Jezus stierf niet alleen voor onze zonden, om er dan vervolgens genezing aan toe te voegen. Om het iets te laten zijn wat Hij eventueel zou kunnen doen als Hij dat wilde. Nee! Christus betaalde voor de genezing van ons lichaam, net zo volledig als Hij betaalde voor de vergeving van onze zon-den. Hij kocht het allemaal tegelijk met Zijn verzoening. Dit is misschien anders dan wat veel van de hedendaagse kerken verkondigen, maar de Schrift ondersteunt het.
Bestudeer Psalm 103:1-3, waar staat:
Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam. 2 Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. 3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, …
Psalm 103:1-3
Vers 2 zegt ons duidelijk om niet één van Zijn weldaden te vergeten.
De Heer vergeeft al onze ongerechtigheid en geneest al onze ziekten (vers 3). In het Nieuwe Testament stemt Petrus hiermee overéén en zegt:
Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen.
1 Petrus 2:24
Zowel Psalm 103:3 als 1 Petrus 2:24 noemen de reddingsvoordelen van vergeving van zonden en fysieke genezing samen in één en hetzelfde
vers. De Schrift scheidt niet van elkaar wat Jezus in de verzoening gedaan heeft. Alleen mensen doen dat. Wat God betreft is redding een totaalpakket.
bijkomstiGe voor delen?
Het zijn mensen die gezegd hebben: ‘Laten wij niet praten over genezing, bevrijding of voorspoed. Laten wij ons alleen maar concentreren op ver-geving van zonden. Dat is dát deel waar iedereen het over eens is. Dát is het voornaamste deel van de verzoening. Al die andere voordelen - gene-zing, bevrijding en voorspoed - zijn van ondergeschikt belang.’ Bijkom-stige voordelen? Voordelen die van ondergeschikt belang zijn? Ik geloof dat dát een klinkklare belediging is voor God!
Stel dat ik voor jou alles gedaan had wat Jezus voor ons gedaan heeft - sterven om vergeving voor jouw zonden te verkrijgen, striemen gekregen op mijn lichaam om voor jou genezing te verwerven; van God mijn Vader gescheiden te zijn geweest zodat jij nooit gescheiden van Hem hoefde te worden; arm geworden zodat jij door mijn armoede rijk gemaakt kon worden. Vervolgens kom jij naar mij toe en zegt: ‘Dank je wel voor wat je gedaan hebt, maar ik ga er niet alles van gebruiken, ik ga er maar één vierde deel van nemen. Vergeving van zonden is het belangrijkste, dus dat is waar ik mij echt op wil richten. Ik ga dus geen gebruik maken van de genezing voor mijn lichaam, ik ga ook geen gebruik maken van de bevrijding over demonische onderdrukking, of van de financiële zegen. Ik heb die dingen niet echt nodig. Jij hebt meer dan genoeg voor mij gedaan, dus ga ik in alle bescheidenheid maar één vierde van waar je in voorzien hebt, aannemen.’ Als jij maar één deel zou aannemen, als jij het in stukken zou verdelen dan zou ik daar niet gelukkig mee zijn, dat zou mij beslist niet zegenen.
Daar zou ik helemaal niet blij mee zijn. Het zou mij een gevoel geven van: ‘Wat voor zin heeft het gehad dat ik voor al die andere dingen zo verschrikkelijk heb geleden, als jij er toch geen gebruik van maakt?’
God had de wereld zo lief dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf (Johannes 3:16). Het was niet alleen maar zodat de mensen niet naar de hel zouden
gaan. Jezus redde ons van zonde, ziekte, kwalen en armoede. Hij gaf Zichzelf als het volmaakte zoenoffer, zodat Hij ons kon ontrukken aan deze tegenwoordige slechte wereld (Galaten 1:4).
Ik zou er helemaal niet blij mee zijn als jij alleen maar gebruik zou maken van een klein gedeelte van alles waarvoor ik geleden had, mijn bloed vergoten had, gestorven en opgewekt was om daarin voor jou te voorzien. Als ik als God kon zijn, weet ik zeker dat ik nog steeds van je zou houden, maar ik zou niet blij zijn. Ik zeg niet dat God boos is op mensen, maar ik weet zeker dat Hij het teleurstellend vindt dat Hij in dit alles heeft voorzien en zovelen van ons er gewoon geen gebruik van maken.
In principe heeft het christendom gepredikt: ‘Vergeving van zonden is het enige waar Jezus verzoening voor heeft gedaan. Natuurlijk, aangezien God God is, zou Hij kunnen genezen als Hij dat zou willen, maar dat is als de kers op de taart. Dat is een extraatje. Het is geen onderdeel van het basispakket.’ Nee! Nee! Nee! Gods Woord openbaart duidelijk dat genezing een onlosmakelijk deel is van het reddingspakket. Genezing is in de verzoening net zoveel inbegrepen als de vergeving van zonden!
actief erteGen str ijden
Zodra je deze openbaring eenmaal stevig in je hart hebt verankerd, zal het maken dat je die valse lering verwerpt, die zegt: ‘God is Degene Die ervoor zorgt dat mensen sterven. Hij legt ziekte op je om je voor één of ander bevrijdingsdoel nederig te maken, en om je door al dit lijden te vervolmaken.’ Nee! Jezus stierf voor de vergeving van je zonden én voor de genezing van je lichaam. Zij maken allemaal deel uit van één compleet en volbracht verzoeningswerk. Dit betekent dat Jezus net zo min ziekte op je zou leggen als dat Hij je tot zonde zou leiden. Wanneer je deze houding krijgt, zul je zeggen: ‘Ik ga mij net zo min aan ziekte onderwerpen, als dat ik van Hem zou weggaan en toegeven aan zonde.’
Als je eenmaal deze instelling te pakken krijgt, zul je beginnen te zien dat genezing zich in je lichaam manifesteert.
Eén reden waarom mensen geen grotere mate van genezing zien, is omdat zij er niet vertrouwd mee zijn. Zij omhelzen zwakte en denken:
‘Tja, dit is gewoon natuurlijk.’ Erger nog, dikwijls horen zij: ‘Het is God die jou ziek maakt.’ Maar het Woord van God zegt:
Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.
Jakobus 4:7
Het woord ‘weerstand bieden’ betekent ‘actief ertegen strijden.’ 1 Hoe kun je actief tegen de duivel - en de ziekte, zwakte en kwaal die van hem komen - strijden, als jij denkt dat God Degene is Die die zaken naar je zendt? Als satan jou ervan kan overtuigen dat de Heer wil dat je ziek bent, dan zul je er niet actief tegen strijden. Misschien smeek en pleit je bij God dat Hij je bevrijdt, maar je zult niet eerder de ziekte bestrijden, totdat je weet dat God er niet de auteur van is, dat ziekte niet van Hem komt. Als jij niet gelooft dat Jezus genezing als deel van Zijn verzoening heeft gekocht, dan zul je geen weerstand bieden aan zwakte en ziekte.
Als jij er in jouw hart niet van overtuigd bent dat God wil dat je gezond bent, vraag je misschien wel om bevrijding, maar je zult niet actief tegen ziekte strijden, of in het geloof staan om genezing te ontvangen.
Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 2 Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood.
Romeinen 8:1-2
Jij moet dezelfde houding tegenover ziekte krijgen, zoals je die ook hebt tegenover zonde! Ik veroordeel je niet als je ziek wordt, net zo min als dat ik je zou veroordelen als je zondigt (Romeinen 8:1-2). Christenen zijn verlost van de zonde. De macht van de zonde over ons is verbroken, en wij zijn dood voor de zonde.
Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. 12 Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen.
13 En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die
uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerech-tigheid zijn voor God. 14 Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 6:11-14
Wij zouden niet in zonde behoren te leven, want er is vergeving.
Er is genade als je toch zondigt, dus zal ik je niet veroordelen. Elke wedergeboren gelovige heeft moeten leven met het feit dat wij niet voldaan hebben aan Gods maatstaf, en daar veroordeel ik je niet om.
Evenzo veroordeel ik een christen niet die ziek is. Maar ik veroordeel wel de zienswijze die zegt: ‘Ziekte is iets wat God voor ons wil.’ Die opvatting is net zo verkeerd als te zeggen: ‘Zonde is iets wat God voor ons wil.’ Dit is vreselijk verkeerd. Jezus heeft ons verlost van zonde en tegelijkertijd heeft Hij ons ook verlost van ziekte.
Nu, je kunt er iets van leren als je uitgaat en zondigt. Je zou drugs kunnen gebruiken, je verstand verliezen, domme dingen doen, betrokken raken in verkeersongelukken en gearresteerd worden. Je zou dronken kunnen worden, deelnemen aan immoraliteit en perversie, en een seksueel overdraagbare aandoening oplopen. Je kunt ervaring opdoen door te leren dat het doen van deze dingen dom is en dat er veel betere dingen zijn die je kunt doen, maar dat betekent niet dat God wilde dat je dronken werd, een auto-ongeluk kreeg en gearresteerd werd, om je te leren dat je Hem meer behoort te zoeken. Je zou door zulke ervaringen kunnen leren, maar wilde God dat je dat deed? Nee. Niemand zou zeggen: ‘God heeft mij dronken gevoerd en high gemaakt, of God liet mij arresteren, zodat Hij mij kon vernederen.’ Wij zouden dat niet zeggen, omdat wij erkennen dat Jezus stierf om ons van de zonde te bevrijden.
ov erw eldiGd door de dui v el
Op dezelfde manier als Jezus stierf om jou vrij te maken van zonde, is Hij ook gestorven om jou vrij te maken van ziekte. Net zomin als Christus je niet in de zonde binnenleidt, geeft Hij je ook geen zwakte en ziekte. God is niet de veroorzaker van de ziekte die jou aanvalt! In Handelingen 10 was Petrus bezig het evangelie aan Cornelius en diens
gezin te preken. Hij vatte het leven en de bediening van Jezus samen door te zeggen:
... hoe God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed en allen die door de duivel overweldigd waren, genas, want God was met Hem.
