Geloof zonder overeenkomende daden is dood.
Maar wilt u weten, o nietig mens, dat het geloof zonder de werken dood is?
Jakobus 2:20
Je moet handelen - reageren - naar je geloof. Als je ziek bent, en je begint na het lezen van dit boek te zeggen: ‘Ik geloof dat ik in de naam van Jezus genezen ben,’ maar je gaat er dan mee door ziek te denken, ziek te praten en ziek te handelen, zul je de manifestatie van je genezing niet zien. Jij moet over Gods Woord mediteren als het gaat om genezing, spreek het uit, telkens en telkens weer, blijf het uitspreken net zolang tot geloof komt, en ga dan naar je geloof handelen. Als je in bed gelegen hebt, omdat je je niet goed voelt, sta op en begin iets te doen. Kom in beweging.
Begin te handelen naar je geloof.
vollediG Gem a a kt
Ik zou honderden voorbeelden van deze waarheid in actie met je kunnen delen. Ik heb vroeger mijn rug bezeerd en ondraaglijke pijn geleden. Ik had geen zin om me te bewegen, maar in geloof stond ik op en begon sit-up oefeningen en dergelijke te doen om mijn rug weer sterk te maken. Ik deed alles waar ik geen zin in had om het te doen, en weerstond de pijn.
Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.
Jakobus 4:7
Dat was meer dan dertig jaar geleden. Prijs God, ik heb nog steeds een sterke en gezonde rug. Maar voordat ik de manifestatie van genezing ontving, was mijn rug in een heel slechte staat.
Een andere keer voelde ik mij ziek terwijl ik een schildersklus aan het doen was. Ik kwam naar huis voor de lunchpauze en ging op de bank liggen, en wilde gewoon niets doen. Mijn vrouw, die een vrouw van geloof is, hielp mij overeind, legde mijn arm rond haar nek, en dwong mij met haar door het huis te dansen alsof ik genezen was. Binnen een half uur was ik er overheen, ging terug naar mijn schildersklus en kreeg die dag uitbetaald (wij hadden het geld hard nodig toen).
Veel mensen gaan in bed liggen, frisdrank drinken en pillen slikken.
Zij zullen een geliefde hun koortsige voorhoofd laten masseren en zich afvragen waarom zij nog steeds ziek zijn. Geloof wordt volmaakt, volledig gemaakt, door werken.
Ziet u wel dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden?
Jakobus 2:22
Begrijp deze waarheid nu niet verkeerd door te denken dat daden geloof voortbrengen. Dat doen ze niet, en dit is wat veel mensen niet door hebben. Sommige mensen die God niet geloofden, dachten: Als ik nu maar - ook al begrijp ik het niet - doe alsof ik God geloof, dan zal het werken. Dus stopten zij met het nemen van hun insuline, behandelingen en medicijn, en zij zijn gestorven. Dan krijgt geloof een slechte naam.
Werken - jouw daden - produceren geen geloof, maar als je al geloof hebt, dan zal het pas volledig zijn wanneer je ernaar handelt.
doel en toew ijdinG
De bloedvloeiende vrouw moest handelen, zij moest doen naar wat zij geloofde. In geloof had zij gesproken: ‘Als ik maar Zijn kleren kan aan-raken, zal ik gezond worden.’ Dus handelde zij daarnaar door zich door de menigte die om Jezus heen stond te wurmen, tot zij haar hand kon
uitstrekken en de zoom van Zijn kleed kon aanraken. Er was geen gemak-kelijke manier waarop iemand zich kon bukken en de zoom van een kleed aanraken dat helemaal tot aan de grond reikte. Dat betekent dat deze vrouw waarschijnlijk op handen en knieën kroop, en zich vastbesloten een weg baande door deze mensenmassa heen die Jezus omringde. Haar daden laten een volkomen bezieling van haar kant zien.
Volgens de oudtestamentische wet maakte haar bloedvloeiing haar onrein. Elk kledingstuk of iedere persoon waar zij langs schuurde, werd ook onrein. Dit werd beschouwd als erg aanstootgevend. Mensen als zij, met bloedvloeiingen, konden niet de straat op. Als zij dat deden, moesten zij op de hoek van de straat staan en roepen: ‘Onrein, onrein.’ Mensen zouden dan opzij gaan staan en hen ruim baan geven om door te lopen.
Door al kruipend haar weg door de menigte te banen om het kleed van Jezus aan te raken, nam deze vrouw een aantal ernstige risico’s. Als het ontdekt was dat zij een bloedvloeiing had, had zij dood gestenigd kunnen worden. Zij was niet van plan om zich door iets of iemand ervan te laten afhouden of te laten tegenhouden om van God te ontvangen.
Dit illustreert nóg een belangrijke wet van het Koninkrijk: Er is doel en toewijding, bezieling, voor nodig om van God te ontvangen.
‘met Heel je H a rt’
Veel mensen zijn erg bekend met Jeremia 29:11, waar staat:
Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
Maar zij zijn niet zo bekend met de verzen 12 en 13, die de gedachte voortzetten, en zeggen:
Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. 13 U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart.
Jeremia 29:12-13
Merk op dat Gods Woord hier openbaart dat je Hem zult zoeken en Hem vinden wanneer je Hem zoekt met heel je hart. Veel mensen bidden passief: ‘God, ik wil graag genezen worden,’ maar in hun hart zouden zij nog steeds zonder genezing kunnen leven. Zij zijn niet toegewijd, zij zijn niet zo bezield om tot het punt te komen waar zij zeggen: ‘Ik kan niet zónder leven.’ Vanwege deze houding komt het dat zij niet de genezende kracht van God gemanifesteerd zien worden.
Zo lang je kunt leven zonder genezen te worden, zul je ook niet genezen worden. Maar als je zover komt dat je in je hart zegt: ‘Ik accepteer dit niet meer’; wanneer je dezelfde hoeveelheid toewijding en bezieling krijgt die deze bloedvloeiende vrouw had, dat je letterlijk je leven op het spel zet, omdat je het risico loopt om te worden vertrapt, of dood gestenigd zou kunnen worden door de menigte. Wanneer je zo gefocust en serieus wordt, dat je alles wilt doen wat er voor nodig is om te handelen naar wat je gelooft; wanneer je die houding ontwikkelt, zal de kracht van God beginnen te stromen. Dat is nóg een wet die bepaalt hoe geloof werkt.
een r ein H a rt
Onvergevingsgezindheid kan net als ongeloof kortsluiting veroorzaken in de kracht van God.
En zijn heer werd zo kwaad, dat hij hem overleverde aan de beulen, totdat hij heel zijn schuld zou hebben terugbetaald. 35 Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen, als niet ieder van jullie zijn broeder van ganser harte vergeeft.’
Mattheüs 18:34-35 [Willibrord Vertaling]
Als jij onvergevingsgezindheid in je hart koestert, zul je overgedragen worden aan de beulen. Een wortel van bitterheid zal opschieten en je hele lichaam verontreinigen.
Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.
Hebreeën 12:15
Je moet een rein hart hebben, een hart dat vrij is van onvergevings-gezindheid en bitterheid.
Hoe Geloof w er kt Zelfs geloof werkt door de liefde.
In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werk-zaam is.
Galaten 5:6
Als jij echt gaat begrijpen hoeveel God van je houdt, zal jouw geloof de pan uitrijzen. Mijn studie getiteld ‘Gods soort liefde’ zal je echt helpen Gods liefde en genade nog beter te begrijpen, (dit onderwijs kun je in het Engels vinden op: www.awmi.net). Als je gefocust bent geweest op de toorn en straf in het Oude Testament, zullen mijn boeken ‘De ware aard van God’ en ‘De oorlog is voorbij’ je echt de ogen openen.
Wanneer je begrijpt hoeveel God van je houdt, gaat je geloof werken.
Een man kwam met zijn twaalfjarige dochter naar één van mijn diensten. Zij zat in een rolstoel en vegeteerde in principe. Zij leefde en haalde adem, maar zij kon niet communiceren. Haar verstand werkte niet en haar lichaam functioneerde niet. Op de leeftijd van twaalf jaar had zij nog steeds een luier om. Tijdens de dienst zei ik er iets over dat het Gods wil is om altijd te genezen. Deze vader ergerde zich en vertrok.
Maar de persoon die hem naar de dienst gebracht had, overtuigde hem om in de buurt te blijven tot na de dienst en zei: ‘Misschien heb je wat Andrew zei verkeerd begrepen. Misschien kan hij het zelf uitleggen.’
Dus bleef hij, maar hij was boos op mij. Ik zei hem: ‘Het is Gods wil dat je dochter geneest.’
Hij antwoordde: ‘God heeft mijn dochter zo gemaakt. Dit is Zijn wil.’
Ik begreep waarom hij dat zei. Het was een verdedigingsmechanisme.
Hij had er verdriet van dat zijn dochter in deze toestand verkeerde. Ik weet zeker dat hij gebeden had, maar hij zag geen resultaten. Dus nam
hij maar aan dat het Gods wil was, en dat de Heer er één of andere bedoeling mee had dat zijn dochter zo was.
