• No results found

Enkele ontwikkelingen OWB in de periode 2014 – 2020 (tijdlijn)

In document Evalueren, leren en sturen (pagina 41-45)

Deze paragraaf gaat in op de ontwikkelingen in het onderzoeks- en wetenschapsbeleid in de periode 2014-2020. Deze paragraaf is niet bedoeld om de ontwikkelingen in het volledige domein af te dekken, maar richt zicht, conform de afbakening van deze doorlichting, op de ontwikkelingen binnen artikel 16. Op basis van de wijzigingen en conclusies uit de OCW-begrotingen en gepubliceerde kamerbrieven wordt een aantal ontwikkelingen uitgelicht. Een gedetailleerder overzicht van de verschillende beleidspublicaties en -ontwikkelingen staat in Figuur 2.

IBO wetenschappelijk onderzoek52

In 2014 is Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uitgevoerd omtrent de vraag in hoeverre de toenmalige inzet van middelen voor wetenschappelijk onderzoek optimaal was voor het bereiken van een maximale maatschappelijke output, daarbij zowel gericht op de periode rond 2014 als op de toekomst. Er werden toen vier brede doelstellingen van wetenschappelijk onderzoek onderscheden:

1. Ruimte voor nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek.

2. Realiseren van economische opbrengsten.

3. Realiseren van maatschappelijke opbrengsten.

4. Onderzoek ten behoeve van onderwijs.

In het IBO werd geconcludeerd dat het Nederlandse wetenschapsstelsel zeer goed presteerde in termen van kwaliteit en productiviteit, met een evenwichtige en effectieve financieringssystematiek en een hoog vermogen tot samenwerken tussen onderzoekers, vakgebieden en instellingen. De internationaal concurrerende positie van het Nederlands onderzoeksstelsel was echter op langere termijn niet vanzelfsprekend: hiervoor werd gewezen op de noodzaak van een goede regierol van de overheid om strategische en interdisciplinaire samenwerking tussen instellingen te bevorderen. Ook werd gewezen op de toenemende druk op de eerste geldstroom en de versnipperde verdeling van de tweede geldstroom. Deze laatste zou beter verbonden kunnen worden met de Europese agenda, instellings- en sectorplannen. Ten slotte werd geconcludeerd dat de groeiende studentenaantallen vragen om extra onderwijscapaciteit, terwijl onderzoek binnen de instellingen meer gewaardeerd werd dan onderwijs. Dit zorgde voor druk op de balans tussen onderwijs en onderzoek.

Bovenstaande bevindingen leidden tot verschillende voorgestelde beleidsvarianten om het stelsel te verstevigen:

1. Het verbeteren van de vormgeving van de eerste geldstroom, waarbij minder middelen worden verdeeld op basis van de vaste voet en meer op basis van specifieke voorzieningen en eventuele nieuwe indicatoren.

2. Het verbeteren van de vormgeving van de tweede geldstroom, waarbij deze meer wordt gericht op de beleidsmatige prioriteiten, het terugbrengen van aanvraagdruk en het tegengaan van versnippering.

3. Verbeteren van de governance door het invoeren van een nationale wetenschapsagenda, transparante verantwoording van de verdeling van middelen en een dynamisch institutenstelsel van de NWO en de KNAW waarin meer ruimte is voor vernieuwing.

52 Ministerie van Financiën (2014), IBO Wetenschappelijk onderzoek, Den Haag.

4. Het versterken van de meerwaarde van onderzoek voor het wetenschappelijke onderzoek door recente resultaten aan studenten door te geven, onderwijscapaciteiten van wetenschappelijk personeel meer te waarderen en de bijdrage van onderzoek aan onderwijs op universiteiten zwaarder mee te laten wegen bij onderzoeksvisitaties.

Nationale Wetenschapsagenda (NWA)

Het opstellen van de NWA is in lijn met de Wetenschapsvisie 2025. In 2014 is een kenniscoalitie bestaande uit universiteiten, hogescholen, KNAW, NWO, VNO/NCW, TO2-instituten en MKB Nederland aan de slag gegaan met de ontwikkeling van de NWA. De NWA benoemt uitdagingen op terreinen waarin het Nederlands onderzoek kan excelleren en waarmee de Nederlandse samenleving en kenniseconomie kunnen worden versterkt. In 2015 is de NWA verder opgesteld en besproken in het kabinet, en in 2016 is deze uitgewerkt tot een portfolio met concrete voorstellen. Met het beschikbaar stellen van de Startimpuls NWA (€ 32 miljoen) door OCW heeft het ministerie initiatief genomen tot het experimenteel starten met uitwerken van verschillende thema’s. In de hierop volgende jaren is de NWA gebruikt om de internationale concurrentiepositie van het onderzoeks- en wetenschapsstelsel te behouden door de gehele kennisketen te versterken en met elkaar te verbinden. Ook de samenwerking met maatschappelijke organisaties en ministeries kreeg hiermee een impuls. In 2019 zijn de eerste toekenningen aan onderzoeksvoorstellen in het kader van de NWA gedaan, waarop nieuwe rondes zijn gestart. In 2020 is tevens het budget van de NWA verhoogd van € 108 naar € 130 miljoen op jaarbasis.

