• No results found

BEHEERS- EN BETALINGSSYSTEMEN STRUCTUURFONDSEN

In document EU-trendrapport 2003 (pagina 175-184)

V Vijf indicatoren ontwikkelingen financieel management

BIJLAGE 7 BEHEERS- EN BETALINGSSYSTEMEN STRUCTUURFONDSEN

België

In de periode 2000–2006 ontvangt België in totaal€ 1 795 miljoen aan structuurfondsgelden. In de grafiek is te zien hoe deze bedrag zich verhoudt tot de 3 doelstellingen van de structuurbeleid.

625 433 737

België

Doelstelling 1

Doelstelling 2 Doelstelling 3

Structuurgelden in de periode 2000-2006

B België

in miljoenen euro's (in totaal € 1.795 miljoen)

België is een federale staat met een landsregering, drie gemeenschaps-regeringen en drie gewestgemeenschaps-regeringen. Bovendien zijn er tien provincies in België.

Het financieel management van de structuurfondsen is conform de staatsstructuur opgezet. Van het doelstelling-1-overgangsprogramma is het Waalse Gewest de beheersautoriteit. De zeven enkelvoudige

programmeringsdocumenten voor doelstelling 2 zijn op provincieniveau ingevuld, maar de bovenliggende Gemeenschaps- of Gewestregeringen vervullen de rol van beheersautoriteit.

Het dagelijks beheer ligt in de handen van de provincies.

Er zijn in België vier enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 3 die worden beheerd op regionaal niveau door het Gewests-of Gemeenschapsbestuur. De twee enkelvoudige programmerings-documenten voor de Vlaamse en Waalse Gemeenschap bestrijken ruim 85 procent van de ESF-subsidies voor België. Er is slechts één federaal enkelvoudig programmeringsdocument voor doelstelling 3 met het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid als beheersautoriteit.

Voor alle programma’s van doelstelling 1 en doelstelling 2 zijn de taken van de betalingsautoriteit ondergebracht op bij de Gemeenschaps- en/of Gewestbesturen. Het federale enkelvoudige programmeringsdocument voor doelstelling 3 heeft het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid als betalingsautoriteit. De overige «enkelvoudige programmerings-documenten voor doelstelling 3 kennen een betalingsautoriteit op regionaal niveau.

Denemarken

Denemarken ontvangt in de periode 2000–2006 in totaal€ 548 miljoen aan structuurfondsgelden. Zoals uit de grafiek blijkt zijn het alleen gelden gericht op doelstelling 2 en 3.

Structuurgelden in de periode 2000-2006

D Denemarken

Doelstelling 2

Doelstelling 3

183 365 in miljoenen euro's (in totaal € 548 miljoen)

Doelstelling 1 = 0

Er is per structuurfonds een beheersautoriteit op centraal niveau ingesteld. Voor EFRO valt deze onder het ministerie van Economische Zaken (het agentschap voor Industrie en Handel). Voor ESF valt deze onder het ministerie voor Werkgelegenheid (de Nationale Arbeidsmarkt-autoriteit). Voor EOGFL en FIOV is een directoraat van het ministerie van Voedsel, Landbouw en Visserij de beheersautoriteit.

Op centraal niveau is per structuurfonds op een betalingsautoriteit ingesteld. Voor EFRO betreft het een apart onderdeel van het agentschap voor Industrie en Handel van het ministerie van Economische Zaken. Voor ESF is een afzonderlijk onderdeel van de Nationale Arbeidsmarktautoriteit, namelijk Bureau Economische Zaken, de betalingsautoriteit. Voor EOGFL en FIOV is de betalingsautoriteit een afzonderlijk onderdeel van het directoraat voor Voedsel, Visserij en Landbouw.

Duitsland

Duitsland ontvangt€ 28 749 miljoen uit de structuurfondsen in de periode 2000–2006. In de grafiek is te zien dat het overgrote deel van het geld is bedoeld voor doelstelling-1-programma’s.

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

D Duitsland

Doelstelling 2 Doelstelling 3

20.658 3.510

4.581 in miljoenen euro's (in totaal € 28.749 miljoen)

In Duitsland is er voor doelstelling 1 een communautair bestek met tien operationele programma’s. Het federale ministerie van Economische Zaken treedt op als centrale beheersautoriteit. Verder zijn er nog drie federale ministeries als beheersautoriteit aangewezen, voor drie tionele programma’s, en zes regionale beheersautoriteiten voor opera-tionele programma’s van betreffende Länder.

Voor doelstelling 2 zijn er in Duitsland elf enkelvoudige programmerings-documenten, waarvoor meestal de ministeries van Economische Zaken van betreffende Länder als beheersautoriteit optreden.

Voor doelstelling 3 is het federale ministerie van Arbeid en Sociale Zaken de beheersautoriteit. Met de ministeries van de elf Länder die een deel van de verantwoordelijkheid dragen voor doelstelling-3-programma’s, zijn beheerscontracten afgesloten om de verantwoordelijkheidsverdeling vast te leggen.

Per structuurfonds is op centraal niveau een betalingsautoriteit ingesteld en bovendien één apart voor het transportprogramma. Voor EFRO is de betalingsautoriteit de het Federale Bureau voor Economie. Voor ESF is het federale ministerie van Arbeid en Sociale Zaken de betalingsautoriteit.

Voor EOGFL en FIOV is het ministerie voor Consumentenbescherming, Voedsel en Landbouw de betalingsautoriteit. Voor het

Transport-programma is het federale ministerie van Transport de betalingsautoriteit.

Finland

In de periode 2000–2006 gaat€ 1 805 miljoen uit de structuurfondsen naar Finland, als volgt verdeeld over de doelstellingen.

913 489 403

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

F Finland

Doelstelling 2 Doelstelling 3

in miljoenen euro's (in totaal € 1.805 miljoen)

Finland heeft twee enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 1, drie voor doelstelling 2 en één voor doelstelling 3. De beheersautoriteiten zijn op centraal niveau gepositioneerd. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is beheersautoriteit voor doelstelling 1 en 2 en het ministerie van Arbeid voor doelstelling-3-programma’s.

De betalingsautoriteiten zijn in Finland per structuurfonds op centraal niveau ingesteld. Voor EFRO is de betalingsautoriteit het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor ESF is het ministerie van Arbeid de betalings-autoriteit en voor EOGFL en FIOV het ministerie van Landbouw en Bosbouw.

Frankrijk

Frankrijk krijgt in de periode 2000–2006€ 14 395 miljoen uit de structuur-fondsen. De grafiek geeft aan hoe het geld is verdeeld over de doelstel-lingen.

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

F Frankrijk

Doelstelling 2 Doelstelling 3

in miljoenen euro's (in totaal € 14.395 miljoen)

3.805 6.050 4.540

Frankrijk heeft zeven enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 1, 22 programma’s voor doelstelling 2 en één programma voor doelstelling 3.

Voor doelstelling 1 en 2 is het beheer gedecentraliseerd naar de regio’s en de overzeese gebiedsdelen. Bij de regionale enkelvoudige

programmeringsdocumenten is sprake van deconcentratie: de beheers-autoriteit is in handen van de prefet de la region, die optreedt als vertegenwoordiger van de staat in de regio. De prefet de la region is tevens betalingsautoriteit.

Er zijn ook enkele nationale programma’s die door centrale ministeries worden beheerd. Bijvoorbeeld voor het nationale informaticaprogramma PNI – dat dient ter ondersteuning van alle andere enkelvoudige

programmeringsdocumenten en communautaire initiatieven – is het ministerie van Ruimtelijke Ordening en de Regio’s (DATAR) de beheers-autoriteit. De nationale programma’s hebben een centrale betalings-autoriteit. Voor het informatiseringprogramma PNI treedt het ministerie van Economie en Financiën op als betalingsautoriteit.

