• No results found

Uit onderzoek blijkt dat pestgedrag ernstige gevolgen met zich meebrengt bij de jongeren. De gevolgen van klassiek pesten en cyberpesten zijn daarbij niet identiek. Waar men bij cyberpesten een ontsnappingsmogelijkheid heeft (bv. contactpersoon blokkeren), heeft men dat bij klassiek pesten minder.150 Dit brengt niet met zich mee dat de ene vorm van pestgedrag zwaarder wordt beschouwd dan de andere. Omwille van deze reden maken we een onderverdeling tussen de twee pestvormen.

6.1 Gevolgen van klassiek pesten

De gevolgen van klassiek pesten bij slachtoffers zijn er soms voor de rest van hun leven. Toch ondervinden niet enkel slachtoffers gevolgen, ook pesters ervaren vaak gevolgen op lange termijn van hun gestelde pestgedrag.151 Omwille van deze reden wordt hieronder een onderverdeling tussen de gevolgen voor ‘slachtoffers’ en ‘pesters’ gemaakt.

148 H. VANDENBOSCH, K. VAN CLEEMPUT, D. MORTELMANS en M. WALRAVE, Cyberpesten bij

jongeren in Vlaanderen, studie in opdracht van het viWTA, Brussel, 2006, 123-124.

149 A. DE BOECK, “Over zelfwaardering, slachtofferschap van (cyber)pesten, en de beschermende invloed van

vrienden” in L. BRADT, S. PLEYSIER, J.PUT, J. SIONGERS en B. SPRUYT, Jongeren in cijfers en letters:

bevindingen uit de JOP-monitor 3, Leuven, Acco, 2014, 125.

150 K. BROWN, M. JACKSON en W. CASSIDY, “Cyber-Bullying: Developing Policy to Direct Responses that

are Equitable and Effective in Addressing This Special Form of Bullying”, Canadian Journal of Educational

Administration and Policy, 2006, 13.

151 R. KALTIALA-HEINO, M. RIMPELA, P. RANTANEN en A. RIMPELA, “Bullying at School--An Indicator

27

6.1.1 Gevolgen van klassiek pestgedrag voor de slachtoffers

Slachtoffers van pesten hebben met talrijke gezondheidsproblemen te kampen, zowel op fysiek als op mentaal vlak waarbij deze problemen zich kunnen voordoen op korte of lange termijn 152 Qua mentale problemen hebben slachtoffers op korte termijn meer psychologische, pedagogische en sociale problemen dan niet-slachtoffers. De psychologische problemen omvatten meer angst, depressie, eenzaamheid, onzekerheid en suïcidale gedachten.153 Verder doen slachtoffers ook meermaals aan zelfmutilatie en hebben ze meermaals nachtmerries.154 Voorbeelden van schoolproblemen zijn schoolvermijding of –uitval en slechte schoolprestaties.155 Ook wordt gevonden dat slachtoffers van pestgedrag meer concentratieproblemen en faalangst vertonen op school.156 Wat de sociale problemen betreft, kan gesteld worden dat slachtoffers vaak sociaal contact vermijden en dat hun sociale vaardigheden onderontwikkeld blijven.157 In ander onderzoek vindt men dat slachtoffers vaak angst vertonen ten opzichte van grotere groepen mensen en weinig vrienden hebben.158 Dat laatste zou een probleem kunnen vormen omdat aangetoond is dat ‘het hebben van meerdere sterke vriendschappen’ ervoor kan zorgen dat de gevolgen van het slachtofferschap als minder zwaar ervaren worden.159 Op lange termijn stelt men vast dat slachtoffers door concentratieproblemen en slechte resultaten op school, vaak een grote achterstand ontwikkelen.160 Naast de schoolachterstand wordt vastgesteld dat depressiviteit, angst en een

152 P.R. SMOKOWSKI en K.H. KOPASZ, “Bullying in school: An overview of types, effects, family

characteristics, and intervention strategies”, Children and Schools, 2005, 104-105.

153 J. JUVONEN en E.F. GROSS, “The rejected and the bullied: Lessons about social misfits from developmental

psychology” in K.D. WILLIAMS, J.P. FORGAS en W. VON HIPPEL (Eds.), The social outcast: Ostracism,

Social exclusion, rejection, and bullying, New York, Psychology Press Taylor & Francis Group, 2005, 162.

154 L. ARSENEAULT, L. BOWES en L. SHAKOOR , “Bullying victimization in youths and mental health

problems: ‘Much ado about nothing’?”, Psychological Medicine, 2010, 721.

155 J. JUVONEN en E.F. GROSS, “The rejected and the bullied: Lessons about social misfits from developmental

psychology” in K.D. WILLIAMS, J.P. FORGAS en W. VON HIPPEL (Eds.), The social outcast: Ostracism,

Social exclusion, rejection, and bullying, New York, Psychology Press Taylor & Francis Group, 2005, 159.

156 M. ELBERTS en A. VAN DE WEERD, “De gevolgen van pesten worden helaas schromelijk onderschat. De

gevolgen van gepest zijn, heeft maar al te vaak een levenslange impact”, 2013, En: http://aandachtvoor

pesten.nl/informatie/de_gevolgen_van_pesten/index.html. [geraadpleegd op 1 december 2015].

157 J. JUVONEN en E.F. GROSS, “The rejected and the bullied: Lessons about social misfits from developmental

psychology” in K.D. WILLIAMS, J.P. FORGAS en W. VON HIPPEL (Eds.), The social outcast: Ostracism,

Social exclusion, rejection, and bullying, New York, Psychology Press Taylor & Francis Group, 2005, 161.

158 M. ELBERTS en A. VAN DE WEERD, “De gevolgen van pesten worden helaas schromelijk onderschat. De

gevolgen van gepest zijn, heeft maar al te vaak een levenslange impact”, 2013, En: http://aandachtvoor

pesten.nl/informatie/de_gevolgen_van_pesten/index.html. [geraadpleegd op 1 december 2015].

159 K. RIGBY, “Effects of Peer Victimization in Schools and Perceived Social Support on Adolescent Well-

Being”, Journal of Adolescence, 2000, 65.

160 P.R. SMOKOWSKI en K.H. KOPASZ, “Bullying in school: An overview of types, effects, family

28

negatief zelfbeeld voor een langere termijn aanwezig kunnen blijven bij slachtoffers van klassiek pestgedrag.161

Op korte termijn heeft men ook fysieke gevolgen van het slachtofferschap. Zo blijkt dat slachtoffers van fysiek geweld vaak blauwe plekken en kapotte kleren overhouden aan het pesten.162 Verder wijst onderzoek ook uit dat jongeren somatische klachten vertonen, zoals hoofdpijn, buikpijn, keelpijn, vermoeidheid en bedwateren.163 Op langere termijn kan slachtofferschap aanleiding geven tot agressief gedrag en het ontwikkelen van visuele hallucinaties.164 Ook wordt vastgesteld dat slachtofferschap samenhangt met vechten op school en middelenmisbruik.165

6.1.2 Gevolgen van klassiek pestgedrag voor pesters

De gevolgen bij pesters zijn minder omvangrijk dan bij de slachtoffers, maar hoeven zeker niet als minderwaardig beschouwd te worden. Net zoals bij de slachtoffers van pestgedrag, worden bij pesters meer depressiviteit en andere psychiatrische stoornissen vastgesteld.166 Pesters worden gekarakteriseerd door hun antisociaal en regelovertredend gedragspatroon en dat maakt het hen moeilijk om de schoolregels te volgen. Het gevolg daarvan is dat de schoolresultaten van pesters minder goed zijn dan die van hun leeftijdsgenoten. Op langere termijn stelt men vast dat pesters agressiever zijn en meer betrokken raken bij delinquentie en bij alcohol- en middelenmisbruik.167 Ten slotte zorgen pesters ervoor dat ook de maatschappij gevolgen ondervindt van het pesten. Pesters en de slachtoffers komen echter meer in contact met gespecialiseerde diensten zoals rechterlijke en sociale diensten, psychologische hulp en speciale opvoedingscentra.168

161 L. ARSENEAULT, L. BOWES en L. SHAKOOR , “Bullying victimization in youths and mental health

problems: ‘Much ado about nothing’?”, Psychological Medicine, 2010, 722.

162G. DEBOUTTE, “Zie je me zitten?! Argumenten voor een verbindend antwoord op pestgedrag bij leerlingen”

in J. DEKLERCK, (red.), Een veelkleurig verhaal. Preventie en aanpak van probleemgedrag in het onderwijs, Leuven/Den Haag, Uitgeverij Acco, 2012, 79.

163 M. ELBERTS en A. VAN DE WEERD, “De gevolgen van pesten worden helaas schromelijk onderschat. De

gevolgen van gepest zijn, heeft maar al te vaak een levenslange impact”, 2013, En: http://aandachtvoor

pesten.nl/informatie/de_gevolgen_van_pesten/index.html. [geraadpleegd op 1 december 2015].

164 L. ARSENEAULT, L. BOWES en L. SHAKOOR, “Bullying victimization in youths and mental health

problems: ‘Much ado about nothing’?”, Psychological Medicine, 2010, 722.

165 T. NANSEL, M. OVERPECK, D. HAYNIE, W. RUAN en P. SCHEIDT, “Relationships between bullying and

violence among US youth”, Archives of Pediatrics & Adolescent Medicine, 2003, 350.

166 K. RIGBY, Bullying in Schools : And what to do about it?, London, Kingsley, 1996, 55.

167 G. MACKLEM, Bullying and teasing : Social power in children's groups, New York, Kluwer

Academic/Plenum, 2003, 43.

168 H. VANDENBOSCH, K. VAN CLEEMPUT, D. MORTELMANS en M. WALRAVE, Cyberpesten bij

29

6.2 Gevolgen van cyberpesten

Zoals al eerder aangegeven ondergaan zowel slachtoffers als pesters negatieve gevolgen van pestgedrag. Daarom zal hieronder de opdeling tussen beide groepen gemaakt worden. Aangezien cyberpesten een uitbreiding is van klassiek pestgedrag via internet en gsm, mogen we ervan uitgaan dat bepaalde gevolgen van het klassiek pesten terugkomen bij het cyberpesten.169

6.2.1 Gevolgen van cyberpesten bij slachtoffers

Sommige onderzoekers beschouwen de gevolgen van cyberpesten als ernstiger in vergelijking met de gevolgen van klassiek pestgedrag. Zij zijn de mening toegedaan dat deze pestvorm meer psychologische, emotionele en sociale schade met zich meebrengt, omwille van zijn typerende eigenschappen: anoniem, geen directe feedback en de grote reikwijdte of publieke karakter.170 Slachtoffers daarentegen geven zelf aan dat de meest voorkomende gevoelens, waar ze mee geconfronteerd worden, ‘kwaadheid’ en ‘frustraties’ zijn. Daarbij wordt ook het beïnvloedende karakter van cyberpesten aangehaald op de omgang met vrienden en op de thuis- en schoolsituatie van de slachtoffers.171 Verder wordt, net als bij de slachtoffers van klassiek pesten, een verhoogde depressiviteit waargenomen.172 Die overeenkomst met het klassiek pesten geldt ook voor een verlaagde zelfwaardering.173 Bij die bevindingen dient evenwel een kanttekening gemaakt te worden. Ander onderzoek toont immers aan dat de meerderheid van de slachtoffers van cyberpestgedrag geen tot weinig gevolgen ondervindt, terwijl één op de drie slachtoffers een week tijd nodig heeft om de pestsituatie uit zijn hoofd te zetten.174

169 H. VANDENBOSCH, K. VAN CLEEMPUT, D. MORTELMANS en M. WALRAVE, Cyberpesten bij

jongeren in Vlaanderen, studie in opdracht van het viWTA, Brussel, 2006, 43.

170 M. WALRAVE, M. DEMOULIN, W. HEIRMAN en A. VAN DER PERRE, Cyberpesten: Pesten in bits &

bytes. Brussel, Observatorium van de Rechten op het Internet, 2009, 46

171 J. PATCHIN en S. HINDUJA, “Bullies Move beyond the Schoolyard: A Preliminary Look at

Cyberbullying”, Youth Violence and Juvenile Justice, 2006, 162.

172 M.L. YBARRA, K.J. MITCHELL, J. WOLAK en D. FINKELHOR, , “Examining characteristics and

associated distress related to Internet harassment: Findings from the second youth Internet safety survey”,

Pediatrics, 2006, 1170.

173 A. DE BOECK, “Over zelfwaardering, slachtofferschap van (cyber)pesten, en de beschermende invloed van

vrienden” in L. BRADT, S. PLEYSIER, J.PUT, J. SIONGERS en B. SPRUYT, Jongeren in cijfers en letters:

bevindingen uit de JOP-monitor 3, Leuven, Acco, 2014, 131.

174 S. LIVINGSTONE, L. HADDON, A. GÖRZIG en K. ÓLAFSSON, Risks and safety on the internet: The

perspective of European children – EU Kids Online. London, The London School of Economics and Political

30

6.2.2 Gevolgen van cyberpesten bij pesters

Net zoals bij de klassieke pesters, zullen cyberpesters meer kans maken om op latere leeftijd probleemgedrag te stellen (bv. delinquentie, alcohol- en middelenmisbruik).175 Verder ondervinden cyberpesters op lange termijn ook problemen in de sociale omgang met hun leeftijdsgenoten, waardoor ze ook vier keer meer kans maken om suïcidale gedachten te ontwikkelen in vergelijking met niet-pesters.176