• No results found

Vraag nr. 234 van 7 augustus 2003 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 234 van 7 augustus 2003 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 234 van 7 augustus 2003

van de heer JOHAN MALCORPS

Verwerking houtafval – Milieu en gezondheid In een richtlijn van de Europese Commissie van 6 januari 2003 wordt het gebruik van arseen in ver-duurzaamd hout voor residentiële toepassingen v e r b o d e n . Algemeen wordt nu erkend dat het ge-bruik van CCA-zouten voor houtverduurzaming ri-sico's inhoudt en met name wordt daarbij ook ver-wezen naar het probleem van CCA-bewerkt hout in de afvalfase (CCA: koper-chroom-arseen). De Openbare Afvalstoffemnaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) onderscheidt twee soor-ten van behandeld houtafval : b e h a n d e l d , maar niet verontreinigd afvalhout enerzijds (bv. g e v e r f d hout) en behandeld én verontreinigd afvalhout an-derzijds (bv. hout bewerkt met houtbeschermings-middelen of brandvertragers). Bij de omzetting van de Europese richtlijn (2000/76/EG) betreffende het verbranden van afvalstoffen in Vlarem werden sa-menstellingsvoorwaarden vastgelegd voor niet-v e r-ontreinigd behandeld houtafval (2 mg/kg voor ar-seen – 30 mg/kg voor chroom – 20 mg/kg voor koper – 3 mg/kg voor pentachloorfenol – 600 mg/kg voor chloor en chloorverbindingen – ...). Deze samenstellingsvoorwaarden gelden echter enkel als richtwaarden (tot 2005). Men acht deze samenstellingsvoorwaarden haalbaar op basis van de vele analyses verricht bij OVAM en op basis van de V I TO-studie "Evaluatie hergebruik houtaf-val in de spaanplaatindustrie" (VITO : Vlaamse In-stelling voor Technologisch Onderzoek). Maar in de sector acht men deze voorwaarden blijkbaar niet haalbaar, tenminste als men de productie van hernieuwbare energie door de verbranding van houtafval niet in het gedrang wil brengen. Zelfs de M I NA-raad was geen voorstander om van de sa-menstellingsvoorwaarden onmiddellijk grenswaar-den te maken (MINA-raad : M i l i e u- en Natuurraad van V l a a n d e r e n ) . Omdat er in de praktijk nog on-zekerheden zijn m.b. t . de haalbaarheid van bepaal-de parameters (arseen) en analysemethobepaal-den (ont-sluiting staal)" (cf. advies MINA-raad 6/3/2003 i . v. m . implementatie EU-richtlijn verbranden van a f v a l ) . De Sociaal-Economische Raad van V l a a n-deren (SERV) vroeg zelfs de samenstellingsvoor-waarden helemaal te schrappen en nauwer toe te zien op de herkomst van het houtafval en de eigen-lijke controle te doen bij de meting van de emissie-grenswaarden.

Behandeld hout dat aan deze criteria voldoet, k a n worden verbrand of meeverbrand als biomassa,

maar dus wel onder strengere voorwaarden dan onbehandeld hout. Dit niet-verontreinigd behan-deld hout wordt dan ook als biomassa aanvaard, kan als dusdanig verwerkt worden en kan dan onder bepaalde voorwaarden allicht ook groene-stroomcertificaten genieten.

Behandeld hout dat niet aan de voorwaarden vol-d o e t , kan ook meeverbranvol-d worvol-den, maar enkel in installaties die beschikken over een vergunning voor het verbranden van afvalstoffen en mits vol-daan wordt aan de mengregel.

Het probleem is natuurlijk dat veel afvalhout in de praktijk niet bestaat uit monostromen en een mengsel is van al dan niet behandeld en al dan niet verontreinigd afvalhout.

Anderzijds wees de MINA-raad erop dat door het meeverbranden van onbehandeld afvalhout het ge-vaar bestaat dat de afvalhiërarchie ondergraven w o r d t . M a t e r i a a l r e cyclage (bv. in de spaanplaatin-dustrie) verdient de voorkeur op verbranding met e n e r g i e r e c u p e r a t i e. Door de massale afvoer van onbehandeld afvalhout naar (o.a.) Nederlandse elektriciteitscentrales die hiervoor groenestroom-certificaten ontvangen, wordt de spaanplaatindus-trie geconfronteerd met hogere grondstofprijzen. Wat er mogelijk toe leidt dat soms ook behandeld hout verwerkt wordt in spaanderplaten (cf. a d v i e s M I NA-raad 6/3/2003 i.v. m . i m p l e m e n t a t i e EU-richtlijn verbranden van afval).

Binnen de Nederlandse milieubeweging wordt sinds kort ook actie gevoerd voor "schone biomas-sa" en tegen het verbranden van onder meer be-handeld hout door elektriciteitscentrales, zeker als dat dan ook nog eens als groene stroom be-schouwd wordt en als daarvoor groenestroomcerti-ficaten afgeleverd worden.

Want het is al lang bekend dat bij de verbranding van hout bewerkt met CCA-zouten de uitstoot van arseen een probleem vormt (cf. B a s i s d o c u m e n t A r s e e n , R I V M , 1 9 9 0 ) . Het arseen komt vrij in de l u c h t , voor het grootste deel gebonden aan stof-deeltjes en voor de rest als arseengas. De arseen-houdende stofdeeltjes kunnen zich over grote af-standen verspreiden en vormen ook een bijzonder risico voor de volksgezondheid.

De vraag is dan ook of bij de verbranding van C CA-bewerkt houtafval de emissiegrenswaarde (0,5 mg/Nm3) voor de som van

(2)

kunnen halen en of de uitstoot van onder meer ar-seen in de praktijk niet veel groter zal zijn. Voor de meeverbranding als biomassa van niet-v e r o n t r e i-nigd behandeld hout in middelgrote verbrandings-installaties (van 5 tot 50 MW) is de norm zelfs drie keer soepeler (1,5 mg/Nm3) . Voor installaties

be-neden de 5 MW wordt bovendien een dioxinenorm gehanteerd die vier keer soepeler is dan voor ver-brandingsovens (0,4 ng T E Q / N m3) (Nm3 : n o r m a a l

kubeke meter; n g : nanogram ; TEQ : toxisch equi-valent).

1. Werd of wordt er in Vlaanderen behandeld en verontreinigd afvalhout meeverbrand in instal-laties die beschikken over een vergunning voor de verbranding van afvalstoffen ? In welke in-stallaties ? Of wordt dit op korte termijn ge-pland ?

Wat zijn eventueel de effecten daarvan voor mi-lieu en gezondheid (emissies in lucht en water – immissiemetingen) ? Werden die reeds gemeten of wordt daartoe op korte termijn actie onder-nomen ?

2. Werd of wordt er in Vlaanderen behandeld en n i e t-verontreinigd afvalhout meeverbrand of vergast als biomassa ? In welke installaties ? Of wordt dit op korte termijn gepland ?

Wat zijn de effecten daarvan voor milieu en ge-zondheid (emissies in lucht en water – immis-siemetingen) ? Werden die reeds gemeten of wordt daartoe op korte termijn actie onderno-men ?

3. Werd of wordt er in Vlaanderen onbehandeld en niet-verontreinigd afvalhout meeverbrand of vergast als biomassa ? In welke installaties ? Of wordt dit op korte termijn gepland ?

Gaat dit niet ten koste van materiaalrecy c l a g e (hergebruik van afvalhout bv. in de spaanplaat-industrie) ? Zo ja, heeft de minister dan al on-derzocht samen met zijn collega bevoegd voor Economie of hergebruik van afvalhout niet kan worden aangemoedigd ?

4. Hoe zal de controle op de samenstellingsvoor-waarden van afvalhout dat voor verbranding wordt aangeboden, in de praktijk gebeuren ? Klopt het dat de meeste bedrijven hun hout slechts één keer per jaar zullen moeten laten analyseren ?

Vonden er in het verleden reeds controles plaats door OVAM zelf ? Zo ja, wat waren de bevindingen ? Worden dit soort controles nog gepland ?

5. Klopt het dat voor het meeverbranden of ver-gassen als biomassa van niet-verontreinigd af-valhout (al dan niet behandeld) groenestroom-certificaten kunnen worden verkregen ? Is dit een goede zaak, als daardoor in feite de afval-verwerkingshiërarchie doorkruist wordt (wat netto tot meer uitstoot van koolstofdioxide ( C O2) leidt) ? Hoe reageert de minister op elk voorstel om groenestroomcertificaten toe te kennen voor het meeverbranden van behandeld verontreinigd houtafval ?

6. Volgens de MINA-raad wordt mogelijk ook be-handeld hout verwerkt in spaanderplaten. Op welke wijze wordt dit gecontroleerd, d o o r de bedrijven zelf, door de overheid ?

Werden er ooit vaststellingen in die zin gedaan op het terrein ?

7. Nog volgens de MINA-raad zouden er belang-rijke stromen afvalhout naar Nederland of naar andere buitenlandse bestemmingen verdwijnen om daar meeverbrand te worden.

Kan de minister cijfers meedelen over de hoveelheden van respectievelijk onbehandeld, b e-handeld en niet-verontreinigd en bee-handeld en verontreinigd afvalhout dat naar Nederland gaat ?

Weet de minister voor welke van deze afval-houtstromen de Nederlandse overheid groene-stroomcertificaten toekent ?

Zijn er cijfers beschikbaar voor de respectieve stromen afvalhout richting andere buitenlandse bestemmingen ?

En krijgen die ook soortgelijke steun voor "her-nieuwbare energie" ?

Gaat dit effectief ten koste van materiaalrecy-clage (hergebruik van afvalhout bv. in spaan-plaatindustrie) ? Zo ja, heeft de minister dan al onderzocht samen met zijn collega bevoegd voor Economie of hergebruik van afvalhout niet kan worden aangemoedigd (zelfde vraag als onder 3) ?

(3)

Gecoördineerd antwoord

In het lopende implementatievoorstel van de richt-lijn afvalverbranding (2000/76/EG) maakt men een onderscheid tussen drie types houtafval :

– onbehandeld houtafval : houtafval dat louter een mechanische behandeling heeft ondergaan ; – n i e t-verontreinigd behandeld houtafval : h o u t a f-val dat wel behandeld is (bv. spaanderplaat of geverfd of vernist houtafval), maar ten gevolge van die behandeling geen zware metalen, PA K ' s of organische halogeenverbindingen bevat ; – verontreinigd behandeld houtafval : h o u t a f v a l

dat ten gevolge van een behandeling zware me-t a l e n , PAK's of organische halogeenverbindin-gen bevat.

( PAK's : p o l y a r o m a t i s che koolwaterstoffen – red)

Om niet-verontreinigd behandeld houtafval van verontreinigd behandeld houtafval te onderschei-d e n , weronderschei-den er inonderschei-deronderschei-daaonderschei-d samenstellingsvoorwaar-den opgenomen als richtwaarsamenstellingsvoorwaar-den.

Onbehandeld houtafval en ook niet-v e r o n t r e i n i g d behandeld houtafval worden volgens de Europese definitie als biomassa beschouwd. Bij verbranding dienen zij niet te voldoen aan de voorwaarden voor afvalverbranding, maar aan de voorwaarden voor verbranding van biomassa-a f v a l . Aan deze voorwaarden is gemakkelijker te voldoen. Bij ver-branding van verontreinigd behandeld houtafval, zoals houtafval dat CCA-zouten bevat, dient te worden voldaan aan de voorwaarden voor afval-verbranding.