‘God is liefde’
Ik begon hem vanuit de Schrift te onderwijzen dat dit niet waar was.
Maar, hij pareerde mij met Bijbelteksten die zijn standpunt rechtvaar-digden. Ik vond dat hij zijn teksten verkeerd interpreteerde, en hij vond dat ik die van mij verkeerd uitlegde. Wij zaten in een impasse, en deze man was echt héél boos.
Hij stond achter zijn dochter aan de achterzijde van de rolstoel, en zij bevond zich tussen ons in. Ik was wanhopig aan het zoeken hoe ik deze man kon laten begrijpen dat God wilde dat zijn dochter genas, en ik bedacht dat ik niets te verliezen had aangezien hij al boos op mij was. Dus gaf ik hem tenslotte de volle laag en zei: ‘Wat voor vader ben jij eigenlijk? Wat voor vader wil dat zijn dochter aan armen en benen verlamd is, in wezen als een plantje, en heel haar leven aan een rolstoel gekluisterd moet blijven? Zij zal nooit kunnen spelen, trouwen, of genieten van welke andere vreugde er ook in het leven is? Wat voor soort man ben jij?’
De man kookte al, maar nu begon er stoom uit zijn oren te komen.
Hij had mij in elkaar kunnen slaan, en ik weet zeker dat hij eraan dacht, maar hij keek mij met woede in zijn ogen aan en antwoordde: ‘Ik zou alles doen om mijn dochter genezen te krijgen. Als er een operatie mogelijk was, zou ik daar mijn laatste cent aan spenderen. Ik zou haar plaats willen innemen als dat kon en worden als zij, als zij maar normaal kon zijn, ik zou het doen. Ik zou álles doen om haar genezen te krijgen!’
Nadat hij dat er allemaal uitgegooid had, keek ik hem recht in de ogen aan en zei: ‘En jij denkt dat God - Die álle macht heeft - minder van jouw dochter houdt dan jij.’ Dit raakte hem keihard, hij wist niets meer te zeggen. Hij had een leerstelling en een redenering. Hij was verkeerd onderwezen, er was hem geleerd dat God ziekte en kwalen op mensen legt. Hij hield van zijn dochter, en zou álles voor haar gedaan hebben. Hij
zou zich door niets laten weerhouden om genezing tot stand te brengen.
Dus draaide ik de rollen om, daagde hem uit en zei: ‘Jij denkt dat God - van wie de Bijbel zegt dat Hij liefde is - minder van jouw dochter houdt dan jij.’ Hij kon een leerstelling beredeneren, maar niet toen ik de liefde erbij haalde.
... God is liefde.
1 Johannes 4:8
Als jij echt begrijpt en gelooft hoeveel God van jou houdt, dan zal jouw geloof de pan uitrijzen in de overtuiging dat God jou graag genezen wil zien. Het is niet de Heer Die niet genezen heeft, wij zijn het die niet begrepen en ontvangen hebben. Wij moeten begrijpen hoeveel God van ons houdt. Wij moeten ons richten naar - en focussen op - en mediteren op Zijn liefde voor ons. Dat alleen zal wonderen doen voor ons geloof.
m
God is een goede God. Hij heeft al in alles voorzien wat jij nodig hebt, ook genezing. God wil dat je gezond bent. Hij is vóór jou. Als jij Hem toestaat, zal Hij je in alle waarheid leiden en je tonen wat je moet doen om genezing te kunnen ontvangen.
Ik wil nu voor je bidden: Vader, ik bid voor mijn vriend/vriendin, die op dit moment dit boek aan het lezen is. Ik weet dat het Uw wil voor hem/haar is om gezond te zijn. Ik weet dat U het al gedaan hebt, want door Uw striemen is hij/zij al genezen (1 Petrus 2:24). Heer, U hebt de kracht al opgewekt. Wij hoeven alleen maar de schakelaar om te zetten. Het is alleen een kwestie van leren en ons denken veranderen. Vader, ik bid op dit moment dat de Heilige Geest binnen in mijn vriend/vriendin tot leven wekt, wat het ook is dat hij/zij moet veranderen, opdat hij/zij kan ontvangen wat U al gedaan hebt.
Uw Woord zegt dat ons alle dingen die tot het leven en de godsvrucht behoren, al geschonken zijn door de kennis van Hem (2 Petrus 1:3). Vader, ik vraag U mijn vriend/vriendin de kennis te geven die hij/zij op dit moment nodig heeft om Uw genezende kracht te deblokkeren en te ervaren.
