• No results found

4. De actuele situatie op de Belgische illegale drugsmarkten en de link met Nederland

4.2 Cannabismarkt

4.2.1 Professionele cannabisproductie

4.2.1.1 Evolutie en geografische spreiding

Het historisch overzicht beschreef reeds dat tot de eeuwwisseling het merendeel van de in België beschikbare cannabis, ongeveer negentig procent, in Nederland geproduceerd werd. Nadien begon de productie zich te verspreiden naar België.233 Tijdens de interviews haalden de Belgische politionele respondenten aan dat vooral sinds 2007 meer plantages opdoken in België. Er zou zelfs sprake geweest zijn van een ware toevloed.234 Dit beeld moet enigszins genuanceerd worden, zo leert cijfermateriaal ons (figuur 2). Het aantal ontmantelde cannabisplantages in België is sinds 2007 effectief gestegen, maar de sterke stijging in dat jaar (met maar liefst 89% ten opzichte van 2006) kan te wijten zijn aan de optimalisering van de registratie van ontmantelde cannabisplantages door de federale politie, namelijk bij de dienst Drugs van de Centrale Directie voor de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit (DJSOC/Drugs). Bovendien vond tussen 2005 en 2015 een verzesvoudiging plaats van het totaal aantal ontmantelde plantages in België (van 172 in 2005 naar 1257 in 2015). Niet alleen in 2007, maar in de hele periode 2005-2010 was er sprake van een toevloed. De toename van het aantal ontmantelde plantages sinds 2005 zou, samen met de expansie van het Nederlandse ondernemerschap, vooral een geval van risicospreiding geweest zijn.235

Sinds 2010 verloopt de toename van het aantal ontmantelde plantages echter meer gestaag.

Waar dit aantal tussen 2005 en 2010 steeg met een jaarlijks gemiddelde van 44%, vlakte deze stijging tussen 2010 en 2015 af naar een jaarlijks gemiddelde van 5%. Enkel in 2011 en 2013 (plus 9%) viel enigszins nog een hogere stijging te noteren. Dit kan mogelijk verklaard worden door de invoering van het I-criterium in Nederland in 2012, waardoor de stroom van drugstoeristen naar Nederland deels drooggelegd werd. Enerzijds begonnen voormalige Belgische drugstoeristen via thuisteelt in hun eigen voorraad te voorzien, zodat ze zich niet meer naar Nederland moesten verplaatsen om hun gebruikershoeveelheid aan te kopen.236 Anderzijds zorgde het I-criterium er volgens sommige politionele respondenten237 voor dat Nederlandse betrokkenen nog meer baat leken te hebben bij het opzetten van cannabiskwekerijen in België, namelijk om de Belgische binnenlandse markt te bevoorraden.238

232 Nationaal Veiligheidsplan, 2016, p.45.

233 Sleiman & Sartor, 2002, p.53.

234 Int-FP-6; -11; -18.

235 Int-TF-8.

236 Int-LP-1; -9; -21; dossier LI-13-01. Zie ook Van der Torre et al., 2013, p.61; Algemene Cel Drugsbeleid, 2015, p.57, 59; Federale Politie, 2016, p.101.

237 Int-LP-1.

Figuur 2: Aantal ontdekte cannabisplantages in België, 2003-2017239

Na de stijging van het aantal ontmantelde cannabisplantages in de periode 2003-2013, vond in 2014-2015 een stagnatie plaats. In 2016 liet de federale politie zelfs een daling optekenen van bijna

17% ten opzichte van het jaar voordien. Men ontdekte ‘slechts’ 1046 plantages. Deze daling vond (in verhouding tot het totaal aantal plantages) vooral plaats in de gerechtelijke arrondissementen Limburg, Antwerpen en Oost-Vlaanderen, en zou grotendeels te wijten zijn aan een uitbreiding van het takenpakket van de Belgische politiediensten, dit vooral in de strijd tegen terreur. In 2017 steeg het aantal ontmantelde plantages echter opnieuw naar een meer ‘normaal’ niveau. Ten opzichte van 2016 betekende dit een stijging van 18%.