Wat de groenestroomcertificaten betreft, komen nu reeds de drie types houtafval, ook het verontrei-nigd behandeld houtafval, aanmerking voor het verkrijgen van groenestroomcertificaten en voor het voldoen aan de certificatenverplichting van de e l e c t r i c i t e i t s l e v e r a n c i e r s, wanneer zij niet samen verwerkt worden met restafval. Het besluit van de Vlaamse regering inzake de bevordering van elek-triciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebron-n e energiebron-n , stelt dat ook voor elektriciteit opgewekt uit o r g a n i s c h-biologisch afval, wanneer niet samen verwerkt met restafval, g r o e n e s t r o o m c e r t i f i c a t e n gegeven worden.

Om tegemoet te komen aan de definitie van bio-massa uit de Europese richtlijn hernieuwbare ener-giebronnen en aan de eis tot internationale uitwis-selbaarheid van "garanties van oorsprong" wordt

in een ontwerpbesluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 28 september 2001 in-zake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, dat op 13 juni 2003 principieel werd goedgekeurd door de V l a a m-se regering (inmiddels leverden ook MINA-r a a d en SERV hierover hun advies af), geen melding meer gemaakt van het voorbehoud inzake samen-stelling voor de toekenning van certificaten voor a f v a l h o u t , maar worden wel de bewoordingen voor het voldoen aan de certificatenverplichting van de elektriciteitsleveranciers aangepast. Deze bewoor-dingen luiden als volgt :

" Voor het voldoen aan de certificatenverplichting aanvaardt de VREG enkel de groenestroomcertifi-caten die worden toegekend voor...

7° Energie opgewekt uit volgende organisch-b i o l o-gische stoffen indien zij niet samen met restafval verwerkt worden :

...

a) o r g a n i s c h-biologische afvalstoffen die selectief ingezameld werden en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden ver-werkt conform de bepalingen van het van toe-passing zijnde sectorale uitvoeringsplan;

b) o r g a n i s c h-biologische afvalstoffen die gesor-teerd worden uit restafval en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden ver-werkt conform de bepalingen van het van toe-passing zijnde sectorale uitvoeringsplan. " Hierdoor blijft de conformiteit met de afvalverwer-kingshiërarchie gegarandeerd.

Onze regelgeving blijft dus strenger dan wat de Europese richtlijn oplegt, maar met behoud van de minimumeisen inzake definitie en uitwisselbaar-heid van certificaten of garanties van oorsprong, naargelang de doelstelling die men met deze certi-ficaten beoogt.

Voor verdere informatie omtrent het Vlaamse be-leid inzake verwerking van houtafval wens ik te verwijzen naar het ontwerp-Uitvoeringsplan Hout-a f v Hout-a l , op dit moment in openbHout-aHout-ar onderzoek. D e Vlaamse volksvertegenwoordiger kan het docu-ment downloaden van de OVAM-website.

(4)

moment in voorbereiding. De installatie van Langerloo is uitgerust met een volledige rook-g a s w a s s i n rook-g, verrook-gelijkbaar met deze van een echte afvalverbrandingsinstallatie. De effecten in emissies en immissie zullen worden onder-zocht in het MER dat op dit moment wordt op-gemaakt (MER : milieueffectenrapport – red.). Wegens de uitgebreide rookgaswassing van de installatie zijn er geen negatieve effecten te ver-w a c h t e n . Electrabel zal niet alle verontreinigd houtafval aanvaarden. Zij zullen bepaalde aan-vaardingscriteria hanteren, zodat te allen tijde kan worden voldaan aan de emissiegrenswaar-den.

Volgens de richtlijn 2000/76/EG dient de instal-latie wat de uitstoot aan zware metalen betreft, te voldoen aan de voorwaarden voor afvalver-b r a n d i n g, zonder mengregel. Zij heafvalver-bafvalver-ben ook identiek dezelfde strenge meetverplichting als de echte afvalverbrandingsinstallaties, i n c l u s i e f de continue monstername van dioxines.

Volgens het ontwerp-Uitvoeringsplan Houtaf-val dient ook de installatie van Electrabel in R u i e n , eens uitgerust met een volledige rook-g a s w a s s i n rook-g, over te stappen van het niev e r o n t-reinigd naar het verontt-reinigd houtafval, t e n e i n-de het niet-verontreinigd houtafval naar materi-aalrecyclage te sturen.