Voor ESF is er een centrale beheersautoriteit, namelijk de afdeling ESF van het ministerie van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Solidariteit.

Ook de betalingsautoriteit valt onder dit ministerie. Hoewel het ESF een rol speelt in alle drie de doelstellingen, is het met name geconcentreerd op het enkelvoudig programmeringsdocument voor doelstelling 3.

Griekenland

Naar Griekenland gaat een bedrag van€ 20 961 miljoen aan structuur-gelden in de periode 2000–2006. Dit geld is in zijn geheel uit hoofde van doelstelling 1.

Doelstelling 1

Structuurgelden in de periode 2000-2006

G Griekenland

Doelstelling 2 = 0 Doelstelling 3 = 0 in miljoenen euro's (in totaal € 20.961 miljoen)

20.961

Griekenland is ingedeeld in dertien regio’s, die allemaal onder doelstelling 1 vallen. Daarom ontvangt het land alleen steun uit hoofde van

doelstelling 1 en geen steun uit hoofde van doelstelling 2 en 3.

Het communautair bestek voor de periode 2000–2006 kent één centrale beheersautoriteit op nationaal niveau, te weten het ministerie van Economische Zaken en Financiën. Deze centrale beheersautoriteit coördineert de regionale beheersautoriteiten, die er zijn voor elk van de operationele programma’s. De beheersautoriteiten op programmaniveau zijn verantwoordelijk voor beheer en uitvoering van het programma, de evaluatie en de monitoring. Eenderde van de fondsen gaat naar de dertien regionale programma’s.

Daarnaast zijn er twaalf operationele programma’s met een sectorale invalshoek. De beheersautoriteiten voor deze programma’s zijn de ministeries die verantwoordelijkheid dragen voor de betreffende sector.

Zo is bijvoorbeeld de centrale beheersautoriteit van het cultuurpro-gramma het ministerie van Cultuur.

Er is één centrale betalingsautoriteit in Griekenland. Het betreft een afdeling binnen het ministerie van Economische Zaken en Financiën. Deze betalingsautoriteit is verantwoordelijk voor de betalingen voor alle operationele programma’s van het communautair bestek en voor alle fondsen.

Ierland

In de periode 2000–2006 vloeit een totaalbedrag van€ 3 088 miljoen naar Ierland. In de grafiek is te zien dat deze gelden alleen beschikbaar zijn voor doelstelling-1-programma’s, omdat Ierland geheel onder doelstelling 1 valt.

Doelstelling 1

Structuurgelden in de periode 2000-2006

I Ierland

Doelstelling 2 = 0 Doelstelling 3 = 0 in miljoenen euro's (in totaal € 3.088 miljoen)

3.088

Ierland heeft één Communautair Bestek voor doelstelling 1, met daarin zeven operationele programma’s: drie nationale, twee multiregionale en twee regionale programma’s. De programma’s worden uit alle vier de structuurfondsen gefinancierd. Het ministerie van Financiën is beheers-autoriteit voor het communautair bestek als geheel. Daarnaast zijn er beheersautoriteiten voor elk van de programma’s. Voor het programma

«Employment & Human Resources Development» is dit bijvoorbeeld het centrale ministerie van Handel en Werkgelegenheid. Voor het «Southern and Eastern regional operational programme» is het Regionale

Assembley de beheersautoriteit.

De betalingsautoriteiten zijn op centraal niveau ingesteld per fonds. Voor EFRO is het ministerie van Financiën de betalingsautoriteit, voor ESF het ministerie van Handel en Werkgelegenheid, voor EOGFL-O het ministerie van Landbouw en voor FIOV het ministerie voor Mariene en Natuurlijke Hulpbronnen.

Italië

In de periode 2000–2006 ontvangt Italië€ 28 388 miljoen uit de structuur-fondsen. Het overgrote deel van dit bedrag wordt besteed in het kader van doelstelling-1-programma’s (zie grafiek).