Wij spreken nu in de naam van Jezus tot dit probleem. Wij bevelen elke soort tumor, kanker of wat het ook is dat zijn/haar lichaam is binnengedrongen, om te sterven. Ziektekiemen, virussen, infecties en dergelijke sterven in de naam van Jezus. Vader, wij maken Uw zalving los om door zijn/haar lichaam te stromen om hem/haar te verlossen van pijn en al die andere symptomen. Wij gaan naar de wortel van het probleem en bevelen deze dingen om genezen te worden.
In Jezus’ naam beveel ik dat angst moet vertrekken, dat geloof moet komen en dat liefde moet stromen. Wij stemmen met U in dat wij genezen zijn, en als wij genezen zijn [voltooide tijd], dan zijn wij nu [tegenwoordige tijd] genezen.
Wij ontvangen dat in Jezus’ naam. Amen.
‘i G ?’
In de Evangeliën staat zeventien keer dat Jezus alle zieken die er waren, genas. Er staat verder zevenenveertig keer in dat Hij één of twee mensen tegelijk genas. Wij vinden nergens dat de Heer ergens weigerde iemand te genezen. In feite verklaarde Jezus dat Hij uit Zichzelf niets kon doen, maar alleen wat Hij de Vader zag doen.
Jezus dan antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze.
Johannes 5:19
Jezus dan zei tegen hen: Wanneer u de Zoon des mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben, en dat Ik vanuit Mijzelf niets doe, maar dat Ik die dingen spreek zoals Mijn Vader Mij heeft onderwezen.
29 En Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, omdat Ik altijd doe wat Hem welgevallig is.
Johannes 8:28-29
In het licht van deze verklaringen zijn Jezus’ daden voldoende bewijs, dat het altijd Gods wil is om te genezen!
s
in de eva nGeliën sta at zev entien k eer dat jezus
a lle ziek en Genas die a a n w eziG wa r en
En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk. 24 En het gerucht over Hem verspreidde zich over heel Syrië; en zij brachten bij Hem allen die er slecht aan toe waren en door allerlei ziekten en pijnen bevangen waren, en die door demonen bezeten waren, en maanzieken en verlamden; en Hij genas hen.
[1] Mattheüs 4:23-24
Toen het nu avond geworden was, brachten ze velen die door demonen bezeten waren, bij Hem, en Hij dreef de boze geesten uit met een enkel woord, en Hij genas allen die er slecht aan toe waren, 17 zodat vervuld werd wat gesproken was door de profeet Jesaja toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen.
[2] Mattheüs 8:16-17
En Jezus trok rond in al de steden en dorpen en gaf onderwijs in hun synagogen, en Hij predikte het evangelie van het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk.
[3] Mattheüs 9:35
Maar Jezus wist dat en vertrok vandaar, en veel menigten volgden Hem en Hij genas hen allen.
[4] Mattheüs 12:15
En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte, en Hij was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken.
[5] Mattheüs 14:14
En toen zij overgevaren waren, kwamen zij in het land Gennesaret. 35 En toen de mannen van die plaats Hem herkenden, stuurden ze bericht rond in heel die streek en brachten allen bij Hem die er slecht aan toe waren;
36 en zij smeekten Hem alleen maar de zoom van Zijn bovenkleed te mogen aanraken. En allen die Hem aanraakten, werden gezond.
[6] Mattheüs 14:34-36
En er kwam een grote menigte naar Hem toe en zij hadden kreupelen, blinden, mensen die niet konden spreken en verlamden bij zich, en vele anderen. En zij legden ze voor de voeten van Jezus en Hij genas hen,
31 zodat de menigte zich verwonderde, toen zij zagen dat zij die niet had-den kunnen spreken, konhad-den spreken, de verlamhad-den gezond waren, de kreupelen konden lopen en de blinden konden zien; en zij verheerlijkten de God van Israël.
[7] Mattheüs 15:30-31
En een grote menigte volgde Hem, en Hij genas hen daar.
[8] Mattheüs 19:2
En er kwamen blinden en kreupelen bij Hem in de tempel en Hij genas hen.
[9] Mattheüs 21:14
Toen het nu avond geworden was en de zon onderging, brachten ze bij Hem allen die er slecht aan toe waren, en hen die door demonen bezeten waren.
33 En heel de stad had zich verzameld bij de deur. 34 En Hij genas er velen, die er door allerlei ziekten slecht aan toe waren, en dreef veel demonen uit, en Hij liet de demonen niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.
33 En heel de stad had zich verzameld bij de deur. 34 En Hij genas er velen, die er door allerlei ziekten slecht aan toe waren, en dreef veel demonen uit, en Hij liet de demonen niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.