“Ik geloof niet dat de weerspiegeling van dat cijfer, van een daling, dat dat ook het effectieve verhaal is. Nee. Dat is gewoon ten gevolge van. (…) Dat dat zich dan wel vertaalt in de resultaten en in minder vaststellingen, dat is logisch. (…) De drugscapaciteit is overal gedaald en wordt niet aangevuld. En dat vertaalt zich in de vaststellingen.”240

Aanvankelijk leken cannabisplantages enkel in de Belgisch-Nederlandse grensregio op te duiken, met de toenmalige arrondissementen Tongeren241 en Turnhout als koplopers.242 Vanaf 2007 ging de cannabisteelt zich echter verspreiden over het volledige Belgische grondgebied (figuur 3). Er werden bijvoorbeeld meer en meer plantages ontdekt in Luik.243 Volgens interviews afgenomen in het kader van de Drugsscan in Bergen op Zoom – Roosendaal (NL) in 2012, verklaarden Belgische politiefunctionarissen dat de aanscherpingen van het drugsbeleid in Nederland, de risicospreiding door drugshandelaren, de criminele concurrentie en de verscherpte aanpak in Antwerpen de cannabiskwekerijen naar Zuid-België verplaatsten.244 De federale politie was er zich toen dan ook al van bewust dat in deze regio veel mogelijkheden waren om plantages te bouwen.245 In Wallonië bevinden zich namelijk uitgestrekte gebieden, leegstaande panden246 en is er de nabijheid van Franse en Belgische steden met veel softdruggebruikers.247

239 DGP/DJSOC/Strategie en NVP/Drugs.

240 Int-FP-18.

241 In de voormalige politiezone Noordoost-Limburg (Bree, Bocholt, Kinrooi, Meeuwen-Gruitrode) zou de recherche nog steeds voor tachtig procent van haar tijd bezig zijn met de strijd tegen de cannabisteelt (Int-LP-9).

242 Spapens, 2008, p.99-116.

243 Police fédérale, 2007; Baumans, 2008.

244 Vanhove, Van Damme, Surmont, van Puyenbroeck & De Ruyver, 2012; Beke, van der Torre & Keijzer, 2012, p.19.

245 Police fédérale, 2007; Baumans, 2008.

246 Int-FP-34. 247 Beke et al., 2012, p.19. 35 50 172 246 466 666 738 979 1070 1111 1212 1227 1257 1046 1234 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Figuur 3: Spreiding van het aantal ontdekte cannabisplantages in België, 2017248

Actueel blijft geen enkel gerechtelijk arrondissement in België gevrijwaard van de problematiek van de cannabisproductie, ondanks de nog steeds overheersende concentratie van plantages in het

noorden van het land.249 De redenen voor een expansie van het Nederlands ondernemerschap die eerder opgesomd werden, lijken actueel nog steeds in grote mate van toepassing te zijn, zo blijkt uit de interviews met verschillende professionele actoren. Zowel de repressievere aanpak in Nederland250, als de grote criminele concurrentie251 worden vermeld. Verder haalt men naast de risicospreiding ook de goed georganiseerde Belgisch-Nederlandse criminele samenwerking opnieuw aan252.253

Momenteel heerst bij politie en justitie nog steeds de indruk dat het fenomeen als het ware

geografisch naar beneden geschoven is. Zo stellen respondenten dat Wallonië vaker op de radar

komt254 en is men bijvoorbeeld op de hoogte van belangrijke Limburgse actoren die in Wallonië plantages starten255. Daarnaast uit deze expansie, die men beschrijft als “een olievlek”256, zich eveneens in de politionele statistieken van het Waalse landsgedeelte. Hoewel men in het gerechtelijk arrondissement Luik op het moment van de bevraging (juni 2017) toch eerder sprak van een constante in het aantal ontmantelde plantages sinds 2013-2014257, kende dit aantal volgens de statistieken van 2017 een stijging van 83% ten opzichte van 2016. Algemeen kenden de gerechtelijke arrondissementen in het Waalse landsgedeelte in 2017 een sterkere gemiddelde stijging van het aantal ontmantelde plantages (78%) dan de gerechtelijke arrondissementen in Vlaanderen (3%). Deze stijging deed zich in 2016 al voor in de gerechtelijke arrondissementen Henegouwen258 en Namen259, ondanks de toenmalige daling van het aantal ontdekte plantages op nationaal niveau (figuur 4).

248 DGP/DJSOC/Strategie en NVP/Drugs.

249 Algemene Cel Drugsbeleid, 2016, p.60-61; Federale Politie, 2016, p.102.

250 Int-FP-6; -18; Int-LP-9; -19.

251 Int-FP-6.

252 Int-FP-6; Int-J-30.

253 Bovenkerk & Hogewind, 2003; Spapens et al., 2007.

254 Int-FP-11; Int-J-14; Int-LP-16.

255 Int-J-14.

256 Int-FP-11.

257 Int-FP-15.

258 107 plantages in 2012, 119 in 2013, 146 in 2014, 119 in 2015, 122 in 2016 en 169 in 2017.

