• No results found

Hypothese 1: ICT heeft invloed op de discretionaire bevoegdheid van politieagenten in de eenheid Den Haag

Ook al zagen de respondenten niet meteen een direct verband tussen ICT en hun toepassing van discretionaire bevoegdheid, gaven zij een groot aantal voorbeelden waarin dit verband er wel degelijk was. De respondenten vinden dat de gegevens in het systeem hun keuze binnen hun discretie niet mogen beïnvloeden, desalniettemin kan op basis van de inzichten uit de interviews beweerd worden dat de informatie in het systeem een zekere mate invloed heeft op de discretie van de agenten.

Dunleavy ​et al. (2006) beweren dat er steeds vaker gebruik wordt gemaakt van ICT-toepassingen in de publieke sector. Deze bewering komt overeen met de resultaten uit de interviews. Er wordt dagelijks een groot aantal digitale systemen gebruikt door de politie,

die zowel op computer als op telefoon beschikbaar zijn. De systemen die tijdens de interviews werden genoemd betreffen voornamelijk gegevenssystemen en niet zozeer geautomatiseerde systemen, ook al is er in een zekere mate wel sprake van automatisering. Een groot aantal empirische onderzoeken die in dit paper als theoretische basis zijn gebruikt slaan uitsluitend op de geautomatiseerde systemen en niet zozeer op andere soorten systemen. Toch kunnen er een aantal uitspraken over de casus worden gemaakt. Dunleavy et al. (2006) en Bovens & Zouridis (2002) bezien geautomatiseerde systemen in de context van het vervangen van SLB, wat in de casus van politie niet het geval is: de gebruikte systemen worden geïntegreerd in de bestaande praktijken en methoden. Door de informatie in het systeem wordt een bepaald beeld van de situatie gecreëerd, waardoor de agenten de aanpak kunnen kiezen die ervoor zorgt dat de betrokken persoon zijn gedrag verandert. In de interviews benadrukken de politieagenten het belang van de gevolgen van hun acties, namelijk het stoppen van onrechtmatig handelen en wederrechtelijk gedrag van de aangehouden personen. Zo kan de agent voor het verbaliseren kiezen, als er in het systeem genoteerd staat dat de staande gehouden persoon al meerdere waarschuwingen voor het aangetoonde gedrag heeft gekregen. De registraties die in het systeem te zien zijn helpen een geschikte aanpak te kiezen. De informatie in het systeem is dus niet de basis van het oordeel, maar een ondersteunend middel voor het maken van geïnformeerde beslissingen. Wel wordt er rekening gehouden dat de aanpakken die door agenten als geschikt worden beschouwd van elkaar kunnen verschillen. Terwijl de meeste respondenten ICT-systemen als ondersteunend middel voor hun beslissingen zien, beschouwt een van de respondenten dat de gegevens in het systeem geen invloed op haar oordeel hebben vanwege de methode die zij gebruikt, waarbij de beslissing gemaakt wordt voordat zij de persoon benadert.

Een andere manier waarop ICT effect heeft op de discretionaire bevoegdheid is de keuze om gebeurtenissen wel of niet in het systeem te registreren. Doordat de systemen op de mobiele telefoon als traag worden ervaren kan een agent ervoor kiezen om kleine overtredingen niet in het systeem te registreren. De gebruikte literatuur biedt hier geen verklaring voor, gezien dit een casus verbonden verschijnsel is, maar de respondenten zelf benoemen hier een uitleg voor: grote administratieve lasten en het besteden van tijd aan ernstige feiten in plaats van kleine overtredingen. Dit heeft mogelijk met problematiek te maken, wat later in dit hoofdstuk wordt toegelicht. Een ander effect van de langzame aard van het systeem is dat sommige agenten de gegevens op papier opschrijven om die later in het systeem in te voeren. Het kan echter voorkomen dat de mening van de agent in de tussentijd verandert, waardoor de bekeurde persoon vervolgens geen boete krijgt. Ook komt

het voor dat de respondenten bepaalde gebeurtenissen niet in gelijk in het systeem registreren, met name in het geval van onduidelijkheid in het afloop van een overtreding, omdat ze zich niet verbonden aan de protocollen willen voelen. Er wordt echter aan de verbetering van de systemen en hun capaciteit gewerkt vanuit systeemarchitectuur.

Ter afsluiting is het interessant te vermelden dat de geïnterviewde politieagenten de invloed van ICT op hun discretie in de eerste instantie moeilijk konden beschrijven. Toch na het voeren van het gesprek en het bespreken van de theorie werd er een groot aantal voorbeelden genoemd, waarin dit verband naar voren komt. Dit kan worden verklaard door het feit dat de agenten hun professionaliteit en onpartijdigheid in het handelen als prioriteit achten en het gebruik van de ICT-systemen als vanzelfsprekend of verplicht. ICT is in de meeste gevallen slechts een hulpmiddel voor het nemen van beter geïnformeerde beslissingen. Aangezien er een aantal voorbeelden worden gegeven waarin ICT-gebruik van invloed was op het maken van een beslissing, kan geconcludeerd worden dat er wel sprake is van een verband tussen ICT en discretionaire bevoegdheid. Deze paragraaf heeft gekeken of er effect was op de discretie van SLB en de volgende paragrafen bespreken hoe dit effect eruit ziet, of het bevorderend of beperkend is. De concrete effecten worden in de volgende paragrafen gedetailleerd besproken.

Deze hypothese is bevestigd.

5.2. Hypothese 2: ICT heeft beperkende effecten op de discretionaire bevoegdheid van