• No results found

Sinds de invoering van de gewijzigde Wet op de rechterlijke organisatie (2002) is de rechtseenheid voor wat betreft de procedureafspraken toegenomen/gelijk gebleven/afgenomen

Jurisprudentie, casuïstiekbesprekingen en intervisie

C.3.5 Sinds de invoering van de gewijzigde Wet op de rechterlijke organisatie (2002) is de rechtseenheid voor wat betreft de procedureafspraken toegenomen/gelijk gebleven/afgenomen

Totaal Rechterlijke ambtenaren Gerechtsambtenaren

Subtotaal Rechtbanken Gerechtshoven Colleges Subtotaal Rechtbanken Gerechtshoven Colleges

N=945 N=707 N=543 N=139 N=25 N=238 n=168 N=54 N=16 Toegenomen 60% 63% 67% 51% 40% 52% 53% 52% 44% Gelijk geble-ven 40% 37% 33% 49% 60% 47% 46% 46% 56% Afgenomen 0% 0% 0% 0% 0% 1% 1% 2% 0% Geen mening 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

In de perceptie van rechters is er dus meer rechtseenheid als het gaat om het procesrecht dan bij de inhoud van het rechterswerk. Dat strookt met het gegeven dat de procesregelingen door grote meerderheden worden onderschreven (item C.1.16). Daar zijn nauwelijks verschillen tussen rechtbanken en hoven met scores boven de 80%, en ook tussen de sectoren zijn wat dit betreft nauwelijks verschillen.

Stand van zaken rechtseenheid

Hier geven we eerst op gerechtsniveau weer, welke rapportcijfers respondenten hebben gegeven aan het belang van rechtseenheid, de prestatie van hun eigen gerecht op rechtseenheid, de pres-taties van hun eigen organisatieonderdeel en hun eigen prespres-taties (items: D.1.3, D.3.3, D.5.3, D.7.3).

Het belang dat op gerechtshofniveau aan rechtseenheid wordt toegekend is ongeveer gelijk aan het belang dat er op rechtbankniveau aan wordt toegekend, nl. ongeveer een 8. Wat betreft de score van het eigen gerecht op een tienpuntsschaal, valt op dat de gerechtshoven slechts een halve punt hoger scoren dan de rechtbanken. Vooral de lage scores van belastingrecht (score 5,8) en strafrecht (score 5,1) vallen op. De rechtbanken hebben ook een lage dunk van zichzelf (score 5,1). Bij de rechtbanken scoren alle sectoren tussen de 5,2 en de 5,8. Van het eigen orga-nisatieonderdeel heeft men een hogere dunk. Daarbij scoren de gerechtshoven wat hoger dan de rechtbanken. Strafrecht en belastingrecht geven aan voor hun eigen onderdeel op 6,6 resp. 6,8 te zitten. Bij de rechtbanken scoren de sectoren rond de 6. Bestuursrecht scoort een 7,2 en kanton scoort een 6,9. Wat betreft de eigen prestaties valt op de lage score van de sector handelsrecht bij de hoven (6,1).

Figuur 5-24

Zelfevaluaties en interviews Rechtbanken

De medewerkers bij de rechtbanken zien de bereikte rechtseenheid los van de invoering van de hernieuwde wet. Men draagt breed de opvatting dat dit thema ook zonder de wetswijziging aan-dacht zou hebben gekregen. Dat ziet men als een gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen. Uit het recente Prisma-klantwaarderingsonderzoek bij tien rechtbanken kunnen geen gedetail-leerde gegevens worden gedestilleerd over rechtseenheid bij de verschillende rechtbanken. Slechts in algemene zin geeft men een stijging van het tevredenheidspercentage

Rechtseenheid Rechterlijke ambtenaren 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 Belang Prestatie gerecht Prestatie organisatieonderdeel Eigen prestatie Colleges Gh Rb

van 38% naar 47%, en ook de constatering dat de waardering van de motivering van rechterlijke beslissingen nauw samenhangt met de waardering van de rechtseenheid.187

De uitkomsten van aan ons verstrekte bijlagen (voor zover verstrekt) zijn nogal verschillend. Een enkele rechtbank krijgt positieve feedback (Den Bosch), maar de meeste niet. Toch is een gemeenschappelijk kenmerk dat interne rechtseenheid erkend wordt als aandachtspunt, terwijl het sturen op rechtseenheid vrijwel overal als problematisch wordt ervaren.

Gerechtshoven

Dat tevredenheid over de rechtseenheid bij de gerechtshoven niet geweldig scoort blijkt ook uit de volgende gegevens uit KWO’s bij de gerechtshoven.

Tevredenheid over rechtseenheid gerechtshoven volgens KWO188

2006

Amsterdam Arnhem Den Bosch Den Haag Leeuwarden

Rechtseenheid 40% 49% 43% 51% 45%

Tabel 5-25

In de belastingsectoren is rechtseenheid grotendeels gebonden aan specialisatie van meervoudi-ge kamers. In de civiele sectoren zijn er landelijke inhoudelijke afspraken over bijvoorbeeld liquidatietarieven en incassokosten. In de strafsectoren worden veel werkafspraken gemaakt die bijdragen aan de rechtseenheid. Er is geen informatie verstrekt over het karakter van deze werk-afspraken. De motivering van uitspraken is hier een aandachtspunt; het OM en de rechtbanken zijn daarover ontevreden, met name als het om vrijspraak gaat waar de rechtbank tot een ander oordeel was gekomen.

Effecten op rechtseenheid tussen de gerechten Enquête

De procesregelingen worden binnen de rechterlijke organisatie breed gedragen (item C.1.16, bevestigende scores hoger dan 80%), met positieve uitslagen in alle sectoren.

42% van de rechters vindt dat de landelijke samenwerking tussen de gerechten is toegeno-men: 44% van de rechters in rechtbanken, 37% van de raadsheren in de gerechtshoven en 16% van de rechters in de bestuursrechtelijke colleges. Maar niemand geeft aan dat de rechtseenheid kleiner is geworden. Binnen de rechtbanken springen de civiele sectoren eruit met een bevesti-gend antwoord (55%) en binnen de gerechtshoven is dat de sector familierecht (Amsterdam, Den Haag, Den Bosch) met 61%. Binnen de belastingsectoren is 47% het oneens met deze stel-ling.

De enquête geeft in item C.1.13 aan dat volgens een grote meerderheid van de gerechtsbe-stuurders (68%) er thans eenheid is wat betreft toepassing van het procesrecht tussen dezelfde sectoren van verschillende gerechten. Zoemen we in naar sectorniveau, dan zien we deze uit-komst algemeen bevestigd. Echter, binnen de strafsectoren van de gerechtshoven is de uitslag minder eenduidig positief – maar het aantal respondenten is bij de gerechtshoven erg klein (14), zodat deze uitslag op zichzelf niet als een ontkenning kan worden opgevat.

187

De zaken meer op orde, klantwaarderingsonderzoek in 10 rechtbanken, Prisma, Amersfoort, mei 2006, p. 11.

188

Tabel 5-25

Zelfevaluatie en interviews

Deze leverden geen aanvullende informatie op wat betreft de bereikte rechtseenheid.

Tabel 5-26

5.6 Samenvattende conclusies

We vatten hieronder onze bevindingen samen ten aanzien van het sturen op efficiency, kwaliteit en rechtseenheid, en de gevolgen die dat – in de percepties van gerechtsbestuurders, rechters en gerechtsambtenaren – heeft gehad.

5.6.1 Conclusies met betrekking tot efficiency

De grote stijging van de productie in de periode 2002-2005 geeft een enigszins vertekend beeld doordat de meeste groei is gerealiseerd in de kantonsectoren – het gaat grotendeels om eenvou-dige zaken. Voorts is in de presentatie van de productiecijfers door de raad in het jaarverslag over 2005 de forse toename van het personeelsbestand in 2001 (756 fte’s) in de jaarverslagen 2003-2005 nauwelijks zichtbaar gemaakt. Betrekt men deze beide aspecten in de analyse, dan blijkt dat de efficiency van de rechtspraak tussen 2001 en 2006 met ongeveer 8% is toegeno-men, uitgaande van de gewogen productie en de toename van het personeel in fte’s.

Het lijkt erop dat de gerechten klem zitten tussen de maatschappelijke druk en de eigen pro-fessionele attitude om alle binnenkomende zaken snel af te doen en de doorlooptijden kort te

C.1.13 Er is eenheid in de toepassing van het procesrecht binnen vergelijkbare sectoren van andere

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN