• No results found

Hoofdstuk III: Actoren en procedure

3.7 De media

In enkele gevallen werd de Vreemdelingendienst op de hoogte gebracht van het doen en laten van gevaarlijke vreemdelingen in Nederland door informatie uit de pers. Dit kon gebeuren doordat een vreemdeling uitspraken in de krant had gedaan die wezen op ongewenste politieke overtuigingen. Ook kwam het af en toe voor dat journalisten zelfstandig of in samenwerking met de lokale politie op onderzoek uit gingen om de aandacht van de regering te vestigen op bepaalde gevaarlijke vreemdelingen.

Het duidelijkste voorbeeld hiervan in de vreemdelingendossiers was de zaak van de Zweedse miljonair en eigenaar van een grote juwelenfabriek, Hendrik Karelfelt. Karelfelt had met door hem in de krant geplaatste advertenties de achterdocht van zowel de politie van Amsterdam als van de pers gewekt. Hij was van plan om in Nederland diamanten van 1 tot 15 karaat te verkopen, een feit dat in deze periode verdacht voorkwam, omdat gevreesd werd dat veel diamanten die in West-Europa werden verhandeld afkomstig waren uit Rusland, en verkocht werden door communisten die het geld naar de Sovjetregering zouden sturen.116

Na het zien van de advertentie van Karelfelt

besloot een redacteur van het christelijk volksdagblad De Amsterdammer om als secretaris bij Karelfelt in dienst te treden en inlichtingen over hem in te winnen. Dit onderzoek, dat in samenwerking met de politie van Amsterdam werd gedaan, leidde tot verder onderzoek van de

115 Leenders, Ongenode Gasten, 213.

116 Dossier Hendrik Karelfelt, NA, MvJ: RVD, inv. nr. 160.

Afbeelding 4: Foto van Hendrik Karelfelt bij het artikel in De Amsterdammer

Bron: Dossier Hendrik Karelfelt, NA, MvJ: RVD, inv. nr. 160.

Centrale Inlichtingdienst. Hieruit bleek dat Karelfelt, een weduwnaar met twee zoons, helemaal geen juwelier of fabrikant was, maar in werkelijkheid een kleine reparatiewerkplaats in de Svartmangatan in Stockholm bezat. Hij trok zich het lot van gevluchte Finse Rode Gardisten aan en liet hen werken in zijn werkplaats. Bij pogingen om de Rode Gardisten te verdedigen was Karelfelt volgens de Centrale Inlichtingendienst een aantal keer “onbeschaamd opgetreden”, maar het rapport weidde verder niet uit over wat dit precies inhield.117 Karelfelt, zo concludeerde de Centrale Inlichtingendienst, moest als bolsjewist beschouwd worden. Karelfelt werd een paar weken na het rapport van de Centrale Inlichtingendienst in opdracht van de Vreemdelingendienst gearresteerd vanwege zijn steun aan de Sovjetregering en geïnterneerd in kamp Wierickerschans.118

Een voor de centrale vreemdelingen-autoriteiten weinig positief gevolg van de betrokkenheid van de pers bij deze zaak was dat, na de afronding van het onderzoek, een groot artikel over Hendrik Karelfelt in De Amsterdammer verscheen. Naast het feit dat veel geheime informatie over Karelfelt en zijn contacten met communisten in Nederland in het artikel aan het licht kwam, was het artikel ook flink kritisch over de Nederlandse vreemdelingendiensten. Karelfelt stond namelijk bij de Zweedse autoriteiten al lang bekend als communist, en had ondanks dit feit toch een visum voor verblijf in Nederland en een verlening op dit visum gekregen.119 Zowel de consuls in Zweden als het Rijkspaspoortenkantoor hadden dus nagelaten om een achtergrondcheck te doen. Het artikel in de Amsterdammer stak de verwondering hierover niet onder stoelen of banken:

En hoe is het mogelijk dat iemand die in Stockholm bekend staat als communist, hier zonder enige moeilijkheid zijn pas voor een maand verlengd krijgt? Dat zelfs een beambte van het Rijkspaspoortenbureau geen argwaan krijgt als een Zweed een verlening van zijn visum aanvraagt met de mededeling dat hij diamanten wenst te verkopen? Hoe kan iemand wiens paspoort vermeld dat hij een Fin120 is diamanten over de grens smokkelen terwijl deze diamanten “uitgebroken” zijn? De handelingen van de regering zijn “wonderbaar”, doch we moeten erkennen, dat de daden der Bolsjewisten

117 De Centrale Inlichtingendienst aan de politie van Amsterdam en de Vreemdelingendienst 1-3-1920, Dossier

Hendrik Karelfelt, NA, MvJ: RVD, inv. nr. 160.

