c
Medisch beroepsgeheim
I n dit hoofdstuk worden d e belangen van de ziekenh u i zen, politie en Openbaar M i n isterie in re latie met h et med i sch beroepsgeheim nader belicht.
Aan de hand van praktij kvoorbeelden wordt een verantwoorde afweging in ver
schi llende situaties gem a a kt. Het doel h iervan is de grenzen van belangenafwe
ging in kaa rt te b renge n . D uidelijk m oet zijn dat bij een afwegi n g van bela ngen een eenduidig antwoord ni et altijd m ogelijk is. Het is steeds de ve rantwo o rdelijk
heid va n de han delende persoon om in een concrete situatie een zorgvuldige afweging te m a ken.
H et is van belang vast te stellen dat h et beroepsgeheim pas aan de o rde komt a ls e r een profession ele relatie is tussen patiënt en hu lpverlener. Daarbuiten, i n d ien er geen sprake is van een patiënt als wederpartij van de h ulpverle n e r, komt het beroepsgeheim n iet aan de o rde.
Het b e roepsgeheim vloeit voort u it de b ijzondere aard van het beroep van de m ed ische h u lpverlener. D a a rbij is h et van belang dat iedereen m ed ische h u lp m oet kunnen vragen als h ij die nodig heeft en dat er tegelijkertijd zekerheid moet bestaan over de gehei m ho u d i ng van zijn gegevens.
Het medisch beroepsge h e i m dient twee belangen . In de eerste plaats h et a lge
meen belang. Dit houdt in dat het in onze maatsch a p p ij niet zo mag zijn d at men
sen geen m edische h u lp zoeken uit angst dat hun gegevens door h ul pverleners worden open baa r gemaakt.
In de tweede plaats d ient h et m e d isch b e roepsgehei m het individuele belang.
H ierbij gaat het er om dat iedere afzonderlijke patiënt e rop moet kun nen vertrou
wen dat zijn of haar gegevens geheimgehouden word e n . Met andere woorden dat d e p rivacy wordt gerespecteerd .
E e n v a a k geha nteerd uitga n gspunt in h e t gezond heidsrecht is d a t h e t beroepsge
h e i m ten behoeve van de patiënt b estaat en niet ten b e hoeve va n de h u lpverle
n e r. De doo r SOVAM (Sectorfonds a m b u la n cezo rg) ingeste lde werkgroep h eeft vastgesteld dat in juridisch wetenschap pelijke kri nge n voor n uanceri n g van dit u itga ngsp unt wordt gepleit. Daaro m h eeft de werkgroep aan d it uitga ngspunt aa ndacht besteed.
H et b e roepsgeheim is in de optiek van de werkgroep n i et alleen voor de patiënt bedoeld . Was dit wel het geval, d a n zou in de situatie d at de patiënt toeste m m i n g tot doorbreken van h e t b eroepsgeh e i m geeft, een h u l pverlener d aarop 'a utoma
tisch' moeten reageren. Als de patiënt die toeste m m i n g geeft gaat het echter steeds om een gerichte toestem m i ng, dat wil zegge n : van toepassing in een con
c rete situatie. H et verlenen van toeste m m i n g van de patiënt om de vertrouwelijk
heid va n bepaalde gegevens in zo'n concrete situatie op te heffen staat d us ni et gelijk aan h et opheffen van h et b e roepsgeheim als zodan ig. Het is uitein d e lijk de h ulpverlen er die moet beoordelen of het beroepsge h e i m ook daadwerkelijk wordt doorb roke n . In de afwegi ng die aan deze beoordeling vooraf gaat moet zowel het i n d ividuele belang van de patiënt a ls het alge mene, m a atsch appelijke belang worden afgewoge n. Juist het maatscha p pelijk belang is een argument om vast te
stellen dat het beroepsgeheim n iet o p de patiënt va n toepassing is. Dit a lgem een m aatschappelijk belang gaat voo rbij d e i nvloedssfeer van de patiënt; dit d ee l va n h et beroepsge h e i m i s d e beroepsverantwoordelijkheid van d e h u l pverlen e r. Met betrekking tot h et beroepsgeheim m oet de h ulpverlener dus steeds twee belan·
gen behartigen en d at maakt het h anteren van het beroepsge h e i m voor h u l pverle
n ers vaak com p lex.
Samenvatten d kun n e n wij vaststellen dat uit het beroepsgehei m voor de h u l pverle
ner (op grond van de b ijzon dere aard van zijn beroep) een geheim houdi ngsplicht voortvloeit. Het beroepsgeheim is geen i ntern med ische aangelegen heid, m a a r heeft o o k z ' n effect i n sociale verhoud ingen e n maatschappelijke p rocessen. H et d oel en de i n h oud van het medische beroepsgeheim zal dan ook i n iedere concrete situatie opnieuw gedefi n ieerd en gelegitimeerd moeten word e n . Daarbij is echter wel een aanta l h oofd lijnen te onderscheiden en zijn er grenzen te trekken.
Het beroepsgeheim: zwijgplicht en verschoningsrecht.
H a n d having van het beroepsgeheim is op twee man ieren m ogelijk gemaakt.
Enerzijds heeft d e h u l pverlener een zwijgplicht tegenover ieder ander dan de patiënt. And e rzijds besc h i kt de h u l pverlener over het versch o n i ngsrecht d a t hij voor d e rechter kan i n roepen i n geval van een gerechtelijke p roced u re.
Zwijgplicht.
De zwijgplicht is op versch illende p laatsen in de wet veran kerd, b ijvoorbeel d :
• i n de Wet o p d e G e n eeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) , gezondheidszorg. H et begri p 'afgeleid beroepsge heim', zoa ls d at b ijvoorbeeld gold voor de a m b u la n cechauffeu r, is daarmee verva llen. Ook een am bula n ce
chauffeu r heeft d u s een eigen beroepsgeheim (en d us ook een zwijgplicht) . De zwijgplicht strekt zich n iet alleen u it tot de feiten d ie betrekki n g h ebben op behandeling e n verzorging van d e patiënt. Ook over a n d e rsoortige zaken die d e h ul pverlener z i j n medegedeeld of waarva n hij i n z i j n hoeda n igheid als h u lpverle
ner ken nis h eeft gekregen, moet hij zwijgen als h et openbaar m aken daarvan het vertrouwen va n patiënten zou beschamen. Dit luistert bijzon d e r nauw als het gaat om feiten die de p e rsoon lijke levenssfeer van patiënten betreffen .
Schendt een h u l pverlener d e zwijgplicht, d a n k a n hij h iero p strafrechtelijk, tuch
trechtelijk (als d e h u l pverlener een 'artikeI 3-beroep' Wet BIG heeft) enjof civiel
rechtelijk worden a a n gespro ke n .
De bijzondere vertrouwensrelatie tussen de h u lpverlener e n d e patiënt wordt hier
door beschermd, opdat de patiënt zich zonder m eer ka n toevertrouwen aan d e h u l pverlener en d e h u l pverlener z o n d e r bele m m e ri n gen de best m ogelijke h u lp kan bieden.
(
(
c
Verschoningsrecht.
H et verschoningsrecht is neergelegd in art. 2 1 8 Wetboek van Strafvorde ri ng. Dit recht is in feite n iet meer d a n d e bescherm i n g van h et b eroepsgeheim in gerechte·
l ij ke proced u res. Als de h u l pverle ner bijvoorbeeld a ls getuige wordt o pge roepen om te verschijnen voor d e rechter, kan hij bepaa lde vragen onbea ntwoord laten voor het geval dit d oorbreking va n zijn beroepsgeheim zou betekenen. Hij beroept z ich dan op zij n verschoningsrecht. Het is overigens ter beoord e l i n g van de rechter of dat beroep op het versch o n i ngsrecht wordt geh onoreerd .
Onder het versch o n i ngsrecht va llen dus alle gegevens die ook o n d e r d e zwijg·
p licht vallen.
Het is een m isverstan d dat in een p rocedure voor de rechter a l leen med ische gegeven s beschermd worden door het beroepsgehei m . Het beroe psge heim wordt boven het belang van waa rh e i d svi n d i ng gesteld en d a a rmee d u s boven h et 'alge
meen belang'. H et is in eerste instantie aan de verscho n i n gsgerechtigde (de h ulp
verlener) om te beslissen of hij zich a l dan n i et op dit recht beroept. Ook als de patiënt de h ul pverlener toestem m ing heeft gegeven o m voo r d e rechter te spre
ken, betekent dit nog n i et d at de h u l pverlener zonder nadere overwegi ng kan afzien va n h et verschon i n gs recht. Opgemerkt moet worden dat het verschonings
recht m eestal een verscho n i ngspl icht is.
De hulpverlener houdt zich im mers n i et aan zijn zwijgplicht als h ij zich voor de rechter niet o p zij n verscho n in gsrecht beroept.
Doorbreking van het beroepsgeheim.
Aan de zwijgplicht en het versch o n i n gsrecht h echt de H o ge Raad veel b elang.
H ulpverlen ers m ogen n iet s n e l i nformatie die hen b ij d e u itoefe n i n g van h un beroep beke n d is gewo rd e n , openbaar maken. Ondan ks d e stri kte regels is het medisch beroe psgeheim n i et absoluut. Er zijn situaties waarbij d e zwijgplicht doorb roken mag word e n of - i n bepaalde extreme situaties - zelfs doorbroken m o et word e n . Er is dan s p ra ke van een spreekplicht i n p laats va n een zwijgrecht.
Doorbreking van het beroepsgeheim kan in de volge n d e drie situ aties gerecht
vaardigd z i j n : begrijpt (gerichte toestem m in g) . I n som mige situaties mag stilzwijgend e toestem
m i n g worden verondersteld (de vero n d erstelde toestem mi ng) b ijvoorbeeld a ls het nodig is o m i n het kader va n de behandeling andere (medische) h ulpverleners bepaalde gegevens te verstrekken. I n de situatie dat d e patiënt wilson be kwaam is (bijvoorbeeld bewusteloos) , mag verondersteld word en dat de p atiënt ermee i n stemt dat gegevens over zijn medische conditie aan zijn fa milie word e n verstrekt.
H et is goed om voor ogen te h o ud e n dat, ondanks de toeste m m i n g va n de patiënt, de uitei ndelijke beslissing h et beroe psgeh eim a l dan niet te doorb re ken, bij de hulpverlener ligt. H ij d raagt daarvoor de ein dverantwoordelijkheid. H et ka n bijvoorbeeld gebeuren d at de h u l pverlener het voor de behandeling n iet j u i st acht
eenstemming met zijn professionele stan d aard . Op grond van deze overwegi ng b lijkt dat ook de h u l pverlener i ets te zeggen heeft over het beroepsge h e i m . De patiënt heeft geen beroepsge h e i m en ka n dus ook geen mede-eigenaar zijn
Wettelijk voorschrift
Een voorbeeld van een wette lijk voorsch rift is de I nfectieziektewet. Op gro n d van deze wet is een arts verp licht tot a a ngifte van de daarin genoemde besmettelijke ziekten aan de I n specteu r van het Staatstoezicht op de Volksgezond heid. And ere voorbeelden zijn de Wet op de Lij kbezorgi n g, in verband met een overlij den sver
klaring en de Wet Bijzondere O p n e m ingen i n Psychiatrische Ziekenh uizen (Wet BOPZ) , in verband m et genees k u n d ige verklaringen in het kader van een gedwon
gen opname of voortzetti ng van het verb lijf in een psychiatrisch zieke n h uis.
Conflict van plichten
Er is sprake van een conflict va n p l i chten a ls zich een situatie voordoet waa ri n het handhaven van de e n e plicht (bijvo orbeeld zwijgen) strijdig is m et h et hand haven van een andere plicht (bijvoo rbeeld spre ken) . De h u lpverlener verkeert dan i n een noodtoestan d en moet - op grond van een afwegi ng van bela ngen - bepalen welke plicht hij voo rrang geeft.
Uit het voorafgaande is gebleken d at h et m ed isch beroe psgeheim zeer zwaar·
wegende belangen beschermt:
• de vrije toegang tot m edisch e h u lp,
• de vertrouwensrelatie tussen h u lpverlener en patiënt,
• de besche rm ing van de persoon lijke levenssfeer van de patiënt.
H et is dus d u idelijk d at, wil er spra ke zijn va n een conflict van plichten, er eve n
crete geval h et beroepsgeheim doorb reekt.
(
c rvo . 1
I nteressant is d at beroepsbeoefenaren met een vertro uwensfunctie de bevoegd
heid krijgen om gevallen va n (een verm oeden van) ki n d ermishan d eling te m elden.
D it is verwoord i n h et wetsvoorstel 'Wijziging van de Wet op de jeugd hu lpverle
n i n g in verband m et de advies- en meld punten kindermishandeli ng' dat in juli 2001 aan de Tweede Kam er is aangeboden. Met dit voorstel heeft het Kab i n et ingeste m d .
Criteria doorbreken beroepsgeheim
Er zijn c riteria ontwikkeld waa raan m oet zijn voldaan, wil een keuze tot doorbre
k i n g va n h et beroepsgeheim gerechtvaa rd igd zij n :
• a lles is in h e t werk gesteld om toeste m m i n g tot doorbreken v a n h et geheim te krijgen;
• het n i et doorbreken van h et geheim levert voor een a n der ernstige schade op;
• de zwijgplichtige verkeert i n geweten snood door h a n d havi ng zwijgplicht;
• er i s geen an d ere weg o m het p robleem o p te lossen dan door doorbre ki n g va n het geheim (subsidiariteit) ;
• het moet vrijwel zeker zijn dat door gehe i m d oorbreking schade a a n een a n d e r k a n worden voo rkomen o f beperkt;
• het geheim m oet zo m in mogelijk worden geschonden (propo rtionaliteit) .
I s a a n a l deze voorwaarden voldaan, d a n ka n het gerechtvaardigd zijn o m h et beroepsgeheim te d oorbreke n . De beoordeling van d e vraag of h ieraan is voldaan i s i n eerste i n stantie aan d e hulpverlen er. H et is in dergelijke situaties echter zeer aan te bevelen dat h ulpverleners d e beslissing zoveel m ogelijk in overleg met h u n leidinggevenden nemen. I nd ien er m e t betrekking tot d oorbrekin g van het
beroepsgeheim een gerechtelijke p roce d u re volgt, wordt door d e rechter beoor
d ee ld of i n de gegeven situatie d it besluit red elijkerwijs kon word en gen o m e n .