• No results found

De landelijke samenwerking tussen rechters op het inhoudelijke vlak is toegenomen sinds het in werking treden van de gewijzigde Wet op de rechterlijke organisatie

Jurisprudentie, casuïstiekbesprekingen en intervisie

B.2.1 De landelijke samenwerking tussen rechters op het inhoudelijke vlak is toegenomen sinds het in werking treden van de gewijzigde Wet op de rechterlijke organisatie

Totaal Rechterlijke ambtenaren Gerechtsambtenaren

Subtotaal Rechtbanken Gerechtshoven Colleges Subtotaal Rechtbanken Gerechtshoven Colleges

N=1104 N=799 N=606 N=161 N=32 N=305 n=211 N=73 N=21 Eens 39% 42% 44% 37% 16% 32% 35% 29% 19% Neutraal 15% 16% 17% 14% 13% 10% 9% 11% 24% Oneens 17% 20% 18% 26% 28% 7% 7% 7% 10% Geen mening 30% 22% 20% 23% 44% 50% 49% 53% 48% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Tabel 5-11

Zelfevaluatie

In de zelfevaluaties refereert men vrijwel altijd aan de procesregelingen, maar ook aan allerlei landelijke richtlijnen die in de afgelopen jaren tot stand zijn gebracht over de inhoudelijke af-doening van zaken. Het landelijke aanhoudingenprotocol in strafzaken, de regeling bestuurspro-cesrecht en de rolregeling civiel zijn daarvan voorbeelden voor het probestuurspro-cesrecht; de alimentatie-richtlijnen en de oriëntatiepunten zijn voorbeelden van landelijke, inhoudelijke afspraken. Men benadrukt dat de afspraken die er zijn, en waar men zich aan gebonden acht, procedureafspraken zijn. Overigens verwijst men naar oriëntatiepunten straftoemeting (strafrecht), alimentatiericht-lijnen (familiezaken) en dexia-zaken (kantonsector). De uitkomsten van de landelijke overleg-gen zijn onder de noemer ‘landelijke regelinoverleg-gen’ gepubliceerd op rechtspraak.nl.183

De sectoren van de gerechtshoven ontwikkelen hun eigen overleggen, omdat zij aansluiting bij de landelijke overleggen met de rechtbanken te omslachtig vinden. Het gaat daarbij bijvoor-beeld om dexia-zaken, oriëntatiepunten straftoemeting en schuldsanering. Dat overleg is primair een zaak voor de sectorvoorzitters. Bij de sector belastingrecht bestaat zo’n overleg nog niet, maar wel werkt men daar af en toe met rechtseenheidkamers (2 x genoemd), zoals bij mestza-ken.

Daarnaast zijn er meer regionale overleggen, die vaak ressortgebonden zijn. Denk daarbij ook aan overleggen tussen sectorvoorzitters van rechtbanken en van de gerechtshoven waarbij logistieke kwesties aan de orde zijn. Deze raken slechts indirect aan de inhoud van zaken, bij-voorbeeld met betrekking tot vergoeding proceskosten. Een ander bij-voorbeeld betreft de

183

Zie hierna onder ‘effecten’.

Vraag B.2.1 De landelijke samenwerking tussen raadsheren op het inhoudelijke vlak (denk aan o.a. zaakmanagement, beleid t.a.v. OM, etc.) is toegenomen sinds het in werking treden van de gewijzigde Wet op de rechterlijke organisatie (2002)

Sectoren rechtbanken Bestuursr Civiel Kanton Straf Vreemd Belasting Bedrijfsb

Rechterlijke ambtenaren 100 186 97 174 2 0 47 Eens 34% 55% 42% 37% 0% 57% Neutraal 22% 11% 25% 15% 50% 17% Oneens 20% 13% 21% 22% 0% 15% Geen mening 24% 20% 12% 25% 50% 11% Gerechtsambtenaren 48 57 31 37 4 0 34 Eens 25% 37% 45% 38% 0% 38% Neutraal 10% 9% 6% 11% 25% 6% Oneens 13% 5% 10% 8% 0% 0% Geen mening 52% 49% 39% 43% 75% 56%

Sectoren appelcolleges Bestuursr Straf Handel Familie Belasting Civiel Bedrijfsb K&O

Rechterlijke ambtenaren N=30 N=60 N=33 N=18 N=19 N=25 N=8 N=0 Eens 13% 37% 30% 61% 32% 24% 63% Neutraal 13% 15% 18% 6% 0% 24% 13% Oneens 30% 27% 27% 6% 47% 28% 0% Geen mening 43% 22% 24% 28% 21% 24% 25% Gerechtsambtenaren N=17 N=34 N=8 N=7 N=0 N=5 N=8 N=2 Eens 24% 32% 38% 43% 0% 0% 25% 0% Neutraal 24% 6% 0% 14% 0% 40% 13% 0% Oneens 6% 6% 13% 14% 0% 0% 13% 50% Geen mening 47% 56% 50% 29% 0% 60% 50% 50%

golf in het ressort Den Haag (belastingrecht). Bij het gerechtshof Den Bosch is binnen de straf-sector in voorbereiding het opzetten van een landelijk expertisecentrum voor Milieu en Openba-re gezondheid. Dat past in het beleid van de raad en de geOpenba-rechten om de nodige expertise voor een bepaald soort zaken landelijk te concentreren.