Figuur 4: Spreiding van het aantal ontdekte cannabisplantages in België per gerechtelijk

arrondissement, 2012-2017260

Deze specifieke expansie naar Wallonië, die vanaf 2010 echt merkbaar was261, kan mede veroorzaakt zijn door de hoge druk die men sindsdien in Zuid-Nederland voert, onder andere via de Taskforce Brabant-Zeeland.262 In haar voortgangsrapportage van de periode oktober 2014 – juni 2015 signaleerde deze Taskforce namelijk dat her en der niet alleen melding gemaakt werd van verschuivingseffecten van de cannabisteelt naar andere plaatsen in Nederland, maar ook naar België. Dit waren volgens hen de eerste signalen dat de aanpak van de ondermijnende criminaliteit in Brabant en Zeeland zijn vruchten begon af te werpen.263 Desondanks lijkt de aanwezigheid van de cannabisteelt op basis van de politionele statistieken nog steeds minder opmerkelijk in Wallonië dan in Vlaanderen. Volgens een respondent kan dit te maken hebben met de mate waarin overheden tewerk gaan in het Waalse landsgedeelte.264

“En misschien de controle van overheden. Dat er misschien toch een andere manier van omgang is. Het ligt misschien gevoelig, maar dat er in het Vlaamse landsgedeelte anders wordt omgegaan met de inschrijving van mensen, de controle van plaatsen etc. Een beetje nonchalanter. (…) En dat is misschien niet alleen van de overheden, maar ook van de lokale bevolking zelf. Een Vlaming die iets meer ligt te kijken in de tuin van de andere of alles daar op de correcte manier neergezet wordt, terwijl in Wallonië… Ils s’en foutent.”265

Momenteel is de productie van cannabis in de gerechtelijke arrondissementen Antwerpen en Limburg nog steeds oververtegenwoordigd ten opzichte van de rest van België. Zo blijkt uit het

jaarverslag van de Federale Gerechtelijke Politie (FGP) Limburg dat in 2015 iets meer dan 17% van het aantal ontmantelde plantages in België zich in Limburg bevindt. Bij het aantal plantages met meer dan vijftig planten gaat het zelfs om bijna een kwart van het aantal ontmantelde plantages in België.266 Een professionele sleutelfiguur verwoordde het als volgt:

260 DGP/DJSOC/Strategie en NVP/Drugs. 261 Int-FP-15. 262 Vanhove et al., 2012, p.64. 263 Taskforce BZ, Voortgangsrapportage, 11.2014-06.2015. 264 Int-FP-34. 265 Int-FP-34.

“Dat is echt een pest. Dat is overal. Dat is zo veelvuldig, cannabisplantages, dat het bijna een fait divers geworden is.”267

Ten slotte werd in de interviews met professionele actoren aangehaald dat mogelijk niet alleen de

evolutie van het fenomeen van de cannabisplantages een invloed heeft op de statistieken van het aantal ontmantelde plantages. Statistieken zijn namelijk allesbehalve zaligmakend en beschrijven

het totaalpakket van het fenomeen niet. Als de inzet van politie en justitie in de strijd tegen de cannabisteelt daalt, ten gevolge van een focus op andere taken, zullen de statistieken automatisch dalen.268 De federale politie schat het dark number inzake cannabisplantages tussen de 50% en 65%.269

Verder dient men ook rekening te houden met onderlinge verschillen tussen databanken. De databank van DJSOC/Drugs bevat zo maar liefst dubbel zoveel ontmantelde plantages als de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). Men vermoedt dat de oorzaak hiervoor ligt bij een foute indeling (of ‘vatting’) van misdrijven in de ANG door de optredende politiediensten. Om te anticiperen op deze foute indeling, voedt DJSOC/Drugs zijn eigen statistieken van het aantal ontmantelde plantages met informatie270 van het Arrondissementeel Informatiekruispunt (AIK).271 Tot slot zijn er ook twijfels bij de kwaliteit van de nationale politionele cijfers. Een gebrekkige capaciteit bij DJSOC/Drugs zou hier een rol kunnen spelen, namelijk door een ondercapaciteit kan moeilijk nagegaan worden of de kwaliteit van het ingevoerde cijfermateriaal optimaal is.272