• No results found

8.1 Gebruikte criteria bij de beoordeling van AMM

8.1.4 Prijsdruk

478. In de afgelopen jaren zijn door wholesaleregulering vele C(P)S-aanbieders tot de

verkeersmarkten lokaal/nationaal, vast-mobiel en internationaal toegetreden. Deze C(P)S-aanbieders kunnen telefonieaansluitingen en verkeer aan dezelfde eindgebruikers aanbieden

als die KPN bedient. Potentieel gaat hiervan prijsdruk uit op KPN. KPN is echter in de afgelopen jaren in staat gebleken hoge rendementen op verkeersdiensten te realiseren. In 2004 bedroeg het rendement [xxx] (Return on Assets) en [xxx] (Netto marge). Deze rendementen zijn in de afgelopen jaren zelfs fors gestegen, ondanks de toename van het marktaandeel van C(P)S-aanbieders.242 Daarnaast heeft KPN de afgelopen jaren haar tarieven meestal met de uit de retailregulering volgende maximale stijging verhoogd. Het college concludeert daaruit dat de concurrenten van KPN slechts een beperkte prijsdruk op KPN uitoefenen.

479. Enerzijds is het gebrek aan prijsdruk een gevolg van het hoge marktaandeel van KPN, hetgeen onder meer is te verklaren aan de hand van de economische theorie, zoals onder andere beschreven in bijlage 3. Figuur 17 geeft aan hoeveel hoger de partij met het grootste marktaandeel zijn tarieven winstgevend boven de marginale kosten243 kan verhogen244

afhankelijk van het marktaandeel.245 Aangezien het college verwacht dat de invloed van C(P)S-aanbieders verder toeneemt, onder andere doordat zij de mogelijkheid krijgen om aansluitingen te leveren op basis van WLR, zal het tarief van KPN hierdoor in beperkte mate extra onder druk komen te staan. Echter, zoals uit figuur 17 blijkt, zal de prijsdruk die KPN ondervindt, slechts beperkt zijn zolang KPN het grootste gedeelte van de markt bedient.

0% 20% 40% 60% 80% 100% Marktaandeel Ta ri ef ve rhogi ng a ls pe rc en ta ge va n d e m ar g in al e ko st en

Figuur 17. De mate waarin de aanbieder met het grootste marktaandeel het tarief kan verhogen

242 Rendementen voor verkeer volgens de ONP-rapportages van KPN. ROA: 2002: [xxx], 2003: [xxx] en 2004: [xxx]. Netto marge: 2002: [xxx], 2003: [xxx] en 2004: [xxx].

243 Uit de economische theorie volgt dat in een perfect concurrerende markt de tarieven gelijk zijn aan de marginale kosten.

244 Dit is een afgeleide van de zogenaamde Lerner Index. De Lerner index is een maatstaf voor marktmacht, en relateert de mate waarin een onderneming de prijzen boven de marginale kosten kan vaststellen aan de concentratiegraad in de markt. De index is een getal tussen 0 en 1. Zie “The theory of industrial organization”, Jean Tirole, bladzijde 66.

245 Hierbij is gebruik gemaakt van de Lerner Index in combinatie met het Cournot model: (P - MC) / P = HHI / e. Zie “Industrial market structure and economic performance”, Scherer en Ross, bladzijde 200.

boven de marginale kosten is afhankelijk van het marktaandeel van de aanbieder. De exacte waarden zijn niet weergegeven omdat die afhankelijk zijn van de prijselasticiteit van het te beschouwen product en daarom per product verschillen.

480. Anderzijds is het gebrek aan prijsdruk te verklaren uit het feit dat KPN om historische redenen de minst prijsgevoeligste (en daardoor inertste) eindgebruikers heeft. KPN had namelijk vóór de liberalisering in 1997 de beschikking over alle eindgebruikers, en dat feit werkt tot op de dag van vandaag door in de verhoudingen op de Nederlandse markten voor vaste telefonie. Het college overweegt hiertoe het volgende.

481. Alleen de meest prijsgevoelige klanten zijn sinds 1997 overgestapt naar alternatieve aanbieders. De minder prijsgevoelige eindgebruikers zijn nog steeds klant bij KPN. Dit draagt ook bij aan de mogelijkheid van KPN om de tarieven verder te verhogen aangezien de huidige klanten van KPN minder geneigd zijn over te stappen bij een tariefsverhoging van KPN dan klanten die het verkeer bij C(P)S-aanbieders afnemen. Hierbij wordt opgemerkt dat de prijsgevoeligheid van een klant niet alleen door mogelijke tariefverschillen tussen aanbieders wordt bepaald. Ook elementen als de bekendheid met de aanbieder, de (naams)bekendheid van de aanbieder waar traditioneel de diensten worden afgenomen, het vertrouwen in de kwaliteit van de producten van de aanbieder bij wie deze traditioneel worden afgenomen, en de inspanningen die door de eindgebruiker moeten worden verricht om over te stappen hebben invloed op de bereidheid van een eindgebruiker over te stappen naar een andere aanbieder. In dat verband is illustratief dat de telecommunicatiemarkten in Nederland in de aanvangsperiode van liberalisering werden gekenmerkt door schaarste in de interconnectiecapaciteit. Hierdoor was het regelmatig niet mogelijk voor klanten van C(P)S-aanbieders andere eindgebruikers te bereiken. Dit fenomeen heeft er zeker niet toe bijgedragen dat eindgebruikers meer geprikkeld werden hun verkeer via een C(P)S-aanbieder te laten verlopen. Het feit dat de bedoelde schaarste uiteindelijk van voorbijgaande aard was, doet daaraan niet af, juist omdat eindgebruikers hun overstapgedrag niet alleen baseren op prijsverschillen.

482. Voorts kan worden vastgesteld dat de diensten van C(P)S-aanbieders door de eindgebruiker kennelijk niet als volwaardige vervanging worden gezien van de diensten van KPN, aangezien eindgebruikers ondanks tariefverschillen slechts beperkt naar C(P)S-aanbieders overstappen. Het tot op heden ontbreken van de mogelijkheid ook de telefonie aansluiting van de C(P)S-aanbieder af te nemen - en het bijgevolg ontbreken van de mogelijkheid op basis van één factuur voor aansluiting en verkeer af te rekenen - draagt hieraan ook bij. Hoewel de

liberalisering in de energiesector nog pril is, indiceren ook in deze sector de eerste ervaringen dat het overstappen van eindgebruikers naar concurrenten van de oorspronkelijke monopolist moeizaam op gang komt en tijd vergt.

483. Ook voor laagcapacitaire telefonieaansluitingen verwacht het college in de komende reguleringsperiode een zelfde situatie. Aanbieders zullen er in slagen om laagcapacitaire telefonieaansluitingen op basis van WLR te verkopen. Echter, binnen de reguleringsperiode zal, onder meer door de implementatietijd en de acceptatietijd door eindgebruikers, de prijsdruk niet voldoende zijn om excessieve tarieven te voorkomen. Ook hier geldt dat de tarieven van laagcapacitaire aansluitingen wel enige druk zullen ondervinden, maar dat, verwijzend naar figuur 17 de toename van de prijsdruk op KPN slechts beperkt zijn, zolang KPN het grootste

gedeelte van de markt bedient en zij in staat is om tarieven te hanteren die zich boven een concurrerend niveau bevinden.

484. Op de markt voor verkeer naar informatiediensten zijn wat betreft de 0800- en 090x-nummers nog geen C(P)S-aanbieders toegetreden. Hier kent KPN derhalve geen prijsdruk.

485. Voor de markt voor smalbandig dataverkeer zijn naast KPN ook (van KPN onafhankelijke) ISPs actief. In het algemeen zijn de tarieven van KPN hoger dan de tarieven van de ISPs. Echter, bij de tarieven van ISPs dient meestal een maandelijks abonnement te worden afgenomen. Daarnaast is het eindgebruikerstarief een combinatie van het verkeerstarief en de ISP-dienst. Hierdoor is het niet goed mogelijk de prijsdruk van ISPs op KPN empirisch af te leiden. Echter, dezelfde mechanismen als bij lokaal/nationaal verkeer treden ook op de markt voor smalbandig dataverkeer op, zoals beschreven in randnummers 478 tot en met 480. Het college acht het daarom aannemelijk dat KPN eenzelfde prijsdruk ervaart als beschreven voor de markt van lokaal/nationaal verkeer.

486. Het college verwacht geen prijsdruk gedurende de reguleringsperiode van diensten of

technologieën die niet tot de markt behoren. Zoals in paragraaf 5.4.1 is aangegeven zal er van mobiele telefonie niet voldoende prijsdruk uitgaan op vaste telefonie om tariefverhogingen op de markten van vaste telefonie verlieslatend te laten zijn. Daarnaast geven verschillende

marktpartijen - onafhankelijk van elkaar - aan dat telefonie over WLL pas effectief in 2008 en 2009 (zijnde na de huidige reguleringsperiode) kan worden aangeboden omdat dan pas de kosten van benodigde apparatuur zodanig zijn gedaald dat commercieel aantrekkelijke

aanbiedingen gedaan kunnen worden. Het college heeft mede in dat licht geen reden om aan te nemen dat WLL op korte termijn een significante rol gaat spelen.

