• No results found

Cultuurbeleid voor kunst in de openbare ruimte

In document ‘Goed geplaatst!’ (pagina 86-91)

Hoofdstuk 4 – Cultuurbeleid voor kunst in de openbare ruimte: praktijk

4.1 Gemeente Leeuwarden

4.1.2 Cultuurbeleid voor kunst in de openbare ruimte

4.1.2 Cultuurbeleid voor kunst in de openbare ruimte

De PvdA en de VVD Leeuwarden hebben in 2007 aandacht gevraagd voor kunst in de openbare ruimte, door middel van het publiceren van een initiatiefvoorstel. In het voorstel werd gevraagd om het opstellen van een plan van aanpak voor onder meer de organisatie en het beheer van kunst en vormgeving in de openbare ruimte (Gemeente Leeuwarden 2009a: 20). Sinds 2009 voert de gemeente Leeuwarden een specifiek beleid voor kunst in de openbare ruimte (Interview L. van Hijum, 18 juni 2014 (bijlage 6). De periode 2010-2012 werd behandeld in de Uitvoeringsnotitie beeldende kunst in de openbare ruimte. Deze nota is een uitbreiding van de Uitvoeringsnotitie Beeldende Kunst en Vormgeving 2009-2012. In deze periode bevonden zich 118 kunstwerken in de openbare ruimte van Leeuwarden. Voor de periode 2014-2017 is kunst in de openbare ruimte echter opgenomen in de Uitvoeringsnotitie

Beeldende Kunst en Vormgeving 2014-2017. Kunst in de openbare ruimte omvat volgens de

gemeente autonome gemeentelijke buitenkunst, toegepaste kunst als straatmeubilair en informatievoorzieningen en projecten op locatie die ook van tijdelijke aard kunnen zijn (Gemeente Leeuwarden 2011: 6). Ook is er een grote collectie kunst zichtbaar in de openbare ruimte, welke eigendom is van diverse bedrijven en organisaties.

De vorming van het beleid is grotendeels een taak van de afdeling cultuur, maar er wordt nauw samengewerkt met stedenbouw (Interview L. van Hijum, 18 juni 2014). Hiermee wordt onder meer overlegd over de juiste plaatsing van kunstwerken en de geschiktheid van kunst in specifieke projecten. In eerder gevoerd beleid bestond een scheiding tussen architectuur en beeldende kunst en vormgeving, wat ertoe leidde dat kunstprojecten in veel gevallen te laat werden ingezet omdat er geen rekening mee werd gehouden. In deze periode was het de gewoonte dat aan de hand van de percentageregeling bij elk project een kunstwerk of kunstproject werd uitgevoerd (Idem). In het huidige beleid wil men juist een wisselwerking

~ 87 ~

tussen kunst en architectuur bevorderen, zodat er in een vroeg stadium rekening gehouden kan worden met mogelijke kunstprojecten in bijvoorbeeld stedelijke vernieuwingsplannen

(Gemeente Leeuwarden 2011: 20). Dit leidt tot een hogere kwaliteit van kunst in de openbare ruimte en een integratie van kunst in de stedelijke context. Daarnaast is ook de

percentageregeling aangepast. Bij elk bouwproject wordt er een bepaald bedrag in de reserve voor beeldende kunst in de openbare ruimte gestort. De reserve is echter niet meer gekoppeld aan de omgeving van de bouwprojecten maar kan ook op andere plekken gebruikt worden. De samenwerking met stedenbouw komt ook tot uiting in het aanjaagteam voor kunst in de openbare ruimte dat sinds 2009 bestaat binnen de gemeente. Hierin nemen onder meer een beleidsmedewerker beeldende kunst en vormgeving, een adviseur stedenbouw, een

projectcontroller en iemand die over het onderhoud van kunst gaat, plaats (Gemeente Leeuwarden 2011: 21, Interview L. van Hijum 18 juni 2014). Het team houdt zicht op de vroegtijdige toepassing van kunst in projecten, de planning voor het onderhoud van kunst in de openbare ruimte en op de uitvoering van het beleid. Een ander belangrijk doel van de opzet van het team is het samen brengen van de beeldende kunst en stadsontwikkeling en het

stimuleren van de samenwerking (Idem). Deze samenwerking is van groot belang om de kunstprojecten goed te laten verlopen.

In de Uitvoeringsnotitie 2010-2012 stelde de gemeente zich ten doel om de collectie kunst in de buitenruimte van de gemeente beter in beeld te brengen en te onderhouden en de interne organisatie en de samenwerking te verbeteren (Gemeente Leeuwarden 2011: 7). Dit werd nagestreefd aan de hand van de doelstellingen uit de Uitvoeringsnotitie Beeldende Kunst en

Vormgeving 2009-2012: positioneren, participeren en presenteren. Volgens de gemeente zou

kunst in de openbare ruimte de kwaliteit van de stad kunnen verbeteren. Het zou een goede invloed kunnen hebben op gemeenschapsontwikkeling binnen de wijk en het zou kunnen zorgen voor promotie en bekendheid van de kunst in de openbare ruimte. Daarnaast worden ook sociale cohesie en participatie als mogelijke gevolgen (waarden) genoemd. Binnen het beleid is kunst in de openbare ruimte behandeld aan de hand van drie thema’s: water, keramiek en mediakunst. Deze thema’s golden ook als criteria bij het aankopen en afstoten van werken en bij de acceptatie van aangeboden werken. Andere criteria waren

duurzaamheid, een inschatting van de levensduur van het werk, een inschatting van de jaarlijkse onderhoudskosten en het volgen van de werkwijze die genoemd wordt in de percentageregeling. Volgens het beleid zou er in de beleidsperiode aandacht worden besteed aan de plaatsing van kunst in de binnenstad, bij de toegangspoorten van de stad en kunst die is

~ 88 ~

ontstaan door het samenwerken van de gemeente en het Centraal Justitieel Incassobureau. Het onderhoud en beheer van kunst in de openbare ruimte in de gemeente Leeuwarden is binnen deze nota van groot belang. Er bestaat veel achterstallig onderhoud en een groot aantal werken zullen gerestaureerd moeten worden. Daarnaast bestaat er ook nog het vaste

kleinschalige onderhoud en de schoonmaak van de werken. In de beleidsperiode is hier een budget van 136.200 euro voor beschikbaar gesteld. Na 2012 zou overgegaan worden op een onderhoudsbudget van 65.000 euro per jaar. Jaarlijks wordt hieraan 10% van het totale bedrag voor nieuwe opdrachten aan toegevoegd (Gemeente Leeuwarden 2014-2017: 17). Een deel van het budget, 30.000 euro, is bedoeld voor de schoonmaak en het reguliere onderhoud. Het andere deel wordt gebruikt voor de exploitatie van waterkunstwerken.

In 2014 is door de gemeente een nieuwe Uitvoeringsnotitie Beeldende Kunst en Vormgeving geschreven voor de beleidsperiode 2014-2017. Ook het beleid voor kunst in de openbare ruimte wordt hierin duidelijk beschreven. De nota is het vervolg van de Uitvoeringsnotitie

Beeldende Kunst en Vormgeving 2009-2012 en de Uitvoeringsnotitie beeldende kunst in de openbare ruimte 2010-2012 (Gemeente Leeuwarden 2014: 3). Daarnaast sluit het aan bij de

geactualiseerde cultuurnota Vlammen in nieuwe tijden. Op het moment van schrijven bestond de kunstcollectie in de openbare ruimte van de gemeente Leeuwarden uit 149 kunstwerken. Kunst in de openbare ruimte komt in de komende beleidsperiode vooral terug binnen het ‘Vrijbaan project’ dat onderdeel is van het Masterplan Kunst (Idem: 12).11

Opnieuw komen daarbij vooral water, keramiek en mediakunst aan de orde. Deze thema’s zijn echter geen verplichting, het zijn thema’s die meegegeven worden in opdrachtbeschrijvingen (Interview L. van Hijum 18 juni 2014). Van belang is hierbij vooral dat de thema’s moeten passen binnen de ideeën van de kunstenaar, als dit niet het geval is, kan besloten worden de thema’s los te laten. Het thema water is breed op te vatten, het kan gaan om een kunstwerk met bijvoorbeeld stromend water maar ook om de verwijzing naar het water in de stad. Keramiek is daarnaast wel veel aanwezig in de kunstprojecten. Een voorbeeld hiervan is het werk van Jan van der Ploeg in de fietstunnels bij het Drachtsterplein (afb. 4.1).

11 Masterplan Kunst: het plan om ongeveer 20 kunstwerken te plaatsen binnen Leeuwarden Vrijbaan. Hierbij

wordt bij elke toegang tot de stad een kunstenaar aan het werk gezet. Het budget voor deze projecten is 800.000 euro (Leeuwarden Vrijbaan 2014: 1-4, Gemeente Leeuwarden 2014: 12).

~ 89 ~

Afbeelding 4.1: Jan van der Ploeg, Fietstunnels Drachtsterplein, keramiek, 2013.

Voor de kunstprojecten zijn binnen de nota ook enkele andere criteria geformuleerd. Deze beleidsdoelstellingen van de gemeente Leeuwarden kunnen ook gezien worden als de waarden die de gemeente Leeuwarden aan kunst in de openbare ruimte verbindt. Wanneer deze toegevoegd worden aan tabel 3.3, waarin alle waarden staan die kunst in de openbare ruimte theoretisch gezien zou kunnen hebben, blijkt dat ook de gemeente Leeuwarden een aantal van deze waarden als beleidsdoelstellingen gebruikt (zie tabel 4.1). Alhoewel de gemeente stelt dat de artistieke functie voor haar het belangrijkst is, komen ook de

ecologische, de economische, de ideologische en de sociale functie terug in het beleid. In de beleidsdoelstellingen van Leeuwarden is alleen de domestieke wereld niet duidelijk aanwezig. Dit wil niet zeggen dat de gemeente geen belang hecht aan de waarden die afkomstig zijn uit deze wereld, maar ze zijn niet zo belangrijk dat ze duidelijk naar voren komen in de

geschreven nota´s. Een aantal waarden worden in de tabel dubbelgenoemd, aangezien ze ingedeeld kunnen worden bij diverse werelden en functies.

Het grootste deel van de waarden is afkomstig uit de wereld van de inspiratie, waarbij de nadruk ligt op autonome of esthetische waarden met een artistieke functie. De belangrijkste doelstelling voor kunst in de openbare ruimte is dat de kunstenaars voor projecten

~ 90 ~

van Hijum 18 juni 2014). Daarnaast moeten de kunstwerken binnen Vrijbaan onderlinge samenhang kennen en de visuele kwaliteit van de stad verhogen. Naast de artistieke functie, zijn ook de ecologische en de ideologische functie in het beleid van belang. Zo moet kunst het accent leggen op de toegangspoorten van de stad, waarmee het een symbolische betekenis krijgt, en zich verhouden tot de fysieke omgeving. Positieve waarden uit de wereld van de inspiratie zijn het verhogen van de visuele kwaliteit van de stad en het verbeteren van de fysieke omgeving. Deze fysieke omgeving krijgt volgens de gemeente daarnaast ook een extra laag, door de toevoeging van kunst. In het beleid zijn de waarden die afkomstig zijn uit de civiele wereld vooral positief en kennen een sociale functie. De gemeente Leeuwarden neemt aan dat kunst bijdraagt aan sociale cohesie, wijk- en gemeenschapsontwikkeling en daardoor aan een verbeterde leefbaarheid in de stad. Daarnaast moet kunst in de openbare ruimte geen negatieve invloed op de verkeersveiligheid hebben en niet afleidend zijn. De bijbehorende autonome of esthetische sociale waarde is participatie van buurtbewoners (Gemeente Leeuwarden 2011: 17). Om deze participatie te stimuleren wordt het plaatsen van kunst in wijken aangemoedigd.

De wereld van de faam kent in het beleid alleen positieve economische en sociale waarden. Door het plaatsen van kunst in de openbare ruimte zou de landelijke en internationale

bekendheid van de stad verhoogd kunnen worden en zou de stad zich kunnen onderscheiden. Daarnaast kan kunst bijdragen aan de stedelijke en regionale identiteit waar de burgers zich mee kunnen identificeren. Het versterken van de identiteit van Leeuwarden wil de gemeente ook proberen na te streven door de plaatsing van een iconisch kunstwerk, hier is één miljoen euro voor uitgetrokken (Gemeente Leeuwarden 2014: 15). De industriële wereld komt in het beleid terug aan de hand van twee positieve economische waarden en een autonome of esthetische artistieke waarde. Kunst in de openbare ruimte zorgt volgens de gemeente voor een stijgende werkgelegenheid en opnieuw tot participatie van de ontvangers. Qua

werkgelegenheid wordt er door de gemeente ook veel gewerkt met lokale bedrijven, bijvoorbeeld Koninklijke Tichelaar tijdens projecten waarbij keramiek gebruikt wordt (Interview L. van Hijum 18 juni 2014). Alhoewel in de oorspronkelijke waardentabel

duurzaamheid ingedeeld is bij de projectstad, kan deze bij de gemeente Leeuwarden ingedeeld worden bij de industriële wereld als positieve economische waarde. Deze wijze van indelen heeft te maken met de manier waarop de gemeente Leeuwarden de waarde duurzaamheid opvat. Volgens haar houdt het in dat kunstwerken niet beïnvloed worden door de

~ 91 ~

bijvoorbeeld energiezuinig zijn. (Idem: 9). Duurzaamheid is een belangrijk punt aangezien de gemeente een beperkt onderhoudsbudget heeft (Interview L. van Hijum 18 juni 2014). Er wordt daarom het liefst gebruik gemaakt van materiaal als roestvrijstaal en LED verlichting. Ook de marktwereld is aanwezig in het beleid van de gemeente Leeuwarden in de positieve economische waarde van de invloed van kunst in de openbare ruimte op de

aantrekkingskracht van de stad. Deze waarde kan echter ook opgevat worden als een waarde uit de wereld van de faam.

Tabel 4.1: Waarden of beleidsdoelstellingen van gemeente Leeuwarden gecombineerd met tabel 3.3 (bijlage 9).

In document ‘Goed geplaatst!’ (pagina 86-91)