• No results found

De correspondentie tussen twee toegewijden

Charing Cross Road 84 door Helene Hanff Vertaling Barbara van Kooten Uitgever: De Harmonie, 100 p., f 17,50

Jan Meng

De hierbij afgedrukte brief was het begin van een twintig jaar durende correspondentie tussen een New Yorkse scriptwriter, Helene Hanff (HH), en de Londense antiquarische boekhandel Marks & Co., in de persoon van Frank Doel (FDP). Hoewel de eerste brief van miss Hanff nog een tamelijke zakelijke toon heeft, blijkt al uit haar tweede, waarin ze bedankt voor de toezending van de boeken en onmiddellijk nieuwe bestelt, dat ze van plan is er iets bijzonders van te maken: ‘Mijne Heren: De boeken zijn

goed aangekomen, de Stevenson is zo mooi dat mijn sinaasappelkistenboekenkast er verlegen van wordt, ik durf dat zachte perkament en die zware crème-kleurige bladzijden bijna niet aan te raken.’

Dat is al direct heel andere taal. Frank Doel van Marks & Co. moet bij het lezen van de eerste brieven beslist vreemd uit zijn ogen gekeken hebben, maar gaandeweg begint hij er ook plezier in te krijgen. Helene Hanff vindt het te ingewikkeld om, zoals door Frank Doel aan haar gevraagd, de verschuldigde bedragen per postwissel te betalen dus zij stopt domweg dollarbiljetten in de brieven. ‘Ik heb een blind

vertrouwen in de U.S. airmail en His Majesty's Postal Service. Ik sluit $4 in voor de $3.88 die ik u schuldig ben, ga van die 12 c. maar een kop koffie drinken.’ Frank

Doel antwoordt echter keurig: ‘Uw vier dollar zijn veilig aangekomen en we hebben

uw rekening voor 12 c. gecrediteerd.’ (Met deze boekenprijzen lijkt het ongelooflijk

dat een boekhandel met zes personeelsleden hiervan kon bestaan.) Later zou Helene Hanff aan een collega van Frank schrijven dat ze ‘steeds probeert die Britse

gereserveerdheid door te prikken. Als Frank een maagzweer krijgt, is het mijn schuld.’ In het begin van de jaren vijftig zijn in Engeland nog veel artikelen, zoals vlees, op de bon. (Men kreeg nog één ei per persoon per maand). Helene, vertederd door het feit dat die arme drommels toch nog kans zien steeds netjes haar boeken te verzenden, stuurt een voedselpakket met onder andere een ham van zes pond naar de firma Marks & Co. Als ze kort daarop op het briefpapier van de firma leest dat de heren Marks en Cohen de eigenaren zijn, stuurt ze snel een briefje met de vraag of de heren kosjer zijn en of ze niet alsnog een tong zal nasturen. Uit het bedankbriefje van Frank Doel blijkt dat de eigenaren er op stonden buiten de verdeling van het voedselpakket gelaten te worden. Of dat uit edelmoedigheid of vanwege de ham was, wordt niet vermeld.

Wat doe je?

Het zal de lezer deugd doen te zien hoeveel tijd en aandacht er aan een klant van deze boekhandel gegeven kon worden. Boekhandelaar en klant scheppen er zichtbaar behagen in (zij het per brief) uitgebreid in te gaan op bibliofiele details. Het is duidelijk dat de beide briefschrijvers van boeken houden. Waarmee helemaal niet is

gezegd dat alleen een bibliofiel of iemand uit het boekenvak deze briefwisseling zou kunnen waarderen. Er zijn veel leuke fijnzinnigheden te lezen, toevallig gaan ze voor een groot deel over boeken. Een boekhandelaar zal waarschijnlijk wel jaloers zijn op het hier vertoonde contact met zo'n uitermate geestige klant. Op 9 februari 1952 schrijft Helene: ‘Wat doe je zo de hele dag? Zit je achterin de winkel een beetje te

lezen? Waarom probeer je niet eens een boek aan iemand te verkopen?’ Een

boekhandelaar van nu wordt geacht een wandelende databank te zijn en niets anders te doen dan verkopen, maar desondanks hebben boekhandelaren bij ons ook hun favoriete klanten. Stelt u zich voor: De boekhandelaar Frank Doel stuurt Helene een exemplaar van het Dagboek van Samuel Pepys. Haar volgende brief begint dan als volgt: ‘WAT IS DIT VOOR EEN DAGBOEK VAN PEPYS? Dit is niet het Dagboek van Pepys, dit is er een miserabele bewerking van door de een of andere bemoeizieke redacteur. Hij kan barsten, ik kan er op spugen. Waar is 12 januari 1668, waar zijn vrouw hem uit bed jaagt en met een gloeiend hete pook door de slaapkamer achterna zit?’ Keurig antwoordt Frank Doel: ‘Beste Ms. Hanff, laat mij u allereerst mijn excuses aanbieden voor de Pepys. Ik was er echt van overtuigd dat het de complete Baybrooke editie was en ik kon me voorstellen hoe u zich voelde toen u merkte dat uw favoriete passages ontbraken.’

De eerste brief van Helene Hanff aan de boekhandel Marks & Co

Langzamerhand gaan ook andere personeelsleden van Marks & Co. zich in de correspondentie mengen, bij voorbeeld de brief van Cecily Farr (administratief medewerkster) van 7 april 1950: ‘Lieve Miss Hanff, laat Frank alstublieft niet merken dat ik U schrijf, maar iedere keer als ik een nota stuur moest ik mezelf inhouden om er geen briefje bij te stoppen en hij vindt het misschien niet netjes van me. Dat klinkt alsof hij heel bekrompen is maar dat is hij niet. Hij is echt aardig, heel aardig eigenlijk, het enige is dat hij U zo'n beetje als zijn privé-correspondent beschouwt aangezien al uw brieven en pakketten aan hem geadresseerd zijn.’

Door de briefwisseling heen uit H.H. het verlangen om Londen te bezoeken, en het personeel van Marks & Co. dringt daar ook herhaalde malen op aan. Hoe leuk de verhouding tussen H.H. en Marks & Co. is geworden, moge blijken uit de brief die vrienden van H.H. sturen als zij de winkel bezocht hebben: ‘Je had ons wel kunnen waarschuwen!’ schrijft haar vriendin, ‘We liepen je boekhandel binnen en zeiden dat we vrienden van jou waren en we werden bijna onder de voet gelopen. Jouw Frank wilde ons voor het weekend mee naar huis nemen. Iedereen wou met ons gaan eten en drinken, we kwamen er nauwelijks levend uit.’

Omdat H.H. niet zo'n succesvol scriptwriter is dat zij over ruime middelen beschikt, wordt haar reis naar Londen steeds uitgesteld. Eerst is het een hoge tandartsrekening (‘ik heb z'n huwelijksreis betaald’), dan is het een dure verhuizing die haar ervan weerhoudt. Zij is dan ook nog steeds niet in Londen geweest als door het overlijden van Frank Doel een eind aan de correspondentie komt. Het is te hopen dat uitgeverij

De Harmonie ook een vertaling zal uitbrengen van: The Duchess of Bloomsburystreet (evenals 84 Charing Cross Road als Engelse Futura pocket uitgegeven), waarin H.H. verhaalt over haar uiteindelijke reis naar Londen in 1971, ter gelegenheid van het verschijnen van de Engelse editie van het hier besproken boek. Over de in het boek vermelde titels kan ik als boekhandelaar zeggen dat vele daarvan op dit moment nog leverbaar zijn bij Penguin, Oxford, Dent, en andere uitgeverijen. (Wat H.H. betaalde voor prachtige in leer gebonden uitgaven betaalt u nu wel voor de paperbacks). Ga ze niet zoeken bij boekhandel Marks & Co. want die heeft al in 1970 zijn deuren gesloten.

84 Charing Cross Road is als toneelstuk bewerkt en draait met groot succes in

Londen en New York. Dit boek mag iedereen die van boeken en brieven houdt zich niet laten ontgaan.

40