• No results found

5. Resultaten en analyse

5.3 Verbondenheid ambities en doelen

5.3.5 Bestuurlijke invloeden

Ambities bestuurders

De tegenstrijdige ambitie die het meest frequent genoemd wordt is de profilering van zowel Arnhem als Nijmegen als culturele hoofdstad van het Oosten. In de coalitieakkoorden uit de vorige bestuurstermijn claimden beide steden de titel, op dit moment staat alleen in het coalitieakkoord van Arnhem nog dat ze de culturele hoofdstad van het Oosten zijn. Hiervan geven twee respondenten aan dat een claim van zowel Arnhem als Nijmegen op de term niet

problematisch is. Zo zegt een bestuurder hierover: “Ze hebben beiden dus een enorme ambitie op dit gebied. Ze zeggen daarmee niet, ik ben beter dan de ander.” Deze respondent geeft aan het dan ook niet als gevoeligheid tegen te zijn gekomen.

Zes andere respondenten zijn het hier niet mee eens en vinden dat het gebruik van de term suggereert dat er geen andere cultuur is in Gelderland. Een van de Arnhemse bestuurders kan zich wel voorstellen waar het vandaan komt doordat Arnhem ArtEZ en vijf BIS-

instellingen heeft. Een van de Arnhemse gemeenteambtenaren geeft aan er niet van op de hoogte te zijn dat Nijmegen zich als culturele hoofdstad neer heeft gezet omdat ze veel meer een stedelijk regionale functie hebben dan een landelijke functie. De respondent vervolgt: “Enerzijds is het gebruik van de term er om trots en positie te nemen, maar anderzijds is het ook een feit. Vanuit de G9 geredeneerd zijn Arnhem en Enschede de twee partijen en niet Nijmegen. Er is dus ook niet een soort concurrentie naar Nijmegen, misschien arrogant, maar die voelen we niet.”

Drie gemeenteambtenaren halen aan dat het voor wethouders belangrijker is aan deze term vast te houden dan voor ambtenaren. Een ambtenaar vertelt: “Bestuurders zitten er voor vier jaar en die moeten ook iets bewijzen. Dat zit een beetje in het systeempje gebakken. Dus ik zie dat het ambtelijk misschien iets sneller gaat, maar ik zie dat er bestuurlijk ook een positieve koers gevaren wordt hoor.” Een tweede ambtenaar geeft aan dat een bestuurder in vier jaar ergens zijn stempel op moet zetten. Voor diegene is dat beleid, wat eigenlijk ook weer de identiteit van de bestuurder is, wel weer heel belangrijk. De ambtenaar vervolgt: “Ik vind het een beetje een holle kreet. Dus wat ons als ambtelijke laag betreft gaat hij er

helemaal uit. Dat moeten we nog wel even afstemmen met bestuurders en woordvoerders. Want het bekt natuurlijk lekker.”

Een wethouder kan zich voorstellen dat toen de steden nog iets meer met de ruggen naar elkaar stonden er eerder een claim gelegd werd op dat ze allebei de hoofdstad waren. De respondent vertelt: “Maar dat is niet meer opportuun, niet meer handig, je kunt je veel beter profileren als belangrijke cultuurstad met heel veel wat je te bieden hebt.” De wethouder geeft aan de term recent dan ook een keer uit een tekst te hebben geschrapt.

Wisselen bestuurders

Een van de bestuurders van de Rijksoverheid geeft aan dat alle regio’s die zijn gestart, ook zijn doorgegaan na bestuurswisselingen.

Minister

De ambtenaren van de Rijksoverheid geven aan dat het wisselen van minister niet heel veel invloed heeft gehad doordat beide ministers het plan van de stedelijke regio’s ondersteunden. De tweede ambtenaar geeft in eerste instantie ook aan dat de wissel niet veel invloed heeft gehad doordat beide ministers het traject ondersteunen. Vervolgens benoemt deze ambtenaar dat de planning van de wissel eigenlijk wel heel goed uitkwam omdat ze heel 2017 goed hebben kunnen gebruiken om in alle vrijheid met iedereen te praten. De respondent vervolgt: “Omdat je dus een minister hebt die er niet meer over gaat, en daarna hadden we heel lang een demissionair minister die er ook niet meer over zou gaan. Er ontstond eigen een beetje een vacuüm en dat hebben wij als beleidsambtenaren juist heel erg gebruikt om heel veel gesprekken te voeren.” Toen de minister vervolgens kwam had het ministerie een heel duidelijk beeld van wat de wensen en doelen waren.

