapitaalvrijval zou opleveren. Daarnaast zou een zogenaamde ‘closed book’ strategie ten aanzien van SRLeven (geen nieuwe polissen meer verkopen en het bestaande boek efficiënt uitmanagen) kapitaal vrijval kunnen opleveren, vanwege de lagere bijbehorende solvabiliteitseisen. Bij elkaar zou dit, volgens CVC/PwC, een ruim bedrag (€ 2,1 mrd) aan kapitaal kunnen vrijspelen.

Wat wisten partijen rond peildatum van het saldocompensatiestelsel en een eventueel gevolg voor kapitaal?

Opgemerkt kan worden dat in de jaren voorafgaand aan peildatum over de saldocompensatieregeling onvolledig, niet-transparant en summier is gerapporteerd, zowel intern, als extern. Onder andere is in

Opgemerkt kan worden dat in de jaren voorafgaand aan peildatum over de saldocompensatieregeling onvolledig, niet-transparant en summier is gerapporteerd, zowel intern, als extern. Onder andere is in