Sectorplannen

Om verbinding te leggen tussen onderwijs, onderzoek en maatschappelijke doelen zijn in 2019 en 2020 extra middelen vrijgemaakt voor het opstellen van sectorplannen voor universiteiten. Met de sectorplannen beoogt OCW onder andere de onderzoeksbasis te versterken, meer vaste contracten voor onderzoekers te creëren en voor profilering en samenwerking tussen universiteiten te zorgen. In 2020 gaat van de middelen voor sectorplannen € 60 miljoen naar de sectorplannen bèta en techniek en € 10 miljoen naar een sectorplan voor Sociale en Geesteswetenschappen53. De sectorplannen worden beoordeeld door afzonderlijke commissies die OCW adviseren over het verdelen van de middelen. In 2019 is hierbij besloten dat een deel van de sectorplanmiddelen dat oorspronkelijk via de tweede geldstroom zou lopen overgeheveld wordt naar de eerste geldstroom.

Met het sectorplan bèta en techniek54 worden 340 vaste wetenschappelijke posities gecreëerd, waardoor de onderzoeksbasis wordt versterkt en er meer ruimte komt voor studenten bij een aantal numerus fixus-opleidingen. Met het sectorplan voor Sociale en Geesteswetenschappen wordt de basis van de rechtsgeleerdheid versterkt en vindt een thematische versterking plaats van het onderzoek en de infrastructuur op het punt van digitalisering. Deze sectorplannen richten zich nadrukkelijk op de universiteiten in het domein (en daarmee niet op hogescholen, mbo’s of private instellingen).

Open Science

Open Science is een thema dat in toenemende mate aandacht krijgt in het OWB. In 2016 zijn er door de Raad van de Europese Unie (EU-raad) afspraken gemaakt over open toegang

53 Sectorplan SSH | (sectorplan-ssh.nl)

54 Sectorplan Bèta en Techniek | (sectorplan-betatechniek.nl)

tot onderzoekspublicaties, optimaal hergebruik van onderzoeksdata in Europa en aanpassing van de beoordeling en waardering van wetenschappers in het kader van open science. Dit onderwerp wordt hiermee Europees gedeeld. Nederland maakt zich o.a. in de Raden voor Concurrentievermogen en afspraken voor het Kaderprogramma Horizon Europe hard voor de verdere implementatie van open science via de European Open Science Cloud en het GO FAIR initiatief. Ook is in 2017 vanuit OCW het Nationaal Plan Open Science opgesteld, waarin wordt beschreven welke acties in Nederland worden genomen op het gebied van open science. Het streven van het ministerie is hierbij om te komen tot 100% open access van publicaties in 2020 en optimaal hergebruik van data. Het Nationaal Platform Open Science is hierbij ingericht om de voortgang van de bovengenoemde afspraken te begeleiden en te monitoren. In 2018 is vervolgens de eerste nationaal coördinator open science benoemd om de transitie naar open science te versnellen. Dit heeft geleid tot een groeiend aandeel open access artikelen van Nederlandse universiteiten.

Onderzoeksinfrastructuur

Na twee aparte Roadmapcommissies die leidden tot respectievelijke de Nationale Roadmap 2008 en de Nationale Roadmap 2013 is na een advies van de AWTI in 2015 is door OCW een permanente commissie ingesteld om toe te werken naar een duurzaam ecosysteem van grootschalige wetenschappelijke infrastructuur. In 2016 is vervolgens de Nationale Roadmap Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur opgesteld.55 In 2020 is het GWI-landschap geactualiseerd, als basis voor een nieuwe Roadmap, die op 8 september 2021 is gepubliceerd. Nederland sluit hierbij sinds 2005 ook aan op Europees niveau mee aan het European Strategy Forum on Research Infrastructure (ESFRI).

55 Nationale Roadmap Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur | NWO

Figuur 2: Overzicht van publicaties en ontwikkelingen in het onderzoeks- en wetenschapsbeleid.

In document Evalueren, leren en sturen (pagina 41-45)