Gedeputeerde

De ambtenaren van de Rijksoverheid geven aan zich geen zorgen te maken over dat de provincie ook aan de vooravond van een wisseling van de wacht staat. Een ambtenaar geeft aan: “Ik denk niet dat het veel invloed gaat hebben, want het is al zo’n positieve beweging die zo loopt. Het moet wel raar lopen wil de gedeputeerde zeggen ‘maar ik wil daar niet meer aan mee doen’.”

Wethouders

Alle bestuurders geven aan dat de continuïteit gewaarborgd is gebleven, waarbij het enige verschil is dat men even moet wennen aan elkaar doordat ieder mens anders is en zijn eigen stijl van communiceren en besturen heeft. Een van de ambtenaren van de Rijksoverheid benoemt dat ze het wel heel spannend vonden omdat het wisselen van wethouders op een cruciaal moment in de planning van de stedelijke regio’s plaatsvond. Deze ambtenaar geeft daar drie verklaringen voor. Allereerst denkt de respondent dat de Rijksoverheid heel

duidelijk is geweest over het belang van het beleidstraject. Ten tweede hebben de ambtenaren de overdracht op bestuurders erg goed gewaarborgd. De derde reden die de ambtenaar geeft is de bestuurlijke aftrap die het Rijk in juni organiseerde met de wethouders en gedeputeerden: “Het was voor veel wethouders een van de eerste dingen die ze gingen doen, naar Den Haag, naar een heel mooi theater, met de minister, anderhalf uur lang praten over het belang van cultuur. Ja dat is heel goed gevallen.”

Politieke kleur bestuurders

De zes respondenten die iets over dit onderwerp hebben gezegd wisselen sterk van mening over de invloed van de politieke kleur van de bestuurders. Zo geeft een van de bestuurders aan er 100% zeker van te zijn dat de politieke kleur van bestuurders een rol speelt. Ook een van de procesbegeleiders is van mening dat het in 025 een gunstig uitgangspunt is dat de bestuurders qua politieke kleur redelijk op elkaar lijken. Alle huidige bestuurders, maar ook de oud- wethouders, bevinden zich namelijk in de linkse hoek. Politieke kleur kan ook een barrière vormen volgens de respondent: “Want als je kijkt naar Metropoolregio Amsterdam, daar is Amsterdam met een GroenLinks werkzaam met Almere met een zware PVV en VVD meerderheid. Ik wens je veel succes.”

Twee bestuurders geven aan nooit iets te merken van een mogelijke invloed van de politieke kleur van bestuurders. Een van de bestuurders denkt dat het veel belangrijker is hoe mensen zichzelf willen profileren: “Want je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om heel chauvinistisch te worden, van ik ga niets met Nijmegen, of andersom, ik ga niets met Arnhem doen.”

Andere respondenten herkennen wel dat de politieke kleur van bestuurders een rol speelt, maar zijn van mening dat deze in dit proces niet van doorslaggevende aard is geweest.

Beperkte betrokkenheid gemeenteraden

De vier wethouders en één gemeenteambtenaar die iets over dit onderwerp noemen zijn het erover eens dat de gemeenteraden nog relatief beperkt betrokken zijn. Zo vertelt een

wethouder: “Er is vrij weinig reactie op gekomen vanuit de gemeenteraad. Ik heb één keer met ze gesproken. Ik heb daar een redelijk positief gevoel aan overgehouden. Weinig kritische geluiden.” Dat is volgens de wethouder van de andere stad daar niet anders: “Ze hebben het op zijn minst niet tegengehouden. Kennelijk vinden ze het een prima richting. Want anders hadden ze wel protest aangetekend, maar het leeft nog niet heel erg. Maar ik denk dat het op zich wel als positief wordt ervaren.” Een gemeenteambtenaar geeft aan dat er een bijeenkomst is gepland om de raden goed mee te nemen in het traject, de animo hiervoor leek twee weken voor de bijeenkomst echter te laag om door te laten gaan. Een wethouder geeft in een

interview dat later plaatsvond aan dat de bijeenkomst toch doorgang heeft kunnen vinden met de belangrijkste woordvoerders voor cultuur.

5.4 Wederzijds toegevoegde waarde