Interviews (verificatie)

In het algemeen nemen de sectorvoorzitters deel aan allerlei landelijke, inhoudelijke overleggen, zoals het Landelijk Overleg van Kantonrechters (LOK), of het Landelijk Overleg Voorzitters Strafsectoren (LOSV). Elke sector en elk algemeen specialisme (vreemdelingen, bestuursrecht, belastingrecht, civiel (handelszaken en familiezaken) en strafrecht) heeft haar eigen landelijke overleg. Sectorvoorzitters geven aan daarmee veel tijd kwijt te zijn (ongeveer 25% van hun tijd). Er zijn daarnaast ook regionale overleggen, bijvoorbeeld het AHA-verband (Alkmaar, Haarlem, Amsterdam).

5.5.2 Beperkend karakter van afspraken

Uitgaande van de door de Raad voor de rechtspraak breed uitgevente productiestijgingen en de ook daarnaast toegenomen aandacht voor rechtseenheid in de rechterlijke organisatie als geheel zijn wij nagegaan hoe rechters de spanning ervaren tussen hun professionele autonomie en aller-lei afspraken (‘bealler-leid’) die aangeven hoe een zaak moet worden behandeld en hoe erover moet worden beslist.

Enquête

Het valt op dat de afspraken die er zijn nagenoeg niet als knellend worden ervaren. Door de een-duidigheid van deze uitkomsten hebben we ervan afgezien om de uitslagen grafisch te presente-ren. Grote meerderheden (>80%) over alle sectoren en alle soorten gerechten geven dat aan (item C.1.14). Zowel de inhoudelijke afspraken als de procedureafspraken laten kennelijk vol-doende ruimte (meerderheden van 68%-78% - items C.1.1 en C.1.5). Dat geldt ook voor alle afzonderlijke sectoren. En het blijkt ook uit overwegend positieve reacties – meerderheden van groter dan 80% – op de stelling dat er een goede balans is tussen rechtseenheid en de toepassing van recht op een individueel geval (item C.1.14). Daarnaast maken de uitslagen duidelijk dat de percepties van gerechtsambtenaren en rechters op dit punt overeenkomen.

De beantwoording van de vraag of de professionele autonomie van rechters is toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven in item C.1.17,184 is in zoverre anders dat 72% geen verandering aangeeft, maar dat 28% van de rechters een afname van zijn autonomie ervaart, terwijl niemand een toename van zijn autonomie ziet. In zoverre heeft de organisatieontwikkeling in de rechter-lijke organisatie sedert 2001 wel gevolgen gehad.

Zelfevaluatie en interviews

In de zelfevaluaties wordt over het beperkend karakter van afspraken weinig gezegd; vijf maal geeft men in verschillende bewoordingen aan dat de uiteindelijke beslissing in een concrete zaak altijd aan de rechter is.185

In rondetafelgesprekken geven met name raadsheren aan dat de beschrijving van werkpro-cessen en het werken met bouwstenen wel als beperkend worden ervaren. Daar staat tegenover dat met name sectorvoorzitters aangeven dat rechtseenheid een belangrijk thema is, dat breed door de rechters wordt gedragen. De meeste rechters zien de afspraken volgens deze sectorvoor-zitters niet als knellend, zolang men maar deel kan hebben in de totstandkoming van afspraken. Dat wordt hier en daar ook ondersteund door alle afspraken voor een sector op intranet te zetten. In veel gesprekken, met name de ronde tafels, is aangegeven dat het protocol aanhoudingen in strafzaken te veel beperkingen oplegt. Streven naar efficiency gaat hier in de ogen van

184

N=759.

185

mige rechters ten koste van de uit het oogpunt van verdediging noodzakelijke kwaliteit. Ande-ren geven aan er minder moeite mee te hebben; dan stuurt een advocatenkantoor maar een col-lega van de verhinderde advocaat! In zoverre komen de resultaten van de enquête en de ge-sprekken overwegend wel overeen.

5.5.3 De door rechters ervaren peer pressure

Enquête

Er wordt wel enige groepsdruk ervaren bij zowel de afspraken over de inhoud als bij de afspra-ken over de procedure. Men voelt zich vrijer om van inhoudelijke afspraafspra-ken af te wijafspra-ken dan van procedureafspraken. Dat correspondeert ook met de uitkomst dat rechters kennelijk eerder worden aangesproken op afwijkingen van procedureafspraken dan op afwijkingen van inhoude-lijke afspraken. Hier zijn de verschillen tussen rechtbanken en hoven klein (rechtbanken: 20%; gerechtshoven: 22%). De raadsheren van de gerechtshoven voelen zich ongeveer evenzeer ge-bonden aan inhoudelijke en procedureafspraken als de rechters van de rechtbanken; het sterkst is het gevoel van gebondenheid bij de raadsheren van de bestuursrechtelijke colleges.

Tabel 5-12

Tabel 5-13

Op sectorniveau wordt de algemene trend bevestigd ter zake van het afwijken van inhoudelijke afspraken. De meerderheid voelt zich vrij om af te wijken van inhoudelijke afspraken, behalve de rechters in de bestuursrechtelijke colleges.

Wat betreft procedureafspraken bij de rechtbanken voelen de bestuursrechters zich er het meest aan gebonden (50% voelt zich vrij om af te wijken) en de kantonrechters voelen zich er het minst aan gebonden (66% voelt zich vrij om af te wijken). Maar de rechters uit de sectoren straf (41%) en familie (40%) bij de gerechtshoven geven slechts in minderheid aan dat zij zich vrij voelen om af te wijken van procedureafspraken. Alleen rechters in de handelssectoren van de gerechtshoven (69%) geven aan zich niet zo aan de procedureafspraken gebonden te voelen.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN