• No results found

De ineenstorting van de formele instituties van de regering

3. Politieke achtergrond Albanië

3.2 De ineenstorting van de formele instituties van de regering

In deze paragraaf wordt de transformatie die plaats vond in postcommunistisch Albanië besproken. De overgang is van groot belang voor het land dat herstelt van een lang autoritair verleden en een opkomende democratie.135 Albanië heeft een parlementair systeem, maar

worstelt met het opbouwen van een stabiele liberale democratie. Daar is nog een lange weg voor te gaan. Sinds de ineenstorting van het communistische bewind heeft Albanië een poging gedaan om de staat te transformeren tot een levensvatbare democratie. Er zijn vanaf dat moment vijf vrije en eerlijke verkiezingen geweest. Een belangrijk aanvaard criterium voor een democratie is het houden van eerlijke en vrije verkiezingen. Toch is dit maar een minimale definitie van democratie. Vrije verkiezingen en de aanwezigheid van een

parlementair stelsel is geen garantie dat een samenleving ook daadwerkelijk zal groeien. Vrije verkiezingen zijn het begin van democratisering, maar verder is het transitieproces in Albanië erg complex.136

In de aanloop naar de twintigste eeuw werd Albanië terug gedreven naar een premoderne staat waarin tribalisme en "gangs" de economie, de sociale dienstverlening, de wet en de openbare orde overnamen of verstoorden. De staatsmacht was gedesintegreerd en lokale gewapende bendes hadden de macht overgenomen in de steden. Om een zekere mate van recht en orde te herstellen kwam er multinationale hulp vanuit Italië. Echter, tegen het

132 P. Kubicek, Albania's collapse and reconstruction, Journal of International Affairs, nr.1 (3), p. 2. 133 A. Agh, The Politics of Central Europe, Londen: Sage Publications, 1998, p. 180.

134 A. Elbasani, Albania in transition: Manipulation or Appropriation of International Norms?, Southeast European Politics, nr.1 (5) (2004), p. 34.

135 F. Tarifa & M. Spoor, The first decade after: Albania's democratic transition and consolidation in the context

of southeast Europe, Cestrad The Hague 2000, p. 16.

midden van de jaren negentig werd het duidelijk dat het Berisha er niet in geslaagd was om voor altijd af te rekenen met het voormalig autoritaire bewind. En ook de lokale bendes zorgden niet voor het stabiele democratische herstel. Ondanks dat Berisha door middel van economische hervormingen en met de ontwikkeling van banden met Westerse landen,

democratische verandering probeerde door te zetten, bleven echte transformaties uit. Zoals de analisten al snel opmerkten; "terwijl Berisha democratie wilde voor Albanië, leek het alsof hij de betekenis en de werking van democratie niet begreep". 137 Ook al was Berisha niet verwant

met het communistische verleden, als leider van de Democratische Partij was hij nauw verwant aan deze politieke traditie. 138 De persoonlijke stijl van Berisha beïnvloedde de

prerogatieven van de scheiding der machten, het verloop van het debat, de dialoog binnen zijn partij, maar ook werd de invloed van Berisha steeds meer zichtbaar in de bredere politieke context. Met een steeds meer autoritaire manier van handelen kreeg de reputatie van Albanië een flinke deuk. Ondanks het ingrijpen van Italië werd het land gezien als existentiële

bedreiging voor de Europese veiligheid, vanwege de criminele bendes, het witwassen van geld en drugshandel.139 De Albanese bendes ontwikkelden relaties met lokale ambtenaren,

rechters, politieagenten, maar ook met zakenlieden en politici. Deze laatste groep werd ook gebruikt voor het persoonlijk gewin voor de bendes, namelijk om de lokale en nationale politiek te beïnvloeden.140 Berisha stond ook vijandig tegenover kritiek. De autoriteiten zetten

een sterkte druk op de journalisten tot aan vervolging en gevangenschap toe. De maatschappelijke organisaties bleven echter zwak en bijna volledig afhankelijk van

internationale donoren, waardoor Berisha zijn manier van regeren kon blijven voortzetten.141

Uiteindelijk zorgde de steeds meer autocratische stijl van Berisha voor splitsingen binnen de partij zelf. Gramoz Pashko, een van de medeoprichters van de Democratische Partij, trad formeel af. Berisha koos vervolgens willekeurig voor Eduard Selami om zijn in te nemen en de taken van de president over te nemen. 142 Pasko werd uitgesloten van het nieuwe

kabinet, nadat hij een nieuwe partij wilde op richten. Niet veel later verbrak Berisha alle

137 M. Goldman, Revolution and Change in Central and Eastern Europe, New York: M.E. Sharpe, 2000, p. 70. 138 M. Vickers and J. Pettifer, From Anarachy to a Balkan Identity, New York: New York University Press, 2000, p. 266.

139 A. Elbasani, Albania in transition: Manipulation or Appropriation of International Norms?, Southeast European Politics, nr. 1 (5) (2004) pp.34- 35.

140 A.M. Johnson, Albania's relations with the EU: On the road to Europe?, Journal of Southern Europe and the

Balkans Online, nr. 3 (2) (2001), p. 176.

141 Auteur onbekend, Albania: democracy and governance assessment,

http://democracyinternational.com/sites/default/files/Albania%20Democracy%20and%20Governance %20Assessment.pdf, geraadpleegd op 27 juni 2014.

banden met zijn 'opvolger' in de Democratische Partij en beschuldigde hem van persoonlijk verraad. 143 De intolerante mentaliteit van de Democratische Partij was nog duidelijk zichtbaar

in hun campagne tegen de voormalig communistische leiders die werden beschuldigd van onder meer fraude. Alia werd gearresteerd in september 1992, Fatos Nano de leider van de Communistische Partij werd gevangen gezet in juli 1993 en de minister president Vilson Ahmeti (1991-1992) werd veroordeeld tot twee jaar voor 'geldverspilling'. 144 De

onderdrukking van de oppositie was opgezet om deze uit te sluiten van deelname aan de verkiezingen. De wet tegen genocide sloot iedereen uit van de verkiezingen tot 2002 die een machtspositie had voor maart 1991. Tegen het midden van de jaren 1990 werd duidelijk dat de polarisatie tussen de Democratische Partij en de Socialistische Partij niet kon worden overbrugd.145

De afnemende populariteit van de president werd zichtbaar door zijn onvermogen om de ontwerpgrondwet goed te laten keuren in een referendum. Zijn reactie op de naderende verkiezingen was erg autoritair. Berisha gebruikte alle middelen om de macht te behouden. Hij was minachtend naar de rechtstaat en de fundamentele democratische principes. Naast andere maatregelen werd er een nieuwe kieswet ontworpen en aangenomen in het voordeel van de Democratische Partij. De hoge kiesdrempel van 7% werkte tegen de kleine partijen en Socialistische 'mogelijke' coalitiepartners. Ook werd fraude steeds meer in verband gebracht met de president. Gewapende bewakers intimideerden kiezers en er werden frauduleuze stemmen verspreid. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) meldde tijdens het verkiezingsproces substantiële onregelmatigheden: 32 van de 79 artikelen van de kieswet waren geschonden. Deze verhitte strijd werd mede veroorzaakt door de "winner takes it all" mentaliteit, het was alles of niets voor zowel de Democratische- als de Socialistische Partij. 146 Na de verkiezingen ging de bevolking van Albanië massaal de straat

op. Dit keer om te protesteren tegen de Democratische Partij. Slechte economische prestaties en het slechte beheer van de economische overgang bereikte zijn hoogtepunt met de

ineenstorting van de frauduleuze piramide transacties in december 1996 en begin 1997. De parlementaire verkiezingen in 1996 werd gevolgd door het omvallen van de piramide

143 A. Elbasani, Albania in transition: Manipulation or Appropriation of International Norms?, Southeast

European Politics, nr.1 (5) (2004), p. 35.

144 B. Fowkes, The Post-Communist Era: Change and Continuity in Easter Europe, Londen: Macmillan Press, 1999, p. 183.

145 A. Elbasani, Albania in transition: Manipulation or Appropriation of International Norms?, Southeast European Politics, nr. 1 (5) (2004), p. 35.

146 A. Elbasani, Albania in transition: Manipulation or Appropriation of International Norms?, Southeast European Politics, nr. 1 (5) (2004), p. 36.

schema's waar veel mensen hun spaargeld verloren. Eind februari brak er vanwege de onvrede onder de burgers en de oppositie in Albanië een kleine burgeroorlog uit. Mensen bestormden de politie, het leger en de stations. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de Socialistische oppositie gebruik maakte van deze positie. De instabiele situatie eindigde uiteindelijk met het omvallen van het staatsapparaat.147 De parlementaire verkiezingen in 1997

lieten de hopeloosheid van de Democratische Partij zien. Waar de Socialisten in het bezit waren van 101 zetels, behaalde de Democratische Partij slechts 29 zetels. Hoewel Berisha uitspraken deed over een contrarevolutie gericht op herstel van het communisme, waren de rellen eenvoudig te verklaren als een mislukte eerste overgang naar democratie. Vanuit deze positie zou Albanië het land opnieuw moeten transformeren. 148

De nieuwe regering boekte vooruitgang bij de wederopbouw van staatsinstellingen en vestigde de "rule of law''. De media groeide snel en het maatschappelijk middenveld werd sterker. Hoewel de oppositie gekenmerkt werd door bitterheid, was de Socialistische aanpak van het bestuur over het algemeen minder confronterend en meer inclusief. In de praktijk betekende dit dat de overheid de neiging had om te coöpteren in plaats van het onderdrukken van het maatschappelijk middenveld, de media en het bedrijfsleven. 149 De Albanese regering

was in veel aspecten minder autoritair, maar de regering was ook minder transparant en controleerbaar. Albanië werd nu geteisterd door toenemende corruptie. Dit resulteerde in spanningen tussen concurrerende fracties binnen de regerende Socialistische Partij. De economie in Albanië leed onder het machtmisbruik van staatsambtenaren, die hun macht misbruikten voor persoonlijk en economisch gewin die het onderscheid tussen politici, bedrijven en de media vervaagden. Albanië werd op een gegeven moment door de

internationale gemeenschap gezien als het meest corrupte land in de regio, omdat zij zich meer bezig hielden met interne conflicten in plaats van het bestuur.

Deze factoren, in combinatie met een nieuw beeld van de Democratische Partij en het anticorruptie platform van de oppositie, heeft bijgedragen aan de verkiezingsnederlaag van de Socialistische Partij tijdens de parlementaire democratische verkiezingen op 3 juli 2005. De democratische Partij en haar bondgenoten behaalden een meerderheid van de stemmen en kregen het recht om een nieuwe regering te vormen.150 De regering trad uiteindelijk aan in

147 Auteur onbekend, Albania: democracy and governance assessment,

http://democracyinternational.com/sites/default/files/Albania%20Democracy%20and%20Governance %20Assessment.pdf, geraadpleegd op 27 juni 2014.

148 Ibidem. 149 Ibid. 150 Ibid.

september. De bestrijding van corruptie was de hoogste prioriteit voor de nieuwe premier Berisha. 151 Uiteindelijk werd in juni 2006 de SAO ondertekend waardoor Albanië een meer concrete relatie met de EU ontwikkelde. 152

Uit een artikel in de EUobserver blijkt dat Albanië in 2009 nog steeds kampte met een interne politieke strijd. In 2009 werd de democratische Partij beschuldigd van oneerlijke verkiezingen, waarop de oppositie weigerde plaats te nemen in het parlement. In 2011 werd situatie alleen maar erger toen onder leiding van de oppositie de regering gewelddadig werd aangevallen. Lokale verkiezingen werden ontsierd door onregelmatigheden en het juridisch proces werd twijfelachtig bevonden. Volgens de auteur van het artikel, Dimitar Bechev, werd de democratische idealen in Albanië vertrapt door de leiders.153 Of dat uiteindelijk zo was, is

nog maar de vraag. Wat dit opiniestuk laat zien is dat Albanië grote moeite heeft met eerlijke verkiezingen, democratie en het bestrijden van corruptie.

In dit hoofdstuk is er aangetoond dat het transitieproces van Albanië niet gemakkelijk is verlopen. Uit alle periodes kan geconcludeerd worden dat corruptie, oneerlijke

verkiezingen, machtsmisbruik (nog steeds) onderdeel is van het dagelijks leven. Ook is er in de periode van transitie grote mate van politieke polarisatie ontstaan. Tot voor kort konden de regering en oppositie het niet eens worden. De communistische erfenis lijkt nog altijd rond te sluimeren binnen de politiek in Albanië. Er is dus aangetoond welke historische weg Albanië heeft afgelegd voordat er stappen richting West-Europa gezet konden worden. De volgende paragaaf wordt gewijd aan de EU-integratie van Albanië, waarin zowel de geschiedenis van integratie als de huidige stand van zaken wordt belicht.