• No results found

D. Rationale gelaagd systeem

4.5. Kritiek op het Rwandatribunaal

In de preambule van Resolutie 955 wordt de nadruk gelegd op het belang van internationale samenwerking om de rechtbanken en het juridisch systeem van Rwanda te versterken, in het bijzonder met betrekking op de taak van deze rechtbanken om het groot aantal verdachten tot gerechtigheid te brengen.525 De vraag rijst of het ICTR genoeg op maat was gemaakt om haar doel te verwezenlijken, en of de oprichting van het Rwandatribunaal effectief heeft bijgedragen tot nationale verzoening en het herstel en de handhaving van vrede zoals door dezelfde resolutie werd beoogd.526 Het blijkt dat zowel de internationale gemeenschap als het ICTR toch enkele kansen gemist heeft om de nationale en internationale gerechtigheid te doen harmoniseren zonder de onpartijdigheid en effectiviteit van het Tribunaal in vraag te stellen.527

4.5.1. Zetel van het Tribunaal

Bij de keuze van de vestiging van de zetel hield de toenmalig Secretaris-Generaal van de VN, Boutros Boutros-Ghali, zich vast aan het criterium van “gerechtigheid en eerlijkheid”. Volgens hem betekende dit dat men moet kunnen procederen in een omgeving die rechtvaardigheid en billijkheid waarborgt voor zowel slachtoffers als voor de verdachten. Hoewel het internationaal karakter van het Rwandatribunaal op zich al een teken van garantie is voor een rechtvaardig en eerlijk verloop van de rechtsgang, is het niettemin noodzakelijk om niet alleen volledige onpartijdigheid en objectiviteit in de realiteit te bekomen, maar ook de schijn van enige partijdigheid moet worden voorkomen bij de vervolging van personen die verantwoordelijk zijn voor misdrijven begaan door beide partijen in het conflict. Een eerste argument om het ICTR niet in Rwanda te vestigen, was dat de rechtvaardigheid en billijkheid vereisten dat het proces op een neutraal grondgebied werd gevoerd.528 Voorts concludeert hij dat er op dat moment ernstige veiligheidsrisico’s verbonden waren aan het binnenbrengen van leiders van het oude regime in Rwanda, die ervan verdacht werden genocidemisdaden te hebben gepleegd, teneinde ze te berechten voor het Tribunaal.529 Tot spijt van velen werd het Rwandatribunaal uiteindelijk gevestigd in Arusha, Tanzania.530 Het Tribunaal bevond zich daarenboven in hetzelfde gebouw waar in 1993 het Arusha Peace Agreement werd ondertekend, nl. het akkoord gesloten tussen de Rwandese regering en het RPF met het oog op het beëindigen van de burgeroorlogen door een verdeling van de macht tussen beide partijen, de creatie van een rechtsstaat, de repatriëring van vluchtelingen, de vestiging van een breder bestuur in de regering en de oprichting van een nationaal leger.531 De toenmalig Secretaris-Generaal, zette in het VN-rapport van 13 februari 1995 de opties voor de vestiging van het Rwandatribunaal uiteen. Hij kwam tot het besluit dat er in Kigali een ernstig tekort was aan gebouwen die aan de behoeften van het tribunaal zouden kunnen voldoen en voldoende veiligheid zouden kunnen bieden. De meeste gebouwen hadden zware schade opgelopen als gevolg van de genocide en er zouden uitgebreide en dure 525 Resolutie 955, para. 9 preambule.

526 Resolutie 955, para. 7.

527 O. DUBOIS, Rwanda’s national criminal courts and the International Tribunal, International Review of the

Red Cross, No. 321, 12 december 1997.

528 Ibid., para. 42. 529 Ibid., para. 43.

530 Resolutie 977 (1995) van de VN-Veiligheidsraad, The decision to designate Arusha as the seat of the International Tribunal for Rwanda, UN Doc. S/RES/977 (22 februari 1995).

531 R. DALLAIRE, Shake hands with the devil, Da Capo Press, 2003, 508; Statement to the Security Council by the

Rwandan Representative on 8 November 1994, UN Doc. S/PV.3453 (8 november 1994), 14; Peace Agreement between the Government of the Republic of Rwanda and the Rwandese Patriotic Front.

reparaties nodig zijn om deze weer operationeel te maken.532 Dit economische argument om het ICTR niet in Rwanda te vestigen wegens het tekort aan een goeie infrastructuur kan verder in twijfel worden getrokken aangezien ook in Arusha verbouwingswerken nodig waren. Daarenboven kan op lange termijn worden aangenomen dat het pendelen van het personeel van het ICTR tussen Den Haag, Kigali en Arusha een kost met zich meebrengt die er niet geweest zou zijn indien het ICTR en al zijn personeel zich in Rwanda zou hebben bevonden.533

De keuze om het ad hoc tribunaal, opgericht in de eerste plaats in het belang van de Rwandese bevolking, niet in Rwanda te plaatsen werd in die tijd verdedigd door een beleidsstandpunt die internationaal werd aanvaard. Er zou volgens dat standpunt een bepaalde afstand nodig zijn van de gebeurtenissen zodat onpartijdigheid van het internationaal tribunaal gegarandeerd kan worden. Deze zienswijze werd grotendeels verlaten en ingewisseld voor de overtuiging dat het veel doeltreffender is om gerechtigheid dichter bij de betrokken maatschappijen te laten geschieden.534 Hoewel de keuze van Arusha als zetel van het ICTR het niet in de weg stond dat hoorzittingen en de uitvoering van de straffen ook in Rwanda zouden kunnen gebeuren, zou de optie van Rwanda als zetel ervoor gezorgd hebben dat ook leden van het Rwandees rechtssysteem deze processen konden bijwonen en deze lessen verder zouden kunnen meenemen in hun toekomstig werk. Volgens Antonio Cassese, toenmalig voorzitter van de Beroepskamer, zou het probleem voor de vestiging in Rwanda niet psychologisch, moreel of juridisch zijn, maar zouden hiervoor eenvoudigweg praktische veiligheidsproblemen in de weg staan. Hij was een voorstander van het houden van hoorzittingen in Kigali zelf, want deze maakten de processen meer zichtbaar voor het Rwandese volk.535

4.5.2. Het ICTR en Rwanda

Ondanks dat Rwanda tegen de resolutie tot oprichting van het Tribunaal stemde, verliep de samenwerking over het algemeen relatief goed. In 2000 leverde het Rwandatribunaal inspanningen om de samenwerking met Rwanda te stimuleren, maar in 2002 liep de samenwerking stroef. Op 17 april 2002 laat het Tribunaal weten dat men hun eerder gedane voorstel tot het oprichten van een gezamenlijke commissie tussen de Rwandese overheid en het ICTR met als doel de mishandeling van Rwandese getuigen te onderzoeken terug intrekt. De reden voor de intrekking blijkt het onvermogen te zijn om het op bepaalde fundamentele punten eens te worden over de taakomschrijving van de voorgestelde commissie.536 Ook Rwanda weigerde in deze periode alle aanvragen van het ICTR tot de afgifte van reisdocumenten voor getuigen, wat uiteindelijk heeft geleid tot het verlies van 21 procesdagen.537 De president van de VN-Veiligheidsraad legde als reactie hierop een verklaring af waarin men deed herinneren aan de verplichting tot samenwerking voor alle staten, met inbegrip Rwanda.538 Het lijkt erop dat de 532 Comprehensive Report of the Secretary-General on Practical Arrangements for the Effective Functioning of

the International Tribunal for Rwanda, Recommending Arusha as the Seat of the Tribunal, UN Doc. S/1995/134 (13 februari 1995), para. 38.

533 O. DUBOIS, Rwanda’s national criminal courts and the International Tribunal, International Review of the

Red Cross, No. 321, 12 december 1997.

534 J.M. KAMATALI, From the ICTR to ICC: Learning from the ICTR Experience in Bringing Justice to Rwandans, 12

New Eng. J. Int'l & Comp. L. 89, 2005, 91.

535 O. DUBOIS, Rwanda’s national criminal courts and the International Tribunal, International Review of the

Red Cross, No. 321, 12 december 1997.

536 UNITED NATIONS INTERNATIONAL RESIDUAL MECHANISM FOR CRIMINAL TRIBUNALS, The Registrar decides to withdraw his proposal to establish a joint commission to investigate allegations of mistreatment of witnesses from Rwanda, Press release, 17 april 2002, https://unictr.irmct.org/en/news/registrar-decides-withdraw-his- proposal-establish-joint-commission-investigate-allegations

537 E. MOSE, Main Achievements of the ICTR, JICJ 3 (2005), 939.

moeilijke samenwerking politiek gemotiveerd was aangezien de Openbare Aanklager van het Tribunaal in die periode ook onderzoek wou verrichten naar misdaden die gepleegd zouden zijn door soldaten van het Rwandese Patriottische Leger die met de huidige regering verbonden waren. Dit onderzoek zou dus ook de handelingen van het RPF omvatten.539 Het onderzoek naar het RPF zorgde ervoor dat het functioneren van het Tribunaal ernstig belemmerd was aangezien dit voor een totale stopzetting van de samenwerking zorgde. Het onderzoek werd uiteindelijk geschorst.540 De schijnbare eenzijdigheid van de onderzoeken van het ICTR waarbij enkel Hutu-leiders zijn vervolgd wekt het gevaar voor victor’s justice.541

4.5.3. Afschrikkingseffect

Het afschrikkingseffect zou een van de doelstellingen moeten zijn bij de vervolging van internationale misdaden. Het afschrikkingseffect betekent dat wanneer mensen bang zijn voor bestraffing, zij er rationeel voor zullen kiezen geen strafbare handelingen te stellen. Deze theorie van een rationele keuze is echter irrelevant voor misdaden die in de eerste plaats gebaseerd waren op irrationele motieven. Berechting alleen zal in de ogen van de slachtoffers en overlevenden geen afschrikkingseffect hebben wanneer ze gedurende een hele periode overspoeld werden door massaal etnisch geweld. Men kan niet verwachten dat zij rationele keuzes zullen maken wanneer ze omringd worden door hysterie, sociale chaos, paniek, dwang, vooroordelen, en een regering die aanzet tot massageweld. 542 Voor zowel de Tutsi’s als de Hutu’s in de Rwandese maatschappij zou het ICTR pas een afschrikkingseffect hebben wanneer ze het proces kunnen meemaken waarin beklaagden niet alleen worden veroordeeld, maar ook hun machtspositie en autoriteit verliezen. Dit effect zou beter bereikt kunnen worden indien het Tribunaal zich in Rwanda zelf had bevonden.543 De afschrikking van het Tribunaal dreigt niet serieus te worden genomen indien zij die de misdaden gepleegd hebben niet verwachten om hun macht over de slachtoffers of over derde partijen te verliezen.544 Bovendien zou een trage afhandeling van de processen afbreuk doen aan het afschrikkingseffect. Straffen moeten bij voorkeur snel en met zekerheid worden uitgevoerd. Tenslotte zullen uitspraken van het Tribunaal die een bepaald gedrag bestempelen als slecht of als vallend onder internationale misdaden er niet voor zorgen dat Hutu’s en extreme Tutsi’s dit ook zo zullen opvatten. Zij moeten uit zichzelf tot dat besef komen.545

539 J. N. MAOGOTO, The International Criminal Tribunal for Rwanda: a paper umbrella in the rain? Initial pitfalls and brighter prospects, Nordic Journal of International Law, Vol. 73, No. 2, 2004, 30-31.

540 K. MF KEITH, Justice at the International Criminal Tribunal for Rwanda: Are Criticisms Just?, 27 Law Context:

A Socio-Legal J. 78 (2009), 83-84.