487. Alleen op de markt van internationale telefonie is, gezien het lage marktaandeel van KPN prijsdruk op de tarieven. Het college verwijst naar figuur 17. Immers, het is voor KPN niet winstgevend om excessief tarieven te hanteren, aangezien ze hierdoor zoveel eindgebruikers verliest dat dit niet opweegt tegen de hogere winst die ze met dergelijke tarieven genereert. Juist doordat KPN momenteel een tarief hanteert dat ruim 80% hoger ligt dan het gemiddelde van de tarieven van haar concurrenten heeft KPN in de afgelopen jaren een groot gedeelte van het volume verloren. De enige wijze om dit verlies aan volume te stoppen is een verlaging van het tarief. Het college verwacht dat op deze wijze gedurende de reguleringsperiode de tarieven van KPN door de concurrentie zal worden gedisciplineerd en dat KPN derhalve prijsdruk ervaart op de markt van internationale telefonie.

8.1.5 Toetredingsdrempels

488. In hoofdstuk 6.2.4 heeft het college geconstateerd dat in een situatie zonder regulering

toetredingsdrempels bestaan om de markten voor telefonieaansluitingen en verkeer te betreden. Niet alleen hoge investeringen, maar ook de inertie van klanten om over te stappen, werpen drempels op.

489. In een situatie met wholesaleregulering zullen C(P)S-aanbieders zonder grote investeringen verkeer op basis van C(P)S en laagcapacitaire telefonieaansluitingen op basis van WLR kunnen

aanbieden. Voor het verkeer dienen nog wel centrale telefonienetwerken te worden aangelegd, maar deze netwerken kunnen ook worden gehuurd bij grote aanbieders als gevolg waarvan ook nauwelijks sprake lijkt van een toetredingsdrempel om de verkeersmarkten te betreden.246 Met deze gehuurde netwerken kunnen over het algemeen alle verschillende typen verkeer worden aangeboden.

490. Het college verwacht dat ondanks deze technische toegangsmogelijkheid er

toetredingsdrempels blijven bestaan, getuige de relatief geringe snelheid waarmee C(P)S-aanbieders de afgelopen jaren klanten aan zich hebben weten te binden. In de praktijk blijkt dat lage tarieven alleen niet leiden tot hoge marktaandelen. In randnummer 480 is reeds gesteld dat immateriële zaken zoals bekendheid met de aanbieder, vertrouwen in de kwaliteit van de producten en de inspanningen die moeten worden verricht om over te stappen invloed hebben op de prijsgevoeligheid van een eindgebruiker en dat de diensten van C(P)S-aanbieders door de eindgebruiker niet als volwaardige vervanging worden gezien van de diensten van KPN. Dit resulteert in een inertie247 van eindgebruikers, die om historische redenen klant zijn van KPN. Alleen met uitvoerige reclamecampagnes248 kan een aanbieder voldoende klanten met

bijbehorende schaalvoordelen krijgen om winstgevend vaste telefonie te kunnen leveren. Deze hoge marketingkosten vormen een toetredingsdrempel aangezien C(P)S-aanbieders veel minder klanten hebben dan KPN en dus de marketingkosten per klant vele malen hoger is dan KPN die kent.

491. Ook voor telefonieaansluitingen verwacht het college in de komende reguleringsperiode een zelfde situatie. Het zal technisch eenvoudig zijn voor aanbieders om laagcapacitaire

aansluitingen op basis van WLR aan te bieden. De inertie van eindgebruikers zal wel moeten worden overwonnen, maar de combinatie van de mogelijkheid om zowel aansluitingen als verkeer te leveren zal naar verwachting een positieve bijdrage aan de acceptatie van de eindgebruikers leiden. Het college verwacht wel dat ook hiervoor uitvoerige reclamecampagnes nodig zijn.

492. Voor hoogcapacitaire aansluitingen verandert de toetredingsdrempel door wholesale-regulering niet. KPN is immers niet verplicht WLR voor hoogcapacitaire aansluitingen te leveren.

493. Het college concludeert dat in aanwezigheid van wholesaleregulering vooral de technische toetredingsdrempels verminderd worden maar dat voornamelijk de inertie van eindgebruikers nog een toetredingsdrempel kan vormen.

246 Zo is Solcon bijvoorbeeld gedurende 2004 toegetreden tot de verkeersmarkten. SNT geeft in antwoord op het informatieverzoek aan dat het aantal aanbieders op het gebied van 0800/090x in de afgelopen vijf jaar sterk is gestegen.

247 Hieronder wordt verstaan het feit dat consumenten ten aanzien van het afnemen van vaste telefoniediensten relatief moeilijk zijn te bewegen om van aanbieder te veranderen.

248 Volgens Essent in antwoord op het informatieverzoek dient voor klanten de psychologische drempel van het opzeggen van het KPN abonnement op de markt voor lokaal en nationaal geografisch verkeer te worden overwonnen aangezien de consument - op basis van een historisch gegroeide situatie - gehecht is aan KPN. Volgens Scarlet in antwoord op het informatieverzoek is het feit dat alle diensten op één factuur worden aangeboden voor veel klanten een reden om bij KPN te blijven of voor KPN te kiezen.

In document RETAILMARKTEN VOOR VASTE TELEFONIE (pagina 127-132)