Handelingen 10:38
Merk op dat het Woord zegt dat, toen Jezus het land doorging om mensen te genezen, het goed was. Sommige kerken denken dat mensen die voor anderen bidden en beweren dat zij genezen worden, van de duivel zijn. Dat gaat in tegen wat het Woord van God hier in dit vers zegt. Toen Jezus de zieken genas, verklaart de Bijbel dat het goed was en God eer bracht. Dingen die God eer brengen en mensen dichter tot Hem trekken, zijn niet van de duivel. Satan is niet bezig mensen te genezen. Jezus ging rond goeddoende - genezende allen die door de duivel overweldigd waren. Merk op dat zij overweldigd waren door de duivel, niet door God. God is niet de veroorzaker van ziekte, zwakte of kwalen.
profetie v erv uld
Jesaja profeteerde in hoofdstuk 53 krachtig over de komende Messias, en zei:
Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smar-ten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt;
Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. 4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. 5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden ver-brijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.
Jesaja 53:3-5
Eerder in mijn leven hoorde ik die passage altijd anders uitgelegd worden. Er werd dan gezegd: ‘Dit gaat niet over lichamelijke genezing.
Het gaat alleen over emotionele en geestelijke genezing. In symbolische zin waren wij allemaal kreupelen, die mank door het leven gingen vanwege de schade die de zonde ons had toegebracht. Jezus kwam om ons daarvan te bevrijden.’ Maar als je de Hebreeuwse betekenis van de woorden in de originele taal hier bestudeert, vooral vers 4, dan verwijzen zij duidelijk naar lichamelijke genezing. In feite beschrijft Mattheüs 8:16-17 dat Jezus daadwerkelijk deze profetie uit Jesaja 53:4 vervulde.
Toen het nu avond geworden was, brachten ze velen die door demonen bezeten waren, bij Hem, en Hij dreef de boze geesten uit met een en-kel woord, en Hij genas allen die er slecht aan toe waren, 17 zodat ver-vuld werd wat gesproken was door de profeet Jesaja toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen.
Merk op hoe Mattheüs in het Nieuwe Testament, wanneer hij Jesaja 53:4 onder inspiratie van de Heilige Geest aanhaalt, ziekten en leed uitlegde als dat het ‘zwakheden’ en ‘ziekten’ betekende. Deze Schriftplaats maakt heel duidelijk dat Jesaja niet sprak van geestelijke en emotionele genezing. Natuurlijk is geestelijke en emotionele genezing inbegrepen bij onze reddingsvoordelen, maar deze verzen spreken specifiek over fysieke genezing van ons lichaam. De context in Mattheüs bewijst dit. Toen Jezus die demonen uitwierp en allen die ziek waren, genas, zegt de Bijbel dat dit de vervulling was van Jesaja’s profetie. In het licht van Mattheüs 8:16-17 is het duidelijk dat wanneer Jesaja zegt dat Hij onze zwakheden en ziekten gedragen heeft, en dat wij door Zijn striemen genezen zijn, dit niet slechts over één of andere geestelijke of emotionele genezing gaat.
Het gaat over de fysieke genezing van ons lichaam. Het commentaar van Mattheüs 8 op Jesaja 53 bevestigt deze krachtige waarheid.
de v er zoeninG in stuk k en v er delen
Wij hebben al naar veel Bijbelteksten gekeken die duidelijk openbaren dat lichamelijke genezing een belangrijk onderdeel is van Christus’ verzoe-ning. Omdat het deel uitmaakt van datgene waarvoor het bloed van Jezus vloeide, en omdat het deel uitmaakt van datgene waarvoor Jezus stierf en opstond uit de dood om het ons te geven, is het niet een mogelijkheid,
het is niet zomaar een optie. Daarom is het niet juist om te zeggen: ‘Laten wij maar geen genezing prediken. Laten wij ons alleen maar richten op de vergeving van zonden.’ Dat is het verdelen van de verzoening in ver-schillende delen en zeggen: ‘Sommige dingen die Jezus gedaan heeft, zijn belangrijk en andere zijn dat niet.’ Dat is niet waar. Alles wat Jezus voor ons gedaan heeft - alles waar Hij voor geleden heeft, alles waar Hij voor gestorven is en opgestaan, en waar Hij in voorzien heeft - is belangrijk.
Wij eren de Heer niet door kieskeurig te zijn, wij eren Hem niet door een minderwaardig beeld te schetsen dat niet de hele waarheid laat zien.
Hij wil dat wij juist deze waardevolle boodschap in zijn geheel doorgeven.
Wij verheerlijken God niet door een belangrijk deel van het volledige reddingspakket waar Hij in voorzien heeft, te negeren, te verwaarlozen en/of er geen geloof aan te hechten. Wij hebben de boodschap van het evangelie voor veel mensen irrelevant gemaakt, omdat zij die boodschap zien als alleen van toepassing op de toekomst. Zij zien redding als iets wat geen relevantie heeft voor onze huidige situaties, wat absoluut niet juist is.