541 K. MF KEITH, Justice at the International Criminal Tribunal for Rwanda: Are Criticisms Just?, 27 Law Context:

A Socio-Legal J. 78 (2009), 78.

542 M. A. DRUMBL, Punishment, Postgenocide: From Guilt to Shame to Civis in Rwanda, 75 N.Y.U. L. Rev. 1221

(2000), 1253-1254.

543 J.M. KAMATALI, From the ICTR to ICC: Learning from the ICTR Experience in Bringing Justice to Rwandans, 12

New Eng. J. Int'l & Comp. L. 89, 2005, 92.

544 M. A. DRUMBL, Punishment, Postgenocide: From Guilt to Shame to Civis in Rwanda, 75 N.Y.U. L. Rev. 1221

(2000), 1255.

545 J. N. MAOGOTO, The International Criminal Tribunal for Rwanda: a paper umbrella in the rain? Initial pitfalls and brighter prospects, Nordic Journal of International Law, Vol. 73, No. 2, 2004, 15-17.

4.5.4. Verzoening

Resolutie 955 van de VN-Veiligheidsraad bepaalt dat de oprichting van het Rwandatribunaal ook zal bijdragen tot nationale verzoening, zonder te definiëren wat onder ‘verzoening’ moet worden verstaan. Over het algemeen verwijzen de uitspraken van het ICTR ook niet expliciet naar verzoening, maar indien het ICTR bijdraagt aan het verzoeningsproces zal dit grotendeels te danken zijn aan hun juridische inspanningen.546

Het ultieme doel van het individueel strafrechtelijk aansprakelijk stellen van een misdadiger is de opzet om bij te dragen aan het verzoeningsproces en de herstelling en handhaving van de vrede.547 Drie belangrijke stappen in het verzoeningsproces zijn (1) een volledige en gedetailleerde publieke erkenning van het kwaad; (2) het uiten van berouw en het aanvaarden van de verantwoordelijkheid door de dader die om vergeving vraagt, en; (3) vrijwillige vergeving van de dader door het slachtoffer voor het toegebrachte leed. Het was echter gebruikelijk dat beklaagden voor het Rwandatribunaal o.a. hun verantwoordelijkheid ontkenden, aandrongen op hun onschuld, verzochten om vervroegde invrijheidstelling en in beroep gingen tegen hun veroordelingen. Dit strookt niet met de criteria die verzoening vereist. Het belangrijkste element van het Rwandatribunaal dat op een manier heeft bijgedragen aan het verzoeningsproces is de mogelijkheid om personen individueel strafrechtelijk aansprakelijk te stellen voor hun daden. De beklaagde wordt daarbij als een individu behandeld, en nooit als een volledige etnische groep.548 Daarnaast symboliseren de arresten van het ICTR ook de bevestiging van de internationale gemeenschap dat de misdaden begaan in Rwanda in 1994 tot de meest gruwelijke menselijke handelingen behoorden, die veroordeeld en bestraft moeten worden. Het Tribunaal tracht ook bij te dragen aan verzoening door slachtoffers een collectieve stem te geven. Slachtoffers kunnen op deze manier hun pijnlijke verhalen en ervaringen delen en die bevestigd zien. De contributie van het Rwandatribunaal tot het nationale verzoeningsproces gebeurde op een indirecte manier, nl. steeds in combinatie met justitie.549

546 L. C. NWOYE, Partners or Rivals in Reconciliation? The ICTR and Rwanda’s Gacaca Courts, 16 San Diego Int’l

L. J. 119 2014-2015, 159-161.

547 ICTR, Nahimana et al., para. 109.

548 T. GALLIMORE, The Legacy of the International Criminal Tribunal for Rwanda (ICTR) and its Contributions to Reconciliation in Rwanda, 14 New Eng. J. Int'l & Comp. L. 239 (2007-2008), 253-255.

549 L. C. NWOYE, Partners or Rivals in Reconciliation? The ICTR and Rwanda’s Gacaca Courts, 16 San Diego Int’l