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

I Italië

Doelstelling 2 Doelstelling 3

in miljoenen euro's (in totaal € 28.388 miljoen)

22.122 2.522

3.744

In Italië is het management in hoge mate gedecentraliseerd. Voor

doelstelling-1-programma’s zijn er zeven beheersautoriteiten in de regio’s en vijf beheersautoriteiten op centraal niveau. Het beheer van de

doelstelling-2-programma’s is volledig gedecentraliseerd. Er zijn in totaal vijftien beheersautoriteiten in de regio’s. Voor doelstelling-3-programma’s is er één centrale beheersautoriteit en veertien beheersautoriteiten in de regio’s.

In Italië zijn de voor de meeste programma’s ook de betalingsautoriteiten op decentraal niveau gepositioneerd.

Per programma is er per fonds (dus één of meer betalingsautoriteiten per programma) een betalingsautoriteit. En paar programma’s hebben op centraal niveau een betalingsautoriteit.

Luxemburg

Luxemburg ontvangt€ 78 miljoen uit de structuurfondsen in de periode 2000–2006, voor doelstelling-2 en -3-programma’s.

Doelstelling 2 Structuurgelden in de periode 2000-2006

L Luxemburg

Doelstelling 3

Doelstelling 1 = 0 in miljoenen euro's (in totaal € 78 miljoen)

40 38

Er is één enkelvoudig programmeringsdocument voor doelstelling 2 voor het Groothertogdom Luxemburg, geheel te financieren uit het EFRO. De beheers- en betalingsautoriteit is op centraal niveau ingesteld. Het betreft het ministerie van Economische Zaken, directie Industrie en Technologie.

Ook is er een enkelvoudig programmeringsdocument voor doelstelling 3.

Ook hier is het beheer centraal geregeld door het ministerie van Werkgele-genheid (beheers- en betalingsautoriteit).

Nederland

In de periode 2000–2006 is er voor Nederland in totaal€ 2 604 miljoen beschikbaar voor structuurbeleid. In de grafiek is te zien dat het overgrote deel van het geld uit hoofde van doelstelling 3 wordt toegekend.

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

N Nederland

Doelstelling 2 Doelstelling 3

in miljoenen euro's (in totaal € 2.604 miljoen)

795 123 123 123 1.686

In Nederland is het management gedecentraliseerd. Voor doelstelling-1 en -2-programma’s zijn de provincies de beheersautoriteit, behalve voor het Grotestedenprogramma binnen doelstelling 2 (EFRO). Daarvoor is het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), samen met de betreffende negen steden, de beheersautoriteit.

Voor doelstelling 3 is een agentschap binnen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de beheersautoriteit.

In Nederland zijn er voor doelstelling 1 en 2 betalingsautoriteiten op decentraal niveau (uitgezonderd het Grotestedenprogramma). Het betreft de provincies van Flevoland, Gelderland, Brabant en het samenwerkings-verband Noord-Nederland (SNN). Het Ministerie van BZK is de betalings-autoriteit voor het Grotestedenprogramma, in samenwerking met de betreffende stadsbesturen. Voor doelstelling 3 is er een betalingsautoriteit op centraal niveau, namelijk het Ministerie van SZW.

Oostenrijk

Oostenrijk krijgt in de periode 2000–2006€ 1 469 miljoen uit de structuur-fondsen. In de grafiek is te zien hoe dit geld zich verhoudt tot de doelstel-lingen.

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

O Oostenrijk

Doelstelling 2 Doelstelling 3

in miljoenen euro's (in totaal € 1.469 miljoen)

261

680 528

In Oostenrijk is het management gedecentraliseerd. In bijna alle gevallen treedt het regionale bestuur (Länder) op als beheersautoriteit van de doelstelling 1 en 2 programma’s in betreffende regio’s. In één regio is er een apart Economisch Ontwikkelingsfonds dat optreedt als beheers-autoriteit. Voor doelstelling 3 is het federale ministerie van Economie en Arbeid de beheersautoriteit.

In Oostenrijk is per structuurfonds op centraal niveau een betalings-autoriteit ingesteld. Voor EFRO en ESF is de betalingsbetalings-autoriteit een onderdeel van het federale ministerie van Economische Zaken en Arbeid.

Voor EOGFL en FIOV is een onderdeel van het federale ministerie van Landbouw, Bosbouw, Milieu en Watermanagement de betalingsautoriteit.

Portugal

Alle gelden uit de structuurfondsen worden aan Portugal uit hoofde van doelstelling 1 toegekend. Het betreft in de periode 2000–2006 een totaalbedrag van€ 19 029 miljoen.

Doelstelling 1

Structuurgelden in de periode 2000-2006

P Portugal

Doelstelling 2 = 0 Doelstelling 3 = 0 in miljoenen euro's (in totaal € 19.029 miljoen)

19.029

In Portugal zijn er elf sectorale programma’s en zeven regionale pro-gramma’s. Voor de sectorale programma’s zijn operational managers aangesteld bij de centrale ministeries op het betreffende verantwoor-delijkheidsgebied. Bijvoorbeeld voor het Cultuurprogramma is het ministerie van Cultuur de beheersautoriteit. Voor de regionale programma’s is het beheer ondergebracht bij regionale organen, bijvoorbeeld het regionale bestuursorgaan of een coördinatiecommissie op regionaal niveau.

In Portugal zijn per structuurfonds op centraal niveau betalingsautoriteiten ingesteld. Voor EFRO is het directoraat-generaal voor Regionale Ontwik-keling de betalingsautoriteit. Voor ESF is dat het ESF Managementinsti-tuut. Voor EOGFL en FIOV treedt het Ontwikkelingsinstituut voor Land-bouw en Visserij op als betalingsautoriteit.

Spanje

Spanje ontvangt in de periode 2000–2006 een bedrag van€ 42 887 en is daarmee van alle lidstaten de grootste begunstigde. Verre weg het meeste geld wordt toegekend uit hoofde van doelstelling 1.

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

S Spanje

Doelstelling 2 Doelstelling 3 in miljoenen euro's (in totaal € 42.887 miljoen)

38.096 2.651 2.140

In Spanje is er op centraal niveau voor ieder fonds een beheersautoriteit.

EFRO is ondergebracht bij het ministerie van Financiën en EOGFL en FIOV zijn ondergebracht bij het ministerie voor Landbouw en Visserij. ESF (doelstelling 3) is ondergebracht bij het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken. In de praktijk is het dagelijks bestuur grotendeels in handen van de zeventien autonome regio’s in het Spaanse staatsbestel. Het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid van het centrale en decentrale bestuur wordt gevolgd.

In Spanje zijn per structuurfonds op centraal niveau betalingsautoriteiten ingesteld, maar in de praktijk spelen de autonome regio’s ook grote rol.

Voor EFRO is het directoraat EU-fondsen van het ministerie van Financiën de betalingsautoriteit. Voor EOGFL is het directoraat Plattelandsontwikke-ling van het ministerie van Landbouw en Visserij de betaPlattelandsontwikke-lingsautoriteit en voor FIOV het directoraat Structuur en Vismarkten van hetzelfde minis-terie. De betalingsautoriteit voor ESF is de ESF-afdeling van het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken. Er is sprake van een gedeelde verantwoor-delijkheid met de zeventien autonome regio’s.

Verenigd Koninkrijk

In de periode 2000–2006 kan het Verenigd Koninkrijk aanspraak maken op een bedrag van€ 15 514 miljoen uit de structuurfondsen. Alle drie de doelstellingen worden hiermee afgedekt.

Doelstelling 1 Structuurgelden in de periode 2000-2006

In document EU-trendrapport 2003 (pagina 175-184)