118 De Centrale Inlichtingendienst aan de politie van Amsterdam en de Vreemdelingendienst 1-3-1920,

geraadpleegd van: https://www.historici.nl/pdf/cid/0200-0299/263.pdf

119 Haarlem’s Dagblad, ‘Van een Bolsjewistischen Diamantenhandelaar’, 2-3-1920.

120 Karelfelt was in Finland geboren, maar opgegroeid in Zweden. Vandaar dat het krantenartikel hem zowel een

wonderbaarlijker en…soms slimmer zijn.121

Het nieuws werd al snel door andere kranten overgenomen, waaronder de Nieuwe Tilburgsche Courant122, de Arnhemsche courant123, de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant124, De Tribune125 en De Grondwet.126 Uit Stockholm werd aan het Algemeen Handelsblad een brief geschreven die nog eens fijntjes de fouten van het Nederlandse consulaat en het Rijkspaspoortenkantoor benadrukte:

Zekerlijk is Karelfelt niet een juwelier aan wien men maar zoo zonder meer een visum kan verstrekken […] maar het gaat niet aan daarvoor het overigens consciëntieus werkende Nederlandsche consulaat alleen verantwoordelijk te stellen…maar in het oog te houden dat door dat consulaat de aanvrage naar Den Haag is gezonden, en daar niet alleen is goedgekeurd, maar ook nog verlengd is.127

Waar al eerder was opgemerkt dat consuls wel eens fouten maakten bij het verlenen van visa aan vreemdelingen, was ook het Rijkspaspoortenkantoor dus niet onfeilbaar. Het debacle rondom de zaak van Karelfelt laat zien dat het vreemdelingenbeleid in sommige aspecten in de praktijk maar matig functioneerde. Het feit dat een vreemdeling die rijk beweerde te zijn een visum werd verleend zonder enige achtergrondcheck, is opvallend. Dat hij zich daarbij nog bezighield met het meest verdachte dat een welvarende vreemdeling in deze periode kon doen, diamantenverkoop, maakt het falen van het Rijkspaspoortenkantoor nog opmerkelijker. Uit deze zaak blijkt duidelijk het onvermogen van de vreemdelingenautoriteiten om door middel van het visumbeleid potentieel gevaarlijke vreemdelingen te weren.

Het risico dat dit soort geheime zaken en gênante fouten uitlekten en de regering en vreemdelingendiensten in verlegenheid brachten, zal bij de Vreemdelingendienst actieve samenwerking met de pers geen geprefereerde methode van informatiewinning hebben gemaakt. Het kwam in de vreemdelingendossiers dan ook nauwelijks voor. Vaker werd meer passief gebruik gemaakt van artikelen in kranten, als kranten toevallig over vreemdelingen

121 Krantenartikel ‘Het bolsjewistisch complot. De diamanten uit Rusland’ in de Amsterdammer 2-3-1920, Dossier

Hendrik Karelfelt, NA, MvJ: RVD, inv. nr. 160.

122 Nieuwe Tilburgsche Courant, ‘De Zweed met de Diamanten’, 15-3-1920. 123 Arnhemsche courant, ‘De bolsjewistische diamanthandelaar’, 12-3-1920.

124 Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, ‘Bolschewiek gearresteerd’, 2-3-1920. 125 De Tribune, ‘De hetze tegen rev. Vreemdelingen’, 19-3-1920.

126 De Grondwet, ‘De Zweed met de diamanten’, 18-3-1920.

hadden geschreven die al door de Vreemdelingendienst in de gaten werden gehouden of die mogelijk gevaarlijk waren. Zo bracht het departement van Justitie de Vreemdelingendienst op de hoogte van de mogelijke komst van Dr. Laufenberg, een van de leiders van de Duitse communisten, nadat over hem het volgende stukje in het ochtendblad van de NRC was verschenen:

Uit Berlijn wordt ons geseind: De Lokalanzeiger meldt: Dr. Laufenberg, de gewezen voorzitter van de Hamburgschen Arbeidersraad en aanvoerder van de Hamburgsche Spartaciërs, heeft, naar verluidt, in gezelschap van de Spartaciër dr. Herz, sedert eenige dagen Hamburg verlaten om zich naar Nederland te begeven.128