De omzetting van de Europese richtlijn 2000/76/EG is nog niet definitief goedgekeurd in het Vlaams Parlement. De richtlijn gaat voor bestaande bedrijven ook pas in op 28 december 2 0 0 5 . Voorlopig blijft de V l a r e m-w e t g e v i n g zoals ze nu bestaat, g e l d e n . De sectorale exploi-tatievoorwaarden uit Vlarem II, deel 5 bepalen: "In geval van voeding met gevaarlijk houtafval dient de installatie te voldoen aan de emissie-grenswaarden van een verbrandingsoven voor gevaarlijk afval. Zowel niet-gevaarlijk behan-deld als gevaarlijk houtafval komt in aanmer-king voor co-v e r b r a n d i n g. In dit geval worden de emissiegrenswaarden berekend op basis van de mengregel".

Hoewel de Europese richtlijn de EU-l i d s t a t e n tot 30 juni 2004 de tijd geeft om de productie en verkoop van CCA-hout voor de meeste toepas-singen te beëindigen, wordt de maatregel in België vervroegd uitgevoerd. Per koninklijk be-sluit mogen vanaf 1 oktober 2003 geen arseen-verbindingen meer gebruikt worden houtver-d u u r z a m i n g s m i houtver-d houtver-d e l e n . De verkoop van met houtver-dat soort middelen behandeld hout wordt in twee termijnen afgebouwd. Vanaf 1 juli 2003 moet

C CA-hout dat in contact kan komen met kinde-r e n , uit de handel genomen zijn. Daakinde-rbij gaat het om terrasplanken, s p e e l g o e d , s p e e l t u i n m e u-b i l a i r, afsluitingen voor speeltuinen en andere s p e e l t u i n a r t i k e l e n . Vanaf 1 januari 2004 wordt de verkoop van andere CCA - h o u t p r o d u c t e n zoals tuinmeubilair aan banden gelegd. G e h e e l in lijn met de Europese richtlijn wordt een uit-zondering gemaakt voor professionele en indus-triële toepassingen, op voorwaarde dat er een industriële installatie is gebruikt bij het ver-d u u r z a m e n . Dat hout moet ver-dan wel een vermel-ding dragen dat het arseen bevat.

2. De installatie van Electrabel in Ruien stookt momenteel circa 160.000 ton/j niet-v e r o n t r e i-nigd behandeld houtafval. 40.000 ton/j betreft schuurstof afkomstig van de spaanderplaatin-d u s t r i e. Deze fractie is te fijn om in spaanderplaatin-de spaan-derplaten verwerkt te worden. In de vergasser in Ruien wordt bijkomend maximaal 120.000 ton/j niet-verontreinigd behandeld houtafval v e r g a s t . Volgend jaar zullen zij een milieuver-gunningsaanvraag indienen voor de aanpassing van de installatie met een volledige rookgaswas-s i n g. Nadien kunnen ook zij, zoalrookgaswas-s bepaald in het Uitvoeringsplan Houtafval, o v e r s t a p p e n naar de energetische valorisatie van meer ver-ontreinigd houtafval.

Wat de effecten van de bijstook van niev e r o n t-reinigd houtafval op de emissies betreft, kan ik stellen dat deze positief zijn. Het houtafval bevat namelijk minder verontreinigingen dan de steenkool die normaal gebruikt wordt als brandstof.

De omzetting van de Europese richtlijn 2000/76/EG is nog niet definitief goedgekeurd in het Vlaams Parlement. De richtlijn gaat voor bestaande bedrijven ook pas in op 28 december 2 0 0 5 . Voorlopig blijft de V l a r e m-w e t g e v i n g zoals ze nu bestaat, g e l d e n . De sectorale eploita-tievoorwaarden uit Vlarem II, deel 5, bepalen : "Een stookinstallatie die met niet-gevaarlijk be-handeld hout wordt gevoed, dient te voldoen aan de emissiegrenswaarden van een verbran-dingsoven voor huishoudelijke niet-g e v a a r l i j k e afvalstoffen."

Eventuele effecten van arseen, chroom en koper werden in het antwoord op vraag 1 weer-gegeven.

(5)

De omzetting van de Europese richtlijn 2000/76/EG is nog niet definitief goedgekeurd in het Vlaams Parlement. De richtlijn gaat voor bestaande bedrijven ook pas in op 28 december 2 0 0 5 . Voorlopig blijft de V l a r e m-w e t g e v i n g zoals ze nu bestaat, g e l d e n . De sectorale exploi-tatievoorwaarden uit Vlarem II, deel 5, bepalen : " Vermits onbehandeld houtafval als secundaire grondstof beschouwd wordt, gelden voor ther-mische verwerking de emissiegrenswaarden van Vlarem II Hoofdstuk 5.43 niet in rubriek 2 be-grepen verbrandingsinrichtingen."

4. De exploitant van een verbrandingsinstallatie dient op eigen kosten een analyse te laten ver-r i c h t e n . Schver-rijnwever-rkever-rijen die enkel eigen hout-afval verbranden, dienen jaarlijks of zesmaan-delijks te meten, naargelang de installatie klei-ner of groter is dan 5 MW. Indien er houtafval van derden wordt verbrand, dient de bemonste-ring zesmaandelijks of driemaandelijks te ge-b e u r e n , naargelang de installatie kleiner of gro-ter is dan 5 MW.

In het Vlaamse gewest is de afdeling Milieu-i n-spectie bevoegd voor de controle van verbran-d i n g s i n s t a l l a t i e s. Aangezien het implementatie-voorstel van de richtlijn afvalverbranding nog niet definitief werd goedgekeurd door de Vlaamse regering, heeft de afdeling Milieu-i n-spectie geen enkele juridische basis om de sa-menstelling van houtafval te controleren. E e n s de samenstellingsvoorwaarden van kracht zijn, zullen er ongetwijfeld controles worden uitge-voerd.

5. Er kunnen nu reeds groenestroomcertificaten worden toegekend voor elektriciteit opgewekt uit de verbranding van behandeld verontreinigd h o u t a f v a l , net zoals uit de verbranding van bio-massa.

In het ontwerp-Uitvoeringsplan Houtafval wordt er gestreefd naar maximale materiaalre-cyclage van het niet-verontreinigd houtafval. D e spaanderplaatbedrijven dienen dan ook aan-vaardingscriteria te hanteren zodat verontreini-ging van de spaanderplaten wordt vermeden. Het verontreinigd houtafval dient dan maxi-maal energetisch gevaloriseerd te worden voor de productie van hernieuwbare energie. A a n g e-zien het verontreinigde houtafval veel goedko-per is (er wordt zelfs geld aangeboden) dan n i e t-verontreinigd houtafval en aangezien de centrales van Electrabel toch verplicht uitgerust dienen te worden met een rookgaswassing, i s het voor de elektriciteitsproducenten financieel

voordeliger om het verontreinigd houtafval mee te verbranden voor de productie van hernieuw-bare energie. De afvalverwerkingshiërarchie komt derhalve niet in het gedrang.

6. Aangezien verontreinigd houtafval veel goed-koper is dan niet-verontreinigd houtafval en on-behandeld houtafval, zal de spaanderplaatindus-trie zich ook gaan richten naar het verontrei-nigd houtafval. In Italië worden spaanderplaten gemaakt uit 100% behandeld houtafval.

Op dit ogenblik is er geen controle van de spaanderplaatbedrijven mogelijk, aangezien zij geen wettelijke aanvaardingscriteria bezitten. Het Uitvoeringsplan Houtafval wil daar veran-dering in brengen. Eens er aanvaardingscriteria worden ingevoegd in de sectorale voorwaarden van de spaanderplaatindustrie, kan de afdeling Milieu-inspectie controles uitoefenen.

7. Er zijn geen gegevens beschikbaar omtrent de i n- of uitvoer van ' onbehandeld houtafval. Vo l-gens de verordening 259/93 (EEG) wordt deze afvalstof op de groene lijst gerangschikt. Dit wil zeggen dat de grensoverschrijdende overbren-ging kan gebeuren zonder voorafgaande toe-stemming van de autoriteiten. Er dienen ook geen voor- of nameldingen te gebeuren.

Wanneer de afvalstroom echter bestaat uit een mengsel van onbehandeld en behandeld houtaf-val (al dan niet verontreinigd), is wel een voor-afgaande toestemming van de autoriteiten ver-e i s t . Elk transport diver-ent voor- ver-en nagver-emver-eld tver-e worden. Uit deze gegevens blijkt het volgende. In 2002 werd praktisch geen behandeld houtaf-val uitgevoerd voor energetische houtaf-valorisatie. Daarentegen werd circa 31.000 ton uitgevoerd naar de Italiaanse spaanderplaatindustrie. In datzelfde jaar werd circa 174.000 ton behan-deld houtafval ingevoerd naar de V l a a m s e spaanderplaatindustrie of naar Vlaamse opscho-ningsbedrijven.

(6)

Voor ditzelfde jaar werd er eveneens toestem-ming verleend voor de invoer van 550.000 ton behandeld houtafval voor verwerking in de Vlaamse spaanderplaatbedrijven. Hiervan is 30.000 ton afkomstig vanuit Duitsland en het overige vanuit Nederland.

Voor nuttige toepassing van zowel behandeld als onbehandeld houtafval geldt binnen de EU het principe van de vrije markt. Een uitvoer kan met ander woorden niet geweigerd worden. We-gens het bevorderen van de hernieuwbare ener-gie is uiteraard de vraag naar houtafval groter g e w o r d e n , wat tot gevolg heeft dat de markt-prijs gestegen is, ook voor de spaanderplaatpro-d u c e n t e n . Binnen spaanderplaatpro-de Europese context is het niet mogelijk voor de Vlaamse overheid om de m a t e r i a a l r e cyclage te beschermen of te bevoor-d e l e n . Financiële steunmaatregelen ter bevorbevoor-de- bevorde-ring van recyclage zijn niet verzoenbaar met de concurrentieregels en kunnen dan ook niet wor-den uitgewerkt. De Vlaamse overheid kan enkel pogen om binnen Vlaanderen een wetgevend kader te creëren waardoor de elektriciteitssec-tor en de spaanderplaatsecelektriciteitssec-tor zich op andere houtafvalsoorten gaan richten. Het Uitvoerings-plan Houtafval geeft hiertoe de aanzet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit zou niet mogelijk zijn voor gebruikte frituurvetten en -oliën afkomstig van particulieren : zij vallen wel onder de oranjelijststoffen, waardoor er een expli-

– De Dienst voor de Scheepvaart wil er naar streven langs de oevers van het Groot Dok een zone met een breedte van 2 m vrij te h o u d e n , maar op sommige plaatsen is

1. Daarnaast werd de klemtoon vooral gelegd op de opvolging van de saneringsmaatregelen bij deze bedrijven en op de uitvoering van emissie- metingen door de exploitanten zelf, in

Bij de omzetting van de Europese richtlijn (2000/76/EG) betreffende het verbranden van af- valstoffen in Vlarem werden samenstellingsvoor- waarden vastgelegd

Uit navraag blijkt dat Toerisme Vlaanderen niet in staat is om ontbrekende of beschadigde wegwijzers binnen zestig dagen te herstellen (zelfs niet in het toeristische hoogseizoen)

Om die reden heeft de droogkuissector ook contact opgenomen met de Openbare Afvalstoffemnaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVA M ) , met het oog op de creatie van een

307 van 19 sep- tember 2000 van Trees Merckx antwoordde toenmalig minister Dua dat in 1998 113 en in 1999 92 controles werden uitgevoerd in deze sector door

Zonder vooruit te willen lopen op de of- ficiële agenda, werd gesuggereerd maandag voor te behouden voor het Cehape, d i n s d a g voor de WGO en de partnerorganisaties (