• No results found

Deskundigheidsbevordering van de rechter 1 De opleiding van de rechter

In document Deskundigenbewijs in het strafproces (pagina 68-73)

5. De kennis en vaardigheden van de rechter

5.2 Deskundigheidsbevordering van de rechter 1 De opleiding van de rechter

De kennis van de rechter kan worden vergroot door een opleiding. Naar aanleiding van het voornemen van de Raad voor de rechtspraak om meer aandacht te besteden aan deskun- digheidsbevordering bij de rechter heeft de projectgroep Deskundigheidsbevordering in 2008 het boek ‘De strafrechter en profil’ geschreven waarin wordt beschreven welke op- leiding een strafrechter zou moeten volgen.200 In het boek worden voorstellen gedaan over

hoe binnen de gerechten de deskundigheid van de rechter kan worden bevorderd. De pro- jectgroep begint met de constatering dat strafrecht een specialisme is dat er niet zomaar bij kan worden gedaan, maar dat er een degelijk fundament van opleiding en ervaring binnen

194 Kamerstukken II 2005-2006, 30300 VI, nr. 32; Raad voor de rechtspraak 2006b, p. 4. 195 Raad voor de rechtspraak 2008.

196 Raad voor de rechtspraak 2010b, p. 19.

197 Raad voor de rechtspraak 2014a, p. 23. Zie ook Raad voor de rechtspraak 2010a, p. 7. 198 Raad voor de rechtspraak 2010b, p. 28.

199 Raad voor de rechtspraak 2010b, p. 27-28. 200 Lahuis e.a. 2008.

het strafrecht nodig is voor een goede taakuitoefening.201 Een goede strafrechter zou naast

de algemene eisen uit het Functieprofiel ook specifieke strafrechtelijke kennis en vaardig- heden moeten bezitten. Per fase van het strafproces wordt uiteen gezet welke kennis en vaardigheden de rechter zou moeten hebben. De gewenste kennis en vaardigheden die de strafrechter zou moeten hebben, varieert van planningsvaardigheden en motiveringsvaar- digheden tot actuele kennis van het materiële strafrecht.

Door de projectgroep Deskundigheidsbevordering wordt in een apart hoofdstuk aandacht besteed aan de materiedeskundigheid van de rechter.202 Volgens de projectgroep valt er

veel te zeggen voor een opleiding van de strafrechter in het vaststellen van de feiten in het strafproces. De vaststelling van de feiten in het strafproces wordt steeds complexer door ontwikkelingen op het gebied van forensische wetenschappen, computercriminaliteit, fraude en milieu. Van de rechter wordt verwacht dat hij genoeg kennis heeft om de inbreng van deskundigen op hun merites te kunnen beoordelen. Om dit te kunnen doen is het wen- selijk dat de strafrechter ergens in zijn carrière (tijdens de studie rechten of door een post academische opleiding) wordt opgeleid in het vaststellen van de feiten, door hem gedegen kennis van logica, kennistheorie, onderzoeksmethoden, dataverwerking en statistiek bij te brengen.

Ook vindt de projectgroep Deskundigheidsbevordering het wenselijk dat de rechter meer vaardigheden ontwikkelt voor een correcte omgang met bewijsmateriaal in het straf- proces in het algemeen.203 Voor de behandeling van de zaak op het onderzoek ter terecht-

zitting moet de rechter bijvoorbeeld leren hoe hij gesprekken met getuigen en deskundigen moet voeren en de deskundigheid van de deskundige moet vaststellen. Voor de beraadsla- ging in raadkamer moet de strafrechter onder andere leren wat de psychologie is van rechtsvinding: welke onbewuste denkprocessen en valkuilen er zijn en hoe (rechterlijke) intuïtie en besliskunde eigenlijk werken. De rechter moet leren deskundigenrapporten te waarderen en te beoordelen, en hij moet leren hoe empirische waarheidsvinding werkt (waarbij aandacht nodig is voor wetenschapsfilosofie).

De projectgroep wijst ook op de nadelen van een gespecialiseerde materiedeskundige rechter. Zo neemt het gevaar neemt toe dat de rechter te snel denkt dat hij genoeg weet waardoor hij niet meer openstaat voor tegenspraak of kritische geluiden.204 Bovendien kan

verdere specialisatie veel tijd kosten als de rechter op de hoogte moet zijn van de meer dan honderd verschillende vakgebieden waarbij deskundigen worden ingeschakeld. De gehele juridische opleiding kan in dat geval gemakkelijk worden gevuld met basiscursussen van het een of ander.205 Een vergaande mate van specialisatie op bepaalde niet-juridische des-

kundigheidsgebieden door de rechter is dus onwenselijk. De rechter moet geen superdes-

201 Lahuis e.a. 2008, p. 14. 202 Lahuis e.a. 2008, p. 147-162. 203 Lahuis e.a. 2008, p. 38-44.

204 Keulen 2008, p. 272-283; Reijntjes 2007, p. 161: ‘Er zijn geen gevaarlijker deskundigen, dan

halve deskundigen’.

kundige zijn of worden.206 Voor het gewenste niveau van materiedeskundigheid wordt

door de projectgroep daarom gekozen voor een compromis waarbij: ‘de mogelijkheden om met specialistische kennis bij de rechter de kwaliteit van de rechtspraak te verhogen, beperkingen kent. De rechter moet het werkveld van de deskundige, de specialist, vol- doende goed kennen om de goede vragen te kunnen stellen en zijn rapportages op de juiste merites te kunnen waarderen, maar de rechter moet geen specialist worden met het risico dat hij daarmee op te grote afstand komt te staan van de procespartijen en het publiek’.207

Volgens de projectgroep Deskundigheidsbevordering kan een opleiding in de basisbe- ginselen van statistiek, biologie, natuurkunde en scheikunde en in de grondbeginselen van logica, wetenschapsleer en -filosofie er voor zorgen dat de rechter het werkveld van de deskundige goed genoeg kent. Daarnaast zou de strafrechter cursussen kunnen volgen over onder meer forensische psychiatrie, telecommunicatie, DNA, brandonderzoek en forensische expertise.208 Het onderzoek van de projectgroep is binnen de rechterlijke

macht goed ontvangen, en is gebruikt als leidraad bij het formuleren en uitvoeren van nieuw beleid. Zo is de opleiding voor strafrechters aangepast naar aanleiding van het on- derzoek.209 Daarnaast kan de rechter bij de SSR op vrijwillige basis cursussen volgen, bij-

voorbeeld op het gebied van forensische expertise.

5.2.2 De concentratie van kennis binnen rechterlijke macht Concentratie van kennis bij rechter

Binnen de rechterlijke macht kunnen bepaalde juridische en niet-juridische kennis en vaar- digheden worden geconcentreerd bij bepaalde rechters. Nadat de kennis is geconcentreerd bij een rechter worden de zaken bij de rechtbank zo verdeeld dat deze rechter zich alleen met zaken bezig houdt waarvoor zijn specifieke kennis en vaardigheden van belang zijn. Wanneer de rechter slechts één soort zaken behandelt, is er sprake van ‘specialisatie door concentratie’.210

Specialisatie door concentratie heeft als potentieel voordeel dat de rechter kwalitatief beter werk kan leveren. Door regelmatig dezelfde soort zaken te behandelen, onderhoudt en vergroot de rechter zijn kennis, want specialisatie is mede een kwestie van ervaring. Ook kunnen gespecialiseerde rechters die dezelfde soorten zaken behandelen, profiteren van elkaars deskundigheid door kennis uit te wisselen en met elkaar in discussie te gaan. Verder kan specialisatie een coherente jurisprudentie creëren.211

Specialisatie door concentratie heeft als potentieel nadeel dat de burger soms verder moet reizen om bij de gespecialiseerde rechter te kunnen komen. Verder kan eerder het idee ontstaan dat de rechter door zijn grotere kennis zijn oordeel al klaar heeft en niet meer openstaat voor tegenargumenten. En rechtsgebiedoverstijgende zaken kunnen juist baat

206 Reijntjes 2007, p. 151; Haverkate 2011, p. 2. 207 Lahuis e.a. 2008, p. 150.

208 Lahuis e.a. 2008, p. 161 en p. 53. 209 Van Dam 2011, p. 37.

210 Zie ook Raad voor de rechtspraak 2005. 211 Huydecoper 2004.

hebben bij een brede, en wat oppervlakkige, kennis van de rechter. Daarom kan volgens Buruma met specialisatie door concentratie de toegankelijkheid, onafhankelijkheid en effectiviteit van de rechtspraak in gevaar komen.212

Binnen de rechterlijke macht is specialisatie door concentratie een bekend principe, waar op verschillende manieren invulling aan wordt gegeven. In de praktijk is er bij elke recht- bank een vorm van specialisatie door concentratie, doordat elke rechtbank is verdeeld in sectoren: strafrecht, civiel recht, bestuursrecht en kantonzaken. Binnen de sector strafrecht zijn er drie soorten rechters met specialistische deskundigheid. Wettelijk aangewezen zijn de kinderrechter (art. 53 RO en art. 495 Sv) en de economische rechter (art. 52 RO en art. 38 WED).213 De kinderrechter heeft de exclusieve bevoegdheid recht te spreken in straf-

zaken waarin de verdachte jonger is dan achttien jaar. Daarom is de kinderrechter gespeci- aliseerd in het jeugdrecht, en behoort hij kennis te hebben van sociale en pedagogische wetenschappen en van de sociale jeugdkaart.214 De economische strafrechter behoort

kennis te hebben van economisch strafrecht en milieustrafrecht en moet ook over elemen- taire bedrijfskundige kennis beschikken.215 Ook de rechter-commissaris in strafzaken kan

worden gezien als een specialistische rechter die veel kennis moet hebben van de juridische en niet-juridische kanten van het opsporingsonderzoek.

Niet elke rechtbank behandelt alle soorten zaken. Bepaalde zaken zijn geconcentreerd bij speciale kamers van één van de rechtbanken of gerechtshoven van Nederland. Binnen het strafrecht zijn er een aantal gespecialiseerde landelijke kamers. In eerste aanleg is de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd bij overleveringsverzoeken (art. 1 onder g OLW) en misdrijven betreffende marktmisbruik (art. 5:55 Wft). De rechtbank Arnhem is exclu- sief bevoegd in militaire strafzaken (art. 55 RO). Ook in hoger beroep worden bepaalde zaken geconcentreerd bij één gerechtshof. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft een militaire strafkamer (art. 68 RO) en een penitentiaire kamer die beslist over vervroegde invrijheidstelling en TBS en adviezen geeft op het gebied van de Wet overdracht tenuit- voerlegging Strafvonnissen (art. 67 RO). Dit hof heeft ook de zogenaamde ‘Wet Mulder’- kamer die beslist over hoger beroepszaken die zijn ingesteld op grond van de Wet Admini- stratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (art. 14 WAHV).216

Concentratie van kennis door middel van kennismanagementsystemen

Kennis kan door middel van een kennismanagementsysteem binnen de rechterlijke macht worden geconcentreerd.217 De Raad voor de rechtspraak heeft voorgesteld een aantal

strafrechters op te leiden tot materiedeskundigen, zodat zij een diepgaande kennis verkrij-

212 Buruma 2006.

213 Het verschil tussen de commune strafrechter en de economische strafrechter stelt tegenwoordig

weinig meer voor, omdat de economisch strafrechter commune delicten mag beoordelen en de commune strafrechter economische delicten (art. 39 WED).

214 Hol & Loth 2002, p. 494-495; Lahuis e.a. 2008, p. 75-93. 215 Lahuis e.a. 2008, p. 94-101.

216 In Trema 2004, p. 516-518 staat een overzicht van speciale kamers. 217 Lahuis e.a. 2008, p. 158.

gen op bepaalde kennisgebieden.218 Dit omdat er ‘bij de voorbereiding van complexe za-

ken, in toenemende mate behoefte bestaat aan het kunnen consulteren van op bepaalde forensische, (wapen)technische en gedragskundige gebieden meer dan gemiddeld onder- legde collega’s’.219 Het kennismanagementsysteem heeft de vorm gekregen van landelijke

kenniscentra en regionale kenniskringen. De landelijke kenniscentra zijn voornamelijk gevestigd bij de gerechtshoven, bijvoorbeeld het kenniscentrum Cybercrime bij het ge- rechtshof Den Haag en het kenniscentrum Economisch strafrecht bij het gerechtshof Arnhem. In de kenniscentra wordt kennis en informatie verzameld over een specifiek on- derwerp. Het kenniscentrum moet dienen als een landelijke vraagbaak met een helpdesk waar rechters met vragen terecht kunnen. In kenniskringen verzamelen rechters met de- zelfde specialisatie zich om informatie met elkaar te delen, bijvoorbeeld op het gebied van forensische expertise.220 Ook door middel van handleidingen en andere documenten kan

kennis binnen de hele organisatie van de rechterlijke macht worden gedeeld. Zo heeft de Raad voor de rechtspraak het ‘Handboek deskundigen voor de strafrechter’ ontwikkeld, waarin tips staan over hoe de rechter met deskundigen moet omgaan.221

Concentratie van kennis bij medewerkers

Kennis kan binnen de rechterlijke macht verder worden geconcentreerd bij het ondersteu- nend personeel. Het is al lang gebruikelijk dat de rechter in de voorbereiding en uitwerking van een zaak wordt ondersteund door juridische medewerkers. Sinds enige tijd zijn er ook forensisch medewerkers werkzaam bij de secties strafrecht van verschillende rechtbanken en gerechtshoven.222 Een forensisch medewerker is een forensische generalist die als taak

heeft om de rechter en de juridische medewerkers van de rechtbank te ondersteunen in het verkrijgen en hanteren van basiskennis op het gebied van forensisch wetenschappelijke expertises. Die taak kan op verschillende manieren worden uitgeoefend. Gedacht kan worden aan het geven van algemene voorlichting binnen de rechtbank, aan het beant- woorden van algemene vragen van rechters over forensisch-wetenschappelijke onderwer- pen en aan het verlenen van bijstand bij het toepassen van forensische kennis op een des- kundigenverslag. In de evaluatie van het functioneren van de forensisch medewerker wordt gesteld dat de forensische medewerker de deskundigeninbreng niet zelf interpre- teert, maar slechts de rechter in staat stelt om de deskundigenverklaring op waarde te schatten. Daardoor zou volgens de Raad voor de rechtspraak de betrokkenheid van een juridisch medewerker buiten het procesdossier worden gehouden.223

218 Raad voor de rechtspraak 2008. 219 Raad voor de rechtspraak 2006b, p. 13. 220 Van Dam 2011, p. 40.

221 Van Dam 2009

222 Op de in 2012 gestarte pilot met forensische ondersteuning voor strafrechters in drie gerechten

volgde in mei 2014 een positieve evaluatie, zie Raad voor de rechtspraak 2014b. Hierna is de fo- rensische ondersteuning uitgebreid tot tien gerechten: zes rechtbanken en de vier gerechtshoven.

223 Raad voor de rechtspraak 2014. Zie Hoving 2015b voor een kritische reactie op het gebruik van

Concentratie van kennis bij deskundigen

De kennis binnen de rechterlijke organisatie kan ook worden vergroot door niet-juridische

In document Deskundigenbewijs in het strafproces (pagina 68-73)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN